Gemeenschappelijke regeling Meerstad 2009

Geldend van 01-08-2011 t/m heden

Intitulé

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MEERSTAD 2009

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(bijlage raadsverslag nr. 374);

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2008;

De Raden, de Colleges van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeesters van de gemeenten Groningen en Slochteren, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;

Overwegende:

  • -

    dat de gemeenten Groningen en Slochteren reeds ter zake van een verdere ontwikkeling, realisatie van de integrale gebiedsontwikkeling Meerstad samenwerken in de rechtsvorm van een publiek-privaatrechtelijke samenwerking genaamd Grondexploitatie Maatschappij Meerstad;

  • -

    dat genoemde gemeenten het verder wenselijk achten in dit kader samen te werken daar waar het hun publieke taken betreft;

  • -

    dat genoemde gemeenten hebben besloten met inachtneming van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen een nieuwe gemeenschappelijke regeling “Gemeenschappelijke Regeling Meerstad” aan te gaan;

  • -

    dat de genoemde gemeenten het noodzakelijk achten de regeling vast te stellen conform de hierna volgende tekst;

  • -

    dat naast deze gemeenschappelijke regeling er overeenkomsten zullen worden gesloten en nadere afspraken zullen moeten worden gemaakt ter uitvoering van het in deze gemeenschappelijke regeling bepaalde,

Gelet op:

de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet;

Besluiten:

de Gemeenschappelijke regeling Meerstad vast te stellen.

1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begrippen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      het project: het project Meerstad:

    • b.

      de deelnemende gemeenten: de gemeenten Groningen en Slochteren;

    • c.

      de raden: de raden van de deelnemende gemeenten;

    • d.

      Gemeenschappelijke Regeling Meerstad: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 3;

    • e.

      het taakgebied: het gebied van het openbaar lichaam zoals omschreven in artikel 3, lid 3;

    • f.

      publieke voorzieningen: voorzieningen van (gemeentelijke) overheidszijde geregeld met een algemeen nut, zoals (maar niet uitsluitend) scholen, multifunctionele centra, sportvelden en bibliotheken;

    • g.

      het algemeen bestuur: het algemeen bestuur als bedoeld in de artikelen 7-12;

    • h.

      het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur als bedoeld in de artikelen 13-18;

    • i.

      de voorzitter: de voorzitter als bedoeld in de artikelen 19-20;

    • j.

      de secretaris: de secretaris als bedoeld in de artikelen 21-23.

  • 2. Daar waar in deze regeling artikelen en bepalingen van enige wet of andere regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, dienen in die artikelen in plaats van “de gemeente”, “de raad”, “het college van burgemeester en wethouders”en “de burgemeester” te worden gelezen onderscheidenlijk: “het openbaar lichaam”, “het algemeen bestuur”, “het dagelijks bestuur”en “de voorzitter”.

Artikel 2 Duur

  • 1. De regeling is van tijdelijke aard en is van kracht gedurende de realisatie van Meerstad.

  • 2. De regeling zal in overleg met de betrokken gemeenten bepalen op welk moment bepaalde taken en bevoegdheden aan de betrokken gemeenten zullen worden overgedragen.

Artikel 3 Openbaar lichaam

  • 1. De deelnemende gemeenten richten bij deze regeling een openbaar lichaam op als bedoeld in artikel 8, lid 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2. Het openbaar lichaam is genaamd “Gemeenschappelijke Regeling Meerstad” en is gevestigd te Groningen/Slochteren.

  • 3. Het taakgebied van het openbaar lichaam is gelijk aan het gebied zoals is aangeduid op de in bijlage I opgenomen kaart.

II DOEL, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 4 Doel

Deze regeling heeft als doel het nemen van besluiten over de beleidskaders voor het ontwikkelen van publieke voorzieningen in Meerstad.  

Artikel 5 Taken en bevoegdheden

  • 1. De Gemeenschappelijke Regeling Meerstad oefent haar functie uit  binnen het taakgebied als bepaald in artikel 1, in samenhang met artikel 3, derde lid; en  binnen de in artikel 4 vastgestelde doelstelling.

  • 2. Indien tijdens de voortgang van het project Meerstad mocht blijken dat het noodzakelijk is dat er taken en bevoegdheden aan de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad  moeten worden overgedragen, kunnen de betrokken gemeentelijke bestuursorganen daartoe, in overleg met het algemeen bestuur, een afzonderlijk besluit nemen.

III INRICHTING

Artikel 6 Organen

De organen van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad zijn:

  • a)

    het algemeen bestuur;

  • b)

    het dagelijks bestuur;

  • c)

    de voorzitter.

III A HET ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 7 Het algemeen bestuur: samenstelling

  • 1. Het algemeen bestuur bestaat uit 18 leden.

  • 2. De raad van ieder der deelnemende gemeenten wijst uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders negen leden aan om zitting te nemen in het algemeen bestuur.

  • 3. Ten minste twee van de door een raad aan te wijzen leden maken deel uit van het college van burgemeester en wethouders.

  • 4. De raad van ieder der deelnemende gemeenten wijst uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders drie plaatsvervangende leden aan om zitting te nemen in het algemeen bestuur. Tenminste één van de aan te wijzen plaatsvervangende leden maakt deel uit van het college van burgemeester en wethouders.

  • 5. De raden van de deelnemende gemeenten beslissen uiterlijk in de tweede vergadering van elke zittingsperiode, nadat overeenkomstig artikel 38 Gemeentewet de benoeming van de wethouders is ingegaan, over de aanwijzing van de leden en hun plaatsvervangers.

  • 6. Indien tussentijds een zetel van een lid van het algemeen bestuur vacant komt, wijst de betreffende raad zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan, met inachtneming van het bepaald in het tweede tot en met vierde lid van dit artikel.

Artikel 8 Algemeen bestuur:einde lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt:

    • a)

      doordat een lid zijn ontslag indient;

    • b)

      van rechtswege doordat de betreffende persoon niet langer meer deel uitmaakt van de raad of het college van burgemeester en wethouders namens, welke hij in het algemeen bestuur zitting had;

    • c)

      op het moment waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt.

  • 2. In het geval als bedoeld in het eerste lid onder c, blijven de leden van het algemeen bestuur hun functie waarnemen tot het moment waarop hun opvolgers zijn aangewezen.

Artikel 9 Algemeen bestuur:besluitvorming

  • 1. Het algemeen bestuur vergadert ten minste zes maal per jaar.

  • 2. In de vergadering van het algemeen bestuur heeft ieder lid één stem.

  • 3. Besluiten worden genomen met een meerderheid van stemmen, tenzij in deze regeling anders wordt bepaald. Bij het ontstaan van één of meer vacatures in het algemeen bestuur, zoals omschreven in artikel 7, zesde lid, blijven de overige leden bevoegd besluiten te nemen.

  • 4. In de vergadering van het algemeen bestuur kunnen alleen besluiten worden genomen, indien ten minste tweederde van de leden aanwezig is. Indien niet het vereiste aantal leden aanwezig is, zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet vroeger dan 17 dagen en niet later dan 30 dagen na de eerste. In deze vergadering kunnen besluiten genomen worden met een meerderheid van stemmen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 5. Het algemeen bestuur kan deskundigen, niet zijnde leden van het algemeen bestuur, uitnodigen de vergadering bij te wonen voor het geven van informatie en advies.

  • 6. Het algemeen bestuur dient een reglement van orde vast te stellen ter nadere regeling van zijn werkzaamheden.

Artikel 10 Algemeen bestuur:taken en bevoegdheden

  • 1. Alle taken en bevoegdheden van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad, zoals vermeld in artikel 5, behoren aan het algemeen bestuur, voorzover deze niet bij of krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen aan een ander orgaan van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad toekomt, dan wel in deze regeling zijn opgedragen aan een ander orgaan van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad.

  • 2. Het algemeen bestuur kan de hem toekomende bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan het dagelijks bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 156 van de

    Gemeentewet juncto artikel 33 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3. Het algemeen bestuur kan een bewonerscommissie instellen onverminderd het bepaalde in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 11 Algemeen bestuur:inlichtingen en verantwoording

  • 1. Een lid van het algemeen bestuur is gehouden aan de raad die dit lid heeft aangewezen, de door één of meerdere leden van die raad gevraagde inlichtingen te verstrekken.

  • 2. Het verzoek om inlichtingen wordt schriftelijk ter kennis gebracht van het door de raad aangewezen lid van het algemeen bestuur.

  • 3. De verlangde inlichtingen worden, zo mogelijk binnen veertien dagen, schriftelijk aan de raad verstrekt.

  • 4. Indien bij het lid van het algemeen bestuur tegen het verstrekken van de verlangde inlichtingen overwegend bezwaar bestaat, wordt daarvan met redenen omkleed mededeling gedaan overeenkomstig het bepaalde in het derde lid.

  • 5. Een lid van het algemeen bestuur kan door de raad die dit lid heeft aangewezen, ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid.

  • 6. De raad kan dit lid uitnodigen in zijn vergadering te verschijnen teneinde deze verantwoording af te leggen.

  • 7. De raad van een deelnemende gemeente kan een door hem aangewezen lid van het bestuur ontslag verlenen, indien dit lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit.

Artikel 12

  • 1. De raad van een deelnemende gemeente alsmede een lid van die raad kan aan het algemeen bestuur schriftelijk inlichtingen vragen over alle zaken met betrekking tot de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad.

  • 2. Een verzoek tot het verstrekken van inlichtingen, als bedoeld in lid 1, wordt gericht aan het algemeen bestuur en ingediend bij de voorzitter.

  • 3. De gevraagde inlichtingen worden binnen vijf weken schriftelijk toegezonden aan de verzoeker.

III B HET DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 13 Dagelijks bestuur:samenstelling

  • 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter als bedoeld in artikel 20 e.v. en twee andere leden door en vanuit het algemeen bestuur te benoemen.

  • 2. Ieder der deelnemende gemeenten is in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd met twee leden in het algemeen bestuur, die ook deel uitmaken van het college van burgemeester en wethouders van de betreffende deelnemende gemeente, zoals bedoeld in artikel 7, lid 3 van deze regeling.

Artikel 14 Dagelijks bestuur:einde lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt van rechtswege doordat om welke reden dan ook het betreffende lid geen deel meer uitmaakt van het college van burgemeester en wethouders als genoemd in artikel 7 lid 3.

  • 2. Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt eveneens, zodra men ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur of door het algemeen bestuur wordt ontslagen.

  • 3. De leden van het dagelijks bestuur treden af op de dag, waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt. Zij blijven daarna hun functie waarnemen tot het moment waarop hun opvolgers door het algemeen bestuur zijn aangewezen.

Artikel 15 Dagelijks bestuur: werkwijze en besluitvorming

  • 1. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of een ander lid van het dagelijks bestuur dit nodig acht, zulks onder de schriftelijke opgave van de te behandelen onderwerpen.

  • 2. Voor zover deze regeling niets anders bepaalt, kan het dagelijks bestuur zijn werkzaamheden verdelen over de leden. Het dagelijks bestuur deelt zijn besluiten hierover mede aan het algemeen bestuur. Artikel 168 Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. In de vergadering van het dagelijks bestuur heeft ieder lid één stem.

  • 4. In de vergadering van het dagelijkse bestuur kan alleen worden beraadslaagd of besloten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 5. Besluiten kunnen door het dagelijks bestuur slechts met volstrekte meerderheid van stemmen worden genomen, tenzij in deze regeling anders wordt bepaald.

  • 6. Het dagelijks bestuur kan deskundigen, niet zijnde leden van het algemeen bestuur, uitnodigen de vergadering bij te wonen voor het geven van informatie en advies.

Artikel 16 Dagelijks bestuur: taken en bevoegdheden

Tot de taken en bevoegdheden van het dagelijkse bestuur behoren:

  • a)

    het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad te voeren, voor zover het algemeen bestuur of de voorzitter hier niet mee is belast;

  • b)

    het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd;

  • c)

    het opstellen van de agenda voor de vergaderingen van het algemeen bestuur;

  • d)

    de uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur;

  • e)

    het behartigen van de belangen van het openbaar lichaam bij andere overheden, instellingen, bedrijven of personen waarmee contact, overleg of samenwerking in het belang van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad is;

  • f)

    de zorg voor de archiefbescheiden;

  • g)

    de zorg voor het informeren van de raden en colleges van de deelnemende gemeenten omtrent de werkzaamheden en de voortgang van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad;

  • h)

    het beheer van de gelden van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad, in het bijzonder van die als bedoeld in artikel 25.

Artikel 17 Dagelijks bestuur: inlichtingen en verantwoording

  • 1. Eén of meer leden van het algemeen bestuur kunnen aan het dagelijks bestuur of aan één of meer leden daarvan inlichtingen vragen.

  • 2. De inlichtingen worden schriftelijk gevraagd en ingezonden aan de voorzitter van het dagelijks bestuur.

  • 3. De inlichtingen worden binnen vijf weken schriftelijk toegezonden aan de verzoeker.

Artikel 18

  • 1. De leden van het dagelijks bestuur zijn tezamen en ieder afzonderlijk aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door het dagelijks bestuur respectievelijk door ieder van hen gevoerde beleid.

  • 2. De verantwoording wordt mondeling afgelegd in een vergadering van het algemeen bestuur, waarbij de leden van het dagelijks bestuur alle door het algemeen bestuur verlangde inlichtingen geven.

III C DE VOORZITTER

Artikel 19 Voorzitter:Benoeming

  • 1. Het algemeen bestuur benoemt uit zijn midden de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad voor de duur van een raadsperiode met inachtneming van het bepaalde in lid 2 van dit artikel.

  • 2. Het voorzitterschap eindigt indien betrokkene ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur.

  • 3. Bij afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 20 Voorzitter: Taken en bevoegdheden

  • 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

  • 2. De voorzitter draagt zorg voor een spoedige afhandeling van zaken.

  • 3. De voorzitter tekent alle stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan.

  • 4. De voorzitter vertegenwoordigt de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad in en buiten rechte.

IV DE SECRETARIS

Artikel 21

  • 1. Het algemeen bestuur benoemt op voordracht van het dagelijks bestuur een secretaris, die zal worden belast met de dagelijkse leiding van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad.

  • 2. De secretaris kan geen lid zijn van het algemeen bestuur.

Artikel 22

  • 1. De secretaris zorgt voor de verslaglegging van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur. Deze verslagen worden in de eerstvolgende vergadering van het desbetreffend bestuur ter vaststelling aangeboden.

  • 2. De secretaris ondertekent mede alle stukken die van het algemeen en het dagelijks bestuur uitgaan.

  • 3. De secretaris ziet toe op een goede voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden genoemd in artikel 5.

Artikel 23

Indien voor een adequate vervulling van de taken tijdelijke ondersteuning noodzakelijk is, kan de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad gebruik maken van de ambtelijke diensten van de deelnemende gemeenten dan wel van de diensten van derden. De secretaris doet daartoe – in overleg met de deelnemende gemeenten - een voorstel aan het dagelijks bestuur.

V GESCHILLENREGELING

Artikel 23A

Onverlet het bepaalde in artikel 28, eerste lid, Wet op de gemeenschappelijke regelingen,

zal het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad bij geschillen rond de toepassing of uitvoering van de regeling in overleg treden met de betrokken gemeenten;

De Gemeenschappelijke Regeling Meerstad zal een geschillenregeling (arbitrage) vaststellen.

VI FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 24 Inkomsten

De inkomsten van Gemeenschappelijke Regeling Meerstad bestaan uit:

  • a.

    de daartoe in de begrotingen van de deelnemende gemeenten gereserveerde middelen en afdrachten;

  • b.

    de door derden aan de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad beschikbaar gestelde middelen.

Artikel 25 Begroting

  • 1. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

  • 2. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling door het algemeen bestuur, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten.

Artikel 26

  • 1. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerp-begroting zes weken, voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 2. De ontwerp-begroting wordt door de zorg van de besturen van de deelnemende gemeenten voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 190, tweede en derde lid van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren, waarin deze zienswijze is vervat, bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

  • 4. Nadat de begroting is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur zo nodig de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

  • 5. Het bepaalde in de leden 1 t/m 4 van dit artikel is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.

Artikel 27 Kosten

  • 1. De begroting van Gemeenschappelijke Regeling Meerstad omvat de in het komende jaar te verwachten kosten, onder meer bestaande uit de kosten van de secretaris en verdere ondersteuning

  • 2. De uit te voeren werkzaamheden en de daarmee gemoeide kosten, als in dit artikel bedoelt, zullen jaarlijks door het algemeen bestuur worden vastgesteld en ter advisering worden voorgelegd aan de betrokken raden.

Artikel 28 Jaarrekening

  • 1. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening zes weken, voor zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden.

    Bij de jaarrekening wordt een verslag gevoegd van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de jaarrekening, ingesteld door de door het algemeen bestuur aangewezen registeraccountant als bedoeld in artikel 31.

  • 2. De raden kunnen binnen zes weken na toezending van de jaarrekening het dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken.

    Het dagelijks bestuur voegt de commentaren bij de jaarrekening, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

  • 3. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 4. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar, waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.

Artikel 29 Resultaten

  • 1. Het algemeen bestuur kan besluiten de blijkens de jaarrekening behaalde negatieve resultaten geheel of ten dele:

    • a)

      af te boeken van reserves, voor zover aanwezig;

    • b)

      voor 65% ten laste te brengen voor de gemeente Slochteren en voor 35% voor de gemeente Groningen.

  • 2. Het algemeen bestuur kan besluiten de blijkens de jaarrekening behaalde positieve resultaten geheel of ten dele:

    • a)

      te bestemmen voor een egalisatiereserve;

    • b)

      voor 65% uit te keren aan de gemeente Slochteren en voor 35% uit te keren aan de gemeente Groningen.

Artikel 30 Bijzondere verplichting deelnemende gemeenten

De deelnemende gemeenten zijn verplicht ervoor zorg te dragen dat de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al haar verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen; in dit geval gelden deze schulden als verplichte uitgaven ex artikel 193 Gemeentewet, die de gemeenten op de begroting moeten plaatsen.

Artikel 31 Financiën algemeen

Met betrekking tot het financieel beleid, de regels voor het financieel beheer, de inrichting van de financiële organisatie en de controle zijn de artikelen 212 tot en met 215 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 213a Gemeentewet.

VII ARCHIEF

Artikel 32 Archief

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt, met in achtneming van de bepalingen van de Archiefwet, zorg voor de archiefbescheiden.

  • 2. De secretaris is belast met de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden.

  • 3. Het algemeen bestuur wijst een archiefbewaarplaats aan ten behoeve van de op grond van de Archiefwet over te brengen archiefbescheiden.

VIII TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING

Artikel 33 Toetreding

  • 1. Toetreden tot deze regeling van andere publiekrechtelijke rechtspersonen is mogelijk, mits de betrokken bestuursorganen van alle deelnemende gemeenten daarmee instemmen.

  • 2. Bij toetreding van een andere publiekrechtelijke rechtspersoon, niet zijnde een gemeente, dient steeds waar in de regeling sprake is van “raad”, “college van burgemeester en wethouders” respectievelijk “burgemeester” te worden gelezen de binnen de toetredende publiekrechtelijke rechtspersoon functionerende vergelijkbare bestuursorganen, één en ander binnen de kaders van de artikelen 93 en 96 Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 34 Uittreding

  • 1. Uittreding uit deze regeling is mogelijk indien de betrokken bestuursorganen van de betreffende gemeente daartoe besluiten.

  • 2. De uittreding gaat in op één januari van het vierde jaar volgende op dat waarin het besluit tot uittreding onherroepelijk is geworden.

  • 3. Het algemeen bestuur regelt de financiële gevolgen, alsmede de overige gevolgen van de uittreding.

Artikel 35 Wijziging

Deze gemeenschappelijke regeling kan worden gewijzigd bij een daartoe strekkend besluit van de daartoe bevoegde bestuursorganen van alle deelnemende gemeenten.

Artikel 36 Opheffing

  • 1. Deze gemeenschappelijke regeling kan worden opgeheven door een daartoe strekkend besluit van de betrokken bestuursorganen van de deelnemende gemeenten.

  • 2. Het dagelijkse bestuur is belast met de vereffening van de gemeenschappelijke regeling.

  • 3. De deelnemende gemeenten Slochteren en Groningen zijn, onafhankelijk van hun status ten tijde van de vereffening, verantwoordelijk en aansprakelijk voor respectievelijk 65 en 35%.

IX EXTERN KLACHTRECHT

Artikel 37

  • 1. In overeenstemming met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en artikel 10 vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, kan een ieder een klacht, zijnde een verzoekschrift zoals bedoeld in art. 9:18, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, indienen over een gedraging, in de uitoefening van zijn functie, van

    • a.

      een bestuursorgaan van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad of;

    • b.

      een voor de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad werkzame ambtenaar of;

    • c.

      een daarmee op grond van diens werkzaamheid gelijk te stellen persoon, inclusief hij die op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam is voor de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad.

  • 2. De behandeling van klachten als bedoeld in het eerste lid is opgedragen aan de gemeentelijke Ombudsman van de gemeente Groningen.

X SLOT- EN OVERGANGSBEPALING

Artikel 38

  • 1. De onderhavige gemeenschappelijke regeling Meerstad treedt in werking na bekendmaking van de regeling.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen draagt zorg voor het inzenden van de onderhavige gemeenschappelijke regeling Meerstad aan gedeputeerde staten van Groningen.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 28 januari 2009.
De griffier, De voorzitter,
D.H. Vrieling. dr. J.P.(Peter) Rehwinkel.

Bijlage I Kaart behorend bij de Gemeenschappelijke regeling Meerstad

Bijlage I Kaart behorend bij de Gemeenschappelijke regeling Meerstad

Bijlage II Niet overgedragen taken en bevoegdheden

Bijlage II Niet overgedragen taken en bevoegdheden