Regeling vervallen per 08-02-2019

Beleidsregel Budgethouderschap gemeente Heemskerk 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 07-02-2019

Intitulé

Beleidsregel Budgethouderschap gemeente Heemskerk 2013

Burgemeester en wethouders van Heemskerk,

gelet op de Organisatieregeling gemeente Heemskerk en de Financiële verordening gemeente Heemskerk;

besluiten:

vast te stellen de Beleidsregel Budgethouderschap gemeente Heemskerk 2013

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bestedingen:

    de uitgaven aan goederen en diensten

  • b.

    betalingsfiatteur:

    de functie die waarborgt dat betalingen slechts kunnen plaatsvinden nadat is vastgesteld dat een betalingsverplichting bestaat en de juistheid van de overgelegde betalingsvoorstellen toetst

  • c.

    budget:

    een in de begroting voor een bepaald jaar door de gemeenteraad beschikbaar gesteld bedrag voor het realiseren van uitgaven en de daarvoor in de begroting geraamde inkomsten. Dit is een taakstelling tot uitdrukking komend in baten respectievelijk lasten verbonden aan één of meer producten en/of kostenplaatsen in de begroting. Toewijzing van budgetten vindt zo veel mogelijk plaats op basis van outputgegevens (te leveren prestaties, te verwachten resultaten). Ook de door de gemeenteraad jaarlijks bij de begroting of afzonderlijke besluitvorming beschikbaar gestelde kredieten worden geacht onder toepassing van deze regeling te vallen.

  • d.

    budgethouder:

    het bureauhoofd dat bevoegd is om te beschikken over een bepaald budget ter uitvoering van een specifieke taak. De functionaris wordt aangewezen door de hoofdbudgethouder op grond van artikel 3 van deze regeling;

  • e.

    budgethouderschap:

    het op basis van deze regeling aangaan van verplichtingen of besteden van de door de raad beschikbaar gestelde middelen om daarmee in de begroting aangegeven doelstellingen te bereiken.

  • f.

    deelbudgethouder:

    de projectleider of aangewezen medewerker die bevoegd is over een bepaald budget te beschikken ter uitvoering van een specifieke taak. De functionaris wordt aangewezen door de budgethouder op grond van artikel 4 van deze regeling

  • g.

    hoofdbudgethouder:

    de gemeentesecretaris , door het college aangewezen op grond van artikel 2 van deze regeling .

  • h.

    kassier:

    de functie die waarborgt dat de girale en chartale geldswaarden alsmede overige waardedocumenten deugdelijk worden bewaard en zorg draagt voor een juist, tijdig en volledig verrichten en vastleggen van betalingen en ontvangsten

  • i.

    kostenplaats:

    een administratieve eenheid waarop budgetten worden verzameld die op basis van een verdeelsleutel worden toegerekend aan (sub)producten, andere kostenplaatsen, projecten of kredieten

  • j.

    krediet:

    De beschikbaar gestelde middelen voor eenmalige investeringen met een economisch of maatschappelijk nut op langere termijn. Dit is een door de raad beschikbaar gesteld bedrag voor het doen van een concrete investering. De raad kan dit bedrag beschikbaar stellen bij de begroting van een bepaald jaar (veelal vervangingsinvesteringen), maar ook bij afzonderlijk besluit in de loop van het jaar.

  • k.

    product;

    Een product (opgenomen in de productenraming) is een resultaat van samenhangend handelen, meetbaar gemaakt in tijd, geld en kwaliteit

  • l.

    productenraming:

    In verlengde op de programmabegroting geeft een productenraming de baten en lasten weer per product(groep). Het college beslist over de productenraming.

  • m.

    programma:

    Een programma is een als onderdeel van de programmabegroting opgenomen samenhangend geheel van activiteiten. Bij vaststelling van de programmabegroting geeft de raad het college opdracht om de programma’s binnen de ( door de raad) vastgestelde kaders uit te voeren en de daarvoor noodzakelijke inkomsten te genereren en de noodzakelijke uitgaven te doen.

  • n.

    programmabegroting;

    Een raming van alle baten en lasten van de gemeente in een jaar onderverdeeld in programma’s en algemene dekkingsmiddelen. De raad beslist over de programmabegroting.

  • o.

    registrerende functie:

    het voeren van de centrale financiële administratie

  • p.

    verordening:

    de Financiële verordening gemeente Heemskerk

  • q.

    verplichtingen:

    het aangaan van overeenkomsten tot het doen van leveringen, verrichten van diensten of prestaties met financiële consequenties

  • r.

    voorziening:

    afgezonderde vermogensbestanddelen, die ten doel hebben een inschatting te geven van de voorzienbare lasten in verband met risico’s en verplichtingen, waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden per de balansdatum min of meer onzeker zijn en die oorzakelijk samenhangen met de periode voorafgaande aan die datum.

Hoofdstuk II Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden bestuur en management

Artikel 2 Niveau van Mandaat en gelaagdheid

  • a. De raad heeft op grond van de Gemeentewet het budgetrecht

  • b. Het college voert op grond van de Gemeentewet het budgetrecht uit..

  • c. Het college mandateert de bevoegdheid om het budgetrecht uit te voeren aan de hoofdbudgethouder.

  • d. De hoofdbudgethouder ondermandateert de bevoegdheid van het budgetrecht aan de budgethouders.

  • e. De budgethouder kan zijn bevoegdheid ondermandateren aan de deelbudgethouders.

  • f. de mandaten onder c en d worden opgenomen in de mandatenregeling en de mandaten onder e in de regeling deelbudgethouders

Artikel 3 Hoofdbudgethouder

  • a. De hoofdbudgethouder wijst, voor de verzameling van de op een bureau vervaardigde producten (productgroep) en de op een bureau betrekking hebbende kostenplaatsen, een budgethouder (bureauhoofd) aan. De verzameling van de producten is opgenomen in het jaarwerkplan van het bureau.(productenraming)

  • b. De hoofdbudgethouder is aanspreekbaar door en verantwoording verschuldigd aan het college voor alle aan hem toevertrouwde budgetten.

  • c. De hoofdbudgethouder ziet er op toe, dat voor alle producten, subproducten, kostenplaatsen of activiteiten budgethouders respectievelijk deelbudgethouders worden aangewezen.

  • d. De verstrekking of intrekking van mandaat dient schriftelijk te worden vastgelegd op de wijze als vermeld in artikel 2.

  • e. Voor kredieten en onttrekkingen uit de Voorzieningen geldt hetzelfde als voor budgetten. Het aanvragende bureauhoofd is de budgethouder.

Artikel 4 Budgethouder

  • a. De budgethouder kan per product , subproduct, kostenplaats of kostensoort een deelbudgethouder aanwijzen..

  • b. Een budgethouder is aanspreekbaar door en verantwoording verschuldigd aan de hoofdbudgethouder voor de uitvoering van het vastgesteld beleid, voor de in dat kader overeengekomen prestaties en voor de aan hem toevertrouwde budgetten.

  • c. Een budgethouder is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot levering van goederen, aanneming en /of verlening van diensten binnen het daartoe geautoriseerde budget. Deze bevoegdheid kan beperkt worden door inkooprichtlijnen van de gemeente (zie notitie inkoop- en aanbestedingsbeleid).

  • d. Het aangaan van meerjarige contracten van 4 jaar of langer kan niet worden gemandateerd aan deelbudgethouders.

  • e. De verstrekking of intrekking van mandaat dient schriftelijk te worden vastgelegd op de wijze als vermeld in artikel 2 waarbij duidelijk dient te blijken op welk product, subproduct, kostenplaats of kostensoort het mandaat betrekking heeft.

Artikel 5 Deelbudgethouder

  • a. Een deelbudgethouder is een projectleider of een door een bureauhoofd aangewezen medewerker die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het vastgesteld beleid, voor de in dat kader overeen gekomen prestaties en voor de aan hem toevertrouwde budgetten.

  • b. Een deelbudgethouder is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot levering van goederen, aanneming en /of verlening van diensten binnen het daartoe geautoriseerde budget en gegeven mandaat. Het aangaan van meerjarige contracten van 4 jaar of langer valt op grond van het bepaalde in artikel 4 lid d buiten deze bevoegdheid.

Artikel 6 Bijzondere budgethouders

In de organisatie zijn functies te onderkennen die niet passen binnen de hiervoor beschreven organisatiestructuur. Het betreft de functie van griffier en de functie van voorzitter van de ondernemingsraad waarvoor de eindverantwoordelijkheid niet bij de hoofdbudgethouder berust.

  • a.

    De griffier wordt qualitate qua geacht budgethouder te zijn voor de budgetten van de raad. Hiervoor gelden dezelfde taken en verantwoordelijkheden als beschreven voor de andere budgethouders met uitzondering van de verantwoording aan de hoofdbudgethouder. In plaats hiervan legt de griffier rechtstreeks verantwoording af aan de gemeenteraad.

  • a.

    b De voorzitter van de ondernemingsraad wordt qualitate qua geacht budgethouder te zijn voor de budgetten van de ondernemingsraad. Hiervoor gelden dezelfde taken en verantwoordelijkheden als beschreven voor de andere budgethouders.

Artikel 7 Condities budgethouderschap

  • a. Alle in deze regeling opgenomen bepalingen voor het budgethouderschap zijn van overeenkomstige toepassing op de hoofd-, (deel)budgethouder(s) en bijzondere budgethouders alsmede op hun plaatsvervangers.

  • b. Budgetverantwoordelijkheid is ondeelbaar in die zin dat het niet is toegestaan dat twee of meer (deel)budgethouders dezelfde verantwoordelijkheid hebben voor een (deel)product, kostenplaats, kostensoort of project met bijbehorend budget.

  • c. De functie van (deel)budgethouder is onverenigbaar met de functies van betalingsfiatteur en kassier, alsmede met de registrerende functie.

  • d. Een (deel)budgethouder mag aan hem ge(sub)mandateerde bevoegdheden niet uitoefenen ten aanzien van zichzelf of ten aanzien van boven hem geplaatste functionarissen.

  • e. Per organisatieonderdeel en /of per budgethouder kunnen, voor zover niet strijdig met deze regeling en /of andere algemene regels, aan de zelfstandige uitoefening van het budgethouderschap condities en beperkingen worden aangebracht door of onder goedkeuring van de hoofdbudgethouder.

  • f. Bij afwezigheid van de hoofdbudgethouder en(deel)budgethouders worden de verantwoordelijkheden en de aan hem ge(sub)mandateerde (teken)bevoegdheden uitgeoefend door diens aangewezen plaatsvervanger. De plaatsvervanger van de deelbudgethouder dient te worden aangewezen door de budgethouder. Indien geen plaatsvervanger is aangewezen dan vindt vervanging plaats door het eerstvolgende hogere niveau.

  • g. Met het accepteren van het budgethouderschap door een (deel)budgethouder neemt de (deel)budgethouder de verantwoordelijkheid op zich om al het mogelijke te doen om binnen het budget en afgesproken prestaties te blijven. Het is aan de (deel)budgethouder om aan te tonen dat hij deze verantwoordelijkheid heeft genomen.

Artikel 8 Aangaan verplichtingen

  • a. Verplichtingen mogen slechts worden aangegaan nadat de (deel)budgethouder heeft geconstateerd dat er ter zake een toereikend budget is en het aangaan van die verplichtingen direct verband houdt met de taakstelling/(sub)product.

  • b. De (deel)budgethouder is verantwoordelijk voor de uitgaven respectievelijk inkomsten die voortvloeien uit de door hem aangegane verplichtingen, respectievelijk rechten, zulks met inachtneming van te stellen eisen aan de administratieve organisatie/ interne controle.

  • c. Bestedingen ten laste van een budget kunnen alleen plaatsvinden met akkoordbevinding van de aangewezen (deel)budgethouder door middel van parafering van de factuur of bestelbon.

  • d. De (deel)budgethouder zorgt er voor, dat het hem toebedeelde budget wordt aangewend voor het daartoe bestemde doel.

  • e. De hoofdbudgethouder en (deel)budgethouders zorgen voor een bedrijfseconomische inzet van de ter beschikking gestelde middelen en leggen verantwoording af aan het naast hoger niveau omtrent de doelmatigheid van het gevoerde beheer. Zij spreken af onder welke voorwaarde, bandbreedte en omstandigheden zij rapporteren.

Artikel 9 Overige instructies

  • a. De (deel)budgethouders leggen de op het (sub-)product, kostenplaatsen, kostensoorten en/ of project betrekking hebbende verplichtingen vast conform de geldende richtlijnen voor de verplichtingenadministratie.

  • b. De (deel)budgethouders verstrekken bureau Financieel administratieve zaken (FAZ) en de P&C adviseurs alle gegevens en stukken die ten behoeve van een juiste verzorging van de financiële administratie van de gemeente Heemskerk, de budget- en kredietbewaking, de tussentijdse rapportages (voor- en najaarsnota) en de (jaar)verslaglegging nodig zijn.

  • c. De (deel)budgethouders zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van prestatiegegevens, zoals normen, kengetallen etc. en verschaffen hieromtrent de nodige informatie.

Hoofdstuk III Budgetregels

Artikel 10 Verschuiving van budget - administratieve wijziging

  • a. Een verschuiving van het budget tussen subproducten binnen een product en tussen kostensoorten binnen één en dezelfde kostenplaats is mogelijk met een administratieve wijziging, na toestemming van de (deel)budgethouder.

  • b. Een administratieve wijziging tussen subproducten is alleen mogelijk als de prestaties van het product daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden.

  • c. Een administratieve wijziging kan doorgevoerd worden op maandelijkse basis aan de hand van de maandinformatie.

  • d. Een administratieve wijziging is budgettair neutraal.

Artikel 11 Verschuiving budget - productwijziging

  • a. Een verschuiving van het budget tussen producten binnen een programma is mogelijk met een productwijziging, na toestemming van het college.

  • b. Een productwijziging is alleen mogelijk als de prestaties van het product daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden.

  • c. Een productwijziging kan doorgevoerd worden op maandelijkse basis aan de hand van een apart collegebesluit.

  • d. Een productwijziging is budgettair neutraal.

Artikel 12 Verschuiving budget - begrotingswijziging

  • a. Een verschuiving van het budget tussen programma’s is mogelijk met een begrotingswijziging, na toestemming van de raad.

  • b. Een begrotingswijziging wordt minimaal twee keer per jaar via de bestuursrapportage door het college aan de raad ter vaststelling voorgelegd. Daarnaast blijft de mogelijkheid bestaan om maandelijks op basis van een afzonderlijk voorstel begrotingswijzigingen te laten vaststellen door de raad.

Artikel 13 Omgaan met mee- en tegenvallers

  • a. Beïnvloedbare meevallers: vloeien in principe terug naar de algemene middelen. Meevallers mogen worden aangewend om tegenvallers binnen het zelfde product, subproduct of kostenplaats te compenseren. Echter mag deze aanpassing niet leiden tot een beleidsaanpassing.

  • b. Niet beïnvloedbare meevallers: vloeien altijd terug naar de algemene middelen. Bij de bestuursrapportage kan het college aan de raad een voorstel doen om deze meevallers aan te wenden om tegenvallers elders in de begroting te compenseren. Bij instemming door de raad wordt dit in een begrotingswijziging vastgelegd.

  • c. Beïnvoedbare tegenvallers: moeten in principe door de budgethouder binnen hetzelfde product, subproduct of kostenplaats in hetzelfde jaar worden gecompenseerd. Compensatie mag niet leiden tot een beleidsaanpassing.

    • >

      Als dit niet mogelijk is, kan het college door middel van een productwijziging besluiten tot compensatie elders binnen hetzelfde programma, zonder dat daarbij het totaal van de lasten of baten van het programma wordt gewijzigd.

    • >

      Als er wel een wijziging van de programma’s ontstaat of er beroep gedaan wordt op de algemene middelen of andere dekkingsmiddelen, dient er door de raad toestemming te zijn voor een begrotingswijziging.

  • d. Niet beïnvloedbare tegenvallers: komen ten laste van de algemene middelen. Bij de bestuursrapportage kan het college een voorstel doen aan de raad om begrotingsruimte of meevallers elders in de begroting aan te wenden ter compensatie, dan wel de doelstelling aan te passen of extra middelen ter beschikking te stellen. Dit wordt via een begrotingswijziging aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.

Artikel 14 Rapportage

  • a. De budgethouders dragen zorg voor het tijdig uitbrengen van een juiste en volledige verantwoordingsrapportage ten behoeve van de voorjaarsnota, najaarsnota en de jaarstukken aan de hoofdbudgethouder.

  • b. De hoofdbudgethouder draagt zorg voor het tijdig uitbrengen van een juiste en volledige verantwoordingsrapportage door middel van de voorjaarsnota, najaarsnota en de jaarstukken aan het college

  • c. Er wordt uitsluitend gerapporteerd over gesignaleerde c.q. verwachte afwijkingen tussen de in de begroting geraamde prestaties en/of budgetten en de voorziene realisatie daarvan aan het einde van het jaar.

  • d. Bij te rapporteren afwijkingen dienen te worden vermeld:

    • -

      oorzaak van afwijking;

    • -

      incidenteel of structureel karakter;

    • -

      de wijze van bijsturing

Hoofdstuk IV Administratie

Artikel 15 Administratie

De centrale administratie geeft niet eerder opdracht tot betaling dan nadat is geconstateerd dat de factuur (digitaal) geparafeerd is door iemand die op basis van deze regeling gerechtigd is uitgaven te doen ten laste van het betreffende budget of krediet. Is dit niet het geval dan wordt de factuur teruggestuurd naar de (deel)budgethouder.

Slotbepalingen

Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 17 Inwerkingtreding, intrekking en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 2. Alle voorgaande regelingen betreffende het budgethouderschap worden ingetrokken.

  • 3. De regeling wordt aangehaald als: Beleidsregel Budgethouderschap gemeente Heemskerk 2013.

Ondertekening

Heemskerk, 18 december 2012
burgemeester en wethouders van Heemskerk,
secretaris burgemeester

Bijlage 1 Besluit aanwijzing budgethouders

Bijlage

Toelichting op de beleidsregel

Toelichting