Kermisverordening voor de gemeente Gulpen-Wittem uitgave 2004

Geldend van 29-07-2004 t/m heden

Intitulé

Kermisverordening voor de gemeente Gulpen-Wittem uitgave 2004

De raad van de gemeente Gulpen-Wittem;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2004

besluit vaststellen van de “Kermisverordening 2004”.

Afdeling I: Begripsomschrijvingen

Artikel 1:

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeente: de rechtspersoon gemeente Gulpen-Wittem;

  • b.

    de exploitant: degene die blijkens de bijzondere bepalingen met de gemeente een standplaats op een door de gemeente aangewezen kermisterrein inneemt;

  • c.

    de inrichting: de op een standplaats aanwezige ruimten en/of installaties;

  • d.

    de inschrijving: het in een lijst opnemen van verzoeken om in aanmerking te komen voor toewijzing van een standplaats;

  • e.

    de pachtsom: de vergoeding die exploitant aan de gemeente is verschuldigd als wederprestatie voor het innemen van de standplaats;

  • f.

    de waarborgsom; het bedrag dat exploitant als zekerheid aan de gemeente dient voldoen, en waarmee de gemeente enigerlei vordering die zij op exploitant in verband met de overeenkomst of de uitvoering ervan heeft, eigener beweging kan verrekenen;

  • g.

    het kermisterrein; deel van de openbare ruimte waarop een samenhangende kermisopstelling bestaande uit meerdere attracties wordt geplaatst;

  • h.

    de attractie; de zaak waarmee de exploitant ter uitvoering van deze overeenkomst op een kermis standplaats inneemt;

Afdeling II: Aanbod

Artikel 2

  • 1.

    Er wordt onderscheid gemaakt tussen de organisatie van de kermissen in de kernen Gulpen en Wijlre en de organisatie in de overige kernen van de gemeente Gulpen-Wittem. Voor eerst genoemde kernen wordt gewerkt met een open inschrijving. Voor de overige kernen wordt gewerkt met een onderhandse verpachting aan een organisator op basis van een jaarcontract.

    Burgemeester en wethouders maken de mogelijkheid van de inschrijving voor de kermissen in de kern Gulpen en Wijlre bekend in het vak- en nieuwsblad voor het kermisbedrijf de Komeet en in de uitgave de kermisgids van Bovak en Bureau de Kermisgids B.V..

  • 2.

    Bij de bekendmaking kunnen burgemeester en wethouders meedelen voor welke inrichtingen geen inschrijving zal plaats vinden.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen bij de bekendmaking vast de maximale richtprijs, toegangsprijs of inworp die op de kermis mag worden gehanteerd.

Artikel 3

De gemeente is gehouden haar aanbod gestand te doen wat betreft soort, aantal en kwaliteit van de kermisattracties waarvoor de inschrijving werd opengesteld.

Afdeling III: Inschrijving

Artikel 4

  • 1.

    De verhuur van de standplaatsen voor de kermissen in de kern Gulpen en Wijlre geschiedt bij inschrijving. Voor het doen van inschrijvingen moet - op straffe van ongeldigheid van de inschrijving gebruik worden gemaakt van inschrijfformulieren, welke van gemeentewege beschikbaar worden gesteld. Het inschrijfformulier moet volledig en duidelijk leesbaar worden ingevuld. Bij dit formulier wordt een exemplaar van deze voorwaarden ter hand gesteld.

    De overige kernen worden verzorgd via onderhandse verpachting aan een organisator.

    Deze verpachting is een gesloten overeenkomst zonder enige vorm van inschrijving.

  • 2.

    Inschrijvingen kunnen alleen worden gedaan voor de kern Gulpen en Wijlre door exploitanten van kermisinrichtingen, zoals deze staan geregistreerd bij de Kamer van Koophandel of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie, dan wel door hun gemachtigden. De bevoegdheid van de gemachtigde moet blijken uit een aan het inschrijfformulier aangehangen, door exploitant ondertekend, volmacht. Niemand kan optreden als gemachtigde van meer dan één exploitant. Bevattende concurrentiebedingen die tot doel hebben andere inrichtingen dan waarvoor wordt ingeschreven, te weren of slechts om bepaalde personen toe te laten, worden niet in behandeling genomen.

    De overige inschrijvingen voor de kernen gebeurt via de organisator.

  • 3.

    Op het inschrijfformulier moeten ten minste worden vermeld:

    • 1.

      naam, voornaam, geboortedatum, correspondentieadres, (auto)telefoonnummer, zo mogelijk een bank- of girorekeningnummer, alsmede handtekening van de exploitant;

    • 2.

      naam en omschrijving van de inrichting, het handelsregisternummer, alsmede de Kamer van Koophandel of de vergelijkbare buitenlandse instantie, waar de exploitant is ingeschreven;

    • 3.

      het bedrag, zowel in cijfers als letters, dat geboden wordt;

    • 4.

      de juiste afmetingen van de frontbreedte en diepte of doorsnede van de inrichting alsmede van de uitsteekzeilen, oploopvloeren, kassa e.d., wanneer deze buiten de maten van breedte, diepte of doorsnede uitsteken, benevens voor-, zij- en achteringangen;

    • 5.

      de juiste afmetingen van de kassa-woonwagen, indien het noodzakelijk is voor de exploitatie dat hiervan gebruik wordt gemaakt;

    • 6.

      de benodigde aansluitwaarde in KWH en PK tijdens opbouw, kermis en afbouw;

    • 7.

      het aantal salon- en pakwagens, inclusief de afmetingen daarvan;

    • 8.

      de verzekeringsmaatschappij, waar de exploitant een aansprakelijkheidsverzekering heeft.

  • 4.

    Bij de inschrijving dienen te worden gevoegd:

    • 1.

      een plattegrond, waarop de juiste afmetingen van de inrichting staat aangegeven, de juiste positie van de kassa’s en de hoogte van de inrichting;

    • 2.

      een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel of vergelijkbare buitenlandse instantie, welke niet ouder is dan 1 jaar;

    • 3.

      voor zover van toepassing, de volmacht, als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

  • 5.

    Indien het inschrijvingsbedrag in letters afwijkt van het daarbij vermelde bedrag in cijfers, zal het bedrag in letters worden aangenomen als de geboden som.

  • 6.

    Op één inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting worden ingeschreven. Inschrijvingen voor een combinatie van twee of meer inrichtingen, alsmede gecombineerde inschrijvingen door of voor verschillende exploitanten zijn niet toegestaan.

  • 7.

    Wanneer ten aanzien van een geboden huursom het voorbehoud “zonder concurrentie” of een ander voorbehoud van dezelfde strekking wordt gemaakt, moet daarbij nauwkeurig worden aangegeven:

    welke inrichtingen de exploitant als van concurrerende aard beschouwt en

    of het voorbeeld betrekking heeft op het gehele complex kermisterreinen, dan wel alleen op een gedeelte daarvan; in dit laatste geval moet duidelijk worden omschreven welk gedeelte van het kermisterrein dan wordt bedoeld.

    Indien tussen burgemeester en wethouders en de exploitant verschil van mening bestaat

    over de aard van een bepaalde inrichting in verband met de concurrentie, beslissen

    burgemeester en wethouders na het advies van vakgroep van kermisexploitanten te hebben

    ingewonnen. Inschrijvingen onder andere voorbehouden als in de aanhef van dit punt

    vermeld, worden terzijde gelegd.

  • 8.

    Onvolledige en onduidelijke inschrijvingen alsmede inschrijvingen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, kunnen door burgemeester en wethouders terzijde worden gelegd.

  • De exploitant zal hiervan zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld.

Artikel 5

  • 1. De inschrijfformulieren moeten (in een gesloten omslag) vóór een door burgemeester en wethouders bepaalde datum en bepaalde tijdstip ten gemeentehuize of op een andere aangegeven plaats zijn ingeleverd. Deze datum en het tijdstip zijn bekend gemaakt in de advertentie, waarin de te houden kermis is aangekondigd en de inschrijving is opengesteld. Inschrijvingen die na deze datum zijn ontvangen worden niet in behandeling genomen.

  • 2. Als het inschrijvingsformulier niet volledig is ingevuld, krijgt de pachter gedurende twee dagen na mededeling daarvan door burgemeester en wethouders de gelegenheid de ontbrekende gegevens aan te vullen.

  • 3. Een besluit om een inschrijving niet in behandeling te nemen wordt aan de pachter bekendgemaakt binnen één week na de in het eerste lid bedoelde datum. In de in het tweede lid bedoelde geval geschiedt deze bekendmaking binnen vier weken nadat de in dat lid bedoelde termijn ongebruikt is verstreken of de ontbrekende gegevens onvoldoende zijn verstrekt.

Artikel 6

De exploitant is gehouden zijn inschrijving gedurende drie weken na de in artikel 8, eerste lid, bedoelde datum te handhaven.

Afdeling IV: Toewijzing standplaatsen

Artikel 7

  • 1. Burgemeester en wethouders besluiten binnen drie weken na de in artikel 8, eerste lid, bedoelde datum over de toewijzing van de standplaatsen.

  • 2. Burgemeester en wethouders maken het besluit bekend door aan elke inschrijver binnen 20 werkdagen na de in artikel 8 lid 1 genoemde datum te berichten of de standplaats(-en), waarvoor hij heeft ingeschreven, hem al dan niet is (zijn) gegund.

Artikel 8

Bij inschrijving met voorkeur voor een bepaalde standplaats wordt bij de toewijzing zoveel mogelijk rekening gehouden met deze voorkeur, mits uit de voorkeursaanduiding duidelijk en ondubbelzinnig de bedoeling van de inschrijver blijkt.

Artikel 9

De standplaatsen worden door de ambtenaar kermiszaken aangewezen volgens een door burgemeester en wethouders goedgekeurd plan.

Afdeling V: Verpachting

Artikel 10

  • 1. Exploitant is voor het innemen van een kermisstandplaats een pachtsom verschuldigd, en daarnaast een waarborgsom.

  • 2. De hoogte van de in het eerste lid genoemde pachtsom wordt nader overeengekomen

Artikel 11

  • 1.

    De pachtsom moet in twee termijnen worden betaald:

    • a.

      50 % binnen één maand na dagtekening van de toewijzing van de staanplaats;

    • b.

      50 % één maand voor aanvang van de kermis met dien verstande, dat indien u tijdens de zomer- en najaarskermis standplaats inneemt, telkens 25 % van het restbedrag één maand voor aanvang van de zomer- en/of najaarskermis dient te worden voldaan.

    • c.

      Als de pachtsom niet is betaald binnen de in het eerste lid genoemde termijnen, wordt de standplaats ontbonden door een schriftelijke verklaring van burgemeester en wethouders aan de exploitant.

  • 2.

    Waarborgsom:

  • De exploitant is verplicht tot zekerheid naast de door hem geboden huursom een waarborgsom te storten van 113,44 op rekening van de gemeente, dan wel een bankgarantie van 113,44 te stellen teneinde daaruit, voor zover mogelijk, te voldoen de eventueel achterstallige betaling, de bedragen die de exploitant aan de gemeente zal zijn verschuldigd wegens beschadiging op grond van artikel 22, lid 1, alsmede overige schadevergoedingen en boeten, welke de exploitanten op grond van de wet of deze voorwaarden aan de gemeente verschuldigd zal zijn. Over de waarborgsom wordt geen rente vergoed. Deze waarborgsom dient gelijktijdig te worden betaald met de in artikel 14, lid 1, onder a bedoelde aanbetaling op de huursom.

Artikel 12

  • 1. Restitutie van de waarborgsom vindt plaats binnen een maand na afloop van het contract, onverminderd het bepaalde in het tweede lid.

  • 2. Restitutie van de waarborgsom vindt niet plaats indien en voor naar het oordeel van de gemeente als gevolg van de uitvoering van de overeenkomst, schade is toegebracht aan eigendom van de gemeente, of anderszins toepassing wordt gegeven. De waarborgsom wordt met de schade verrekend.

Afdeling VI: Innemen standplaats

Artikel 13

  • 1.

    De exploitant is verplicht de hem toegewezen standplaats in te nemen.

  • 2.

    Afstand of overdracht van de huur aan een derde en ruiling of verwisseling van een

    standplaats met een andere exploitant mag alleen geschieden met schriftelijke

    toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 14

  • 1. Een standplaats moet uiterlijk om 12.00 voormiddag op de dag, voorafgaande aan de aanvang van de kermis, door de pachter zijn ingenomen.

  • 2. Als de exploitant niet aan het in het eerste lid bepaalde voldoet, verliest hij het recht op de standplaats.

  • 3. Toewijzing aan een ander laat de verplichting van degene, wiens recht vervallen is, tot betaling van de geboden huursom onverlet, met dien verstande dat burgemeester en wethouders een nieuw ontvangen huursom zullen verrekenen met de door de nalatige exploitant te betalen huursom.

Artikel 15

  • 1. Met het opbouwen van de inrichtingen/het plaatsen van de wagens mag niet eerder worden begonnen dan op woensdag, na 12.00 uur drie dagen vóór de aanvangsdatum van de kermis.

  • 2. Na de aanvang van de kermis mag niet meer worden gebouwd, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 4. Met het afbreken der inrichtingen mag niet worden begonnen vóór het sluitingsuur van de laatste dag van de kermis, te weten 23.00 uur, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 5. Behalve voor opbouw- en afbreekactiviteiten mogen gedurende de kermis op het kermisterrein geen salons-, vracht- en pakwagens staan, zulks met uitzondering van een kassawoonwagen, indien dit voor de exploitatie noodzakelijk is.

  • 6. Indien bij het opbouwen van een inrichting blijkt, dat de afmetingen ervan groter zijn dan bij de inschrijving is opgegeven, verliest degene, aan wie de standplaats is toegewezen het recht op de plaats en de huursom die door hem reeds is betaald.

Afdeling VII: Verplichtingen van de gemeente

Artikel 16

  • 1. Op het kermisterrein, alsmede op het terrein waar de salonslaapwagens worden geplaatst, zal van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende, water aftappunten en stroomtoevoer contacten. De kosten voor aansluiting en het verbruik van water en elektriciteit zijn voor rekening van de exploitant.

  • 2. De gemeente zorgt doormiddel van het plaatsen van afvalcontainers, dat de exploitanten tijdens en na afloop van de kermis de reiniging van het kermisterrein en het terrein voor de woonwagens verzorgen.

Afdelng VIII: Orde en veiligheid

Artikel 17

  • 1. De exploitant is verplicht in zijn inrichting toe te laten:

  • a. ambtenaren van de politie;

  • b. ambtenaren van bouw- en woningtoezicht;

  • c. de brandweer;

  • d. andere vertegenwoordigers van de gemeente.

  • 2. De exploitant is verplicht de aanwijzingen op te volgen die door de in het eerste lid genoemde personen worden geven in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden.

  • 3. De exploitant verplicht zich ervoor zorg te dragen, dat de inrichting in zodanige staat is, alsmede dat zodanige maatregelen zijn getroffen, dat de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de inrichting bevindt, redelijkerwijs is gewaarborgd.

Artikel 18

Het is verboden:

  • a.

    muziek ten gehore te brengen buiten de openingsuren, behoudens voor het afstellen en testen van geluidsinstallaties.

  • b.

    gebruik te maken van sirenes, hoorns - anders dan in een draaizaak om het begin en einde van een rit aan te geven - en/of andere overmatig lawaaimaker apparaten;

  • c.

    in verkoopzaken gebruik te maken van versterkers;

  • d.

    in vermaakzaken consumptieartikelen of andere voorwerpen te verkopen.

  • e.

    vóór het sluitingsuur van de kermis inrichtingen te sluiten of onverlicht te laten.

  • f.

    geluiden te produceren die hoger zijn dan de vastgestelde geluidsnormen vernoemt in het evenementenbeleid van de gemeente Gulpen-Wittem;

  • g.

    in de bestrating pennen, wiggen of andere soortgelijke voorwerpen te slaan, gedreven of op welke andere wijze ook ingebracht, noch mogen gaten of kuilen worden gemaakt.

  • h.

    snoeiwerk te verrichten zonder toestemming van burgemeester en wethouders.

Afdelig IX: Aansprakelijkheid

Artikel 19

  • 1.

    De exploitant vrijwaart de gemeente tegen elke aansprakelijkheid van derde voor schade die een middellijk of onmiddellijk gevolg is van de exploitatie van zijn attractie, dan wel handelen of nalaten van zichzelf of van zijn personeel in het kader van die exploitatie.

  • 2.

    De vrijwaring als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op schade als gevolg van de opstelling van de kermis als zodanig, dan wel in verband daarmee door de gemeente genomen of voorgeschreven maatregelen.

  • 3.

    De exploitant is aansprakelijk voor alle schade, toegebracht aan de bestrating, aan andere gemeentelijke eigendommen en aan eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, onderhouden, wijzigen en afbreken van kermisinrichtingen, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van machines en werktuigen, of door welke andere oorzaak ook.

  • 4.

    Indien één van beide partijen de verplichtingen op grond van deze verhuurvoorwaarden niet, niet tijdig of niet deugdelijk nakomt is deze partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn is gesteld om alsnog na te komen, tenzij zulks op grond van deze voorwaarden, het contract of de wet niet nodig is, en in geval van termijnstelling, nakoming binnen termijn uitblijft, aansprakelijk voor alle schade die hieruit voor de partijen/of derden voortvloeit en is de andere partij gerechtigd tot ontbinding van de overeenkomst aan te gaan.

  • 5.

    De verplichting tot betaling van een schadevergoeding op grond van het vorige lid laat onverlet de verplichting tot betaling van de huursom door de exploitant dan wel het verval van de huursom aan de gemeente.

Afdeling X: Geschillenregeling

Artikel 20

Alle geschillen, die naar aanleiding van de verhuur van de standplaatsen mochten ontstaan, van

welke aard en omvang ook, daar onder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als

zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter binnen

het Arrondissement Maastricht, tenzij partijen ter zake van die geschillen arbitrage overeenkomen.

Afdeing XI: Sancties

Artikel 21

  • 1. Indien de exploitant een voorwaarde of verplichting uit de overeenkomst niet nakomt, kan de gemeente, behoudens nakoming van de overeenkomst, eenzijdig besluiten tot ontbinding ervan, zonder rechterlijke tussenkomst.

  • 2. In geval van ontbinding van de overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, is de exploitant aan de gemeente een boete verschuldigd gelijk aan de hoogte van de pachtsom, onverminderd het bepaalde in artikel 15 lid 2.

  • 3. Ingeval van ontbinding van de overeenkomst kan de gemeente de standplaats doen ontruimen, op kosten en voor risico van de exploitant.

  • 4. De gemeente is bevoegd om een ontbinding als bedoeld in het eerste lid te melden, aan de organisaties van kermisexploitanten, dan wel aan andere gemeenten. Van dergelijke melding wordt de exploitant schriftelijk op de hoogte gesteld.

Afdeling XII: Inwerkingtreding

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Afdeling XIII: Citeertitel

Artikel 23

Deze verordening wordt aangehaald als “Kermisverordening gemeente Gulpen-Witten 2004".

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van d.d. 8 juli 2004.

de voorzitter de griffier

mr. W.J.G. Geraedts F.G.J.M. van der Walle

Toelichting bij "Verordening regelende de voorwaarden voor de verpachting van

kermisstandplaatsen"

Grondslag verordening

De verordening vindt haar basis in artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet.

Relatie met Algemene wet bestuursrecht

De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht die naast deze verordeningen gelden, zijn

hieronder aangegeven. In de derde kolom zijn de bepalingen van Burgerlijk Wetboek aangegeven

die in ieder geval van toepassing zijn.

Omschrijving Abw BW

Zorgvuldigheid en belangenafweging 3:2-2:4

Opschortingsrecht 6:52-6:57

Verzuim schuldeiser 6:58-6:64

Verzuim schuldenaar 6:81-6:87

Schadevergoeding 6:95-6:110

Algemene voorwaarden 6:231-6:237

Ontbinding 6:265-6:279

Toelichting afwijkende bepalingen ten opzichte van de Algemene wet bestuursrecht

Algemene wet bestuursrecht

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 4

Dit artikel bepaalt dat inschrijving volgens een inschrijvingsformulier.

Op dit formulier staat welke gegevens moeten worden ingevuld. Dit kan onder meer zijn:

  • a.

    naam- en adres;

  • b.

    bank- en/gironummer;

  • c.

    naam en omschrijving inrichting;

  • d.

    afmetingen van de inrichting;

  • e.

    aantal woon- en pakwagens;

  • f.

    aanduiding van het verlangde terrein;

de geboden pachtsom.

Ingevolge artikel art. 6:234 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moeten de algemene voorwaarden

door de gemeente aan de wederpartij ter hand worden gesteld.

Artikel 5

De regeling met betrekking tot de ontvangst van de formulieren is analoog aan het bepaalde in

artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 12

Als de pachter nalatig blijft de pachtsom te betalen, heeft de gemeente de keuze tussen

opschorting van haar verplichtingen (art. 6:52 BW) en ontbinding (art. 6:265 BW).

Opschorting is weinig zinvol, omdat daarmee de standplaats niet wordt bezet, wat nu juist het

doel van de kermis is. Daarom is gekozen voor ontbinding.

Daarvoor is een schriftelijkeverklaring nodig: art. 6:267 BW.

Dit artikel regelt de gehele of gedeeltelijke restitutie van de pachtsom in geval van niet

aan de gemeente c.q. de pachter toe te rekenen oorzaken. Zie voor dit criterium de artikelen 6:75 -

6:80 BW. Verder bevat dit artikel een vrijwaring voor schade die voor de pachter voortvloeit uit

het niet doorgaan van de kermis. Bedingen die een bevrijding inhouden van een wettelijke

verplichting tot schadevergoeding, worden ingevolge artikel 6:237 onder f BW vermoed

onredelijk te zijn ("grijs beding"). De gemeente moet aantonen dat het beding redelijk is.

Het beroep op overmacht is in het algemeen een redelijke grond voor vrijwaring.

Artikel 20

Dit artikel bevat eveneens een exoneratieclausule. De gemeente kan in dit geval de redelijkheid

van de exoneratie aantonen door erop te wijzen dat de exploitanten van kermisactiviteiten

tegen de in dit artikel genoemde schade verzekerd behoren te zijn.

Het eerste lid verplicht overigens de exploitanten die verzekering te sluiten.

Artikel 21

Dit artikel verplicht de exploitant tot betaling van een geldsom bij niet-nakoming van een aantal

bepalingen. Boetebedingen moeten voldoen aan de bepalingen van de artikelen 6:91 - 6:98 BW.

Eén van die bepalingen is dat de schuldeiser (i.c. de gemeente) geen nakoming van het

boetebeding kan vorderen als de tekortkoming niet aan de schuldenaar (i.c. de exploitant ) kan

worden toegerekend.