Regeling vervallen per 01-11-2019

Subsidieverordening Amateurkunstbeoefening 2008

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-10-2019

Intitulé

SUBSIDIEVERORDENING AMATEURKUNSTBEOEFENING 2008

De Raad der gemeente Hardenberg;

Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 mei 2002, no. 2002/IVBA/37101;

Besluit:

Vast te stellen de:

Subsidieverordening Amateurkunstbeoefening 2008’.

Artikel 1 Inleidende Bepalingen

In aanvulling op artikel 1 van de Algemene Subsidieverordening Cultuur, Sport en Welzijn Gemeente Hardenberg wordt voor de toepassing van deze verordening verstaan onder:

  • a.

    Amateurkunst: het beoefenen van kunst in zijn verschillende uitingsvormen, in groepsverband of individueel en op niet professionele basis, alsmede hieraan gelijk te stellen en als zodanig door burgemeester en wethouders aan te merken activiteiten;

  • b.

    Instelling: een in deze gemeente gevestigde vereniging, stichting of groep personen die zich, blijkens de statuten en/of feitelijke werkzaamheden, de amateurkunst ten doel stelt;

  • c.

    Concours: wedstrijd zoals bedoeld in de reglementen die door landelijke overkoepelende organisaties zijn vastgesteld.

  • d.

    Jaarlijkse kosten van dirigent of instructeur: de werkelijk als zodanig ten laste van de betreffende instelling gebleken netto kosten volgens de laatst vastgestelde jaarrekening van de instelling;

  • e.

    Jaarlijkse contributieopbrengst: de werkelijk ontvangen contributie van de leden volgens de laatst vastgestelde jaarrekening van de instelling.

Artikel 2 Activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen aan een instelling subsidie verlenen voor activiteiten in het kader van de amateurkunstbeoefening.

Artikel 3 Voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen

  • 1. Om voor een subsidie in aanmerking te komen moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

    • a.

      de instelling moet binnen de gemeente Hardenberg zijn gevestigd en aldaar haar werkterrein hebben, terwijl haar activiteiten de bevordering van de culturele ontwikkeling ten doel moeten hebben en deze ten dienste moeten staan aan de plaatselijke gemeenschap;

    • b.

      de instelling moet rechtspersoonlijkheid bezitten en als zodanig ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel, tenzij de instelling is aangesloten bij een koepelorganisatie die reeds aan die eis voldoet;

    • c.

      de instelling moet gedurende een periode van tenminste twee jaar door de uitvoering van activiteiten en het in stand houden van de organisatie zijn bestaansrecht hebben bewezen;

    • d.

      de instelling dient zich tenminste één maal per jaar in het openbaar in de gemeente Hardenberg, door middel van een uit de werkvorm voortvloeiende wijze van uitvoeren, te presenteren.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Overeenkomstig het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening Cultuur, Sport en Welzijn dient de subsidieontvanger binnen zeventien weken na afloop van het kalenderjaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. Bij de aanvraag overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      de jaarrekening en de verantwoording over het afgelopen boekjaar;

    • b.

      de begroting voor het lopende boekjaar;

    • c.

      een ledenlijst, waarop het aantal actieve leden van de instelling op de datum van de aanvraag staat aangegeven.

  • 3. Instellingen waaraan nog nimmer een subsidie is toegekend, zijn verplicht bij de eerste aanvraag een afschrift van de statuten en/of het reglement van de vereniging te overleggen.

  • 4. Bij het niet voldoen aan de bij de vorige artikelen gestelde verplichtingen komt de instelling niet in aanmerking voor toekenning van een subsidie.

Artikel 5 Subsidiegrondslagen en –bedragen

Een instelling kan in aanmerking komen voor de volgende subsidie:

  • 1.

    Muziekverenigingen (harmonieorkesten, fanfarekorpsen, drumbands, twirlmajorettegroep)

    • a.

      Een basissubsidie per zelfstandige eenheid volgens de NIB-norm 2002. Dit bedrag is bepaald op:

      • -

        basisbedrag voor een instelling bestaande uit één eenheid: € 900,--

      • -

        basisbedrag voor een instelling bestaande uit twee eenheden: € 1320,--

      • -

        basisbedrag voor een instelling bestaande uit drie of meer eenheden: € 1674,-

    • b.

      Een subsidie van 20% in de jaarlijkse kosten van de dirigent en de instructeur van de drumband en majorettegroep, voor zover dit ten behoeve van repetities is.

    • c.

      Een subsidie van 10% van de jaarlijkse contributieopbrengst

    • d.

      Een subsidie van maximaal € 500,-- wordt verleend, voor deelname aan een onder auspiciën van een landelijke overkoepelende organisatie georganiseerd concours, dan wel door deze organisatie erkend internationaal concours.

    • e.

      Een subsidie van € 5,- per lid per jaar voor de aanschaf van uniformen en instrumenten.

  • 2.

    Accordeonvereniging

    • a.

      Voor (mond)accordeonverenigingen geldt een basissubsidie van € 60,-- per vereniging per jaar.

    • b.

      Een subsidie van 10% in de vergoeding voor de artistieke leiding (dirigent) voor zover dit ten behoeve van repetities is. Hierbij geldt een maximum bedrag van € 250,--.

    • c.

      Een subsidie van 5% van de jaarlijkse contributieopbrengst.

  • 3.

    Zang- en operetteverenigingen

    • a.

      Voor zang- en operetteverenigingen geldt een basissubsidie van € 60,-- per vereniging per jaar.

    • b.

      Een subsidie van 10% in de vergoeding voor de artistieke leiding (dirigent) voor zover dit ten behoeve van repetities is. Hierbij geldt een maximum bedrag van € 250,--.

    • c.

      Een subsidie van 5% van de jaarlijkse contributieopbrengst.

  • 4.

    Toneelverenigingen

    • a.

      Voor toneelverenigingen geldt een basissubsidie van € 60,-- per vereniging per jaar.

    • b.

      Een subsidie van 10% in de vergoeding voor de regisseur, voor zover dit ten behoeve van repetities is. Hierbij geldt een maximum bedrag van € 250,--.

    • c.

      Een subsidie van 5% van de jaarlijkse contributieopbrengst.

  • 5.

    Dans-, volksdans- en folkloristische dansverenigingen

    • a.

      Voor dansverenigingen geldt een basissubsidie van € 60,-- per vereniging per jaar.

    • b.

      Een subsidie van 10% in de vergoeding van de instructeur, voor zover dit ten behoeve van repetities is, met een maximum van € 250,--.

    • c.

      Een subsidie van 5% van de jaarlijkse contributieopbrengst.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van de in artikel 5 genoemde subsidiegrondslagen en -bedragen af te wijken indien naar hun oordeel hiervoor voldoende redenen bestaan.

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1. De raad stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor op grond van deze verordening te verlenen subsidies, door opname van een bedrag in de begroting.

  • 2. Indien de overeenkomstig artikel 5 berekende subsidiebedragen tezamen het in lid 1 genoemde subsidieplafond te boven gaan, zullen deze bedragen naar evenredigheid worden verminderd.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt zes weken na de dag, waarop zij is bekend gemaakt, in werking en kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening amateurkunstbeoefening 2008’.

  • 2. Met ingang van de in het eerste lid bedoelde dag vervalt de ‘Subsidieverordening plaatselijke culturele verenigingen’, vastgesteld bij raadsbesluit 19 maart 1998 te Avereest en vervalt tevens de ‘Algemene Subsidieverordening Sociaal-culturele Activiteiten Hardenberg’, vastgesteld bij raadsbesluit 27 april 1982 te Hardenberg.

Artikel 8 Overgangsbepaling

De in artikel 7 lid 2 genoemde subsidieverordening en subsidieregeling blijven van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn aangevraagd, verleend of vastgesteld.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de Raad der gemeente Hardenberg van 27 juni 2002.
De Raad voornoemd,
, Voorzitter.
, Secretaris.