Verordening burgerinitiatief

Geldend van 01-05-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening burgerinitiatief

De raad der gemeente Elburg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2008;

overwegende dat het in het kader van het dualisme gewenst is om de participatie en betrokkenheid van de burgers bij de politieke agenda te kunnen vergroten;

gelet op artikel 108 en 149 Gemeentewet en de artikelen van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening burgerinitiatief

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad. Het voorstel omvat in ieder geval een onderwerpaanduiding, een omschrijving van het probleem en een oplossingsrichting.

Artikel 2 Geldig verzoek

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Een verzoek is niet ontvankelijk indien het:

    • a.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • b.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3 Initiatief- en steungerechtigden

Initiatiefgerechtigd en steungerechtigd zijn alle ingezetenen van twaalf jaar en ouder en in Elburg gevestigde rechtspersonen. Voor het voldoen aan deze voorwaarden is de dag van indiening van het burgerinitiatief bepalend.

Artikel 4 Geen burgerinitiatief mogelijk

  • 1. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

    • e.

      een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode – waarin indiening van het voorstel plaatsvindt – door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.

  • 2. Een burgerinitiatief over een voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • 3. Het college of de burgemeester zal een voorstel als bedoeld in lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 5 Wijze van indiening verzoek

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief;

    • c.

      voor natuurlijke personen achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s)

    • d.

      voor rechtspersonen het gestelde onder c v.w.b. de directeur/bestuurder aangevuld met de naam van de organisatie, adres van de rechtspersoon en de statutaire vestigingsplaats van de rechtspersoon.

    • e.

      de naam, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van tenminste 25 steungerechtigden, voor rechtspersonen aangevuld met de naam van de rechtspersoon, adres van de rechtspersoon en de statutaire vestigingsplaats van de rechtspersoon.

Artikel 6 Agendering verzoek

  • 1. De raad agendeert het burgerinitiatief voor de eerstvolgende vergadering van de raad na de datum van indiening van het initiatief en na behandeling in de agendacommissie, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5.

  • 2. De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • 3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 4. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • 5. De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 6. Indien het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de raadsagenda is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Artikel 7 Jaarverslag

De burgemeester brengt verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8 Titel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan aangehaald worden als ‘Verordening burgerinitiatief’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2009.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg
in zijn vergadering van
de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange Mr. Ir. M.C. Luiting-Kamminga.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

In de verordening is het burgerinitiatief gedefinieerd als een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda. Deze definitie sluit aan bij de discussie zoals die in de raadsvergadering van januari 2009 is gevoerd. De definitie houdt een midden tussen de optie om alleen een onderwerp in te dienen en de optie om een compleet uitgewerkt voorstel in te dienen, bijvoorbeeld in de vorm van een raadsbesluit. Met alleen het benoemen van een onderwerp kun je als raad niet veel. Daarmee is niet duidelijk wat de indieners willen. Anderzijds is het voor een burger wel wat veel van het goede om een compleet uitgewerkt voorstel te schrijven. De nu gekozen definitiebepaling gaat uit van een onderwerp, een probleembeschrijving en een globale oplossingsrichting. Het gaat daarmee om een concreet voorstel. Denk bijvoorbeeld aan een voorstel tot winkelopenstelling op zondag. Een niet nader uitgewerkt voorstel als het discussiëren over bijvoorbeeld de vergrijzing is met de nu gekozen definitie niet mogelijk. Indien het ingediende voorstel door de raad wordt aangenomen, kan het voorstel door het college, in overleg met de indieners, verder worden uitgewerkt.

Artikel 2 Geldig verzoek

Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en (b) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd en steungerechtigd is.

Artikel 3 Initiatiefgerechtigden en steungerechtigden

De keuze voor deze ruime definitie van initiatiefgerechtigden ligt voor de hand. Het gaat om de kwaliteit van het initiatief; nadere criteria kunnen dan onnodig belemmerend werken. Bij indiening van een burgerinitiatief kan worden getoetst of de indiener/initiatiefnemer voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5. Daarnaast kan de raad overwegen om vast te leggen op welke wijze de controle van de initiatiefgerechtigdheid plaatsvindt. Een en ander geldt ook voor de steungerechtigden.

De groep van steungerechtigden kan aansluiten bij de initiatiefgerechtigden. Het is ook denkbaar de groep van steungerechtigden te beperken tot de inwoners. Dit sluit meer aan bij de idee dat het burgerinitiatief een kanaal voor burgers is om de politiek te beïnvloeden. Ook de leeftijdsgrens kan anders gekozen worden, bv. bij 16 jaar of bij de kiesgerechtigde leeftijd van 18. De initiatiefgerechtigden zijn natuurlijke- en rechtspersonen. Georganiseerde verbanden zonder statuten vallen hier dus niet onder. Zo kan een vereniging in oprichting, een groep georganiseerde burgers zonder statuten of een wijkcomité geen voorstel indienen of ondersteunen.

Artikel 4 Geen burgerinitiatief mogelijk

Het is weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Daar komt bij dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij "er niet over gaat". Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissie- of raadsvergadering of het spreekuur van een wethouder. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan worden bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Daarbij kan een raad zelf bepalen welke termijn hij daarvoor geschikt acht. Denkbaar is dat wordt gekozen voor de huidige raadsperiode. Lid e zou dan kunnen luiden: e. Een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode – waarin indiening van het voorstel plaatsvindt – door de raad een besluit is genomen. Het is aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat het initiatief een nieuw voorstel betreft dat nog geen onderwerp van een raadsbesluit is geweest. Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar college of burgemeester als portefeuillehouder, is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artikel 1 van deze verordening. Lid 3 is bedoeld om te voorkomen dat college of burgemeester een initiatief om die reden terzijde kan schuiven.

Artikel 5 Wijze van indiening verzoek

Het ligt voor de hand om het burgerinitiatief bij de voorzitter van de raad te laten indienen. Zolang de burgemeester nog voorzitter van de raad is, ontvangt hij in die hoedanigheid de voorstellen. Om de voortgang van het burgerinitiatief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aantal minimumeisen wordt gesteld. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam, dat indiening van een burgerinitiatief plaatsvindt door middel van een standaardformulier. Op dit formulier zal de initiatiefnemer naast het voorstelvoorkoming van fraude met namen kan gevraagd worden naar personalia, zoals adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het initiatief de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij diezelfde griffie worden ingediend. Optioneel is een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van tenminste 25 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen. Zo is er enerzijds het voorbeeld van Amersfoort waar één persoon een voorstel kan indienen en ondersteunende handtekeningen niet nodig zijn. Argumenten vóór: het gaat om laagdrempeligheid en om de kwaliteit (niet kwantiteit) van het initiatief. Argument tegen: het (theoretische) risico dat de raad overspoeld kan worden door individuele initiatieven die hij moet agenderen. Daarnaast is er het risico van meerdere initiatieven over hetzelfde onderwerp. In dit geval zou de raad een bepaling kunnen opnemen dat hij dergelijke initiatieven, niet afzonderlijk, maar gezamenlijk agendeert / behandelt. In de praktijk is gebleken, dat van een toevloed niet of nauwelijks sprake is. Anderzijds is er het voorbeeld van de gemeente Heerlen, die onderscheid maakt tussen initiatieven die betrekking hebben op een buurt of subbuurt en initiatieven die een gemeentebreed karakter dragen. Het laatste type initiatieven dient door een bepaald percentage verzoekgerechtigden ondersteund te worden. Voor "buurt of subbuurt initiatieven" gelden in Heerlen verschillende percentages, afhankelijk van de omvang van het aantal verzoekgerechtigden in de betrokken buurt of subbuurt.

Artikel 6 Agendering verzoek

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat en een toelichting in ieder geval zijn personalia moeten aangeven. Ter er onvoldoende tijd is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of de burgemeester als portefeuillehouder. Met het derde tot en met vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Op grond van het vijfde lid wordt de indiener / initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurd. Dat kan dus een inhoudelijk besluit zijn of de mededeling dat het verzoek is afgewezen. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad, het college of de burgemeester naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb). In deze modelbepalingen is ervoor gekozen in het midden te laten hoe raad, college of burgemeester verder met het burgerinitiatief omgaat. Bedoeld is niet dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat in de raadsvergadering wordt beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van

mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. De indiener / initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken.

De ondersteuning van de griffier bestaat in ieder geval uit advisering en voorlichting ten aanzien van de procedure na indiening van een verzoek. Om te voorkomen dat serieuze verzoeken om procedurele moeten worden afgewezen is het daarnaast goed als de initiatiefnemers de inhoud van hun voorstel vooraf bespreken met de griffier.

Artikel 7 Burgerjaarverslag

De raad kan ervoor kiezen om in een regeling over het burgerinitiatief de burgemeester te verplichten om jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit te brengen. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatieven), en aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad over de burgerinitiatieven en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. Omdat het burgerjaarverslag momenteel ter discussie staat en misschien wel verdwijnt, is de wijze waarop de burgemeester dit doet, niet verder uitgewerkt.

Artikel 8 Titel en inwerkingtreding

De inhoud van dit artikel spreekt voor zichzelf.

Verzoek burgerinitiatief

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Toelichting op het voorstel (vermeld in ieder geval probleem en oplossingsrichting):

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Het voorstel heeft betrekking op (aankruisen wat van toepassing is)

Ο directe woonomgeving,

Ο wijk, naam wijk: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………

Ο kern, naam kern: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………

Ο gemeente

Gegevens ondergetekende

Naam:

……………………………………………………………………………………………………………….

Eerste voornaam en verdere voorletters:

………………………………………………………………………………………………………………..

Geboortedatum: …………………………………………………………………………………………..

Adres:………………………………………………………………………………………………………..

Postcode …………………………en woonplaats………………………………………………………

Handtekening:

Plaatsvervanger:

Naam:

……………………………………………………………………………………………………………….

Eerste voornaam en verdere voorletters:

………………………………………………………………………………………………………………..

Geboortedatum: …………………………………………………………………………………………..

Adres:………………………………………………………………………………………………………..

Postcode …………………………en woonplaats………………………………………………………

Handtekening

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van steungerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Toelichting voor de verzoeker

Het zogenaamde burgerinitiatief moet worden ondersteund door steungerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven het formulier met ondersteuningsverklaringen.

Het burgerinitiatief mag niet inhouden:

  • ·

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • ·

    een vraag over gemeentelijk beleid;

  • ·

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • ·

    een bezwaar in de zin van artikel 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

  • ·

    een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode – waarin indiening van het voorstel plaatsvindt – door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.

Verordening burgerinitiatief

Behoort bij burgerinitiatief van:

Naam rechtspersoon/natuurlijk persoon:

Adres:

Postcode:

Woonplaats:

Geboortedatum:

Korte omschrijving voorstel: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatief

Nummer

Naam

Adres

Geboortedatum

Handtekening

Toelichting: Bovenaan de lijst dient het voorstel van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initia-tiefvoorstel.