Stimuleringsregeling subsidies milieu Harderwijk 2009

Geldend van 08-10-2009 t/m heden

Intitulé

Stimuleringsregeling subsidies milieu Harderwijk 2009

De raad van de gemeente Harderwijk;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2009

 

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat

 

 

De Gemeenteraad het van belang acht dat er binnen de gemeente activiteiten worden opgezet in het kader van een verbetering van de duurzaamheid en het milieu;

De Gemeenteraad deze doelstellingen onder andere heeft vastgelegd in het Milieubeleidsplan 2009-2012;

De Gemeenteraad dergelijke activiteiten wil stimuleren door middel van het verstrekken van subsidies;

De Gemeenteraad de verschillende subsidiemogelijkheden wil vastleggen in één overkoepelende stimuleringsregeling.

Voor zover de subsidie wordt verstrekt aan ondernemingen er sprake is van staatssteun. De stimuleringsregeling qua staatssteun voldoet aan de vereisten van staatssteun zoals gesteld in de Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 379/5) en de Verordening nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 (de ‘groepsvrijstellingsverordening’) waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (PBEU L 214/3);

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de volgende:

 

Stimuleringsregeling subsidies milieu Harderwijk 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening (en de daarop berustende bepalingen) wordt mede verstaan onder:

  • a.

    Aardgasvulstation: afleverinstallatie als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, voor het afleveren van aardgas aan voertuigen die aardgas als motorbrandstof gebruiken, bestaande uit een compressorinstallatie, een (eventuele) bufferopslag en één of meerdere aflevertoestellen;

  • b.

    Bedrijventerrein Lorentz III: het bedrijventerrein Lorentz III gelegen in Harderwijk zoals is opgenomen in het gemeentelijke bestemmingsplan;

  • c.

    College: Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Harderwijk.

  • d.

    De-minimisverklaring: een verklaring dat de onderneming in de afgelopen drie belastingjaren niet meer dan € 200.000,- aan overheidssteun heeft ontvangen.

  • e.

    Extensief vegetatiedak: een begroeid dak dat minstens bestaat uit een wortelwerende-, een drainage-, een substraat en een vegetatielaag zoals is omschreven in de toelichting bij deze verordening op pagina 11;

  • f.

    Gemeente: de Gemeente Harderwijk;

  • g.

    Gemeenteraad: Gemeenteraad van de Gemeente Harderwijk;

  • h.

    Groepsvrijstellingsverordening: Verordening nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (PBEU L 214/3);

  • i.

    MKB’er: een onderneming in de zin van Bijlage I van de Groepsvrijstellingsverordening, met minder dan 250 werknemers, een jaaromzet van maximaal € 50,- miljoen en/of een balanstotaal van maximaal € 43,- miljoen;

  • j.

    Notified Body: een organisatie die door het ministerie van Economische Zaken bij de Europese Unie is aangemeld, die werkzaamheden mag uitvoeren ten behoeve van het op de markt brengen en in gebruik nemen van meetinstrumenten, waaronder gasmeters ten behoeve van aardgasvulstations die onder de paraplu van de Europese Richtlijn Meetinstrumenten zijn gebracht.

  • k.

    Onderneming: een natuurlijke of rechtspersoon die een economische activiteit uitoefent ongeacht de rechtsvorm of de wijze van financiering.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor de volgende activiteiten in de gemeente:

  • a.

    Het aanleggen van een extensief vegetatiedak van minimaal 500 m² op een nieuw gebouw van een onderneming op het bedrijventerrein Lorentz III;

  • b.

    Het aanleggen van een extensief vegetatiedak van minimaal 6 m² op een nieuwe of bestaande woning van een particulier;

  • c.

    Het realiseren van één aardgasvulstation.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 sub a bedraagt € 500.000,-

  • 2.

    Het subsidieplafond voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 sub b bedraagt € 20.000,-

  • 3.

    Het subsidieplafond voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 sub c bedraagt tot en met december 2009 € 96.500,-

Artikel 4 Verdeelcriteria

  • 1.

    Het beschikbare bedrag wordt verdeeld in volgorde van ontvangst van de aanvragen. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet Bestuursrecht eenmalig de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt voor de verdeling van de subsidie, de dag waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;

  • 2.

    Indien aanvragen een gelijke ontvangstdatum hebben en gezamenlijk het subsidieplafond overschrijden, zoals genoemd in artikel 3, krijgen bij de verdeling van het beschikbare bedrag, die activiteiten voorrang, die het meest overeenstemmen met het doel van deze regeling;

  • 3.

    Indien de subsidie vanwege het overschrijden van het subsidieplafond niet volledig kan worden verleend, wordt de subsidie verleend tot aan het subsidieplafond.

Artikel 5 Afwijzingsgronden

Het college wijst de aanvraag tot subsidieverlening af als blijkt dat:

  • a.

    de subsidieaanvrager is begonnen met de uitvoering van de activiteit voordat de aanvraag tot subsidieverlening is ingediend;

  • b.

    de subsidieaanvrager in financiële moeilijkheden verkeert;

  • c.

    als er ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel geldt tot terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun;

  • d.

    als het aardgasvulstation, zoals in artikel 2 lid c, gerealiseerd is;

  • e.

    het subsidieplafond als omschreven in de artikelen 3 en 4 is bereikt.

Artikel 6 Aanvraag

De aanvragen zoals in deze subsidieverordening zijn genoemd worden ingediend door middel van een formulier dat door het college is vastgesteld.

Artikel 7 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan de gemeente van de omstandigheid dat de subsidieontvanger verwacht niet binnen de in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen termijn te beschikken over de vereiste vergunningen, ontheffingen of andere (rechtens benodigde) toestemmingen in verband met het uitvoeren van de activiteit.

Artikel 8 Betalen van voorschotten

  • 1.

    Het college kan op aanvraag van de subsidieontvanger een voorschot verlenen tot maximaal 80 % van de verleende subsidie;

  • 2.

    Bij het aanvragen voor een betaling van een voorschot dient de subsidieontvanger de offertes in;

  • 3.

    Als er bij de aanvraag tot subsidieverlening offertes zijn ingediend, gaat de gemeente bij het verlenen van de subsidie ambtshalve over tot het betalen van het voorschot.

Artikel 9 Subsidievaststelling

Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie overlegt de subsidieontvanger in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden:

  • a.

    facturen van de gemaakte kosten;

  • b.

    kopieën van de vereiste vergunningen, ontheffingen of andere wettelijke toestemmingen in verband met de aangevraagde subsidie.

Hoofdstuk 2 Subsidie voor de aanleg van extensieve vegetatiedaken

Artikel 10 Aanvraag

  • 1.

    Bij de aanvraag van de subsidieverlening worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

  • a.

    verklaring van een constructeur waaruit blijkt dat het dak van het gebouw voldoende draagkracht heeft en in de juiste staat is om het vegetatiedak te kunnen dragen conform het vereiste niveau uit het Bouwbesluit;

  • b.

    gespecificeerde begroting van de kosten, en indien mogelijk offertes;

  • c.

    situatietekening van schaal 1:1000;

  • d.

    een verleende bouwvergunning, indien dit voor de aanleg van het vegetatiedak noodzakelijk is gedetailleerde beschrijving van het aan te brengen vegetatiedak en vermelding van het adviserende of het uitvoerende bedrijf;

  • e.

    indien mogelijk een de-minimisverklaring als de subsidieaanvrager een onderneming is;

  • 2.

    Als de subsidieaanvrager een onderneming is die geen de-minisverklaring kan overleggen dient de subsidieaanvrager bij de aanvraag tot subsidieverlening een verklaring van een constructeur in waaruit blijkt dat een vegetatiedak energiebesparing oplevert ten opzichte vaneen conventioneel dak.

Artikel 11 Subsidiecriteria

  • 1.

    Het college kan de subsidie verlenen voor het aanleggen van een extensief vegetatiedak waarvan de constructie voldoende draagkracht heeft en is beoordeeld door een erkend constructiebedrijf.

  • 2.

    Voor subsidie zoals bedoeld in artikel 2 sub a gelden de volgende eisen:

  • a.

    Het aangelegde dak voor ondernemingen aan de noordzijde van bedrijventerrein Lorentz III is een hellend dak dat aansluit op de keerwand;

  • b.

    Voor ondernemingen die geen de-minimis verklaring kunnen overleggen zoals bepaald in artikel 10 lid 1 onder e kan aangetoond worden dat het aangelegde dak energiebesparing oplevert ten opzichte van een conventioneel dak.

Artikel 12 Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten zijn:

  • a.

    de extra investeringskosten die nodig zijn voor de aanleg van een vegetatiedak ten opzichte van de aanleg van een conventioneel dak en

  • b.

    voor subsidie voor een onderneming die een de-minimisverklaring kan overleggen en voor subsidie zoals bedoeld in artikel 2 lid b de kosten voor de verklaring van een erkend constructiebedrijf.

Artikel 13 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie zoals bedoeld in artikel 2 sub a bedraagt:

  • a.

    € 25,- per m² van het aan te leggen vegetatiedak;

  • b.

    als de subsidieaanvrager geen de-minimisverklaring kan overleggen bedraagt de subsidie maximaal:

    I. 35% van de subsidiabele kosten zoals bepaald in artikel 12 lid a jo. 13 lid 1 onder a. voor grote ondernemingen, volgende de categorisering die is opgenomen in de groepsvrijstellingsverordening juncto artikel 1 sub h. van deze regeling,

    II. 45% van de subsidiabele kosten zoals bepaald in artikel 12 lid a jo. 13 lid 1 onder a. voor een middelgrote onderneming, volgende de categorisering die is opgenomen in de groepsvrijstellingsverordening juncto artikel 1 sub h. van deze regeling, en

    III. 55% voor de subsidiabele kosten zoals bepaald in artikel 12 lid a jo. 13 lid 1 onder a. voor een kleine onderneming, volgende de categorisering die is opgenomen in de groepsvrijstellingsverordening juncto artikel 1 sub h. van deze regeling,

  • c.

    de subsidie bedraagt maximaal € 125.000;-

  • 2.

    De subsidie zoals bedoeld in artikel 2 sub b bedraagt € 25,- per m² van het aan te leggen vegetatiedak tot een maximum van € 1.500,-.

  • 3.

    De subsidie voor de kosten van de verklaring door een erkend constructiebedrijf bedraagt maximaal € 200,-.

Hoofdstuk 3 Subsidie voor het realiseren van één aardgasvulstation

Artikel 14 Subsidiecriteria

Het college kan de subsidie verlenen voor een activiteit die voldoet aan de volgende eisen:

- Er wordt een aardgasvulstation opgericht voor het afleveren van aardgas ten behoeve van de openbare verkoop voor motorvoertuigen voor het wegverkeer;

- Het aardgasvulstation beschikt over minimaal twee vulslangen: één voor personenwagens en één voor vrachtwagens. De vulslang is voorzien van een NGV2 koppeling met een leiding van minimaal 16 millimeter doorsnede tussen de buffer en de dispenser;

- Het aardgasvulstation accepteert alle reguliere betaalwijzen waaronder internationale bankpassen en creditcards;

- Het aardgasvulstation heeft voldoende capaciteit voor minimaal 25 personen voertuigen per dag. Hierbij wordt uitgegaan van een tankbeurt van 20 normaal kubieke meter aardgas per personenvoertuig;

- Het aardgasvulstation heeft minimaal de capaciteit om één vrachtwagen binnen 10 minuten vol te tanken. Hierbij wordt uitgegaan van 250 normaal kubieke meter aardgas per vrachtwagen;

- De subsidieaanvrager stelt GroenGas beschikbaar door middel van het meewerken aan het certificatenstelsel.

Artikel 15 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De subsidiabele kosten zijn de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn om een niveau van milieubescherming te bereiken dat het door de communautaire normen vereiste niveau overstijgt,

  • 2.

    Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval:

  • a.

    de ombouwkosten van een bestaande pomp tot een aargasvulstation

  • b.

    bij de bouw van een nieuwe pomp, het verschil tussen de kostprijs van een benzinepomp en een aardgasvulstation.

Artikel 16 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 35% van de subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 15 met een maximum van € 96.500,-;

  • 2.

    Voor zover de subsidie wordt verleend aan een MKB’er bedraagt de subsidie maximaal 45% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 96.500,-;

  • 3.

    Als de subsidie wordt verleend aan een samenwerkingsverband tussen een grote onderneming en een MKB’er wordt per onderneming het maximale subsidiebedrag bepaald.

Artikel 17 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger dient de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in binnen drie maanden na afloop van het realiseren van het aardgasvulstation;

  • 2.

    In aanvulling op artikel 9 van deze stimuleringsregeling wordt bij de aanvraag tot subsidievaststelling documenten of bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat de vereiste vergunningen zijn goedgekeurd door een Notified Body.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 18 Evaluatie

Het college zendt binnen 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening (en vervolgens telkens na 5 jaar) aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze verordening in de praktijk.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het gemeentelijke blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 20 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Stimuleringsregeling subsidies milieu Harderwijk 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 1 oktober 2009, onder nummer 75.
de heer J.C.G.M. Berends, voorzitter
de heer H.R. Lanning, raadsgrffier
 
 
 
                                                          

Nota-toelichting

Toelichting

 

De Gemeente Harderwijk heeft in haar milieubeleid als hoofddoelstelling opgenomen zorg te willen dragen voor een duurzame leefomgeving. In het milieubeleidsplan 2009 - 2012 geeft de gemeente aan welke doelen ze wil bereiken en op welke manier ze die wil verwezenlijken. Voor het bereiken van een aantal van die doelen wil de gemeente subsidie verstrekken. Dat is ook de reden dat de gemeente deze subsidieverordening heeft opgesteld. De gemeente heeft daarbij gekozen om één subsidieregeling op te stellen waarin meerdere subsidies mogelijk worden gemaakt. Op deze manier wil de gemeente de inzichtelijkheid van subsidies vergroten. In deze regeling wordt subsidie mogelijk gemaakt voor het aanleggen van extensieve vegetatiedaken en het realiseren van één aardgasvulstation in de gemeente. Het is mogelijk dat door wijzigingen van deze subsidieverordening meerdere subsidies mogelijk worden gemaakt. 

Subsidie voor vegetatiedaken

 

Het aanleggen van vegetatiedaken draagt op vele manieren bij aan de milieudoelstellingen van de gemeente.

- CO2 reductie (isolatie koud/warmte). Temperatuur in ruimten gelegen onder een vegetatiedak kan minimaal 3 - 4 °C lager zijn wanneer de buitentemperatuur tussen de 25 - 30 °C is.

- Waterberging: 62 tot 100 % van het regenwater door vegetatiedaken kan worden opgevangen.

- Luchtkwaliteit: filteren vegetatiedaken 10 - 20% van de stof in de lucht.

- Geluid: Vegetatiedaken verminderen de geluidsweerkaatsing met ongeveer 3 dB en verhogen de geluidsisolatie met ongeveer 8 dB.

- Biodiversiteit.

De aanlegkosten van een vegetatiedak zijn echter hoger dan die van een conventioneel dak. Juist met deze stimuleringsregeling wil de gemeente Harderwijk deze extra investeringkosten compenseren.

Subsidie voor aardgasvulstation

 

Door middel van het realiseren van een aardgasvulstation wordt bijgedragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit en het terugdringen van de uitstoot van het broeikas CO2. Rijden op aardgas is een schoon en goedkoop alternatief voor normale brandstof. Het gebruik ervan als transportbrandstof blijft echter achter. Er zijn geen aardgasvulstations in de gemeente dus partijen schakelen niet over op aardgasvoertuigen en omdat hierdoor de concrete vraag naar aardgas ontbreekt worden er geen aardgasvulstations gerealiseerd.

 

Staatssteun

 

Voor zover de subsidie wordt verstrekt aan een onderneming is sprake van staatssteun (artikel 87 lid 1 EG-Verdrag). Om staatssteun te kunnen geven moet worden voldaan aan de regels en voorwaarden die door de Europese Commissie zijn gesteld. De gemeente maakt bij deze subsidieverordening gebruik van twee mogelijkheden binnen het staatssteunregime, te weten de ‘de-minimis’ en de groepsvrijstellingsverordening.

De Minimis

 

Gelet op het maximaal te verlenen subsidiebedrag is er de mogelijkheid gebruik te maken van een vrijstellingsverordening van de EG nr. 1998/2006, betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 EG op de-minimissteun (hierna ‘de-minimis-regeling’). Dit betekent dat de subsidieontvanger niet meer dan € 200.000,- aan subsidie over een periode van drie belastingjaren aan steun mag ontvangen. Dit is inclusief eerdere ontvangen subsidies van overheidsinstanties. De aanvrager moet daarom aangeven hoeveel de-minimis-steun door de aanvrager in het lopende en de twee daaraan voorafgaande belastingjaren ontvangen is en verklaren dat de totale steun niet meer dan € 200.000,- bedraagt . Om deze reden is een ‘de-minimis-verklaring’ gekoppeld aan het aanvraagformulier. De gemeente zal eventueel afhankelijk van de inhoud van de ‘de-minimis-verklaring’ besluiten de steun aan te melden vóórdat zij overgaat tot subsidieverlening. Een aantal categorieën van ondernemingen kan geen gebruik van deze ‘de minimis’ verordening maken zoals steun aan ondernemingen in de primaire productie van landbouwartikelen en ondernemingen in moeilijkheden.

Groepsvrijstellingsverordening

 

In de zogenoemde Groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EG) Nr. 800/2008 van de Commissie van 9 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (PBEU / L 214/3)) heeft de Europese Commissie voor een aantal categorieën bepaald dat steun geoorloofd is en niet aan de Europese Commissie ter goedkeuring hoeft te worden voorgelegd. Voor zover aanvragers geen  ‘de-minimissteun-verklaring’ kunnen afleggen (zie hierboven) kan de subsidie op grond van de Groepsvrijstellingsverordening worden verleend. Bij het bepalen van de mogelijkheden tot het verlenen van subsidie zal op grond van de groepsvrijstellingsverordening moeten worden gekeken naar specifieke categorieën van steun, de subsidiabele kosten en het maximale subsidiepercentage.

 

Voor deze subsidieverordening heeft de gemeente voor subsidie voor extensieve vegetatiedaken en het realiseren van het aardgasstation gebruik gemaakt van de groepsvrijstellingsverordening. Beide onderdelen vallen volgens de gemeente onder artikel 18 van de groepsvrijstellingsverordening op grond waarvan steun is toegestaan om ondernemingen in staat te stellen verder te gaan dan Europese normen inzake de milieubescherming of de milieubescherming doen toenemen als er geen Europese normen zijn.  Voor beide soorten subsidies geldt ook een stimulerend effect. Zonder de subsidies zouden de activiteiten vanwege de extra investeringskosten niet worden gerealiseerd waardoor de milieudoelstellingen van de gemeente niet gehaald zouden worden.

 

Het aanleggen van een vegetatiedak is geen Europees geldende norm. Verder kan worden aangenomen dat het aanleggen van vegetatiedaken leidt een verbetering van de milieubescherming (zie artikel 17 groepsvrijstellingsverordening) om de volgende redenen:

- Vegetatiedaken kunnen energiebesparing opleveren: de isolerende functie van een vegetatiedak zorgt voor besparing van energie. Daarnaast zorgt het voor een koeling van het gebouw in de zomer. De mate van energiebesparing hangt af van het soort vegetatiedak. In de studies hierover is geen eenduidig bewijs te vinden over de exacte mate van energiebesparing. In de regeling is daarom expliciet opgenomen dat moet worden aangetoond dat het te subsidiëren vegetatiedak energiebeparing oplevert ten opzichte van een conventioneel dak. SenterNovem heeft overigens in de lijst van de Energie Investeringsaftrek (EIA; fiscale maatregel) aangegeven dat er bij het aanleggen van daken sprake van energiebesparing kan zijn. Op de lijst staan technieken die energiebesparend zijn of duurzame energie opwekken. Om voor de EIA in aanmerking te komen worden er echter wel eisen aan de isolerende waarde gesteld. Er moet sprake zijn van een toename van de warmteweerstand met ten minste 1,5 m² K/w. Om de energiebesparing bij de aanleg van extensieve vegetatiedaken aan te kunnen tonen,  kan worden aangegeven dat de extensieve vegetatiedaken minimaal deze isolerende waarde hebben. Daarnaast zijn er nog aanvullende argumenten om een verbetering van de milieubescherming aan te tonen. 

- Verbetering luchtkwaliteit: een vegetatiedak vangt fijnstof af en produceert zuurstof. De mate hiervan hangt overigens wel af van het type vegetatiedak en de locatie (omstandigheden).

- Verbetering microklimaat: doordat een vegetatiedak CO2 vasthoudt wordt het microklimaat (insecten en zo) verbetert. Overigens hebben we hier geen wetenschappelijk bewijs kunnen vinden over de exacte mate van CO2 reductie. Het blijkt overigens lastig te zijn dit precies te kunnen berekenen.

- Verhoging Biodiversiteit: deze kan worden vergroot door de beplanting. Een extensief vegetatiedak biedt al verblijfsmogelijkheden voor vogels, kevers en spinnen. Tevens is het mogelijk om grond aan te brengen op het dak en te wachten tot inheemse planten zich vestigen.

 

Wat de subsidie voor het aardgasvulstation betreft sluit de gemeente aan bij een beschikking van de Europese Commissie. Op 31 maart 2008 heeft de Europese Commissie een soortgelijke regeling op grond van deze gronden goedgekeurd (Steunmaatregel nr. N 687/2007 – Nederland; Verlenging van de kaderregeling voor steun ten behoeve van de reductie van CO2-emissies in de sector vervoer (C(2008) 1275)). Op grond van dezelfde redenering zoals in deze beschikking is opgenomen, gaat de gemeente ervan uit dat van de groepsvrijstellingsverordening is toegestaan.

HOOFDSTUK 1      Algemene bepalingen

Artikelgewijs

 

Artikel 1          Begripsbepalingen

Vegetatiedaken worden verdeeld in twee soorten. De zogenaamde extensieve en intensieve varianten. De gemeente Harderwijk heeft ervoor gekozen alleen extensieve vegetatiedaken te stimuleren. Deze activiteiten sluiten namelijk voldoende aan bij de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Het extensieve vegetatiedak heeft geen gebruiksfunctie en is alleen voor onderhoud toegankelijk. De begroeiing van het dak houdt zichzelf grotendeels in stand en beperkt zich tot mossen, vetplanten, kruiden en grassen. De belasting varieert van 20 tot 300 kg per vierkante meter. Het dak behoeft derhalve vaak geen aangepaste dakconstructie en kan ook op bestaande gebouwen worden aangebracht.

Artikel 2         Subsidiabele activiteitenOnderdeel c:

Ter uitvoering van het Regiocontract 2008 – 2011 dat is gesloten tussen de regio Noord-Veluwe en de Provincie Gelderland is afgesproken dat er in de Gemeente Harderwijk één aardgasvulstation wordt gerealiseerd. Ter invulling van de afspraken met de provincie zijn er in november 2007 bijeenkomsten met pomphouders georganiseerd waar alle pomphouders binnen de gemeente voor zijn uitgenodigd. Met deze stimuleringsregeling wil de gemeente het selectieproces formaliseren om te komen tot een keuze voor het aardgasvulstation binnen de gemeente.

Artikel 3         Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de vegetatiedaken is gesteld op  € 500.000,- voor nieuwe ondernemingen op het bedrijventerrein Lorentz III en op € 20.000,- voor nieuwe of bestaande particuliere woningen. Voor het aardgasvulstation bedraagt het subsidieplafond € 96.500,- In het laatste geval geldt het subsidieplafond tot en met december 2009. De reden hiervoor is dat, gelet op het voorbereidingstraject, verwacht wordt dat op korte termijn de subsidie kan worden verleend. In dat geval is het niet nodig de subsidieregeling langer open te stellen.

Artikel 4         Verdeelcriteria

Lid 1. Met dit artikel wordt bedoeld dat het zogenaamde ‘wie het eerst komt, die het eerst

maalt’ principe geldend is. De datum van indiening van een volledig ingevuld aanvraagformulier is bepalend voor de volgorde. Als de gemeente Harderwijk de aanvrager heeft verzocht om aanvullende informatie, dan geldt de datum waarop de aanvullende informatie is aangeleverd.

Lid 2. Indien op dezelfde dag meerdere projectaanvragen binnenkomen die aan de criteria voldoen, waardoor het subsidieplafond zou worden overschreden, dan wordt er geprioriteerd naar welk dak het meest voldoet aan de duurzaamheidscriteria en het beeldkwaliteitsplan.

Artikel 5         Afwijzingsgronden

De afwijzingsgronden zijn gebaseerd op de groepsvrijstellingsverordening. Het eerste onderdeel is ontleend aan artikel 7 van de groepsvrijstellingsverordening. De andere onderdelen staan in artikel 1 lid 6 van de groepsvrijstellingsverordening.

 

Een aanvrager verkeert in moeilijkheden wanneer zij aan de volgende voorwaarden voldoet (artikel 7 Groepsvrijstellingsverordening):

a. Als het gaat om een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: wanneer meer dan de helft van het maatschappelijk kapitaal is verdwenen en meer dan een kwart van dit kapitaal tijdens de afgelopen maanden verloren is gegaan,

b. In het geval van een vennootschap waarvan ten minste enkele vennoten onbeperkte aansprakelijkheid voor de schulden van de vennootschap hebben; wanneer meer dan de helft van het eigen vermogen, zoals in de jaarrekening van de vennootschap wordt vermeld, is verdwenen en meer dan een kwart van dit vermogen tijdens de afgelopen twaalf maanden verloren is gegaan, of

c. Ongeacht de vorm van de betrokken aanvrager: wanneer de aanvrager naar zijn nationale recht aan de voorwaarden voldoet om aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen.

Artikel 6         Aanvraag

In dit artikel is aangegeven dat voor de verschillende aanvragen een formulier wordt vastgesteld door het College. Er zijn verschillende aanvraagmomenten in deze subsidieregeling, te weten de aanvraag tot subsidieverlening, het betalen van een voorschot en de aanvraag tot subsidievaststelling. Voor deze aanvraagmomenten zal het College een formulier opstellen.

Artikel 8          Betalen van voorschotten

Het college kan op aanvraag van de subsidieontvanger een voorschot verlenen tot maximaal 80 % van de verleende subsidie. Om een voorschot te krijgen moet een aanvraagformulier worden ingediend waarbij de offertes worden overgelegd. In sommige gevallen kunnen de offertes al bij de aanvraag tot subsidieverlening worden ingediend. In dat geval is het niet meer nodig een aparte aanvraag tot het betalen van een voorschot in te dienen. Het College gaat dan ambtshalve over tot het betalen van een voorschot. Op deze wijze worden de administratieve lasten voor de subsidieaanvrager zo laag mogelijk gehouden.

Artikel            9          Subsidievaststelling

Bij de vaststelling van de subsidie dient de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden te overleggen: facturen van de gemaakte kosten, kopieën van de vereiste vergunningen, ontheffingen of andere wettelijke toestemmingen in verband met de aangevraagde subsidie. Nadat de subsidie is vastgesteld zal het restant worden betaald.

 

Hoofdstuk II            Subsidie voor de aanleg van extensieve vegetatiedaken

Artikel            10        Aanvraag

Bij de aanvraag van de subsidieverlening worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd: verklaring van een constructeur waaruit blijkt dat het dak van het gebouw voldoende draagkracht heeft en in de juiste staat is om het vegetatiedak te kunnen dragen conform het vereiste niveau uit het Bouwbesluit. Daarnaast moet de ontvanger ook een gespecificeerde begroting van de kosten overleggen. Bij de aanvraag moet ook een situatietekening (schaal 1:1000) en een gedetailleerde beschrijving van het aan te brengen vegetatiedak worden bijgevoegd.

 

Er is in dit artikel ook aangegeven dat de onderneming indien mogelijk een de-mininis-verklaring moet overleggen. Als de onderneming echter al meer dan € 200.000,- aan steun heeft gekregen (ook van andere overheden) dan kan de onderneming geen de-minimis verklaring overleggen. Als de onderneming wel van de subsidie gebruik wil maken is de steun mogelijk op grond van de groepsvrijstellingsverordening. Dit geldt echter alleen als blijkt dat aan te leggen daken energiebesparing opleveren ten opzichte van conventionele daken.  

Artikel            11        Subsidiecriteria

Het college kan de subsidie verlenen voor de aanleg voor een vegetatiedak op bedrijventerrein Lorentz III waarbij  moet worden opgelet dat het aangelegde dak minimaal 500 m² moet zijn.  Voor woningen geldt het minimum van 6 m².

 

Zoals opgenomen in het Beeldkwaliteitsplan van de gemeente is het wenselijk dat bedrijven die zich vestigen aan de Noordzijde een hellend dak hebben dat aansluit op de keerwand. De hellingshoek is op voorhand niet aan te geven. Dit is afhankelijk van de hoogte en de lengte van het gebouw ten opzichte van de keerwand. Een keermuur of keerwand is een stijf, grondkerend kunstwerk dat door een groot gewicht en een brede voet een grote standzekerheid kan bereiken. Een keermuur is meestal van gewapend beton.

Het extra gewicht van een extensief vegetatiedak kan oplopen tot 300 kg per m². Het dak moet daarom voldoende draagkracht hebben. Dit moet worden beoordeeld door een erkend constructiebedrijf. Een verklaring hiervoor moet bij de aanvraag worden overlegd. Hiervoor is maximaal € 200,- subsidie beschikbaar.

 

Als een onderneming geen de-minimisverklaring kan overleggen zijn de criteria voor subsidie strenger. De subsidie is in dat geval gebaseerd op de groepsvrijstellingsverordening. Dit kan alleen als is aangetoond dat er sprake is van een verbetering van het milieu. Dit is het geval als er eisen aan de isolerende waarde van het dak wordt gesteld. Deze waarde is ontleend aan de bepaling van de EIA-lijst.

Artikel            12        Subsidiabele kosten

 

Het gaat in deze subsidieregeling om de extra investeringskosten van de aanleg van een vegetatiedak ten opzichte van een conventioneel dak. Die kosten van de aanleg van een vegetatiedak zijn dus subsidiabel die uitstijgen boven de kosten van de aanleg van een conventioneel dak.

Artikel            13        Hoogte van de subsidie

Lid 1

De subsidie van € 25,- per m² voor ondernemingen is gebaseerd op het rapport HAS kennistransfer (2007), Groene daken in Tilburg, onderzoek naar nut, instrumentarium en haalbaarheid, ’s Hertogenbosch. In dit rapport is een berekening gemaakt van de extra investeringskosten in vergelijking met een conventioneel dak. In dit rapport is een bedrag per m² berekend waarop de gemeente de hoogte van het bedrag heeft bepaald. Bij het bepalen van de hoogte is uitgegaan van extra investeringskosten van een extensief vegetatiedak met een begroeide helling van 0° tot 4°.

 

Voor zover de subsidieaanvrager geen de-minimisverklaring kan overleggen moet de hoogte van de subsidie worden beperkt. De subsidiepercentages zijn opgenomen in artikel 18 van de groepsvrijstellingsverordening. De bepalingen over de middelgrote en kleine ondernemingen zijn ook opgenomen in de groepsvrijstellingsverordening.

 

De subsidie kan niet meer bedragen dan € 125.000,-.

Hoofdstuk III           Subsidie voor één aardgasvulstation

Artikel 14       Subsidiecriteria

 

Het uitgangspunt is dat het te realiseren aardgasvulstation op een dusdanige wijze wordt ingericht dat het openbaar toegankelijk is en geschikt is voor verschillende typen voertuigen. Hiervoor zijn er criteria opgenomen met betrekking tot de toegankelijkheid en de minimale capaciteit. De eisen die worden gesteld aan de aardgasvulstations zijn algemeen van aard. Het is voor elke aanvrager van subsidie op grond van deze regeling mogelijk om aan de projecteisen te voldoen.

Artikel 15       Subsidiabele kosten

 

Bij het bepalen van de subsidiabele kosten is de gemeente gehouden aan de criteria die in de Groepsvrijstellingsverordening zijn opgenomen, te weten de extra investeringskosten. In de goedkeuring van de steunmaatregel nr. 687/2007 zoals eerder is aangehaald is de Europese Commissie akkoord gegaan met een specificatie van de extra investeringskosten. De gemeente heeft hier aansluiting bij gezocht. Het gaat dan om de volgende kosten:

- de ombouwkosten van een bestaande pomp tot een aargasvulstation of

- bij de bouw van een nieuwe pomp, het verschil tussen de kostprijs van een benzinepomp en een aardgasvulstation.

Het kan dan gaan om de kosten voor een compressor, buffer, droger en het aanleggen van de leidingen voor de aansluiting op het hoofdnet.

 

Bij het bepalen van de extra investeringen mogen de exploitatiebaten en -kosten die op dit deel van de investeringen betrekking hebben niet worden meegerekend. 

 

Artikel 16       Hoogte van de subsidie

Lid 1 en 2:

Het subsidiepercentage is ook ontleend aan de Groepsvrijstellingsverordening (artikel 18 lid 4 Groepsvrijstellingsverordening).  Voor grote ondernemingen is bepaald dat dit 35% bedraagt. Als de subsidieaanvrager een MKB’er is dan mag meer subsidie worden verleend. In deze stimuleringsregeling is bepaald dat het subsidiepercentage voor een MKB’ervan 45% bedraagt.  Als de subsidiabele activiteit wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband tussen een grote onderneming en een MKB’er dan moet voor elke onderneming worden bekeken of de maximale subsidiepercentages niet worden overschreden.

 

In de Groepsvrijstellingsverordening is een cumulatiebepaling opgenomen (artikel 7 Groepsvrijstellingsverordening). Hierin is aangegeven dat de totale subsidie voor een project nooit meer mag bedragen dan de maximale percentages zoals opgenomen in de Groepsvrijstellingsverordening. Daarom moet ook worden gekeken naar subsidies van andere overheden.

 

Lid 3:

Als blijkt dat er al andere subsidies zijn verleend dan is de gemeente op grond van het Europees recht gehouden om minder subsidie te verlenen als blijkt dat de maximale subsidiepercentages zijn overstegen. 

Artikel 17       Vaststelling van de subsidie

 

Het aardgasvulstation moet voldoen aan de gebruikelijke technische specificaties, (veiligheids)voorschriften, toepasselijke (wettelijke) regelgeving en vergunningen en dient te zijn goedgekeurd door een Notified Body. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling moeten documenten worden overgelegd waaruit blijkt dat hieraan is voldaan. De gemeente wil hiermee voorkomen dat subsidie wordt verstrekt aan activiteiten waarvoor geen toestemming van het bevoegde gezag is gegeven.