Procedureregeling afhandeling schadevergoeding Rietproef Natura 2000 gebied Lauwersmeer

Geldend van 23-09-2015 t/m heden

Intitulé

Procedureregeling afhandeling schadevergoeding Rietproef Natura 2000 gebied Lauwersmeer

Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 8 september 2015, nr 592112, LGW, tot bekendmaking van hun besluit van 8 september 2015, nrA.16, tot het vaststellen van de Procedureregeling afhandeling schadevergoeding Rietproef Natura 2000 gebied Lauwersmeer.

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

maken bekend dat in hun vergadering van datum 8 september 2015, nr.A.16 , is vastgesteld hetgeen volgt:

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Gelet op artikel 19a Natuurbeschermingswet 1998 en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende, dat:

 

- het Lauwersmeer is aangewezen als Natura 2000-gebied voor 13 soorten broedvogels en 29 soorten niet-broedvogels (trekvogels en wintergasten);

- een actueel en belangrijk knelpunt voor de instandhouding van de voor het Lauwersmeergebied kenmerkende vogelsoorten gelegen is in het feit, dat het aanwezige overjarig waterriet door de jaarrond begrazing en het relatief vaste waterpeil in het Lauwersmeer zich slecht kan verjongen en daardoor onvoldoende vitaliteit heeft;

- het om die reden in de bedoeling van de provincie Groningen ligt om in het kader van de uitvoering van het beheerplan voor het Natura 2000 gebied Lauwersmeer een tijdelijk experiment, gericht op de revitalisering en herontwikkeling van waterriet, te verwezenlijken, zodat de aan het gebied toegekende natuurdoelen beter worden ondersteund en bevorderd (hierna te noemen: de Rietproef Lauwersmeer);

- de Rietproef Lauwersmeer als zodanig als rechtmatige maatregel uitdrukkelijk voorzien is in het vastgestelde beheerplan voor het genoemde Natura 2000 gebied;

- het voor het welslagen van de Rietproef Lauwersmeer onder meer gewenst is dat de reguliere waterstand van het Lauwersmeer in de rustsituatie (N.A.P. – 0.93 m.) met ingang van het jaar 2016 gedurende een periode van enkele jaren en een relatief korte periode in het jaar met maximaal 40 cm wordt verhoogd tot het niveau van N.A.P. – 0.53 m.;

- Dagelijks Bestuur van het waterschap Noorderzijlvest te kennen heeft gegeven om in zijn hoedanigheid van waterbeheerder van het Lauwersmeer medewerking te verlenen aan de Rietproef Lauwersmeer door gedurende de looptijd van het experiment de waterstand van het Lauwersmeer te beheren in overeenstemming met de bovenstaande uitgangspunten;

- het uitvoeren van de Rietproef Lauwersmeer uitsluitend kan plaatsvinden binnen de randvoorwaarde dat de bestaande waterveiligheid in de omgeving van Lauwersoog en elders in het Lauwersmeergebied niet in het geding komt;

- het Lauwersmeergebied een boezemsysteem met ruimschoots voldoende bergingscapaciteit is, dat beschikt over adequate en tijdige spuimogelijkheden op de Waddenzee, welke voorzieningen toereikend zijn om het extra watervolume, dat in het kader van de uitvoering van de Rietproef Lauwersmeer tijdelijk in het gebied zal worden vastgehouden, binnen afzienbare tijd weer af te voeren en te lozen;

- in de gegeven omstandigheden derhalve aan de eis tot het waarborgen van het huidige beschermingsniveau tegen wateroverlast tegemoet kan worden gekomen;

- de provincie Groningen om genoemde redenen verwacht dat als gevolg van de uitvoering van de Rietproef Lauwersmeer geen schade in de vorm van wateroverlast zal optreden;

- het ontstaan van nadeel niettemin nooit volledig kan worden uitgesloten, zodat het wenselijk is een regeling vast te stellen die voorziet in een snelle en adequate procedure voor de afhandeling van verzoeken om toekenning van vergoeding van schade, die onverhoopt en ondanks het treffen van de nodige voorzorgsmaatregelen uit de uitvoering van de Rietproef Lauwersmeer mocht voortvloeien;

Besluiten:

vast te stellen de navolgende beleidsregel “Procedureregeling afhandeling schadevergoeding Rietproef Natura 2000 gebied Lauwersmeer”

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

     Rietproef Lauwersmeer: het tijdelijke experiment inzake riet in het Lauwersmeergebied, dat tot doel heeft de ontwikkeling van natuurwaarden in dit gebied te ondersteunen en een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de aan het Lauwersmeer toegekende natuurdoelen, zoals opgenomen in het beheerplan Natura 2000-gebied Lauwersmeer;

  • b.

     Gedeputeerde Staten: het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen;

  • c.

     schade: het op geld waardeerbare negatieve verschil in de omvang van een waarde zoals dat onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoering van de Rietproef Lauwersmeer is en de omvang welke die waarde heeft nadat de Rietproef Lauwersmeer is uitgevoerd;

  • d.

     verzoek: een verzoek om toekenning van schadevergoeding, als bedoeld in artikel 2;

  • e.

     verzoeker: de indiener van een verzoek.

Artikel 2. Het recht op schadevergoeding

  • 1 Gedeputeerde Staten kennen aan degene die schade lijdt of zal lijden als gevolg van de uitvoering van de Rietproef Lauwersmeer die uitgaat boven het normaal maatschappelijk risico op verzoek een naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid te bepalen vergoeding toe, indien en voor zover de schade redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de verzoeker behoort te blijven, en voorzover de vergoeding niet of niet op voldoende anderszins is verzekerd.

  • 2 Schade blijft in elk geval voor rekening van de aanvrager voor zover:

    • a)

       hij het risico van het ontstaan van de schade heeft aanvaard;

    • b)

       hij de schade had kunnen beperken door binnen redelijke grenzen maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van de schade hadden kunnen leiden;

    • c)

       de schade anderszins het gevolg is van een omstandigheid die aan de aanvrager kan worden toegerekend of

    • d)

       de vergoeding van de schade anderszins is verzekerd.

  • 3 De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, wordt betaald in geld. In afwijking hiervan kunnen Gedeputeerde Staten de vergoeding toekennen in een andere vorm dan betaling van een geldsom.

Artikel 3. Indiening verzoek

  • 1 Een verzoek om schadevergoeding wordt schriftelijk ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2 Het verzoek wordt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is ingediend, doch in ieder geval uiterlijk zes maanden na het verstrijken van het tijdstip waarop de uitvoering van de Rietproef Lauwersmeer in dat kalenderjaar is afgerond.

  • 3 Indien het nadeel zich niet binnen de in het tweede lid genoemde termijn manifesteert, kan het verzoek worden ingediend zo spoedig mogelijk nadat de verzoeker het ontstaan van de schade redelijkerwijze heeft kunnen constateren.

Artikel 4. Het verzoek om schadevergoeding

  • 1 Het verzoek wordt ondertekend en bevat tenminste:

    • a.

       de naam en het adres van de verzoeker;

    • b.

       de dagtekening;

    • c.

       een opgave van de feiten die tot het ontstaan van de schade aanleiding hebben gegeven;

    • d.

       een opgave van de aard en de omvang van de schade;

    • e.

       een nadere specificatie van het bedrag van de schade;

  • 2 Gedeputeerde Staten bevestigen de ontvangst van het verzoek zo spoedig mogelijk, doch tenminste binnen twee weken na de ontvangst ervan, en stellen de verzoeker in kennis van de bij de afwikkeling van het verzoek te volgen procedure.

Artikel 5. Niet in behandeling nemen; afdoening zonder nader onderzoek

  • 1 Gedeputeerde Staten nemen het verzoek niet in behandeling indien het niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 is ingediend en van de aan de verzoeker geboden gelegenheid om het verzoek te corrigeren dan wel aan te vullen niet tijdig, of onvoldoende, gebruik is gemaakt.

  • 2 Gedeputeerde Staten kunnen een verzoek zonder nader onderzoek afwijzen, indien een termijn van twee jaren is verlopen na afloop van het jaar waarin de uitvoering van de Rietproef Lauwersmeer plaatsgevonden heeft.

  • 3 Tevens kunnen Gedeputeerde Staten een verzoek afdoen zonder nader onderzoek, indien het verzoek naar het oordeel van Gedeputeerde Staten:

    • a.

       kennelijk ongegrond is;

    • b.

       voor toewijzing vatbaar is.

Artikel 6. Inschakeling deskundige

Indien en voor zover Gedeputeerde Staten zulks wenselijk of noodzakelijk achten in het kader van de voorbereiding van de op het verzoek te nemen beslissing, kunnen zij besluiten om over het verzoek advies in te winnen van een deskundige.

Artikel 7. Termijn voor de beslissing op het verzoek

  • 1 Gedeputeerde Staten beslissen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van het verzoek. De beslissing wordt de verzoeker zo spoedig mogelijk toegezonden.

  • 2 Indien de beslissing niet binnen acht weken na ontvangst kan worden gegeven delen Gedeputeerde Staten dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een redelijk termijn waarbinnen het besluit tegemoet kan worden gezien.

  • 3 Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 6, beslissen Gedeputeerde Staten binnen zes weken na ontvangst van het advies van de deskundige. Het uitgebrachte advies wordt gelijktijdig met de bekendmaking van de beslissing aan de verzoeker toegezonden.

  • 4 Indien Gedeputeerde Staten voornemens zijn het verzoek geheel of gedeeltelijk af te wijzen, wordt, alvorens een beslissing op het verzoek wordt genomen, de verzoeker in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht naar voren te brengen.

Artikel 8. Uitbetaling toegekende schadevergoeding

  • 1 Indien en voor zover de beslissing op het verzoek strekt tot volledige of gedeeltelijke honorering van het verzoek, dragen Gedeputeerde Staten binnen een termijn van zes weken na de bekendmaking van de beslissing aan de verzoeker zorg voor betaling van de te vergoeden schade.

  • 2 Indien de betaling binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, niet mogelijk is, stellen Gedeputeerde Staten de verzoeker daarvan schriftelijk en onder opgaaf van redenen in kennis en noemen zij een redelijke termijn waarbinnen de betaling wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 9. Wijziging of intrekking van de beslissing

  • 1 Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de beslissing op het verzoek in te trekken onderscheidenlijk te wijzigen, indien en voor zover:

    • a.

       er sprake is van feiten en/of omstandigheden, die van invloed zijn op het toekennen, onderscheidenlijk het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding, en waarvan Gedeputeerde Staten ten tijde van het nemen van de beslissing niet op de hoogte waren en ook redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn;

    • b.

       de hoogte van de op de voet van artikel 8 uitgekeerde schadevergoeding niet juist was en de verzoeker dit wist of behoorde te weten.

  • 2 Alvorens een besluit te nemen omtrent de intrekking of wijziging van de beslissing op het verzoek, horen Gedeputeerde Staten de verzoeker en eventuele andere belanghebbenden.

  • 3 Indien en voor zover de wijziging of intrekking van de beslissing overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid met zich meebrengt, dat de op de voet van artikel 8 uitgekeerde schadevergoeding door de verzoeker geheel of gedeeltelijk moet worden terugbetaald, zijn Gedeputeerde Staten bevoegd het betreffende bedrag wegens onverschuldigde betaling terug te vorderen.

  • 4 Gedeputeerde Staten kunnen niet meer een beslissing als bedoeld in het eerste lid nemen indien vijf jaren zijn verstreken vanaf de dag waarop het besluit op het verzoek tot schadevergoeding is verzonden.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Procedureregeling afhandeling schadevergoeding Rietproef Natura 2000-gebied Lauwersmeer”.

Ondertekening

Groningen, 8 september 2015
Gedeputeerde Staten voornoemd:
M.J. van den Berg, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.
Groningen,8 september 2015
Gedeputeerde Staten voornoemd:
M.J. van den Berg, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.