Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Geldend van 23-12-2015 t/m 30-12-2022

Intitulé

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Samenvatting

Deze verordening geeft aan welke begrippen bij subsidies worden gebruikt, welke soorten subsidies er zijn, welke regels er gelden voor aanvragen, verstrekken, uitbetalen en verantwoorden.

De gemeenteraad van Haaksbergen;

Voorstel van het college van: 17 november 2015

Wettelijke basis: bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:23) en bepalingen van de Gemeentewet

Besluit:

Vast te stellen de Algemene subsidieverordening

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begripsbepaling

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Instelling: een rechtspersoon naar burgerlijk recht, die zich zonder winstoogmerk als hoofddoel stelt de behartiging van belangen op één of meer terreinen waarop deze verordening van toepassing is en op grond van deze verordening in aanmerking wil komen voor subsidie of waaraan subsidie is verleend;

  • c.

    Subsidieaanvrager: de instelling of natuurlijk persoon die subsidie aanvraagt;

  • d.

    Subsidieontvanger: de instelling of natuurlijk persoon waaraan subsidie is verstrekt;

  • e.

    Subsidieperiode: het in de beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling vastgestelde tijdvak waarvoor subsidie wordt verleend of is vastgesteld;

  • f.

    Subsidieaanvraag: de aanvraag om subsidieverstrekking;

  • g.

    Activiteitenplan: een overzicht van de door de instelling of natuurlijk persoon voorgenomen activiteiten en/of in stand te houden voorzieningen voor de betreffende subsidieperiode, waarin in ieder geval tot uiting moet komen de aard, de omvang en de intensiteit van de uit te voeren activiteiten, de doelgroepen waarop de activiteiten zijn gericht, het verwachte aantal deelnemers, de locatie(s) waar de activiteiten zullen plaatsvinden, de benodigde personele en materiële middelen per activiteit;

  • h.

    Budgetsubsidie: een vorm van structurele subsidiëring, waarbij vooraf voor een bepaalde periode een maximum bedrag aan financiële middelen aan een instelling wordt verstrekt en waarvan de omvang wordt bepaald door het gewenste activiteiten- of prestatieniveau;

  • i.

    Activiteitensubsidie: een vorm van structurele subsidiëring, waarbij vooraf voor een bepaalde periode een maximum bedrag aan financiële middelen aan een instelling wordt verstrekt, op basis van te verrichten activiteiten;

  • j.

    Projectsubsidie: een vorm van subsidiëring, waarbij aan een instelling eenmalig een maximaal bedrag aan financiële middelen wordt verstrekt om een vooraf goedgekeurd en een in de tijd en omvang afgebakend project uit te voeren;

  • k.

    Waarderingssubsidie: een vorm van subsidiëring, waarbij aan een instelling eenmalig of structureel een maximaal bedrag aan financiële middelen wordt verstrekt voor het in stand houden van de instelling om activiteiten te kunnen organiseren. Voor de kosten van activiteiten kan de instelling een activiteitensubsidie aanvragen.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van de volgende soorten subsidies door het college:

    • a.

      budgetsubsidie;

    • b.

      activiteitensubsidie;

    • c.

      projectsubsidie;

    • d.

      waarderingssubsidie.

  • 2. De in het eerste lid genoemde subsidies hebben betrekking op de volgende beleidsterreinen, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is):

    • a.

      leefbaarheid;

    • b.

      gezondheid en maatschappelijke ondersteuning;

    • c.

      kinderen, jeugd en jongeren;

    • d.

      sport;

    • e.

      recreatie en toerisme;

    • f.

      kunst en cultuur;

    • g.

      monumenten.

  • 3. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3 Nadere regels

Het college stelt nadere regels vast over:

  • a.

    welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • b.

    welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen;

  • c.

    welke kosten van activiteiten tot overheadkosten behoren en

  • d.

    hoe de subsidie wordt berekend.

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Het college stelt subsidieplafonds vast en bepaalt bij nadere regels de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 2.

    Het college kan een subsidieplafond verlagen:

    • a.

      als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; of

    • b.

      als de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 3.

    Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wijst het college op de mogelijkheid van verlaging.

  • 4.

    Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, verleent het college onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wijst het college daarop.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      het activiteitenplan;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe

      de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

  • 3. Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.

  • 4. Bij nadere regels kan het college van de voorgaande leden afwijken.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om een structurele subsidie wordt vóór 1 oktober van het jaar voorafgaande aan de subsidieperiode waarvoor een structurele subsidie wordt aangevraagd, bij het college ingediend.

  • 2. Een aanvraag om een eenmalige subsidie wordt acht weken vóór de start van de activiteiten waarvoor een eenmalige subsidie wordt aangevraagd bij het college ingediend.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist over een aanvraag om een structurele subsidie vóór 1 januari van de subsidieperiode waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Het college beslist over een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen acht weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

Artikel 8 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1. Het college weigert de subsidie, onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb, als:

    • a.

      het activiteitenplan van de subsidieaanvrager niet in voldoende mate is gericht op de gemeente Haaksbergen of niet aanwijsbaar ten goede komt aan de inwoners van de gemeente Haaksbergen;

    • b.

      niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

    • c.

      de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    • d.

      de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen en de door het college vastgestelde nadere regels.

  • 2 Het college kan de subsidie weigeren in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 3 Het college kan een subsidie intrekken in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 4 Het college vordert een subsidie terug in de volgende gevallen:

    • a.

      als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak;

    • b.

      indien de subsidieontvanger in een bepaalde subsidieperiode meer aan voorschotten heeft ontvangen dan de vastgestelde subsidie over die periode;

    • c.

      indien het besluit tot verlening of vaststelling van subsidie is ingetrokken.

Artikel 9 Verantwoording

Voor zover dit niet is bepaald bij door het college vastgestelde nadere regels, vermeldt het college bij de verleningsbeschikking op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 10 Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend of vastgesteld niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld aan het college.

  • 2. Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 11 De subsidievaststelling

  • 1. Het college stelt, op basis van de in het vijfde lid van dit artikel genoemde stukken, binnen twaalf weken na de aanvraag van de subsidieontvanger tot vaststelling van de subsidie, de subsidie vast. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste zes weken worden verdaagd.

  • 2.

    • a.

      Bij de aanvraag tot vaststelling van een structurele subsidie verstrekt de subsidieontvanger vóór 1 mei van het jaar, volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, de hiervoor noodzakelijke gegevens.

    • b.

      Het college kan de subsidieontvanger in bijzondere gevallen uitstel verlenen tot uiterlijk 1 juli van het onder a bedoelde jaar voor het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling. Het verzoek om uitstel wordt voor 1 mei van het onder a bedoelde jaar bij het college ingediend.

  • 3. Bij de aanvraag tot vaststelling van een eenmalige subsidie verstrekt de subsidieontvanger binnen twaalf weken na het verstrijken van de subsidieperiode waarvoor de subsidie wordt vastgesteld, de hiervoor noodzakelijke gegevens aan het college.

  • 4. Wanneer binnen de gestelde termijn, genoemd in tweede en derde lid van dit artikel, van de subsidieontvanger geen aanvraag tot subsidievaststelling is ontvangen, kan het college de subsidie ambtshalve op een bedrag van € 0,00 vaststellen.

  • 5. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling verstrekt de subsidieontvanger de volgende gegevens:

    • a.

      een inhoudelijk verslag van de verrichte activiteiten over de afgelopen subsidieperiode, waarbij door de subsidieontvanger tevens een vergelijking wordt gemaakt tussen de beoogde en de gerealiseerde doelstellingen en een toelichting wordt gegeven op de verschillen;

    • b.

      een financieel verslag van de afgelopen subsidieperiode, bestaande uit:

      • 1.

        een exploitatieoverzicht van de baten en lasten;

      • 2.

        een balans op de laatste dag van de subsidieperiode;

      • 3.

        een toelichting op het exploitatieoverzicht en de balans;

    • c.

      een schriftelijke verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omtrent de getrouwheid van het financieel verslag indien de subsidie € 25.000,00 of meer bedraagt.

  • 6. Het bepaalde in het vijfde lid, onderdeel b, sub 2 is niet van toepassing op de aanvraag tot vaststelling van een eenmalige subsidie.

  • 7. In afwijking van het eerste tot en met het vijfde lid van dit artikel stelt het college de waarderingssubsidie en de activiteitensubsidie vast overeenkomstig artikel 4:43 van de Awb.

Artikel 12 Betaling en voorschotverlening van de subsidie

  • 1. Het college betaalt de subsidie binnen zes weken na de subsidievaststelling uit onder verrekening van eventueel betaalde voorschotten.

  • 2. Het college betaalt de budgetsubsidie en projectsubsidie bij wijze van voorschot.

  • 3. Bij een projectsubsidie verleent het college voorschot op de volgende wijze:

    • a.

      80% binnen zes weken na de subsidieverlening;

    • b.

      20% binnen zes weken na de subsidievaststelling.

  • 4. Bij een budgetsubsidie verleent het college voorschot op de volgende wijze:

    • a.

      40% in de eerste maand van het eerste kwartaal van de subsidieperiode;

    • b.

      30% in de eerste maand van het tweede kwartaal van de subsidieperiode;

    • c.

      20% in de eerste maand van het derde kwartaal van de subsidieperiode;

    • d.

      10% in de eerste maand van het vierde kwartaal van de subsidieperiode.

  • 5. Het college kan bij nadere regels een afwijkende betaaltermijn vaststellen.

Artikel 13 Toezichthouder

  • 1. Het college wijst één of meer personen aan die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Het college toetst steekproefsgewijs of de aanvrager voldoet aan de verplichtingen die in de subsidiebeschikking zijn opgenomen.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, voor zover toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 23 december 2015.

  • 2. Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 30 november 2011 vastgestelde Algemene subsidieverordening ingetrokken.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 16 december 2015.
mr. G. Raaben
griffier
G.J. Kok MDR
burgemeester