Regeling vervallen per 01-04-2021

Verordening vergoeding voor peuteropvang gemeente Haaren

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-03-2021

Intitulé

Verordening vergoeding voor peuteropvang gemeente Haaren

De raad van de gemeente Haaren;

in zijn vergadering van 23 november 2017;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2017;

gelet op de behandeling in het raadsplein van 9 november 2017;

gelet op de wens om de ontwikkeling van peuters te bevorderen,

overwegende dat het wenselijk is om het gebruik van peuteropvang te stimuleren,

BESLUIT:

  • 1.

    het peuteropvangbeleid ongewijzigd voort te zetten;

  • 2.

    in de ‘Verordening vergoeding voor peuteropvang gemeente Haaren’ enkele wijzigingen aan te brengen en opnieuw vast te stellen.

De raad van de gemeente Haaren:

overwegende dat het wenselijk is om peuteropvang voor alle peuters in de gemeente Haaren toegankelijk te maken om zo de ontwikkeling van alle peuters te bevorderen, gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht besluit vast te stellen de volgende regeling:

VERORDENING VERGOEDING VOOR PEUTEROPVANG HAAREN

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

a) Algemene subsidie verordening: de Algemene subsidie verordening 2013 en de Algemene subsidieverordening 2014 van de gemeente Haaren;

b) College: college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Haaren;

c) Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (LRKP); dit betreft het landelijk

register waarin kinderopvangorganisaties zijn opgenomen omdat zij voldoen aan de wettelijke

voorwaarden;

d) Gemeentelijk register: het register dat de gemeente bijhoudt van peuteropvang-organisaties binnen de gemeente Haaren;

e) Peuteropvang: het aanbod voor peuters van 2 tot 4 jaar, die wonen in de gemeente Haaren,

door kinderopvangorganisaties die zijn opgenomen in het register voor peuteropvang van de

gemeente Haaren;

f) Kinderopvangorganisatie: de organisatie die kinderen opvangt van 0 tot 12 jaar;

g) Rijkstoeslag voor kinderopvang: de toeslag voor kinderopvang, die ouders kunnen aanvragen bij de Belastingdienst;

h) Vergoedingsmaand: de maand waarover de subsidie wordt betaald.

Artikel 2 Register van kinderopvangorganisaties die peuteropvang aanbieden in de gemeente Haaren

  • 1.

    Een kinderopvangorganisatie wordt opgenomen in het gemeentelijk register als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a) staat geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (LRKP);

b) voldoet aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

c) werkt met een ontwikkelingsprogramma voor peuters;

d) pedagogisch medewerkers die werkzaam zijn binnen de peuteropvang beheersen het gewenste taalniveau 3F;

e) maakt gebruik van een professioneel kind-volgsysteem, dat ook door de basisschool waarmee wordt samengewerkt, als een goed instrument wordt erkend;

f) heeft overdrachtsafspraken gemaakt met de basisschool;

g) kent een zorgstructuur en samenwerkingsafspraken met het Basisteam voor Jeugd en Gezin.

  • 2.

    Kinderopvangorganisaties uit de gemeente Haaren kunnen een gemeentelijke registratie aanvragen bij de gemeente Haaren;

  • 3.

    Kinderopvangorganisaties kunnen worden opgenomen in het register op 1 januari en op 1 juli van elk jaar;

  • 4.

    Het register is openbaar en gepubliceerd op www.haaren.nl.

Artikel 3 Voorwaarden voor de vergoeding

Ouders of verzorgers van een peuter komen in aanmerking voor een gemeentelijke vergoeding voor peuteropvang als:

  • 1.

    Zowel de ouder(s) als de kinderen wonen en staan ingeschreven in de gemeente Haaren.

  • 2.

    De peuter minimaal 7 uren per week, dat wil zeggen twee dagdelen, de peuteropvang bezoekt;

  • 3.

    Er een overeenkomst bestaat met een kinderopvangorganisatie, die opgenomen is in het gemeentelijk register;

  • 4.

    De ouder(s) niet  in aanmerking kom(t)en voor een rijkstoeslag kinderopvang.

Artikel 4 De hoogte van de vergoeding

  • 1.

    De hoogte van de vergoeding per kind verandert niet bij meerdere kinderen;

  • 2.

    De maximale vergoeding per uur is dezelfde vergoeding als het rijk via de Belastingdienst maximaal voor kinderopvangtoeslag beschikbaar stelt en wordt voor maximaal 40 weken per jaar gegeven.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de vergoeding op grond van deze regeling in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    Er een overeenkomst is met een organisatie die niet is opgenomen in het gemeentelijke register;

  • 2.

    De peuter jonger dan 2 jaar is of ouder dan 4 jaar, behalve in het geval de uitzondering van artikel 10, lid 4 van deze regeling aan de orde is;

  • 3.

    De peuter, dan wel de ouder(s) of verzorger(s) niet in de gemeente Haaren woont;

  • 4.

    De ouders of verzorgers in aanmerking komen voor een rijkstoeslag kinderopvang.

Artikel 6 Doelgroep

De vergoeding op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan ouders of verzorgers van peuters die gebruik maken van peuteropvang.

Artikel 7 Procedure voor de verstrekking van de vergoeding

  • 1.

    Een aanvraag voor een vergoeding wordt ingediend op een door het college vastgesteld formulier;

  • 2.

    Een aanvraag tot vergoeding van peuteropvang kan gedurende het hele jaar worden ingediend;

  • 3.

    De aanvraag wordt voorafgaand aan de start van de peuteropvang aangevraagd, uiterlijk op de dag waarop de peuteropvang aanvangt;

  • 4.

    Het college besluit op de aanvraag uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag;

  • 5.

    Vergoeding met terugwerkende kracht is niet mogelijk;

  • 6.

    Bij een onvolledige aanvraag wordt een hersteltermijn gegeven, waarbinnen de ontbrekende gegevens moeten worden aangeleverd;

  • 7.

    Het college verleent – bij tijdige aanvraag - de vergoeding vanaf de eerste dag dat de peuteropvang aanvangt;

  • 8.

    De vergoeding wordt direct na afloop van de opvangmaand uitbetaald;

  • 9.

    De vergoeding wordt stopgezet op de eerste dag van de maand dat de peuter vier jaar wordt of als een tussentijdse wijziging, zoals omschreven in artikel 8, daartoe aanleiding geeft;

Artikel 8 Tussentijdse wijzigingen

  • 1.

    Ouders of verzorgers geven tussentijdse wijzigingen aan de gemeente door op een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Een tussentijdse wijziging betreft één of meerdere van de volgende onderwerpen:

a) Naam en adresgegevens aanvrager en/of kind;

b) Naam en adresgegevens van de peuteropvangorganisatie;

c) Wijziging van de aanbieder van peuteropvang;

d) de ontvangst van een financiële bijdrage uit een andere regeling, zoals een toeslag van de Belastingdienst;

e) Wijziging van de wijze waarop de vergoeding betaald moet gaan worden.

  • 3.

    Een tussentijdse wijziging wordt voorafgaand aan de wijziging, dan wel met ingang van de wijziging, gemeld.

  • 4.

    Het college beoordeelt het recht op de vergoeding peuteropvang binnen 8 weken na ontvangst van het wijzigingsformulier.

Artikel 9 Berekening van de vergoeding

  • 1.

    De berekening van de vergoeding vindt plaats op basis van het volledig ingevulde formulier zoals omschreven in artikel 7, lid 1;

  • 2.

    De vergoeding wordt voor twee dagdelen peuteropvang per week verleend gedurende maximaal 40 weken, waarbij een dagdeel 3,5 uren of 4 uren kan bedragen.

Artikel 10 Indicatie voor peuteropvang

  • 1.

    Kinderen tussen de 2 en 4 jaar, waarvan het Basisteam Jeugd en Gezin (BJG) aangeeft dat zij voor hun ontwikkeling gebaat zijn bij peuteropvang, kunnen kosteloos gebruik maken van peuteropvang.

  • 2.

    Het aantal dagdelen opvang kan daarbij worden uitgebreid tot maximaal vier dagdelen per week, uitgaande van 40 weken opvang op jaarbasis.

  • 3.

    Het BJG geeft daarvoor een indicatie af, waarbij het aangeeft wat de argumenten zijn en hoeveel dagdelen zijn geïndiceerd.

  • 4.

    In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen peuters jonger dan 2 jaar worden geïndiceerd, evenals kinderen tot 5 jaar.

  • 5.

    De gemeente draagt de kosten van deze geïndiceerde opvang en draagt deze in principe af aan de ouders, die de peuteropvang-organisatie dienen te betalen. In daartoe aangewezen gevallen betaalt de gemeente rechtstreeks de peuteropvang-organisatie.

Artikel 11 Terugvordering

Het college kan de vergoeding voor peuteropvang geheel of gedeeltelijk terugvorderen als:

  • a.

    de aanvrager onjuiste inlichtingen heeft verstrekt, op basis waarvan aan hem ten onrechte de vergoeding is toegekend;

  • b.

    de aanvrager desgevraagd de bewijsstukken niet overlegt waaruit blijkt dat hij voor de vergoeding in aanmerking komt;

  • c.

    een onverschuldigde betaling aan hem is gedaan.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Door of namens het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard leiden.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018;

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Verordening vergoeding voor peuteropvang gemeente Haaren;

  • 3.

    Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening vergoeding voor peuteropvang gemeente Haaren, vastgesteld door de raad op 24 november 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 23 november 2017,
De gemeenteraad van Haaren,
Eric Dammingh, griffier
Jeannette Zwijnenburg- van der Vliet, voorzitter