Regeling vervallen per 31-12-2019

Nadere regels Subsidie vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning 2017-2019

Geldend van 25-03-2016 t/m 30-12-2019

Intitulé

Nadere regels Subsidie vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning 2017-2019  

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • a. ASV

    Algemene subsidieverordening gemeente Heemskerk 2016.

  • b. Beleidsprogramma

    Beleidsprogramma Vrijwillige inzet en Mantelzorgondersteuning 2016-2019 dat op 15 december 2015 is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk.

  • c. Inwoners

    Ingezetenen van de gemeente Heemskerk volgens de gemeentelijke basisadministratie.

  • d. Vrijwilliger

    Iemand die in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald werkzaamheden verricht ten behoeve van anderen of de samenleving.

  • e. Mantelzorger

    Iemand die langdurig en onbetaald zorgt voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. De mantelzorger is geen professionele zorgverlener, maar verleent zorg omdat hij of zij een persoonlijke band heeft met de hulpbehoevende.

  • f. Respijtzorg

    Vervangende zorg die de mantelzorger in staat stelt de zorg tijdelijk over te dragen aan een ander zodat de mantelzorger tijd voor zichzelf heeft.

  • g. Vrijwillige inzet

    Werk dat onbetaald en onverplicht verricht wordt ten behoeve van anderen of van (de kwaliteit van) de samenleving in het algemeen.

  • h. Zorgvrijwilliger

    Vrijwilligerszorg is de persoonlijke zorg en ondersteuning die vrijwilligers geven aan mensen in kwetsbare situaties.

Hoofdstuk 2 Doel, subsidievormen en subsidieplafond

Artikel 2 Doelstelling

  • 1. De subsidieverstrekking is gericht op verwezenlijking van het beleidsprogramma.

  • 2. De subsidie draagt bij aan de volgende maatschappelijke effecten:

    • a.

      Inwoners hebben de regie en worden in staat gesteld om keuzes te maken.

    • b.

      Stimuleren en faciliteren van mantelzorgers en vrijwilligers om initiatieven te nemen en daarbij hun grenzen aan te geven en te bewaken.

    • c.

      Stevige netwerken in de gemeente waar vrijwilligers, mantelzorgers en professionals samenwerken.

    • d.

      Inwoners, vrijwilligers en mantelzorgers weten welke mogelijkheden en ondersteuning er zijn. Deze ondersteuning en mogelijkheden worden continu aangepast op de behoeften.

  • 3. De subsidie draagt bij aan de volgende beleidsdoelstellingen:

    • a.

      Verstevigen van de netwerken/systemen van de inwoner, mantelzorger en vrijwilliger;

    • b.

      Ontwikkelen van eenduidige informatievoorziening voor de vrijwilliger en de mantelzorger;

    • c.

      Faciliteren van mantelzorg en vrijwillige inzet;

    • d.

      Verstevigen van de ondersteuning van de mantelzorgers en vrijwilligers;

    • e.

      Vraaggericht en effectief invullen van respijtzorg;

    • f.

      Waardering uitspreken aan mantelzorgers en vrijwilligers;

    • g.

      Bevorderen van een mantelzorg-vriendelijk klimaat;

    • h.

      Stimuleren van initiatieven van inwoners;

    • i.

      Werven, matchen en makelen, de juiste vrijwilligers op de juiste plek.

Artikel 3 Subsidievorm

Er zijn drie soorten subsidies te onderscheiden:

  • 1.

    jaarlijkse subsidie voor de periode 2017 t/m 2019 ter integrale uitvoering van het beleidsprogramma.

  • 2.

    jaarlijkse subsidie voor overige activiteiten/initiatieven in het kader van het beleidsprogramma.

  • 3.

    eenmalige subsidie voor activiteiten/initiatieven in het kader van het beleidsprogramma.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Op grond van artikel 4, lid 3 van de ASV stelt het college van Heemskerk jaarlijks de subsidiebudgetten vast ten behoeve van de subsidievormen zoals genoemd in artikel 3 van deze Nadere regels.

  • 2. De subsidiebudgetten zoals bedoeld in het eerste lid kunnen tussentijds worden bijgesteld.

Hoofdstuk 3 Activiteiten voor subsidie

Artikel 5 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Een jaarlijkse subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 en lid 2 kan worden verleend voor:

    • a.

      Activiteiten voor de basisfuncties, te weten:

      • 1.

        Opbouwen en verbinden van netwerken;

      • 2.

        Vinden van mantelzorgers die ondersteuning nodig hebben;

      • 3.

        Luisterend oor bieden en/of organiseren voor mantelzorgers

      • 4.

        Informatie en advies over vrijwillige inzet en mantelzorg;

      • 5.

        Werven, matchen en makelen;

      • 6.

        Zijn van een expert vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning en het organiseren van deskundigheidsbevordering;

      • 7.

        Ondersteunen van vrijwilligers en organisaties die vrijwilligers begeleiden en/of toe leiden;

      • 8.

        Ondersteuning ter ontlasting van de mantelzorger, waaronder respijtzorg;

      • 9.

        Organiseren van waardering voor de vrijwilliger en het stimuleren van een vriendelijk klimaat voor vrijwilligers;

      • 10.

        Uitvoeren van de mantelzorgwaardering en een mantelzorgvriendelijk klimaat stimuleren;

    • b.

      Activiteiten ter ontplooiing van de speerpunten in het beleidsprogramma, te weten:

      • 1.

        Aanpak stimuleren jonge vrijwilligers;

      • 2.

        Aanpak zorgvrijwilligers/respijtzorg;

      • 3.

        Netwerkversterking van de mantelzorger;

    • c.

      Behartigen van de belangen van vrijwilligers en mantelzorgers.

  • 2. Een eenmalige subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 3 kan worden verleend voor:

    • a.

      de ontplooiing van initiatieven die vrijwillige inzet stimuleren, faciliteren en/of ondersteunen;

    • b.

      de ontplooiing van initiatieven die mantelzorg stimuleren, faciliteren en/of ondersteunen.

Hoofdstuk 4 Aanvraag

Artikel 6 Subsidieaanvragers

  • 1. De aanvragers van een subsidie voor het uitvoeren van het beleidsprogramma kunnen zijn:

    • a.

      Professionele organisaties actief binnen het sociaal domein;

    • b.

      Vrijwilligersorganisaties;

    • c.

      Belangenorganisaties.

  • 2. De aanvrager werkt vraaggericht, heeft aandacht voor integraliteit en werkt zoveel mogelijk samen met andere organisaties die dezelfde of aanvullende activiteiten organiseren.

Artikel 7 Bijzondere eisen aan de aanvraag ex artikel 3, lid 1

Aanvragen voor de subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 dienen - in afwijking van het bepaalde in de ASV - te worden ingediend aan de hand van de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde ‘Subsidie-uitvraag Vrijwillige inzet en Mantelzorgondersteuning 2017-2019’. Deze subsidie-uitvraag is op te vragen bij de gemeente.

Artikel 8 Wijze en tijdstip van indienen aanvraag

  • 1. De aanvraag voor de subsidie genoemd in artikel 3 lid 1 wordt ingediend voor 23 mei 2016.

  • 2. Als de in artikel 9, lid 1 bedoelde beoordelingsprocedure geen aanvragen oplevert die naar het oordeel van het college in voldoende mate voldoen aan de kwaliteitscriteria in de subsidie-uitvraag, kan het college bepalen dat een tweede ronde wordt gehouden voor het indienen van aanvragen voor de subsidie als bedoeld in artikel 3, lid 1.

  • 3. Voor aanvragen voor de subsidie als bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3 worden ingediend conform de termijnen zoals genoemd in de ASV.

Hoofdstuk 5 Beoordeling aanvragen

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvragen

  • 1. De subsidieaanvragen zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 worden beoordeeld aan de hand van de criteria en het puntensysteem zoals opgenomen in de ‘Subsidie-uitvraag Vrijwillige inzet en Mantelzorgondersteuning 2017-2019’ en gerangschikt op basis van kwaliteit. Er wordt maximaal één subsidieaanvraag gehonoreerd, en wel die van de aanvrager die naar het oordeel van het college de hoogste kwaliteit heeft. Bij kwalitatief vergelijkbare aanvragen (gelijk totaal puntenaantal), wordt de subsidie toegekend aan de economisch meest gunstige aanvraag.

  • 2. De aanvragen voor een jaarlijkse subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 2 worden beoordeeld op hun bijdrage aan de maatschappelijke effecten en doelstellingen in het beleidsprogramma.

  • 3. De aanvragen voor een eenmalige subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 3 worden beoordeeld op hun bijdrage aan de maatschappelijke effecten en doelstellingen in het beleidsprogramma en toegekend op volgorde van binnenkomst.

Hoofdstuk 6 Subsidieverlening, nadere weigeringsgronden

Artikel 10 Subsidieverlening

  • 1. De subsidie als genoemd in artikel 3, lid 1 wordt toegekend voor de periode van 3 jaar (2017-2019), maar wordt per jaar na vaststelling van de gemeentebegroting door de raad verleend via een jaarlijkse subsidiebeschikking.

  • 2. Op de subsidies als bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3 zijn de verleningstermijnen in de ASV van toepassing.

Artikel 11 Nadere weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de ASV, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien de aanvraag niet, of in onvoldoende mate, voldoet aan het bepaalde in de artikelen 2, 5, 6 en 7 van deze Nadere regels.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 12 Toepassing ASV

Voor zover zaken aangaande de subsidieverlening in het kader van het beleidsprogramma niet zijn geregeld in deze Nadere regels, zijn de bepalingen in de ASV van toepassing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en looptijd

  • 1. Deze Nadere regels treden in werking op 24 maart 2016 en zijn van toepassing op aanvragen voor subsidie voor de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2017.

  • 2. De looptijd van deze Nadere regels eindigt op 31 december 2019.

Artikel 14 Buiten toepassing-verklaring andere regeling

Hoofdstuk 9 (artikelen 9.1 tot en met 9.7) in de Beleidsregels Subsidie 2012 (BIVO/2012/29925) wordt het buiten toepassing verklaard.

Artikel 15 Citeertitel

Deze Nadere regels worden aangehaald als:

Nadere regels vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning 2017-2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de B&W vergadering van 21 maart 2016.
burgemeester en wethouders van Heemskerk,
de secretaris, de burgemeester,

Algemene toelichting

De gemeenten Beverwijk en Heemskerk geven met het gezamenlijke Beleidsprogramma vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning 2016-2019, dat op 15 december 2015 door beide colleges is vastgesteld, richting aan de transformatie van vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning. Hierdoor ontstaat de kans om basisvoorzieningen en activiteiten op het gebied van vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning op een nieuwe en andere manier te benaderen en vorm te geven. We laten hierbij meer ruimte dan voorheen aan organisaties om op basis van hun eigen expertise het ‘hoe’ vorm te geven. De gemeente beperkt zich tot het ‘wat’, ofwel de beoogde maatschappelijke effecten.

  

Nadere regels:

Op grond van artikel 3, lid 2 van de Algemene subsidieverordening 2016 (ASV) kan het college nadere regels stellen omtrent de te subsidiëren activiteiten, doelgroepen en verdeling van subsidie per programma(onderdeel). Met deze Nadere regels Subsidie vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning 2017-2019 stelt het college voorwaarden aan de subsidie-aanvragen voor het programma-onderdeel vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning.

De geldigheidsduur van deze Nadere regels is gekoppeld aan die van het eerdergenoemde Beleidsprogramma en eindigt derhalve per 31-12-2019.

  

Eén subsidie voor de steunfunctie vrijwillige inzet & mantelzorgondersteuning (art. 3, lid 1):

Om het Beleidsprogramma tot uitvoering te brengen wil de gemeente voor de steunfunctie vrijwillige inzet & mantelzorgondersteuning een subsidierelatie aangaan met één maatschappelijke partner dan wel een consortium van nauw samenwerkende partners. Dit betreft de subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 van deze Nadere regels.

  

Toelichting artikel 7:

Uitgangspunt is dat er één subsidieaanvraag wordt ingediend voor de steunfunctie als totaal. Daartoe wordt, op grond van artikel 7 van deze Nadere regels, een subsidie-uitvraag opgesteld waarin de beoogde maatschappelijke effecten en de subsidievoorwaarden uit deze Nadere regels concreet zijn uitgewerkt. Daarnaast is in de subsidie-uitvraag weergeven op welke wijze de subsidieaanvraag wordt beoordeeld.

Voor de aanpak met een subsidie-uitvraag is gekozen omdat de huidige uitvoeringspartners weliswaar als eerste de gelegenheid wordt geboden om gezamenlijk een nieuwe subsidieaanvraag in te dienen, maar het ook denkbaar is dat deze niet in voldoende mate aan de nieuwe wensen van de gemeente voldoet. Mocht dat het geval zijn, dan kan met deze subsidie-uitvraag een subsidie-tender worden uitgeschreven, op basis waarvan ook andere organisaties een aanvraag voor de steunfunctie vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning bij de gemeente kunnen indienen.

  

Toelichting artikel 8, lid 1:

De uitvoering van het nieuwe beleid moet ingaan per 1 januari 2017. Om voldoende tijd te hebben voor de aanvraag, beoordeling en toekenning van de subsidie voor de steunfunctie is in artikel 8, lid 1 bepaald dat de aanvraag voor deze subsidie vóór 23 mei 2016 moet worden ingediend. Mocht deze eerste aanvraagronde voor de huidige uitvoeringspartners niet het beoogde resultaat opleveren, resteert er nog voldoende tijd om de hiervoor genoemde subsidie-tender te houden.

  

Toelichting artikel 10, lid 1:

De geldigheidduur van het beleidsprogramma en deze Nadere regels loopt tot en met het jaar 2019. Om de uitvoerder(s) van de nieuwe steunfunctie vrijwillige inzet & mantelzorgondersteuning voldoende gelegenheid te bieden het nieuwe beleid tot uitvoering èn resultaat te brengen, maar ook omdat het niet efficiënt is om voor elk subsidiejaar opnieuw een dergelijke tenderprocedure te voeren, is in artikel 10, lid 1 in deze Nadere regels opgenomen dat de subsidie voor de beleidsperiode tot en met 2019 wordt toegekend, zij het via een jaarlijkse subsidiebeschikking na vaststelling van de gemeentebegroting door de raad.