Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent subsidie Beleidsregels Subsidie 2012

Geldend van 26-07-2012 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Subsidie 2012

Inleiding

Voor de subsidieverstrekking 2012 is de Algemene Subsidieverordening gemeente Heemskerk 2011

van toepassing. Deze verordening geeft het college de mogelijkheid om beleidsregels vast te

stellen met beleidsprioriteiten en criteria voor de verdeling van de onder de subsidieplafonds vallende

bedragen. Het college heeft hier invulling aangegeven middels het opstellen van algemene en bijzonder beleidsregels, welke zijn gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

Activiteiten gericht op sociale samenhang en leefbaarheid.

Activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend zijn gericht op het bevorderen van sociale samenhang, saamhorigheid en participatie van ingezetenen van de gemeente en dienen primair gebaseerd te zijn op de eigen verantwoordelijkheid en geheel of gedeeltelijke zelfredzaamheid. De instelling moet door middel van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd aantoonbaar een bijdrage leveren aan gemeentelijke beleidsdoelen. Bij de beoordeling hiervan is van belang:

  • de aard van de activiteit in relatie tot het te bereiken beleidsdoel,

  • aantal deelnemers dan wel toeschouwers,

  • de mate waarin het initiatief voortkomt uit de behoeften en wensen van de inwoners.

 

Subsidies waarderen het organiseren van activiteiten.

Subsidie is bedoeld als instrument om de door de instelling te ontplooien activiteiten en prestaties mogelijk te maken. Een subsidiebedrag zal in principe betrekking hebben op deze grootheden en niet op het vergoeden van door de gemeente niet te beïnvloeden kostenfactoren die alleen indirect hierop betrekking hebben, zoals bijvoorbeeld energiekosten, salariskosten etc.

 

‘Heemskerks geld is in principe bestemd voor Heemskerkers’

Heemskerks geld is in principe bestemd voor Heemskerkse instellingen. Dit betekent in de praktijk dat instellingen die gevestigd zijn in Heemskerk en activiteiten uitvoeren voor Heemskerkse bevolking de voorkeur genieten bij het in aanmerking komen voor een subsidie. Een uitzondering hierop geldt voor subsidiëring van welzijnsactiviteiten in de wijk de Broekpolder.

Gesubsidieerde activiteiten zijn voorts in beginsel voor alle inwoners van Heemskerk toegankelijk. De algemene toegankelijkheid moet uiteraard wel passen bij de doelgroep waarop het subsidie betrekking heeft.

 

Subsidies beogen het bereiken van gemeentelijke beleidsdoelen.

De subsidieontvanger voert een door de gemeente vastgesteld beleid uit. Die activiteiten worden gesubsidieerd, waarbij er een directe relatie is tussen de gevraagde en de te leveren prestatie en het te bereiken beleidsdoel.

 

Rekening houden met de draagkracht van de subsidieaanvrager.

Als de instelling zelf over voldoende gelden beschikt (uit eigen middelen of via derden), zal in de regel niet tot het verstrekken van subsidie worden overgegaan. In beginsel zijn instellingen zelf verantwoordelijk voor het werven van noodzakelijke middelen. Indien een beroep kan worden gedaan op een andere regeling, organisatie of (gemeentelijk) fonds, dan geldt deze mogelijkheid dan ook als voorliggend.

 

Reductie administratieve lasten

Vermindering van de administratieve en bestuurlijke lasten binnen het subsidieproces. Bij het opstellen van de Algemene subsidieverordening gemeente Heemskerk 2011 en onderhavige beleidsregels is nadrukkelijk gekeken naar de dereguleringsmogelijkheden binnen het subsidieproces. Zo is er een vereenvoudiging van de regels voor de verantwoording van de subsidie.

 

Bekende instellingen of gecertificeerde instellingen kunnen de voorkeur krijgen.

Instellingen die in voorgaande jaren naar tevredenheid van de gemeente Heemskerk activiteiten hebben uitgevoerd genieten een voorkeur bij subsidietoekenning. Instellingen die lid zijn van een landelijke beroepsvereniging die kwaliteitsnormen stelt en garandeert voor de aangesloten organisaties genieten de voorkeur (vergelijkbaar met het doel van de ISO-normen) bij subsidieverlening.

 

Geen winstoogmerk

Uitsluitend activiteiten worden gesubsidieerd die georganiseerd worden door instellingen die zich ten doel stellen zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de burgers van de gemeente.

 

Alle aanvragen worden getoetst aan de hierboven beschreven algemene uitgangspunten en aan de

hand van de in dit document opgenomen beleidsregels per beleidsterrein.

 

Leeswijzer

In hoofdstuk 1 zijn algemene beleidsregels opgenomen en in hoofdstuk 2 is per beleidsterrein het navolgende aangegeven:

  • a.

    Welke doelen en resultaten worden nagestreefd

  • b.

    Welke indicatoren van belang zijn

  • c.

    Welke activiteiten in aanmerking komen

  • d.

    Welke organisaties in aanmerking komen

  • e.

    Welke normen, tarieven of voorschriften van toepassing zijn.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsomschrijving

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    Activiteit: invulling geven aan een maatschappelijk doel.

  • 2.

    Uitvoeringsovereenkomst: een overeenkomst, waarin de essentiële elementen van een subsidiebeschikking verder worden uitgewerkt en die de subsidiegever de mogelijkheid verschaft om in rechte nakoming te vorderen van het verrichten van de gesubsidieerde activiteit.

  • 3.

    Essentiële elementen: de in de subsidiebeschikking opgenomen aanduiding van activiteiten, eventuele verplichtingen, het subsidiebedrag of de berekeningwijze daarvan.

  • 4.

    Ambtshalve besluitvorming: besluitvorming waaraan geen aanvraag ten grondslag ligt.

Artikel 1.2 Subsidieplafond

  • 1. De subsidieplafonds per beleidsterrein worden jaarlijks vóór 1 januari van het betreffende jaar door het college bekend gemaakt.

  • 2. Subsidieverzoeken die in de loop van het jaar worden ontvangen, waarvoor vanwege overschrijding van het subsidieplafond, geen budget beschikbaar is, worden op grond daarvan geheel of gedeeltelijk geweigerd.

Artikel 1.3 Verdeelsleutel

  • 1. Voor aanvragen om eenmalige subsidies wordt op volgorde van binnenkomst beslist.

  • 2. Indien het budget op is, geldt dat aanvragen worden doorgeschoven naar het volgende jaar en dan als eerste zullen worden behandeld.

  • 3. Aanvragen om jaarlijkse subsidies worden beoordeeld op de mate van realisatie van maatschappelijke doelstelling.

  • 4. De subsidies wordt op individuele basis bepaald op basis van:

    • -

      noodzaak,

    • -

      alternatieven,

    • -

      toepassingsmogelijkheden profijtbeginsel,

  • 5. Bij de verdeling van de subsidiegelden gaat de meerjarige subsidie voor de nieuwe / incidentele subsidie.

Artikel 1.4 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. Voor eenmalige subsidies en jaarlijkse subsidies tot 50.000 euro geldt dat de aanvraag tot subsidie is voorzien van een project- of activiteitenplan, waarin de activiteiten zijn beschreven, en is voorzien van een begroting waarin de kosten van het project zijn gespecificeerd.

  • 2. Voor jaarlijkse subsidies vanaf 50.000 euro geldt dat bij de aanvraag een offerte wordt ingediend en dat in een prijsdocument de tarieven per product kenbaar worden gemaakt. Het prijsdocument is een bijlage bij de subsidieaanvraag. Dit prijsdocument geeft inzicht in het tarief per product.

  • 3. Als een subsidieaanvraag niet aan bovengenoemde eisen voldoet, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag aan te vullen c.q. te herstellen binnen een nader te bepalen termijn.

Artikel 1.5 eenmalige subsidie

Indien subsidie wordt verstrekt voor een éénmalige bijzondere activiteit en deze activiteit een jaarlijks terugkerend karakter blijkt te hebben, kan het college besluiten om de subsidie in de daarop volgende jaren als een jaarlijkse subsidie te verstrekken.

Artikel 1.6 Prijsindex

  • 1. Het college bepaald jaarlijks of de subsidies worden verhoogd / verlaagd met het prijsindexcijfer van het CPB.

  • 2. De subsidieontvanger wordt hierover geïnformeerd middels een kaderbrief nadat de raad de voorjaarsnota heeft vastgesteld.

Artikel 1.7 Uitvoeringsovereenkomst

  • 1. Voor jaarlijkse subsidies vanaf 10.000 tot 50.000 euro kan een uitvoeringsovereenkomst worden afgesloten en voor jaarlijkse subsidies vanaf 50.000 euro wordt een uitvoeringsovereenkomst afgesloten.

  • 2. De uitvoeringsovereenkomst wordt in principe voor maximaal vier jaar afgesloten met die restrictie dat de jaarlijkse subsidieverlening aanleiding kan zijn om tussentijds de overeenkomst te wijzigen.

  • 3. De hoogte van de te verstrekken subsidie wordt bepaald door de te leveren prestaties en de integrale kostprijs per product.

Artikel 1.8 Procedure jaarlijkse subsidie vanaf 50.000 euro

  • 1. Het college stelt eens per vier jaar een programma van eisen op voor de subsidieverlening.

  • 2. Dit programma van eisen is de basis voor een aanbod van de betreffende instelling in de vorm van een offerte.

  • 3. In deze offerte worden de aangeboden activiteiten / diensten / producten / prestaties zo specifiek en meetbaar mogelijk omschreven en als zodanig ook gekoppeld aan de doelen en toe te rekenen kosten.

  • 4. Op basis van het beschikbare budget in het lopende subsidiejaar en met in achtneming van het vastgelegde gemeentelijke beleid wordt onderhandeld over te bereiken resultaten, te leveren prestaties en subsidiebedragen.

Artikel 1.9 Weigeringsgronden

De subsidie kan ook gedeeltelijke worden geweigerd.

Artikel 1.10 Betaling en bevoorschotting

  • 1. Bevoorschotting vindt niet plaats alvorens op de aanvraag tot subsidieverlening is beslist.

  • 2. Bevoorschotting vindt niet plaats voorafgaand aan het tijdvak waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 3. Een verzoek om een andere wijze van bevoorschotting wordt schriftelijk ingediend.

Artikel 1.11 Tussentijdse rapportage

  • 1. Voor subsidies vanaf 10.000 tot 50.000 euro vraag het college een tussentijdse rapportage, als bedoeld in artikel 13 van de Algemene subsidieverordening gemeente Heemskerk 2011, op indien er aanwijzingen zijn dat de subsidie niet overeenkomstig het doel wordt besteed, de financiële omstandigheden van de instelling daartoe aanleiding geven of anderszins het vermoeden bestaat dat niet (langer) aan de voorwaarden van subsidieverlening wordt voldaan.

  • 2. Voor jaarlijkse subsidies vanaf 50.000 euro geldt een halfjaarlijkse tussentijdse rapportageplicht, waarbij schriftelijk wordt gerapporteerd over de geleverde prestaties (realisatie van activiteiten) afgezet tegen de vooraf overeengekomen (geprognosticeerde) prestaties, waarbij Inzicht wordt gegeven in de financiële gevolgen per product.

Artikel 1.12 Verplichtingen inzake beheer en gebruik van subsidies

  • 1. Indien een activiteit niet of anders wordt uitgevoerd dan bij de aanvraag is aangegeven, dan dient dit niet alleen tijdens de subsidieperiode, maar ook in de verantwoording achteraf inzichtelijk gemaakt te worden in de financiële en inhoudelijke verslaglegging.

  • 2. Voor jaarlijkse subsidies vanaf 50.000 euro geldt dat de prestaties worden geleverd door voldoende opgeleid personeel, welke voldoen aan de regels van de betreffende branche- c.q. beroepsvereniging.

Artikel 1.13 Inlichtingenverplichting bij gewijzigde omstandigheden

  • 1. Indien sprake is van een stijging of daling van het ledenaantal van de instelling kan de hoogte van de subsidie voor het subsidiejaar volgend op de stijging of daling en de daarop volgende jaren in het van toepassing zijnde subsidietijdvak, hierop worden aangepast.

  • 2. Voor de bepaling van deze stijging of daling geldt het verschil tussen het aantal leden, zoals vermeld bij de eerste aanvraag en het aantal leden zoals vermeld bij de hernieuwde aanvraag.

Artikel 1.14 Afwijken van vaststellingsregels

  • 1. In afwijking van artikel 16 lid 1 van de Algemene subsidieverordening gemeente Heemskerk 2011 wordt een eenmalige subsidie bij de verlening niet ambthalve vastgesteld indien de subsidie betrekking heeft op activiteiten die in tijd en/of omvang niet zijn afgebakend.

  • 2. In afwijking van artikel 16 lid 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Heemskerk 2011wordt een jaarlijkse subsidies tot 10.000 euro in ieder geval niet ambtshalve vastgesteld indien steekproefsgewijze controle daar aanleiding toe geeft.

Artikel 1.15 Afrekensystematiek subsidies vanaf 10.000 euro

Bij de vaststelling van de subsidies wordt de volgende afrekensystematiek gehanteerd:

  • 1.

    Indien meer prestaties zijn geleverd dan is overeengekomen vindt geen verrekening van de subsidie plaats.

  • 2.

    Indien minder prestaties zijn geleverd dan 90% van de overeengekomen prestaties of anderszins niet of niet volledig aan de verplichtingen is voldaan, vindt volledige verrekening plaats.

Artikel 1.16 Reserves en voorzieningen

  • 1. Het is toegestaan om, naast de algemene vrijlating van reserves en voorzieningen van maximaal 20% van de jaarlasten, een onderhoudsvoorziening voor groot onderhoud in de balans op te nemen.

  • 2. Voorwaarde is dat de hoogte van deze voorziening wordt onderbouwd door een meerjaren onderhoudsplan.

  • 3. Bij het verzoek om vaststelling van de subsidie dient dit meerjarenonderhoudsplan meegezonden te worden.

  • 4. De subsidieontvanger kan bij onvermijdelijke uitgaven schriftelijk verzoeken om rekening te houden met andere bestemmingreserves, waarmee het maximum van 20% van de jaarlasten wordt overschreden.

  • 5. De toestemming om te mogen afwijken van de algemene vrijlating van reserves en voorzieningen van maximaal 20% van de jaarlasten wordt opgenomen in de vaststellingsbeschikking.

Hoofdstuk 2 Sport

Artikel 2.1. Begripsbepaling

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    Sport: lichamelijke bezigheid ter ontspanning, met spel- en wedstrijdelementen waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn, respectievelijk bevorderd worden.

  • b.

    Sportvereniging: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die:

    • -

      statutair is gevestigd in Heemskerk,

    • -

      als voornaamste activiteit (al dan niet in competitieverband) gelegenheid biedt sport te beoefenen,

    • -

      is aangesloten bij één of meer door het NOC*NSF erkende overkoepelende sportorganisaties, en

    • -

      geen mensen bij voorbaat uitsluit van een lidmaatschap.

  • c.

    NOC*NSF: Nationaal Olympisch Comité en de Nederlandse Sportfederatie.

  • d.

    Gehandicaptensport Nederland: landelijke belangenorganisatie voor sporters met een handicap en verenigingen die zich richten op deze doelgroep.

  • e.

    Aangepast sporten: sporten voor mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking, alsmede met psychische of psychosociale problemen.

  • f.

    Actieve leden: leden die contributie betalen, daadwerkelijk deelnemen aan de kernactiviteit(en) van de vereniging en niet in loondienst zijn van die vereniging (Als peildatum geldt 1 januari van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar).

  • g.

    Jeugdlid: Actief lid van de vereniging tussen de 0 en 18 jaar oud.

Artikel 2.2. Doel van de subsidie

De gemeentelijke sportvisie is neergelegd in het uitvoeringsprogramma ‘Heemskerk sportief aan zet 2008-2010’ dat inzet op toename van de beweeglijkheid en gezondheid van inwoners van Heemskerk en het vergroten van de deelname aan de samenleving.

Artikel 2.3. Beoogde resultaten

Uit het oogpunt van gezondheid, vorming, ontplooiing en leefbaarheid moet iedere inwoner van Heemskerk de mogelijkheid hebben op een verantwoorde wijze enige vorm van sport te beoefenen. Daarom worden de volgende resultaten nagestreefd:

  • meer jongeren nemen deel aan sportactiviteiten,

  • meer ouderen nemen deel aan sportactiviteiten,

  • meer mensen met een beperking nemen deel aan sportactiviteiten,

  • het realiseren van een “vitale” verenigingsstructuur,

  • de deskundigheid van bestuurlijk en sporttechnisch kader van sportverenigingen worden versterkt.

Artikel 2.4. Indicatoren

N.v.t.

Artikel 2.5. Welke activiteiten komen voor subsidie in aanmerking

  • 1. Subsidie kan worden verleend voor ondersteuning en professionalisering van het bestuurlijk en vrijwillig kader van sportverenigingen .

  • 2. Subsidie kan worden verleend voor kosten van deskundigheidsbevordering van vrijwilligers tot een maximumbedrag per jaar, waarbij cursuskosten en boeken subsidiabele kosten wel en reiskosten, lunch en/of overnachtingen geen subsidiabele kosten zijn. De subsidie wordt verleend als de cursus met goed gevolg is afgesloten en een certificaat of diploma is ontvangen.

  • 3. Subsidie kan worden verleend voor door het college aan te wijzen activiteiten, die:

    • a.

      bijdragen aan de maatschappelijke betrokkenheid binnen een wijk, en

    • b.

      die ook voor niet-leden van de onder artikel 2.1.b genoemde vereniging toegankelijk zijn.

  • 4. Eenmalige subsidie kan worden verleend voor openbaar toegankelijke breedtesportevenementen, gericht op lokaal bezoekerspubliek waarbij stimulering van bewegen centraal staat. Subsidiabel zijn de directe kosten verbonden aan het organiseren van een evenement, maximaal 35% van de organisatiekosten met een maximum van € 2.750.

  • 5. Per jaar wordt slechts één breedtesportevenement in dezelfde tak van sport gesubsidieerd.

  • 6. Voor zover het gaat om activiteiten van jeugdleden, wordt geen subsidie verleend voor het instructiezwemmen voor zwemdiploma’s A, B en C.

Artikel 2.6. Welke organisaties komen voor subsidie in aanmerking

  • 1. Subsidie wordt verleend voor de instandhouding van een breed aanbod van sportactiviteiten, aangeboden door sportverenigingen die voldoen aan de in artikel 2.1.b opgenomen criteria;

  • 2. Subsidie wordt verleend aan sportverenigingen met een aanbod van “aangepast sporten” voor Heemskerkers met een beperking, indien deze sportactiviteiten als zodanig zijn erkend door het NOC*NSF of “Gehandicaptensport Nederland”, en het ledenbestand van de vereniging voor minimaal 50% bestaat uit mensen met een beperking.

  • 3. Niet voor subsidie in aanmerking komt:

    • a.

      een vereniging of stichting die niet voldoet aan de in artikel 2.1.b genoemde criteria ;

    • b.

      een vereniging die voor minder dan 75% uit Heemskerkse leden bestaan;

    • c.

      een verenigingen met minder dan 25% jeugd leden;

  • 4. Indien een organisatie naar het oordeel van het college, onvoldoende actief is, kan de subsidie worden geweigerd.

  • 5. Verenigingen c.q. stichtingen die voor het eerst jaarlijkse subsidie aanvragen komen hiervoorslechts in aanmerking als het activiteitenaanbod naar het oordeel van het college aanvullend is op het reeds bestaande voorzieningenniveau.

Artikel 2.7. Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • 1. Een aanvraag om subsidie voor cursuskosten is voorzien van:

    • -

      een omschrijving van de cursus en de cursusinhoud;

    • -

      een opgave van de deelnemende leden, onder vermelding van naam en adres; en

    • -

      een gespecificeerd overzicht van de cursuskosten

  • Na afronding van de cursus dienen de relevante bewijsstukken te worden overgelegd zoals kopieën van het diploma(‘s) en/of certifica(a)t(en).

  • 2. Uitgangspunt om voor jeugdsubsidie in aanmerking te komen is dat de jeugd contributienorm minimaal dient te voldoet aan de landelijke contributienorm welke gerelateerd is aan de Landelijke verenigingsmonitor 2006 (in 2012 vindt een nieuw onderzoek plaats). De contributienorm van € 72,-- jeugdleden (< 12 jaar), € 81,-- jeugdleden (12-18 jaar). Als een vereniging geen onderscheid maakt in leeftijdscategorieën wordt een minimale norm van € 76,50. De vereniging dient informatie te overleggen waaruit de contributienorm tot uiting komt.

Artikel 2.8. Referentiedocumenten

  • Uitvoeringsprogramma ‘Heemskerk sportief aan zet 2008-2010’

Hoofdstuk 3 Kunst en Cultuur

Artikel 3.1. Begripsbepaling

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    Kunst en cultuur: de kunsten, het erfgoed, de media en letteren.

  • b.

    De kunsten: podiumkunsten (instrumentale muziek, vocale muziek, dans en toneel) en niet-podiumkunsten (beeldende kunst en bouwkunst, literatuur, fotografie en audiovisuele kunst).

  • c.

    Het erfgoed: musea, monumenten, archeologie, archieven.

  • d.

    Media en letteren: lokale omroep en bibliotheek.

  • e.

    Amateurkunst: alle uitingen en presentaties van kunstbeoefening, die niet beroepsmatig maar door liefhebbers in hun vrije tijd worden gedaan. Hierbij valt de denken aan muziekkorpsen, symfonieorkesten, majorettekorpsen, toneel, muziek- of bewegingstheater en (volks)dansverenigingen, verenigingen voor beeldende kunst, fotografie, audiovisuele kunst of nieuwe mediakunst en vormgeving.

  • f.

    Evenementen en festiviteiten: activiteiten van tijdelijke aard die georganiseerd worden ter vermaak van bezoekers. De activiteiten hebben een lokale of (boven)regionale uitstraling en vinden over het algemeen plaats in de openlucht en er is een gemeentelijke vergunning voor nodig.

Artikel 3.2. Doel van de subsidie

Het doel is inwoners van Heemskerk de gelegenheid te bieden kennis te maken met de cultuur van Heemskerk en daaraan actief te kunnen deelnemen.

Bijzondere aandacht is er:

  • -

    voor het bevorderen van de samenwerking tussen organisaties,

  • -

    voor het stimuleren van vernieuwende culturele initiatieven,

  • -

    voor activiteiten voortkomend uit en/of gericht op buurten in Heemskerk.

Artikel 3.3. Beoogde resultaten

De volgende resultaten worden nagestreefd:

  • -

    Cultuurparticipatie: Zoveel mogelijk mensen plezier laten beleven aan en zich ontwikkelen door actief en passief deel te nemen aan culturele activiteiten.

  • -

    Cultuureducatie: Zoveel mogelijk kinderen en jongeren via cultuureducatie kennis laten maken met en waardering laten krijgen voor kunst en cultuur.

  • -

    Beeldende Kunst: Actiever benutten van beeldende kunst voor de kwaliteit van de openbare ruimte en de aantrekkingskracht van Heemskerk op inwoners en toeristen.

  • -

    Cultuurhistorie: De cultuurhistorische schatten in onze gemeente in stand houden en beter zichtbaar maken voor publiek. Het erfgoed meer benutten als inspiratiebron voor ruimtelijke ontwikkeling en de kwalitatieve inrichting van de openbare ruimte.

Artikel 3.4. Indicatoren

N.v.t.

Artikel 3.5. Welke activiteiten komen voor subsidie in aanmerking

  • 1. De subsidie wordt verleend voor activiteiten die zich richten op de onder 3.2 en 3.3 genoemde doelstellingen, en die tevens bijdragen aan de instandhouding en vernieuwing van een goede culturele infrastructuur.

  • 2. Voor subsidieaanvragen voor Evenementen en festiviteiten gelden de volgende voorwaarden.

    • -

      Het evenement of de festiviteit is nieuw en bijzonder en zorgt voor een aanvulling op het cultuuraanbod.

    • -

      Het evenement of de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd vindt plaats in Heemskerk, Beverwijk, Uitgeest of Velsen.

    • -

      Activiteiten die vallen onder de reguliere activiteiten van de aanvrager komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 3.6. Welke organisaties komen voor subsidie in aanmerking

Voor subsidie komen in aanmerking alle organisaties die zich richten op een of meerdere onder 3.2. en 3.3. opgenomen doelstellingen.

Artikel 3.7. Bijzondere criteria en/of voorwaarden

Voor subsidieaanvragen voor Amateurkunsten geldt de volgende bijzondere verplichting:

de verenging moet per peildatum de ledenlijst overleggen, die voorzien is van naam en woonplaats.

Artikel 3.8. Referentiedocumenten

De gemeentelijke cultuurvisie is neergelegd in de cultuurnota ‘Vinden en verbinden 2010’.

Hoofdstuk 4 Brede School

Artikel 4.1. Begripsbepaling

De Brede School is een netwerk van onderwijs, welzijn en zorg voor kinderen en hun ouders. Een netwerk bestaande uit de school en andere voorzieningen (zorginstellingen, cultuur, sport en bijvoorbeeld politie), met als doel de actieve deelname aan de samenleving te bevorderen, kinderen een goede dagindeling te bieden, mogelijke achterstanden van kinderen weg te nemen en hun sociale competentie te vergroten.

Artikel 4.2. Doel van de subsidie

Bij de ontwikkeling van Brede Scholen in Heemskerk wordt ingezet op het vergroten van ontwikkelingskansen voor kinderen. Het gaat daarbij vooral om het optimaliseren van de sociale competenties. Hieronder wordt verstaan: het geheel aan kennis, inzichten, vaardigheden en persoonskenmerken, die noodzakelijk zijn om op een volwaardige wijze in de maatschappij te functioneren. Brede scholen dragen bij aan de sociale samenhang in buurten.

Artikel 4.3. Beoogde resultaten

De volgende resultaten worden nagestreefd:

  • -

    maximale ontwikkeling van talenten van kinderen;

  • -

    bestrijden van onderwijs( taal) achterstanden;

  • -

    verbinding van de drie opvoedingsmilieus: thuis, school en buurt;

  • -

    kunnen combineren van werk en zorg door ouders;

  • -

    een integrale aanpak rond de ontwikkeling van kinderen;

  • -

    bundeling van kwaliteiten van de deelnemende partijen;

  • -

    laagdrempeligheid tussen de school en andere voorzieningen in de buurt.

Artikel 4.4. Indicatoren

De volgende indicatoren worden gehanteerd:

  • -

    aantal brede basisscholen

  • -

    aantal gemonitorde brede scholen

  • -

    aantal aangeboden brede school activiteiten

Artikel 4.5. Welke activiteiten komen voor subsidie in aanmerking

  • 1. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de cognitieve, creatieve, sociaal emotionele en fysieke ontwikkeling van kinderen en openstaan voor alle kinderen van de betreffende school. Of de activiteit aan de hier genoemde eis voldoet, moet blijken uit een onderbouwd plan en methodische aanpak.

  • 2. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten waarbij de ouders betrokken worden. Subsidie kan tevens worden verleend voor activiteiten ten behoeve ouders op het gebied van opvoedingsondersteuning, educatie en vrije tijd.

  • 3. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die aansluiten op behoeften van kinderen, ouders en overige wijkbewoners.

  • 4. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die zijn afgestemd met andere samenwerkingspartners en in onderlinge samenwerking worden uitgevoerd

  • 5. De activiteiten moeten in beginsel toegankelijk zijn voor alle kinderen van de aanvragende school. Aanvragen zijn schoolgerelateerd, dan wel gerelateerd aan meerdere scholen die op het gebied van de Brede School samenwerken. Algemene toegankelijkheid is dan ook niet altijd van toepassing.

  • 6. Er kan Brede Schoolsubsidie worden aangevraagd voor een activiteit voor een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld “Taalachterstand” of kinderen van een bepaalde school.

  • 7. De doelgroep van de uit te voeren activiteiten bestaat uit leerlingen, dan wel de ouders van, die staan ingeschreven bij een basisschool in Heemskerk.

Artikel 4.6. Welke organisaties komen voor subsidie in aanmerking

In principe komen alle heemskerkse organisaties in aanmerking voor subsidie. Van belang is dat de subsidieaanvraag gedaan wordt door een heemskerkse basisschool en in samenwerking met de school en de brede schoolcoördinator tot stand is gekomen.

Artikel 4.7. Verdeelsystemathiek

Bij de toekenning van subsidie wordt uitgegaan van een evenwichtige verdeling op terreinen sport, cultuur en welzijn. Bovendien wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de middelen over de diverse locaties.

Artikel 4.8. Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • 1. In afwijking van artikel 7 van de subsidieverordening wordt geen indieningstermijn gesteld aan de aanvraag.

  • 2. Het budget wordt aangewend voor de subsidiering van de Brede Schoolactiviteiten, betaling van de Brede Schoolconsulent en relevante administratieve werkzaamheden. Uitgangspunt is dat tenminste 60 % van het budget beschikbaar is voor het subsidiëren van Brede School activiteiten. Maximaal 40% van het beschikbare budget mag besteed worden voor de coördinatie en administratieve inzet ten behoeve van de brede school.

Artikel 4.9. Referentiedocumenten

Overdracht functie Brede School coördinator Heemskerk (1 augustus 2010).

Hoofdstuk 5 Lokaal Gezondheidsbeleid

Artikel 5.1. Begripsbepaling

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gezondheidsbeleid: De gemeente heeft wettelijke taken op het gebied van volksgezondheid op basis van de Wet publieke gezondheid (Wpg) en heeft de verplichting om de totstandkoming en de continuïteit van en de samenhang binnen de publieke gezondheidszorg te bevorderen. Publieke gezondheidszorg wordt omschreven als alle gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen voor de bevolking of specifieke groepen daaruit.

  • 2.

    GGD: Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst. Nederlandse gemeenten hebben de wettelijke taak om de gezondheid van burgers te bevorderen en beschermen tegen ziekten en calamiteiten. Deze taak is neergelegd bij de GGD.

Artikel 5.2. Doel van de subsidie

De gemeentelijke visie op lokaal gezondheidsbeleid is neergelegd in de Wmo-kadernota 2012-2016 Gemeente Heemskerk ‘Met Elkaar”. De doelen en de beoogde effecten van subsidiering van activiteiten zijn het bevorderen en beschermen van de gezondheid van de inwoners van de gemeente Heemskerk. De uitvoering van de genoemde doelstellingen wordt neergelegd bij de maatschappelijke instellingen.

Artikel 5.3. Beoogde resultaten

In het kader van gezondheidspreventie staat het voorkomen van ziekte en bescherming en bevordering van de gezondheid van Heemskerkse burgers centraal. Daar sluiten activiteiten op aan die betrekking hebben op gezondheidsbevorderende maatregelen, preventie en het stimuleren van een gezonde leefstijl en gezond gedrag.

Het uiteindelijke resultaat is het hebben van gezonde Heemskerkse inwoners.

Artikel 5.4. Indicatoren

N.v.t.

Artikel 5.5. Welke activiteiten komen voor subsidie in aanmerking

  • 1. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die ondersteuning bieden op het gebied van gezondheidspreventie, waar de begroting of de activiteiten van de GGD niet in voorzien.

  • 2. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die bijdragen aan het bevorderen en beschermen van de gezondheid van de inwoners van de gemeente Heemskerk.

  • 3. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die aansluiten bij een aantoonbare vraag of behoefte van de bevolking op het gebied van gezondheid of inspelen op gesignaleerde gezondheidsrisico´s (waarbij de signalering in de periodieke GGD-gezondheidsonderzoeken onder de doelgroepen jongeren, volwassenen en ouderen als uitgangspunt wordt genomen).

  • 4. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die een preventief karakter hebben, gericht op een gezonde leefstijl, gezond gedrag en op de volgende de speerpunten uit de Wmo-kadernota 2012-2016 gemeente Heemskerk ‘Met Elkaar’:

    • -

      Preventie GGZ en depressie

    • -

      Overgewicht

    • -

      Roken/schadelijk alcoholgebruik

    • -

      Seksuele gezondheid

  • 5. Subsidie kan worden verleend indien bij de uitvoering van de activiteit aangestuurd wordt op eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van de burger en op samenwerking met andere organisaties.

Artikel 5.6. Referentiedocumenten

  • Wmo-kadernota 2012-2016 Gemeente Heemskerk ‘Met Elkaar”

Hoofdstuk 6 Jeugd en Jongeren

Artikel 6.1. Begripsbepaling

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    Jeugd en jongeren: personen van 0-23 jaar.

  • b.

    Opvoedondersteuning: ondersteuning van ouders bij de opvoeding van hun kinderen.

  • c.

    Vrije tijd: tijd buiten school- en werktijd.

  • d.

    Ketensamenwerking: een ononderbroken overdracht in de samenwerking tussen zorg- en welzijnsorganisaties.

Artikel 6.2. Doel van de subsidie

Elke jonge inwoner van Heemskerk moet de kans krijgen zich op een dusdanige manier te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen die actief kunnen deelnemen aan het sociale, economische en culturele leven.

Artikel 6.3. Beoogde resultaten

Het integraal jeugdbeleid is gericht op:

  • -

    de aanpak van achterstanden;

  • -

    het realiseren van zinvolle vrijetijdsbesteding;

  • -

    het realiseren van een gezonde leefstijl;

  • -

    het voorkomen van overlast;

  • -

    het realiseren van een goede ketensamenwerking in de zorgcoördinatie.

Artikel 6.4. Indicatoren

N.v.t.

Artikel 6.5. Welke activiteiten komen voor subsidie in aanmerking

Voor activiteiten die bijdragen aan het realiseren van de in 6.2. en 6.3. genoemde doelstellingen kan subsidie worden verleend..

Artikel 6.6. Welke organisaties komen voor subsidie in aanmerking

Voor subsidie komen in aanmerking alle organisaties die zich richten op een of meerdere onder 6.2. en 6.3. opgenomen doelstellingen.

Artikel 6.7. Bijzondere criteria en/of voorwaarden

Subsidie kan alleen worden verleend voor activiteiten waarbij minimaal 75% van de deelnemers uit Heemskerkers bestaat.

Artikel 6.8. Referentiedocumenten

De Wmo-kadernota, De beleidsnota Jeugd, het PvA 2012-2015.

Hoofdstuk 7 Ouderenbeleid

Artikel 7.1. Begripsbepaling

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    Regisseurschap: de gemeente heeft de regiefunctie bij het realisering van de beleidsdoelstellingen op het terrein van wonen, welzijn en zorg.

  • b.

    Uitvoeringsovereenkomst: overeenkomst waarin de contractuele afspraken tussen de gemeente Heemskerk en (welzijns)organisaties ter uitvoering van het gemeentelijk beleid worden vastgelegd. De uitvoeringsovereenkomst benoemt in ieder geval:

    • -

      de te realiseren doelstellingen,

    • -

      de te leveren activiteiten,

    • -

      de te leveren producten,

    • -

      de kritische termijnen,

    • -

      de financiële kaders,

    • -

      de wijze van verificatie, controle en verantwoording.

  • c.

    Maatschappelijke organisatie: de maatschappelijke organisatie is een privaatrechtelijke rechtspersoon die zich richt op maatschappelijke doelstellingen in wonen, zorg, welzijn en onderwijs. De maatschappelijke organisatie staat in een bijzondere relatie tot overheden en de burgers zonder zich te richten op het maken van geldelijke winst.

  • d.

    Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • e.

    Compensatieplicht: de in artikel 4 Wmo opgenomen gemeentelijke plicht om voorzieningen te treffen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, onder 4º, 5º en 6º Wmo, ondervindt in zijn zelfredzaamheid en zijn maatschappelijke participatie.

  • f.

    Ouderen: inwoners van Heemskerk van 65 jaar en ouder.

Artikel 7.2. Doel van de subsidie

De beleidsdoelstellingen voor de doelgroep ouderen zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma ‘Andere tijden met nieuwe mogelijkheden’. De centrale doelstellingen zijn:

  • -

    Ouderen behouden zo lang mogelijk regie over eigen leven (zelfredzaamheid);

  • -

    Ouderen kunnen zo lang mogelijk zelfstandig wonen;

  • -

    Ouderen nemen deel aan de samenleving (participatie).

Artikel 7.3. Beoogde resultaten

De resultaten die de gemeente uiteindelijk wil bereiken zijn uitgesplitst in verschillende thema’s en zijn terug te vinden in het uitvoeringsprogramma ouderen 2010-2014 “Andere Tijden met Nieuwe Mogelijkheden”. Er is sprake van de volgende thema’s:

  • -

    Maatschappelijk participatie / preventie / buurtgericht werken / veiligheid;

  • -

    Welzijn / Maatschappelijke Dienstverlening;

  • -

    Sociaal Cultureel Werk;

  • -

    Gezondheid;

  • -

    Wonen.

Artikel 7.4. Indicatoren

N.v.t.

Artikel 7.5. Welke activiteiten komen voor subsidie in aanmerking

  • 1. Subsidie kan slechts worden verleend voor activiteiten die een positieve bijdrage leveren aan minimaal één van de thema’s genoemd in de artikelen 7.2. en 7.3.

  • 2. Activiteiten komen in aanmerking voor subsidie wanneer zij het doel hebben om ouderen door middel van informatie, advies of begeleiding te stimuleren tot optimale betrokkenheid bij en participatie in de samenleving.

Artikel 7.6. Welke organisaties komen voor subsidie in aanmerking

Voor subsidie komen in aanmerking alle organisaties die zich richten op een of meerdere onder 7.2. en 7.3. opgenomen doelstellingen.

Artikel 7.7. Referentiedocumenten

  • Uitvoeringsprogramma ‘Andere tijden met nieuwe mogelijkheden’

Hoofdstuk 8 Diversiteitbeleid

Artikel 8.1. Begripsbepaling

Diversiteitbeleid: beleid gericht op het erkennen en waarderen van verschillen tussen personen in met name Heemskerk

Artikel 8.2. Doel van de subsidie

  • 1. De doelen en de beoogde effecten van subsidiering van activiteiten ‘diversiteitsbeleid’ zijn:

    • -

      de integratie, emancipatie en participatie van allochtonen, vrouwen, homoseksuelen en mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking in Heemskerk te verbeteren.

    • -

      de sociale samenhang tussen de verschillende bevolkingsgroepen onderling te stimuleren waardoor het wederzijds begrip en respect toeneemt.

  • 2. Gestreefd wordt om de volgende doelstellingen te realiseren:

    • -

      Taal; zoveel mogelijk Heemskerkers moeten het Nederlands in voldoende mate beheersen om daadwerkelijk deel te nemen aan de Heemskerkse gemeenschap

    • -

      Schoolloopbaan en opvoedingsondersteuning: ieder Heemskerks kind heeft recht op een zo goed mogelijke opleiding die past bij zijn/haar mogelijkheden en interesse. Alle kinderen die voldoende capaciteiten hebben, moeten minimaal een startkwalificatie halen. Ouders en leerlingen die niet meedoen of dreigen af te haken, moeten er (weer) bij gehaald worden

    • -

      Werk en stage: Heemskerk is een gemeente, die haar burgers niet uitsluit, maar kansen biedt, zeker bij het vinden van werk en stageplaatsen

    • -

      Intercultureel personeelsbeleid: het personeelsbestand van de gemeente Heemskerk vormt een afspiegeling van de Heemskerkse bevolking

    • -

      Discriminatie: kweken van begrip en tolerantie waardoor bestaande vooroordelen in de Heemskerkse samenleving afnemen.

    • -

      Samenleven: buurtbewoners, autochtonen en allochtonen, jong en oud, moeten zelf invloed gaan uitoefenen op hun directe leefomgeving en werken aan een sociale samenhang in de buurt

    • -

      Toegankelijkheid: alle maatschappelijke organisaties en de gemeentelijke overheid moeten er voor zorgen dat hun instelling en informatie voor elke Heemskerker toegankelijk is en begrepen kan worden

    • -

      Sport: samen sporten verbindt mensen. Allochtonen en autochtonen, jongens en meisjes, mensen met en zonder beperking worden uit oogpunt van gezondheid, vorming, ontplooien en leefbaarheid gestimuleerd op een verantwoorde wijze aan enige vorm van sportbeoefening te doen

    • -

      Allochtone ouderen: de zorg voor alle ouderen wordt de komende jaren afgestemd op de behoefte van iedere oudere (maatwerk) ongeacht herkomst en/of achtergrond, waardoor ouderen in staat worden gesteld zo lang mogelijk een zelfstandig bestaan te leiden.

Artikel 8.3. Beoogde resultaten

  • 1. Bijzondere jaarlijkse en éénmalige subsidies

    • 1.1

      De (vrijwilligers)instelling organiseert activiteiten gericht op integratie en participatie, in het bijzonder op de beleidsterreinen wonen, werken, onderwijs en welzijn.

    • 1.2

      Middels het geven van voorlichting of het ter beschikking stellen van informatie wordt door de (vrijwilligers)instelling kennis van en over de eigen doelgroep aan de rest van de Heemskerk bevolking overgedragen.

  • 2. Bijzondere verplichtingen jaarlijkse subsidies

    • 2.1

      De instelling betrekt de doelgroep zoveel mogelijk bij de organisatie van activiteiten.

    • 2.2

      De te organiseren activiteiten voor allochtonen moeten, naar het oordeel van het college, in voldoende mate door en voor allochtone vrouwen georganiseerd worden. De inspanning wordt in ieder geval als voldoende beoordeeld indien 35% van de activiteiten mede wordt georganiseerd door vrouwen.

Artikel 8.4. Indicatoren

N.v.t.

Artikel 8.5. Welke activiteiten komen voor subsidie in aanmerking

Voor subsidie komen in aanmerking activiteiten die aanmerkelijk bijdragen aan de onder 8.2 genoemde doelstellingen.

Artikel 8.6. Welke organisaties komen voor subsidie in aanmerking

Voor subsidie komen in aanmerking alle organisaties die zich richten op een of meerdere onder 8.2. opgenomen doelstellingen.

Hoofdstuk 9 Mantelzorg / Vrijwilligersbeleid

Artikel 9.1. Begripsbepaling

  • a. Mantelzorg: de zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie.

  • b. Vrijwilligerswerk: elke activiteit die onbezoldigd en onverplicht wordt verricht, ten behoeve van één of meer personen, andere dan degene die de activiteit verricht, van een groep of organisatie of van de samenleving als geheel; die ingericht wordt door een organisatie anders dan het familie- of privé-verband van degene die de activiteit verricht; en die niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie wordt verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling.

  • c. Vrijwilligerscentrale: instelling die vrijwilligers in contact brengt met maatschappelijke organisaties die werkzaam zijn in Heemskerk en die tot doel heeft om aanbod bij elkaar te brengen, en die vrijwilligers daarbij ondersteunt.

Artikel 9.2. Doel van de subsidie

De gemeentelijke visie op mantelzorg- en vrijwilligersbeleid is neergelegd in de Wmo-kadernota

2012 – 2016 die inzet op het realiseren van een voldoende aanbod en inzet van optimaal toegeruste vrijwilligers en mantelzorgers.

Artikel 9.3. Beoogde resultaten

Ter realisering van het onder artikel 9.2. genoemde doel wordt met name ingezet op het scheppen van de randvoorwaarden die hiervoor nodig zijn, zoals ondersteuning, facilitering, deskundigheidsbevordering en coördinatie.

Artikel 9.4. Indicatoren

N.v.t.

Artikel 9.5. Welke activiteiten komen voor subsidie in aanmerking

Subsidie kan alleen worden verleend indien de activiteit bijdraagt aan het realiseren van een of meerdere van de in 9.2. en 9.3. genoemde doelstellingen.

Artikel 9.6. Welke organisaties komen voor subsidie in aanmerking

  • 1. Op het gebied van mantelzorgondersteuning en op het gebied van vrijwilligersbeleid wordt één organisatie gesubsidieerd die een basisaanbod verzorgt, en de coördinerende lokale rol vervult.

  • 2. Separate aanvragers komen alleen dan voor subsidie in aanmerking indien de te subsidiëren activiteit een noodzakelijke aanvulling levert op de activiteiten van de onder lid 1 genoemde organisatie zoals activiteiten die zich op een specifieke doelgroep of een specifieke deskundigheid richten, en die onder toepassing van lid 1 niet dan wel in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd.

Artikel 9.7. Referentiedocumenten

  • WMO-kadernota 2012 - 2016

Hoofdstuk 10 Overige bepalingen

Artikel 10.1 Intrekking

De Algemene beleidsregels subsidieverstrekking van januari 2011 worden ingetrokken.

Artikel 10.2 Overgangsbepalingen

Op subsidies die betrekking hebben op het subsidietijdvak 2011/2012 zijn de Algemene beleidsregels subsidieverstrekking van januari 2011 van toepassing

Artikel 10.3 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking na vaststelling College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk.

Artikel 10.4 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Subsidie 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de B&W vergadering
van  27 maart 2012
burgemeester en wethouders van Heemskerk
de secretaris de burgemeester