De nadere regels en beleidsregels huishoudelijke ondersteuning (HO/HO+) Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

De nadere regels en beleidsregels huishoudelijke ondersteuning (HO/HO+) Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

1 Huishoudelijke ondersteuning

1.1 Beperkingen in het uitvoeren van huishoudelijke activiteiten

Wanneer er sprake is van een (dreigend) disfunctioneren van het huishouden kan het noodzakelijk zijn huishoudelijke activiteiten gedeeltelijk of volledig over te nemen. De beperking die een persoon ondervindt kan het gevolg zijn van een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een psychosociaal probleem. Ook een combinatie van aandoeningen is mogelijk.

In de volgende resultaatsgebieden kunnen cliënten beperkingen hebben bij het uitvoeren van huishoudelijke activiteiten:

  • 1.

    een schoon en leefbaar huis

  • 2.

    Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften

  • 3.

    Beschikken over schone en draagbare en doelmatige kleding

  • 4.

    Het kunnen zorgen voor inwonende kinderen die tot het huishouden behoren

  • 5.

    Regievoering op het huishouden

  • 6.

    Versterken van de zelfredzaamheid

Huishoudelijke activiteiten kunnen uitstelbaar en niet-uitstelbaar zijn. De niet-uitstelbare activiteiten zijn huishoudelijke activiteiten waarbij er een risico bestaat dat de gezondheid bedreigd wordt.

Niet-uitstelbare activiteiten kunnen bijvoorbeeld vallen onder resultaatsgebied 2: Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften.

Wel uitstelbare activiteiten vallen bijvoorbeeld onder resultaatsgebied 3 schone en draagbare kleding en een schoon en leefbaar huis.

1.2 Ondersteuning en resultaat

De persoon waarvan vastgesteld is dat deze beperkingen op één of meerdere onderdelen van het huishouden ervaart, heeft belemmeringen bij het voeren van het huishouden. De Wmo heeft als doel dat een persoon ondersteund wordt in zijn zelfredzaamheid en kan participeren in de samenleving.

De inzet van huishoudelijke ondersteuning kan op één of meerdere specifieke resultaatsgebieden van het huishouden plaatsvinden waardoor de cliënt en eventuele gezinsleden ondersteund worden in het voeren van het huishouden.

1.3 Vorm en omvang

Huishoudelijke ondersteuning kan bestaan uit:

  • a.

    Een algemene voorziening waaronder algemene huishoudelijke ondersteuning

  • b.

    Huishoudelijke ondersteuning in natura

  • c.

    Een persoonsgebonden budget te besteden aan huishoudelijke ondersteuning

Huishoudelijke ondersteuning in de vorm van een algemene voorziening bestaat op dit moment nog niet in Gorinchem. Als dit aanwezig is, wordt dit gezien als een voorliggende voorziening. Huishoudelijke ondersteuning in natura is hulp door een gecontracteerde zorgaanbieder; de gemeente betaalt de geleverde zorg direct uit aan de zorgaanbieder.

Een Persoonsgebonden budget (Pgb) geeft de cliënt de mogelijkheid zelf huishoudelijke ondersteuning in te kopen. Er is sprake van een werkgever-werknemer-relatie tussen de cliënt en de hulpverlener. De aanvullende regels voor een Pgb worden nader omschreven in hoofdstuk 4.

Het resultaat, van de beoordeling van een aanvraag voor huishoudelijke ondersteuning in de vorm van HO in natura of een Pgb wordt vastgelegd in een ondersteuningsplan.

1.4 Niveau HO

De huishoudelijke ondersteuning wordt onderverdeeld in 2 niveaus te weten HO en HO+

Onder HO wordt verstaan: de inzet door de aanbieder of Pgb-hulp op één of meerdere activiteiten binnen de resultaatsgebieden:

  • 1.

    een schoon en leefbaar huis

  • 2.

    Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften

  • 3.

    Beschikken over schone en draagbare en doelmatige kleding

Ad 1. Onder een schoon en leefbaar huis wordt het volgende verstaan: de woning moet schoon zijn volgens algemeen gebruikelijke hygiënische normen, zoals onder andere neergelegd in het VSR-Kwaliteitsmeetsysteem (VSR-KMS) en NEN 2075 m.b.t. beoordeling van schoonmaakonderhoud. Iedereen in de leefeenheid moet gebruik kunnen maken van een schone huiskamer, een schoon slaapvertrek (inclusief schoon beddengoed), een schone keuken, een schone douche/toilet en gang. Leefbaar staat voor opgeruimd en functioneel, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen.

Onder HO+ wordt verstaan: de inzet door de aanbieder of Pgb-hulp op één of meerdere activiteiten binnen de resultaatsgebieden HO aangevuld met één of meerdere activiteiten uit de resultaatsgebieden:

  • 4.

    Het kunnen zorgen voor inwonende kinderen die tot het huishouden behoren

  • 5.

    Regievoering op het huishouden

  • 6.

    Versterken van de zelfredzaamheid

HO+ wordt slechts dan toegekend wanneer er sprake is van regieproblemen bij het voeren van een huishouden. Er is sprake van (gedeeltelijk) disfunctioneren in bijvoorbeeld de organisatie van het huishouden. HO+ stelt andere eisen aan de medewerker/Pgb-hulp die ondersteuning verleent. Deze medewerker dient om te kunnen gaan met situaties waarbij een cliënt in de war of vergeetachtig is, psychische problemen ervaart, communicatieproblemen ervaart, opstandig gedrag vertoont. Ook als er bijvoorbeeld sprake is van ondersteuning bij de verzorging van inwonende kinderen wordt er meer van de capaciteiten van de medewerker/Pgb-hulp verwacht.

1.5 Spoedprocedure

Een spoedprocedure is mogelijk wanneer er sprake is van acute noodzakelijke overname van niet- uitstelbare activiteiten.

Een aanvraag wordt met voorrang behandeld wanneer er problemen ontstaan in het huishouden in relatie tot de behandeltijd van de aanvraag.

2 Voorliggende oplossingen

Bij de indicatiestelling van huishoudelijke ondersteuning worden verschillende factoren in overweging genomen.

2.1 Algemene voorzieningen of technische hulpmiddelen

Als algemene voorziening worden de volgende diensten of hulpmiddelen aangemerkt:

Diensten:

  • -

    Sociale alarmering

  • -

    Boodschappenservice

  • -

    Maaltijdvoorzieningen

  • -

    Klussendienst of vrijwilligers

  • -

    Ramenwasservice (buitenzijde)

  • -

    Kinderopvang/peuterspeelzaal

Hulpmiddelen

  • -

    Verhoging voor de wasmachine

  • -

    Droger

  • -

    Afwasmachine

Bij de beoordeling of de inzet van een dienst of een hulpmiddel het probleem kan oplossen wordt naar de aanwezigheid en beschikbaarheid van het hulpmiddel gekeken en de technische en financiële mogelijkheid of de cliënt in dit hulpmiddel kan voorzien.

2.2 Particuliere hulp

Inzet van een particuliere hulp wordt gezien als een gerealiseerde eigen oplossing. Wanneer een cliënt al geruime tijd gebruik maakt van particuliere huishoudelijke ondersteuning en de cliënt meldt zich bij het loket met de vraag een persoonsgebonden budget voor de financiering van de hulp, dan zal uit de beoordeling in de indicatiestelling blijken dat er geen belemmering in het voeren van het huishouden aanwezig is omdat de cliënt een eigen oplossing heeft gerealiseerd.

Anders is het wanneer een persoon jarenlang gebruik maakt van een particuliere hulp en nu merkt dat er om medische redenen extra tijd noodzakelijk is om het huishouden te voeren. Wanneer een persoon als gevolg van een terugval van inkomen/ een wijziging in de financiële situatie niet langer in staat is de particuliere zorg zelf te bekostigen dan wordt de particuliere huishoudelijke ondersteuning niet meer als voorliggende oplossing beschouwd.

3 Gebruikelijke hulp

3.1 Definitie en afbakening gebruikelijke hulp en mantelzorg

Gebruikelijke hulp is de normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden. Ze bewonen namelijk als leefeenheid een woning en dragen op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van een huishouden. Werk of vrijwilligerswerk en/of een opleiding zijn geen reden om huishoudelijke ondersteuning toe te kennen.

Gebruikelijke hulp en mantelzorg zijn elkaar uitsluitende begrippen. Gebruikelijke hulp is per definitie zorg waarop geen aanspraak bestaat op grond van de Wmo. Gebruikelijke hulp heeft een verplichtend karakter. Van iedere huisgenoot wordt een bijdrage verwacht in het huishouden rekening houdend met het eigen vermogen van de huisgenoot. Zo wordt er bij kinderen rekening gehouden met de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt.

Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie. Bij mantelzorg wordt de normale (gebruikelijke) zorg in zwaarte en duur en/of intensiteit aanmerkelijk overschreden. Mantelzorg vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Mantelzorg is niet afdwingbaar waardoor voor de zorg die door de mantelzorger geboden wordt ook aanspraak op grond van de Wmo kan bestaan. Dit is het geval wanneer de mantelzorger de zorg (tijdelijk) niet meer kan of wil verlenen.

3.2 Huisgenoot, een duurzaam huishouden en leefeenheid

Onder “duurzaam huishouden” wordt bedoeld; alle huisgenoten met een gezamenlijke huisvesting, die samen bijdragen in de kosten van huishouden dan wel het op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.

Een “huisgenoot” betreft ieder persoon met wie de cliënt een gemeenschappelijke woning bewoont.

Een “leefeenheid” betreft alle bewoners die een gemeenschappelijke woning bewonen met als doel een duurzaam huishouden te voeren. Bewoners kunnen zowel volwassen als minderjarigen betreffen.

Wanneer een cliënt een kamer verhuurt aan een derde wordt de huurder niet tot de leefeenheid gerekend. De huurder dient de gehuurde ruimte zelf schoon te houden en een evenredige bijdrage te leveren aan het schoon houden van gemeenschappelijke ruimten.

Een cliënt die wel met anderen in één huis woont maar geen leefeenheid vormt en geen duurzaam huishouden met de huisgenoten vormt heeft een eigen woon/slaapkamer en deelt andere vertrekken met de huisgenoten. Bij de indicatie wordt de eigen woon/slaapkamer berekend en voor de gemeenschappelijke ruimte een evenredig aandeel van de cliënt in het gebruik van de ruimte.

3.3 Zorgplicht voor kinderen en gebruikelijke hulp door kinderen

Ouders hebben een zorgplicht voor hun kinderen, zowel bij gezondheid als ziekte. Zij dienen te zorgen voor opvoeding van hun kinderen, het geestelijk en lichamelijk welzijn en het bevorderen van de ontwikkeling van hun persoonlijkheid. Bij uitval van één van de ouders dient de andere ouder de zorg voor de kinderen over te nemen. Hierbij dienen zij zelf naar oplossingen voor problemen in de zorg te zoeken. Zorgverlof, mantelzorg of andere voorliggende voorzieningen als kinderopvang kunnen een oplossing bieden bij problemen in de zorgverlening door een ouder. Indien deze zorg niet realiseerbaar is dan kan een ondersteuning op grond van de Wmo overwogen worden.

Bij een echtscheiding of beëindiging van de relatie vervalt niet de plicht om voor de kinderen zorg te dragen. Er dient wel rekening gehouden te worden met door de rechter vastgelegde afspraken rondom de zorg van de kinderen.

3.3.1 Uitgangspunten bij de zorgverlening voor gezonde kinderen

Onderstaand wordt aangegeven wat bij gezonde kinderen in een bepaalde leeftijdsfase verwacht kan worden in relatie tot zorg. Er dient bij de indicatie altijd individueel beoordeeld te worden of de verwachting ook reëel is bij het kind van een cliënt. Indien dit niet het geval is wordt er beargumenteerd afgeweken.

Kinderen van 0 tot en met 4 jaar

  • -

    Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen.

  • -

    Moeten veelal volledig verzorgd worden bij; aan- en uitkleden, eten en wassen.

  • -

    Zijn tot 4 jaar veelal niet zindelijk.

  • -

    Hebben begeleiding nodig bij hun sport/spel- en vrijetijdsbesteding en hebben dit niet in verenigingsverband.

  • -

    Zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven.

Kinderen van 5 tot en met 11 jaar

  • -

    Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen.

  • -

    Hebben toezicht nodig (en nog maar weinig hulp) bij hun persoonlijke verzorging.

  • -

    Zijn overdag zindelijk en ’s nachts merendeel ook.

  • -

    Sport- en hobbyactiviteiten in verenigingsverband, gemiddeld 2 x per week.

  • -

    Hebben bij hun vrijetijdsbesteding alleen begeleiding nodig in het verkeer wanneer zij van en naar hun activiteiten gaan.

  • -

    Hebben een reguliere dagbesteding op school oplopend van 22 tot 25 uur per week.

Kinderen van 12 tot en met 17 jaar

  • -

    Hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen, kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden, kunnen vanaf 16 jaar dag en nacht alleen gelaten worden.

  • -

    Hebben geen hulp (en maar weinig toezicht) nodig bij hun persoonlijke verzorging.

  • -

    Sport- en hobbyactiviteiten in verenigingsverband, onbekend aantal keer per week.

  • -

    Hebben bij hun vrijetijdsbesteding geen begeleiding nodig in het verkeer.

  • -

    Hebben een reguliere dagbesteding op school/ opleiding

3.3.2 Gebruik hulp door kinderen/jong volwassenen

Onderstaand wordt aangegeven wat van gezonde kinderen in een bepaalde leeftijdsfase verwacht kan worden in relatie tot het geven van gebruikelijk zorg. Er dient bij de indicatie altijd individueel beoordeeld te worden of de verwachting ook reëel is bij het kind van een cliënt. Indien dit niet het geval is wordt er beargumenteerd afgeweken.

Kinderen van 0 tot en met 4 jaar leveren geen bijdrage aan het huishouden

Kinderen van 5 tot en met 12 jaar worden naar eigen mogelijkheid betrokken bij lichte huishoudelijke werkzaamheden, zoals opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, een boodschap doen en kleding in de wasmand gooien.

Kinderen van 13 tot en met 17 jaar worden geacht te kunnen helpen bij lichte huishoudelijke werkzaamheden zoals opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, een boodschap doen en kleding in de wasmand gooien en hun eigen kamer op orde houden (waaronder wordt verstaan rommel opruimen, stofzuigen en bed verschonen).

Huisgenoten van 18 tot en met 22 jaar kunnen een eenpersoonshuishouden voeren (bij zwaar huishoudelijk werk wordt de norm voor de kleinste woningmaat gehanteerd) . Dit wil zeggen het schoon houden van sanitaire ruimte en één kamer, de was doen voor 1 persoon, boodschappen doen voor 1 persoon, de maaltijden verzorgen, afwassen en opruimen. Indien nodig en mogelijk kan ook de opvang en/of verzorging van jongere gezinsleden tot hun activiteiten behoren.

De zorg door kinderen en jong volwassenen wordt in mindering gebracht op de indicatie voor het gezin. Het betreft te allen tijden maatwerk.

Van huisgenoten van 23 jaar en ouder wordt verwacht dat zij alle huishoudelijke activiteiten overnemen.

3.4 Uitzonderingen voor gebruikelijke hulp

Hoewel gebruikelijke hulp een verplichtend karakter heeft zijn er situaties waar gebruikelijke hulp geen doeltreffende oplossing voor een probleem kan bieden. In deze paragraaf worden voorbeelden hiervan behandeld.

3.4.1 Overbelasting

Wanneer er sprake is van overbelasting van een huisgenoot dan kan worden afgeweken van het principe van gebruikelijke hulp. Het gaat daarbij om het overnemen van (een deel van) het huishouden voor een tijdelijke periode met als doel de gebruikelijk zorger te ontlasten.

Voor het vaststellen of een persoon overbelast is, kan een grondig (medisch) onderzoek noodzakelijk zijn.

3.4.2 Voorkomen van crisis en ontwrichting bij verzorging en opvang van kinderen

Indien ondersteuning bij de verzorging van gezonde kinderen noodzakelijk is, heeft de inzet van voorliggende voorzieningen en/of gebruikelijke hulp een verplichtend karakter. Gebruik van voorliggende voorzieningen is gangbaar tot en met 5 dagen per week. Als deze niet aanwezig, niet toepasbaar of uitgeput zijn, is inzet van hulp voor verzorging van kinderen voor een korte periode mogelijk. Dit is mogelijk voor een maximale periode van 3 maanden zodat de ouders de gelegenheid krijgen een eigen oplossing te vinden.

3.4.3 Overlijden van de geïndiceerde

In geval van overlijden van de geïndiceerde of opname van de geïndiceerde in een instelling ontvangt de leefeenheid aansluitend gedurende een periode van maximaal 4 weken de toegekende uren huishoudelijke ondersteuning (geldt voor alle vormen HO).

3.4.3 Versterken van de zelfredzaamheid

In sommige situaties kan het versterken van de zelfredzaamheid noodzakelijk zijn als bepaalde huishoudelijke activiteiten nog nooit door een cliënt zijn uitgevoerd. Voor het versterken van de zelfredzaamheid kan tijdelijk huishoudelijke ondersteuning worden geïndiceerd voor maximaal 6 weken.

3.4.4 Fysieke afwezigheid gebruikelijk zorger

Er wordt geen rekening gehouden met drukke werkzaamheden, lange werkweken of veel reistijd. Over het algemeen kan alleen rekening worden gehouden met personen die vanwege hun werkzaamheden langdurig van huis zijn. Dit is bijvoorbeeld bij internationale vrachtwagenchauffeurs, medewerkers in de off-shore of mariniers het geval. Men kan niet verwachten dat huisgenoten een andere baan zoeken om gebruikelijke hulp te kunnen leveren.

De afwezigheid van de huisgenoot dient echter wel te voldoen aan de volgende kenmerken;

  • -

    De afwezigheid is inherent aan het werk

  • -

    De afwezigheid heeft een verplichtend karakter

  • -

    De afwezigheid is voor een aaneengesloten periode van ten minste 7 etmalen.

De genoemde 7 etmalen in de laatste regel moet volgens jurisprudentie (CRvB 06-01-2009) genuanceerd worden toegepast. Er moet vastgesteld worden of de huisgenoot feitelijk kan voorzien in het verlenen van de gebruikelijke hulp. Het betreft te allen tijde een individuele afweging. In de periode van afwezigheid van de gebruikelijk zorger kan ook bij de berekening van de noodzakelijke hulp rekening gehouden worden met diens afwezigheid.

4.Persoonsgebonden budget huishoudelijke ondersteuning

In het gesprek met cliënt wordt een indicatie gesteld voor een maatwerkvoorziening in de vorm van huishoudelijke ondersteuning. Bij de keuze van cliënt voor HO/HO+ in de vorm van een Persoonsgebonden budget (Pgb) worden in het ondersteuningsplan de activiteiten beschreven welke cliënt of zijn sociale netwerk zelf kan uitvoeren en welke activiteiten ondersteuning behoeven.

Op basis van dit ondersteuningsplan wordt door de gemeente het aantal uren en minuten HO (+) bepaald op basis van onderstaande normering. Deze opgebouwde tijd wordt naar boven afgerond naar een veelvoud van een kwartier tot een maximum van 40 uur per week.

Normering

De onderstaande tijdsnormering is deels afgeleid van het protocol wat ontwikkeld is door de Landelijke Vereniging van Indicatie Organen, later CIZ. De normering is gerelateerd aan het op basaal niveau functioneren van het huishouden dat geen overheidsvoorzieningen nodig heeft. Deze normtijden worden gehanteerd als uitgangspunt waarbij maatwerk, voor de handelingen die bij een bepaalde cliënt nodig zijn, het uitgangspunt is. Er zijn handelingen die wekelijks plaats moeten vinden en handelingen waarvoor dit niet het geval is. In de normering is hiermee rekening gehouden. Afhankelijk van de cliëntsituatie is het denkbaar dat er gemotiveerd afgeweken wordt van de normtijden en dat er meer of minder tijd geadviseerd wordt. De te indiceren activiteiten die onder huishoudelijke ondersteuning vallen zijn opgesplitst in handelingen om een op het individu gespitste indicatie te kunnen geven die past bij een leefeenheid. De (uiteindelijk te verstrekken) indicatie huishoudelijke ondersteuning wordt afgerond op veelvoud van 15 min. (naar boven afgerond).

Resultaatsgebieden:

1.een schoon en leefbaar huis (1 persoon tot en met 2 kamers):

Afwas 10 min per week

Interieur (hoog) 10 min per week

Interieur (midden) 10 min per week

Interieur (laag) 10 min per week

Stofzuigen/Dweilen 20 min per week

Keuken: 20 min per week

Natte cel/Toilet 20 min per week

Bed verschonen 10 min per week

Afval opruimen 5 min per week

Ramen zemen (binnenkant) 5 min per week (per kwartaal is dat 65 min)

Meerwerk:

  • -

    Ramen buiten: glazenwasser is voorliggend

  • -

    Kinderen < 16 jaar: +30 min per kind per week (max. 90 min) - Hoge vervuilingsgraad door erkende en vastgestelde aandoening bv bij chemotherapie (max. 20 min extra)- Extra bed i.v.m. apart slapen partner (10 min)

  • -

    Extra tijd i.v.m. bed kinderen zit in de 30 min extra per kind

  • -

    Extra tijd gelijkvloerse woning > 2 kamer (10 min), eengezinswoning (20 min)

    • 2.

      Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften:

Boodschappenlijst opstellen 10 min per week

Boodschappen inkopen 40 min per week

Boodschappen inruimen 10 min per week

(Boodschappenkan bij goed aanbod in Gorinchem vervallen)

  • -

    Bij 4 personen of meer: 2x per week boodschappen. (Gebruikelijke ondersteuning is voorliggend)

  • -

    Bij kinderen <12 jaar: 2x boodschappen.

Broodmaaltijd:

Klaarzetten, tafel dekken, koffie zetten 5 min per keer

Afruimen, opruimen 5 min per keer

Warme maaltijd:

Klaarzetten, tafel dekken (magnetron aan, verpakking open) 5 min per keer

Afruimen 5 min per keer

Maaltijd voorbereiden/bereiden 30 min per keer

  • -

    Broodmaaltijd max. 10 min per dag voor 2 broodmaaltijden m.u.v. kinderen <12 jaar.

  • -

    (Voor)Bereiden broodmaaltijden: alleen bij kinderen <12 jaar.

  • -

    Bij de broodmaaltijd komt er bij kinderen <12 jaar (20 minuten extra totaal)

  • -

    Bij de warme maaltijd komt er bij kinderen < 12 jaar (20 minuten extra totaal)

  • -

    Magnetron maaltijden maximaal 7 keer per week

  • -

    Bereiden van warme maaltijd maximaal 3 keer per week. Uitgangspunt is voor

meerdere dagen koken.

Maaltijden: Kan in Gorinchem beperkt worden tot aanwezigheid van kinderen in een huishouden en voor cliënten met visuele-, manuele- en/of psychische beperking.

3.Beschikken over schone en draagbare en doelmatige kleding

Wasverzorging volwassene of kind ≥ 16 jr. kind < 16 jr.

Sorteren/ In machine plaatsen/

in droger doen/kleding in kast leggen 10 min per week 5 minuten

kleding ophangen/afhalen 10 min per week 10 minuten

Vouwen 10 min per week 5 minuten

Bovenkleding strijken 15 min per week 10 minuten

Meerwerk: extra bewassing kan noodzakelijk zijn wanneer er sprake is van incontinentie, overmatige transpiratie, speekselvloed of morsen (medisch objectiveerbaar). Hiervoor wordt dan 30 minuten tijd per week berekend.

4.Het kunnen zorgen voor inwonende kinderen die tot het huishouden behoren

De verantwoordelijkheid ligt primair bij de ouder(s). Kan/kunnen de ouders tijdelijk deze rol niet vervullen dan kan maximaal 40 uur per week aanvullend op de eigen mogelijkheden, geïndiceerd worden. Dit voor de duur van maximaal 3 maanden. Met name aan de orde bij kinderen < 6 jaar.

Vaststellen hoeveel tijd nodig is op welke momenten van de dag.

Ochtend:

Luier verschonen 5 min

Wassen(douchen/bad) 15 min per keer

Aankleden 10 min

Maaltijdondersteuning brood 30 min (kinderen<12 jaar 10+ 20 min)

Tanden poetsen 5 min

Middag:

Luier verschonen 5 min

Maaltijdondersteuning brood 30 min (kinderen<12 jaar 10+ 20 min)

Extra tijd:

Drinken tussendoor 5 min per keer ( maximaal 3 keer per dag)

Luier verschonen 5 min

Spelen/opvoeding aan te vullen tot maximaal 40 uur per week tot 3 maanden

5.Regievoering op het huishouden

administratieve werkzaamheden ten behoeve van de klant met betrekking tot huishouden (bij beperkt regelvermogen meerdere vlakken: mogelijk begeleiding voorliggend);

  • -

    organisatie huishoudelijke activiteiten;

  • -

    plannen en beheren van middelen met betrekking tot het huishouden: 30 min per week

  • -

    helpen handhaven/verkrijgen/herkrijgen structuur in het huishouden: 30 min per week

    • 6.

      Versterken van zelfredzaamheid

  • -

    instructie omgaan met hulpmiddelen;

  • -

    instructie huishoudelijk werk;

  • -

    instructie verzorgen was;

  • -

    instructie boodschappen doen;

  • -

    instructie koken: 30 min per keer, 3 keer per week, maximaal 6 weken

5. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt met een vastgestelde ondersteuningsbehoefte afwijken van dit besluit, als toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

II. Inwerkingtreding

De nadere regels en beleidsregels huishoudelijke ondersteuning (HO/HO+) Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 treden in werking op 1 januari 2015.

III.Citeerartikel

Dit besluit kan worden aangehaald als: De nadere regels en beleidsregels huishoudelijke ondersteuning (HO/HO+) Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of Regels HO 2015.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Gorinchem gehouden op 2 december 2014.

De secretaris, De burgemeester.