Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening burgeriniatief gemeente Haren

Geldend van 01-12-2001 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening burgeriniatief gemeente Haren

DE RAAD DER GEMEENTE HAREN,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2001;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening burgerinitiatief gemeente Haren

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2

  • 1 De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2 Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      niet door ten minste 25 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • 1 Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2 Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of;

  • e.

    een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.

Artikel 5

  • 1 Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.

  • 2 Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3 Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage I van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

  • 1 Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad. De raad geeft daarbij aan of en hoe het initiatief ambtelijk ondersteund kan worden.

  • 2 De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 3 Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 4 Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.

Artikel 7

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van de verordening, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2001.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 15 oktober 2001.
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.