Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Gulpen-Wittem houdende regels omtrent het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren 2018 Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2018

Geldend van 01-05-2018 t/m heden

Intitulé

Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2018

De raad van de gemeente Gulpen-Wittem

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 november 2017 inzake bovengenoemd onderwerp.

Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit

Vast te stellen van de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren 2018 (hierna te noemen: Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2018)

Afdeling I Definities en begripsomschrijving

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990;

  • b.

    motorvoertuig: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan over spoor te worden voortbewogen;

  • c.

    brommobiel: bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een carrosserie;

  • ci.

    parkeren: het gedurende en aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • e.

    houder: degene die naar omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt, degene op wiens naam voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van parkeren in het register was ingeschreven. Als houder wordt tevens aangemerkt degene die middels een rechtsgeldig leasecontract aantoont ten tijde van parkeren het motorvoertuig met opgegeven kenteken te leasen;

  • f.

    vergunninghoudersparkeerplaats: een parkeerplaats die:

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

    • 2.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • g.

    vergunning: een door de burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen vergunninghoudersparkeerplaats;

  • h.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • i.

    parkeerschijfzone: een zone bedoeld in artikel 25 van het RVV 1990, ook wel aangeduid als blauwe zone;

  • j.

    ontheffing: een door burgemeester en wethouders verleende ontheffing, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren in een parkeerschijfzone zonder daarbij gebruik te hoeven maken van een parkeerschijf;

  • k.

    ontheffinghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;

  • l.

    eigen parkeerplaats: een parkeerplaats in een garage of op een terrein, waarover de aanvrager kan beschikken of de beschikking kan krijgen, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor gebruik bij de woning van de aanvrager is bestemd. Hierbij wordt uitgesloten dat gedeelte van het terrein waarop een recht overpad berust en waar, door plaatsing van een motorvoertuig, de doorgang ernstig wordt belemmerd;

  • m.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem.

Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen, ontheffinghouders en ontheffingen

Artikel 2

  • 1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3

  • 1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn als parkeerschijfzone;

  • 2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop de parkeerschijfzone geldt;

Artikel 4

  • 1. Het college kan een daartoe strekkende aanvraag een vergunning of ontheffing verlenen voor het parkeren op respectievelijk vergunninghoudersparkeerplaatsen of in een parkeerschijfzone.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergunning of ontheffing kan worden onderscheiden in een vergunning of ontheffing voor bewoners, voor bedrijfsvoertuigen en in het kader van (tijdelijke) werkzaamheden.

Artikel 5

Het college kan nadere regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2 en 3.

Artikel 6

  • 1. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning of ontheffing.

  • 2. Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen.

Artikel 7

  • 1. Een vergunning wordt ten minste voor één kwartaal en maximaal voor twee jaar verleend.

  • 2. In afwijking van het gestelde onder lid 1 wordt een vergunning voor een bedrijf dat aantoont dat het werkzaamheden dient uit te voeren in een gebied met vergunninghoudersparkeerplaatsen voor ten minste één dag en maximaal voor één jaar verleend.

  • 3. Een ontheffing wordt voor maximaal één jaar verleend.

  • 4. De vergunning of ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning of ontheffing geldt;

    • b.

      het gebied of de gebieden waarvoor de vergunning of ontheffing geldt;

    • c.

      het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning of ontheffing wordt verleend, tenzij de vergunning of ontheffing niet op kenteken wordt afgegeven. In dit laatste geval zal de vergunning of ontheffing de naam van de vergunninghouder of ontheffinghouder en/of adres waarop de vergunning of ontheffing wordt afgegeven bevatten.

  • 5. Bij verlies of diefstal van de in lid 1 en 2 bedoelde vergunning of in lid 3 bedoelde ontheffing binnen de geldigheidsduur kan op een daartoe strekkend verzoek een nieuwe vergunning of ontheffing worden verstrekt.

Artikel 8

  • 1. Het college kan een vergunning of ontheffing intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder of ontheffinghouder;

    • b.

      wanneer de vergunninghouder of ontheffinghouder het gebied, waarvoor de vergunnig of ontheffing is verleend, waar hij woont verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

    • c.

      wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant warenvoor het verlenen van de vergunning of ontheffing;

    • d.

      wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen of ontheffingen komt te vervallen;

    • e.

      wanneer de vergunninghouder of ontheffinghouder handelt in strijd met de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften;

    • f.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning of ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • g.

      om redenen van openbaar belang.

  • 2. De betrokkene wordt van het intrekken of wijzigen van de vergunning of ontheffing schriftelijk en met redenen omkleed in kennis gesteld.

  • 3. De vergunninghouder of ontheffinghouder is verplicht wijzigingen in één van de omstandigheden, die relevant waren voor het verlenen van de vergunning of ontheffing, binnen een maand na bekend worden met nieuwe feiten te melden bij het college.

Afdeling III Verbodsbepalingen

Artikel 9

  • 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijde een motorvoertuig of een brommobiel te plaatsen of te laten staan op een vergunninghoudersparkeerplaats of in een parkeerschijfzone.

  • 2. Het in eerste lid gestelde verbod geldt niet voor het gedurende drie dagen of minder laten staan op een weg van een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.1.5 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gulpen.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 10

  • 1. Het is verboden gedurende tijdstippen waarop het parkeren op vergunninghoudersparkeerplaatsen slecht aan vergunninghouders is toegestaan, dan wel op een plek waar het gebruik van ene parkeerschijf verplicht is gesteld, aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder vergunning of ontheffing;

    • b.

      zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar achter de voorruit of achterruit is voorzien van een vergunning of ontheffing;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorwaarden.

    • d.

      zonder een op een juiste wijze ingestelde parkeerschijf, indien geparkeerd wordt op een plek waar het gebruik van een parkeerschijf verplicht is gesteld.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Afdeling IV Strafbepaling

Artikel 11

Overtreding van het bepaalde in afdeling 111 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie of een hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12

Met de opsporing van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door het college aangewezen ambtenaren belast.

Artikel 13

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2018’.

Artikel 14

  • 1. Deze verordening treedt in werking op een nader door het college te bepalen datum.

  • 2. Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de parkeerverordening Gulpen-Wittem 2009.

  • 3. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing is ingediend en vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige bepalingen van deze verordening toegepast.

  • 4. Op bezwaarschriften, ingediend tegen besluiten (vergunningen of ontheffingen) genomen op grond van de oude Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2009, wordt besloten krachtens de nieuwe Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2018, met dien verstande dat bezwaarmaker niet in een nadeliger positie mag komen dan hij onder het oude recht zou hebben gehad.

  • 5. Vergunningen of ontheffingen voor bepaalde tijd verleend krachtens de oude Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2009 blijven van kracht tot de tijd waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken. Na deze periode kan een nieuwe aanvraag ingediend worden die beoordeeld wordt op basis van de nieuwe verordening.

  • 6. Vergunningen of ontheffingen voor onbepaalde tijd verleend krachtens de oude parkeerverordening Gulpen-Wittem 2009 worden na inwerkingtreding van de nieuwe Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2018 van rechtswege ingetrokken. Een nieuwe aanvraag wordt beoordeeld op basis van de nieuwe verordening.

  • 7. Als blijkt dat personen, bedoeld in lid 6 van dit artikel, niet in aanmerking komen voor een vergunning of ontheffing, kan het college beslissen dat deze personen in aanmerking komen voorde afbouwregeling. Een op basis van de afbouwregeling verleende vergunning of ontheffing wordt verleend voor een periode van ten hoogste vijf jaren.

  • 8. Na afloop van de vergunning of ontheffing op basis van de afbouwregeling dienen personen, bedoeld in lid 7 van dit artikel, opnieuw een aanvraag in te dienen op grond van de nieuwe verordening. Als personen, bedoeld in lid 7 van dit artikel, dan niet (meer) voldoen aan de voorwaarden kan er geen vergunning worden verstrekt.

Artikel 15

Het college kan van het bepaalde in artikel 14 afwijken indien toepassing hiervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Gulpen-Wittem in zijn vergadering van 21 december 2017.
Wnd. griffier,
A.F.M. Askamp.
de voorzitter,
Ing. N.H.C. Ramaekers-Rutjens.