Regeling vervallen per 29-06-2022

Verordening leerlingenvervoer 2015 Geldrop-Mierlo

Geldend van 25-06-2015 t/m 28-06-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-06-2015

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer 2015 Geldrop-Mierlo

Verordening leerlingenvervoer 2015 gemeente Geldrop-Mierlo

De raad van de gemeente Geldrop-Mierlo,

gelezen het voorstel van het college d.d. 21 april 2015,

overwegende dat leerlingenvervoer een middel is om op wettelijke basis zowel leerlingen met een beperking als leerlingen die voor een school kiezen op grond van richting (vol)waardige kansen te bieden op onderwijs.

Besluit:

vast te stellen de volgende: Verordening leerlingenvervoer 2015 gemeente Geldrop-Mierlo

Verordening

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

1.

aangepast vervoer

vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi(bus);

2.

afstand

de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste, voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

3.

begeleider

ouder of persoon die door de ouders wordt ingezet om de leerling tijdens het vervoer te begeleiden;

4.

commissie van onderzoek

commissie als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra;

5.commissie voor de begeleiding

commissie als bedoeld in artikel 40b van de Wet op de expertisecentra;

6.

deskundige

de adviseur die het vervoersadvies voor de gemeente Geldrop-Mierlo opstelt, commissie voor onderzoek, commissie voor de begeleiding of een expert bijv. een arts, een orthopedagoog of psycholoog;

7.

eigen vervoer

vervoer per eigen motorvoertuig;

8.

gehandicapte leerling

een leerling bedoeld onder 11, met een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap;

9.

inkomen

inkomensgegevens als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder e van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in het peiljaar, bedoeld in artikel 4 zevende lid van de Wet op het primair onderwijs. ;

10.

leerling

een leerling van een school als bedoeld onder 17;

11.

meerkosten

de kosten die gemaakt worden als gevolg van alternatieve ophaal- en afzetadressen welke geen onderdeel uitmaken van de route woning -school-school-woning;

12.

ondersteuningsplan

1˚. voor het primair onderwijs: ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 18a, lid 7 tot en met 10, van de Wet op het primair onderwijs; of

2˚. voor het voortgezet onderwijs: ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 17a, lid 7 tot en met 10 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

13.

openbaar vervoer

voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein of bus;

14.

ouders

de ouders, pleegouders, voogden of verzorgers van de leerling;

15.

reistijd

heenreis:

de totale tijd die ligt tussen het verlaten van de woning en de aankomst op het schoolplein;

terugreis:

de totale tijd die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd en de aankomst bij de woning;

16.

samenwerkingsverband

1.voor het primair onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs;

2.voor het voortgezet onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 17a van de Wet op het voortgezet onderwijs.

17.

school

-basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;

-school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra :

-school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs ;

18.

stage

praktische leertijd die deel uitmaakt van het onderwijsprogramma voor voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs;

19.

toegankelijke school

school waarop de leerling is aangewezen op grond van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting , de openbare school dan wel het (voortgezet) speciaal onderwijs waarop de leerling is aangewezen op grond van zijn lichamelijke of geestelijke toestand als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra.

20.

vervoer

openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning en de school, dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids;

21.

vervoersadvies

advies van deskundige die door gemeente Geldrop-Mierlo is aangesteld en die advies voor een vervoerssoort afgeeft voor leerlingen waarvoor een aanvraag leerlingenvervoer is ingediend;

22.

vervoersvoorziening

1.bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling;

2.aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen; of

3. gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;

23.

vervoersvoorziening in natura

aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.

24.

vervoersbudget

een gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, gebaseerd op de kilometervergoeding van de Reisregeling binnenland over de afstand tussen woning en school.

25.

woning

De plaats waar de leerling structureel en feitelijk zijn hoofdverblijf heeft.

Artikel 2. Toekenning van vervoersvoorziening van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid juncto artikel 9 en 10, verlangt het college van de ouders die recht hebben op een (gedeeltelijke) vergoeding van de vervoerskosten, betaling van een bijdrage tot maximaal het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in artikel 13 en artikel 14 van deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van deze bijdrage doet de aanspraak op vergoeding vervallen.

  • 3. Ouders blijven altijd verantwoordelijk voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de vergoeding op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3. Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1.

    Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels ten aanzien van de metingsmethodiek ter vaststelling van de afstand zoals bedoeld in artikel 3 eerste lid.

  • 3.

    Indien ouders een vervoersvoorziening aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan een andere school van dezelfde onderwijssoort, bestaat slechts aanspraak op een vervoersvoorziening naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

  • 4.

    Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag van een vervoersvoorziening het ondersteuningsplan, zoals dat is vastgesteld door het samenwerkingsverband na overleg met het college.

  • 5.

    Recht op een vervoersvoorziening bestaat uitsluitend indien de leerling, blijkens het vervoersadvies niet in staat geacht wordt zelfstandig met de fiets naar school te reizen en er sprake is van:

  • 1.

    een school voor basisonderwijs die gelegen is op een afstand van meer dan 6 kilometer van de woning of;

  • 2.

    een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs die gelegen is op een afstand van meer dan 4 kilometer van de woning.

  • 6.

    Indien een gehandicapte leerling blijkens het vervoersadvies niet in staat wordt geacht

zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen, geldt geen afstandscriterium zoals bedoeld in het vijfde lid.

Artikel 4. Wachtlijst

  • 1. Als voor de dichtstbijzijnde toegankelijke school een wachtlijst bestaat, vindt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid toekenning van een vervoersvoorziening plaats voor een verder weg gelegen school zonder wachtlijst binnen het samenwerkingsverband. Het recht op een vervoersvoorziening voor deze verder weggelegen school blijft bestaan, zolang er een wachtlijst is voor de dichtstbijzijnde school. De ouders moeten kunnen aantonen dat de leerling op een wachtlijst staat.

  • 2. Als er geen wachtlijst voor de betreffende leerling (meer) bestaat voor de dichtstbijzijnde toegankelijke school, wordt de vervoersvoorziening verstrekt voor deze dichtstbijzijnde toegankelijke school zoals bepaald in het eerste lid met ingang van de dag dat de leerling kan worden toegelaten op de dichtstbijzijnde toegankelijke school.

Artikel 5. Uitbetaling van de vergoeding

Het college bepaalt bij het verstrekken van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de uitbetaling en de tijdsduur van de voorziening. Als het mogelijk is wordt er een beschikking voor meerdere jaren afgegeven of zelfs voor de gehele schoolperiode. Het vervoersadvies is hierbij leidend.

Artikel 6. Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 3. Voor leerlingen voor wie een aanvraag voor leerlingenvervoer is ingediend wordt in beginsel door het college een vervoersadvies opgevraagd.

  • 4. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 5. Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend geldt deze:

    • a.

      wanneer het een bekostiging betreft, met ingang van de door de ouders verzochte datum, met dien verstande dat de datum niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag;

    • b.

      wanneer het aanbieding van aangepast vervoer betreft, met ingang van een datum die zo mogelijk aansluit bij de door de ouders verzochte datum, met dien verstande dat de datum niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7. Doorgeven van wijzigingen

  • 1.

    De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende vervoersvoorziening, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2.

    Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende vervoersvoorziening, vervalt de aanspraak daarop en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe.

  • 3.

    Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4.

    Een ten onrechte genoten voorziening kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuw verstrekte vervoersvoorziening.

Het college heeft het recht tot het controleren van de bestede vervoersbudgetten voor evaluatiedoeleinden of bij twijfel over rechtmatig gebruik. Hierbij kan zowel de ouders, de betrokken school en of derden verzocht worden bewijsstukken te overhandigen.

Artikel 8. Gevolgen leeftijd voor soort voorziening

Indien er sprake is van het recht op een vervoersvoorziening op basis van openbaar vervoer, bestaat ook het recht op begeleiding, als de leerling jonger is dan 12 jaar. De leeftijd op 1 augustus, van het kalenderjaar waarin het betreffende schooljaar aanvangt, is bepalend voor het gehele schooljaar waarop de voorziening betrekking heeft.

Vorm van te verstrekken vervoersvoorziening

Artikel 9. Vervoersvoorziening voor leerlingen van scholen voor primair onderwijs op basis van levensbeschouwing

  • 1. Het college verstrekt aan ouders van een leerling die een school voor primair onderwijs op basis van levensbeschouwing bezoekt, uitsluitend een vervoersvoorziening in de vorm van een vervoersbudget.

  • 2. Aan de ouders die met eigen vervoer meer dan één leerling binnen een gezin vervoeren, verstrekt het college maximaal één vervoersbudget.

Artikel 10. Vervoersvoorziening voor leerlingen van speciale scholen voor basisonderwijs,

  • 1. Het college verstrekt aan ouders van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs gelegen in het samenwerkingsverband, als bedoeld in artikel 1 lid 18 sub 1:

    • a.

      een vervoersvoorziening in de vorm van een bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling, indien de leerling in staat wordt geacht zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen;

    • b.

      een vervoersvoorziening in de vorm van een vervoersbudget indien uit het vervoersadvies blijkt dat de leerling is aangewezen op openbaar vervoer met begeleiding. Indien een begeleider meer dan één leerling binnen een gezin tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking;

    • c.

      een vervoersvoorziening in natura waarbij gebruik wordt gemaakt van aangepast vervoer dat door de gemeente Geldrop-Mierlo is geregeld in de vorm van een taxi(bus) indien uit het vervoersadvies blijkt dat de leerling is aangewezen op aangepast vervoer. Indien de ouders hierom verzoeken, kan het college in de plaats van de vervoersvoorziening in natura, een vervoersbudget toekennen.

  • 2. De hoogte van de vergoeding voor de kosten van het openbaar vervoer (zelfstandig) is gebaseerd op de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer.

  • 3. De hoogte van het vervoersbudget voor aangepast alsook openbaar vervoer met begeleiding is gebaseerd op de kilometervergoeding van de Reisregeling binnenland over de afstand tussen woning en school.

  • 4. Het college verstrekt een vervoersvoorziening voor aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college niet in staat is om onder begeleiding van openbaar vervoer gebruik te maken, of:

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer met begeleiding met een enkele reis naar school of terug, meer dan één uur (tot 12 jaar oud) of meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of;

    • c.

      aanspraak bestaat op een vergoeding maar openbaar vervoer ontbreekt, of;

    • d.

      de ouders het college genoegzaam kunnen aantonen dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige ontwrichting van het gezin, in psychosociaal opzicht, zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is.

Artikel 11. Vervoersvoorziening voor leerlingen van een school voor speciaal onderwijs

  • 1. Het college verstrekt aan ouders van een leerling van een school voor speciaal onderwijs:

    • a.

      een vervoersvoorziening in de vorm van een bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling, indien de leerling in staat wordt geacht zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen;

    • b.

      een vervoersvoorziening in de vorm van een vervoersbudget indien uit het vervoersadvies blijkt dat de leerling is aangewezen op openbaar vervoer met begeleiding. Indien een begeleider meer dan één leerling binnen een gezin tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking;

    • c.

      een vervoersvoorziening in natura waarbij gebruik wordt gemaakt van aangepast vervoer dat door de gemeente Geldrop-Mierlo is geregeld in de vorm van een taxi(bus) indien uit het vervoersadvies blijkt dat de leerling is aangewezen op aangepast vervoer. Indien de ouders hierom verzoeken, kan het college in de plaats van de vervoersvoorziening in natura, een vervoersbudget toekennen.

  • 2. De hoogte van de vergoeding voor de kosten van het openbaar vervoer (zelfstandig) is gebaseerd op de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer.

  • 3. De hoogte van het vervoersbudget voor aangepast alsook openbaar vervoer met begeleiding is gebaseerd op de kilometervergoeding van de Reisregeling binnenland over de afstand tussen woning en school.

  • 4. Het college verstrekt een vervoersvoorziening voor aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college niet in staat is om onder begeleiding van openbaar vervoer gebruik te maken, of;

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer met begeleiding met een enkele reis naar school of terug, meer dan één uur (tot 12 jaar oud) of meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of;

    • c.

      aanspraak bestaat op een vergoeding maar openbaar vervoer ontbreekt of;

    • d.

      de ouders het college genoegzaam kunnen aantonen dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige ontwrichting van het gezin, in psychosociaal opzicht, zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is.

Artikel 12. Vervoersvoorziening voor gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs

  • 1.

    Het college verstrekt aan ouders van een gehandicapte leerling van een school voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, die niet in staat wordt geacht zonder begeleiding te reizen met het openbaar vervoer:

    • a.

      een vervoersvoorziening in de vorm van een vervoersbudget indien uit het vervoersadvies blijkt dat de leerling is aangewezen op openbaar vervoer met begeleiding. Indien een begeleider meer dan één leerling binnen een gezin tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking;

    • b.

      een vervoersvoorziening in natura waarbij gebruik wordt gemaakt van aangepast vervoer dat door de gemeente Geldrop-Mierlo is geregeld in de vorm van een taxi(bus) indien uit het vervoersadvies blijkt dat de leerling is aangewezen op aangepast vervoer. Indien de ouders hierom verzoeken, kan het college in de plaats van de vervoersvoorziening in natura, een vervoersbudget toekennen.

  • 2.

    Het college verstrekt een vervoersvoorziening van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling met een handicap die een school voor primair onderwijs, voorgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college niet in staat is om onder begeleiding van openbaar vervoer gebruik te maken, of;

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer met begeleiding met een enkele reis naar school of terug, meer dan één uur (tot 12 jaar oud) of meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of;

    • c.

      aanspraak bestaat op een vergoeding maar openbaar vervoer ontbreekt of;

    • d.

      de ouders het college genoegzaam kunnen aantonen dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige ontwrichting van het gezin, in psychosociaal opzicht, zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is.

Eigen bijdrage en vergoeding naar financiële draagkracht

Artikel 13. Drempelbedrag/eigen bijdrage

  • 1. De ouders (aanvrager en zijn/haar fiscaal partner) van een leerling die een school bezoekt voor primair onderwijs op basis van levensbeschouwing, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 24.750,- betalen per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het eigen vervoer over 6 kilometer per rit.

  • 2. Het bedrag van € 24.750,- wordt met ingang van 1 januari 2016 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste lid genoemde bedrag van € 24.750,-.

  • 3. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie op basis van artikel 10 of 11 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 14. Financiële draagkracht

  • 1.

    Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor primair onderwijs op basis van levensbeschouwing meer dan 20 km bedraagt, wordt de vastgestelde vergoeding verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders (aanvrager en zijn/haar fiscaal partner) afhankelijk bedrag.

  • 2.

    In geval het college in plaats van een vergoeding in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor primair onderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin en is afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de ouders.

  • 4.

    Het college stelt in het Financieel Besluit leerlingenvervoer gemeente Geldrop-Mierlo nadere regels met betrekking tot de inkomensbedragen genoemd in het derde lid en de hoogte van de eigen bijdrage.

  • 5.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie op basis van artikel 11 of 12 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer

Artikel 15. Toekenning vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie aan in de gemeente wonende ouders

Met inachtneming van artikel 3 kent het college desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze paragraaf.

Artikel 16. Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie

  • 1.

    Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2.

    Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

  • 3.

    Artikel 9 tot en met 14 zijn van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 10 lid 4 sub b, artikel 11 lid 4 sub b en artikel 12 lid 2 sub b.

Slotbepalingen

Artikel 17.

Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Financieel Besluit Verordening gemeente Geldrop-Mierlo geldende bedragen verhogen of verlagen.

Artikel 18. Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 19. Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.

Artikel 20. Overgangsrecht

De verordening leerlingenvervoer 2013 blijft van toepassing op aanvragen die betrekking hebben op het schooljaar 2014-2015.

Artikel 21. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking 1 dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juni 2015.

  • 2. De verordening leerlingenvervoer gemeente Geldrop-Mierlo 2013 wordt ingetrokken op het moment dat Verordening leerlingenvervoer 2015 gemeente Geldrop-Mierlo van kracht is.

Artikel 22. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer 2015 gemeente Geldrop-Mierlo.