Uitruil

Geldend van 08-06-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Uitruil

Uitruil

Uitruil eindejaarsuitkering, salaris en salaristoelagen december ten behoeve van een onbelaste tegemoetkoming woon-werkverkeer

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Onbelaste tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer

  • Artikel 2 Maximalisering van de vergoeding

  • Artikel 3 Procedure

  • Artikel 4 Reisafstand

  • Artikel 5 Berekeningstijdvak

  • Artikel 6 Bepaling onbelaste tegemoetkoming

  • Artikel 7 Afwezigheid

  • Artikel 8 Gevolgen van de keuze

  • Artikel 9 Fiscale wijzigingen

  • Artikel 10 Betaling

  • Artikel 11 Onrechtmatig gebruik

Artikel 1 Onbelaste tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer

De ambtenaar die wenst deel te nemen aan deze uitruil, vermindert

  • a

    de eindejaarsuitkering of;

  • b

    het salaris en salaristoelagen over december;

met hetzelfde bedrag dat hij ontvangt voor een vergoeding voor woon-werkverkeer. Deze mogelijkheid is geregeld in artikel 4a:3 van de CAR-UWO. Hierdoor heeft de ambtenaar een fiscaal voordeel.

Artikel 2 Maximalisering van de vergoeding

De maximale uitruil voor onbelaste tegemoetkoming is gelijk aan of lager dan het totaal van de opgebouwde bronnen in het kalenderjaar.

Artikel 3 Procedure

Lid 1

Om deel te kunnen nemen dient de ambtenaar tenminste 70% van het aantal werkbare dagen naar de vaste arbeidsplaats te reizen.

Lid 2

De ambtenaar kan op zijn verzoek de eindejaarsuitkering of salaris en salaristoelagen december inzetten voor een vergoeding in de kosten van woon-werkverkeer.

Lid 3

Dit verzoek dient uiterlijk 1 december van het desbetreffende kalenderjaar kenbaar zijn gemaakt.

Lid 4

De ambtenaar dient schriftelijk te verklaren dat hij voor de vergoeding woon-werkverkeer afstand doet van (een deel van) zijn eindejaarsuitkering of salaris en salaristoelagen december. Daartoe dient hij het formulier "Uitwisseling arbeidsvoorwaarden, tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer” volledig in te vullen en te ondertekenen.

Artikel 4 Reisafstand

Voor de bepaling van het aantal kilometers van het woon-werkverkeer wordt de “kortste route” van het woonadres naar de standplaats berekend via de routeplanner van de ANWB. Of de route al dan niet met een vervoermiddel wordt afgelegd evenals het type vervoermiddel, is niet relevant voor de bepaling van het aantal kilometers. Een print van de berekening van de routeplanner van de ANWB wordt bij de aanvraag bijgevoegd.

Artikel 5 Berekeningstijdvak

Het aantal woon-werk kilometers wordt berekend over de periode van 1 januari t/m 31 december van enig kalenderjaar. Voor de berekening van het aantal kilometers woon-werkverkeer is de feitelijke situatie leidend. Wanneer iemand tussentijds in of uit dienst treedt, wordt dit in de berekening verdisconteerd.

Artikel 6 Bepaling onbelaste tegemoetkoming

Lid 1

Voor de bepaling van de onbelaste tegemoetkoming wordt, bij een fulltime dienstverband, uitgegaan van de volgende factoren:

  • -

    aantal werkbare dagen per jaar bij een vijfdaagse werkweek: 214 dagen;

  • -

    de reisafstand is gemaximeerd op 75 kilometer enkele reis.

Lid 2

Het aantal reguliere werkdagen moet naar evenredigheid worden toegepast in de volgende gevallen:

  • a

    de ambtenaar werkt op minder dan vijf dagen per week;

  • b

    de dienstbetrekking begint of eindigt in de loop van het kalenderjaar;

  • c

    de reisafstand wijzigt door bijvoorbeeld een overplaatsing of verhuizing.

Lid 3

Voor de bepaling wordt geen rekening gehouden met kortstondige ziekte of afwezigheid. Van kortstondige ziekte of afwezigheid is sprake als een afwezigheid van maximaal zes aansluitende weken in redelijkheid is te verwachten.

Lid 4

De vergoeding per kilometer is gelijk aan de maximaal onbelaste kilometervergoeding als vastgesteld door de belastingdienst.

Lid 5

Bij het berekenen van de onbelaste tegemoetkoming per maand, wordt het aantal werkdagen gedeeld door 12.

Lid 6

De kilometers waarvoor de ambtenaar reeds een vergoeding ontvangt, worden in mindering gebracht op de in artikel 5 bedoelde aantal kilometers.

Artikel 7 Afwezigheid

Lid 1

In de berekening van het gemiddelde aantal werkdagen is rekening gehouden met kortstondige afwezigheid. Van kortstondige afwezigheid is sprake als een afwezigheid van maximaal zes aaneensluitende weken in redelijkheid is te verwachten. Bij deze afwezigheid wordt de onbelaste tegemoetkoming doorbetaald.

Lid 2

Op het moment dat langdurige afwezigheid in redelijkheid is te voorzien, wordt de reiskostentegemoetkoming van de lopende en de eerstvolgende kalendermaand nog onbelast vastgesteld volgens bovengenoemde systematiek. Daarna wordt een onbelaste tegemoetkoming vastgesteld met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarop de ambtenaar weer aanwezig is.

Artikel 8 Gevolgen van de keuze

Lid 1

Indien aan de belastingvrije uitbetaling door de belastingdienst bijzondere voorwaarden worden verbonden, is de ambtenaar gehouden aan deze voorwaarden te voldoen en dit desgewenst aan te tonen. Een eventuele naheffing als gevolg van het niet voldoen aan deze voorwaarden, komt voor rekening van de ambtenaar.

Lid 2

De ambtenaar verklaart schriftelijk op de hoogte te zijn van de mogelijke consequenties die een verlaging van de eindejaarsuitkering of brutosalaris en salaristoelagen kan hebben, doordat deze worden uitgewisseld tegen een bestedingsdoel. Zonder uitputtend te zijn gaat het dan om:

  • a

    een verlaging van de grondslag voor de berekening van het pensioen en de uit die hoofde verschuldigde premies;

  • b

    een verlaging van het loon in het kader van de sociale verzekeringswetten;

  • c

    een verlaging van het inkomen in het kader van inkomensafhankelijke subsidies;

  • d

    een verlaging van de grondslag voor de berekening van de diensttijdvrijstelling.

Deze gevolgen zijn voor rekening en risico van de ambtenaar.

Artikel 9 Fiscale wijzigingen

De toepassing van deze regeling dient te passen binnen de (fiscale) wet- en regelgeving. Het college behoudt het recht de regeling aan te passen op grond van fiscale wijzigingen.

Artikel 10 Betaling

Lid 1

De vergoeding woon-werkverkeer wordt uitbetaald in de maand december. Tegelijkertijd wordt de Eindejaarsuitkering, dan wel salaris en salaristoelagen december verminderd.

Lid 2

In afwijking van het gestelde in lid 1 van dit artikel vindt; de vermindering bij tussentijdse uitdiensttreding plaats ten tijde van de laatste salarisuitbetaling van de betreffende ambtenaar.

Artikel 11 Onrechtmatig gebruik

Wanneer de ambtenaar onjuiste gegevens verstrekt en/of onrechtmatig gebruik maakt van deze uitruilmogelijkheid, wordt de eventuele naheffingsaanslag (inclusief de boete en heffingsrente) van de belastingdienst met terugwerkende kracht op de ambtenaar verhaald.