Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent handhaving drank- en horecawet Beleidsregel handhaving Drank- en Horecawet

Geldend van 21-11-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel handhaving Drank- en Horecawet

1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • -

    Wet: Drank- en Horecawet

  • -

    Awb: Algemene wet bestuursrecht

  • -

    Begunstigingstermijn: de termijn vermeld in het besluit last onder dwangsom of het besluit last onder bestuursdwang, gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd of de burgemeester kan overgaan tot het uitvoeren van bestuursdwang.

  • -

    Last onder dwangsom met het oog op herstel: een maatregel om er voor te zorgen dat een voortdurende overtreding wordt beëindigd.

  • -

    Last onder dwangsom uit vrees voor herhaling: een maatregel om er voor te zorgen dat een gedraging niet wordt herhaald.

  • -

    Ambtelijke waarschuwing: een eerste mondelinge waarschuwing naar aanleiding van de constatering van een overtreding, voor zover het gaat om een voortdurende overtreding die kan worden beëindigd, waarbinnen de overtreder vrijwillig een einde kan maken aan de overtreding. Andere overtredingen, zoals gedraging die niet voortduren maar een voltooide gedraging inhouden, komen niet voor een ambtelijke waarschuwing in aanmerking.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze beleidsregel is een nadere uitwerking van het kader dat in de “Beleidsnota integrale handhaving” reeds is neergelegd, en is van toepassing op alle overtredingen van de Drank- en Horecawet.

Artikel 3 Doelstelling

De gemeente Heemskerk streeft ernaar een kwalitatief goed en gevarieerd horeca-aanbod te realiseren binnen Heemskerk, waarbij de negatieve gevolgen zoveel mogelijk worden beperkt. Voldoen aan diverse wettelijke verplichtingen is hierbij cruciaal.

Doel van deze beleidsregel is om duidelijkheid te scheppen over de manier waarop handhavend zal worden opgetreden wanneer een overtreding van Drank- en Horecawet wordt geconstateerd. Handhaving zal worden ingezet om eenieder, en met name de jeugd, te beschermen tegen de schadelijke effecten die alcohol kan hebben op de gezondheid en veiligheid.

Artikel 4 Handhavingsinstrumenten

  • 1. Handhavend optreden in het kader van deze wet kan bestaan uit het opleggen van een van onderstaande sancties:

    • a.

      het opleggen van een last onder dwangsom zoals bedoeld in artikel 5:31c van de Awb;

    • b.

      het opleggen van een last onder bestuursdwang, zoals bedoeld in artikel 5:21 van de Awb en zoals gespecificeerd in artikel 13 van deze beleidsregel;

    • d.

      het intrekken van een vergunning conform artikel 31 van de wet;

    • e.

      het intrekken van een vergunning ter herstel van de openbare orde, anders dan op grond van artikel 31 van de wet.

    • f.

      het schorsen van een vergunning conform artikel 32 van de wet;

    • g.

      sluiten van een horecagelegenheid op basis van artikel 174 van de gemeentewet;

    • h.

      het opleggen van een bestuurlijke boete conform artikel 44a van de wet.

  • 2. Indien wordt besloten handhavend op te treden, wordt in beginsel gehandeld conform de tabel die als bijlage aan deze beleidsregel is toegevoegd.

Artikel 5 Handhaving bij recidive

  • 1. Voor de systematiek van deze “Beleidsregel handhaving Drank- en Horecawet” wordt de onderneming als een ondeelbaar geheel beschouwd. Dit betekent dat indien de ondernemer:

    • a.

      eenzelfde of een ander voorschrift overtreedt van een aan hem verleende vergunning of ontheffing, of

    • b.

      handelt op enigerlei wijze die naar het oordeel van de burgemeester in het belang van de openbare orde en veiligheid niet geduld kan worden, of

    • c.

      een nieuwe overtreding binnen de gestelde termijn van hetzelfde of enig ander voorschrift van dezelfde of een andere vergunning of ontheffing begaat,

      dit zal worden opgevat als een herhaalde overtreding in de zin van deze beleidsregel.

  • 2. Een herhaalde overtreding van hetzelfde wetsartikel zal worden gehandhaafd als aangegeven in de bijlage bij de betreffende overtreding.

  • 3. Bij constatering van een overtreding van een ander wetsartikel door dezelfde ondernemer kan de burgemeester besluiten af te wijken van de in de bijlage genoemde sanctie. Afwijken kan onder meer bestaan uit het opleggen van een hogere last onder dwangsom dan in de tabel is aangegeven.

2 Last onder dwangsom en bestuursdwang

Artikel 6 De procedure

  • 1. De procedure waarin de burgemeester besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom of bestuursdwang kan bestaan uit drie stappen:

    • a.

      de ambtelijke waarschuwing;

    • b.

      de vooraankondiging zoals bedoeld in artikel 4:8 van de Awb;

    • c.

      het besluit last onder dwangsom of het besluit last onder bestuursdwang.

  • 2. Indien handhaving wordt ingezet om een voortdurende overtreding te beëindigen, dan wordt gestart met het geven van een ambtelijke waarschuwing als bedoeld in het vorige lid en een informele hersteltermijn.

  • 3. Indien handhaving wordt ingezet om een nieuwe (herhaalde) overtreding te voorkomen, dan wordt gestart met een formele vooraankondiging last onder dwangsom waarin een termijn wordt gesteld voor het indienen van een zienswijze. Een ambtelijke waarschuwing als bedoeld in het eerste lid is in dat geval niet aan de orde.

Artikel 7 De ambtelijke waarschuwing

  • 1. De termijn van de ambtelijke waarschuwing bedraagt twee weken.

  • 2. Van het eerste lid wordt afgeweken in gevallen als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet. In dat geval bedraagt de termijn 1 dag.

  • 3. Van de in het eerste lid bedoelde termijn kan worden afgeweken indien een derde belanghebbende de burgemeester heeft verzocht een besluit tot handhaving te nemen.

  • 4. Van het eerste lid kan voorts worden afgeweken indien andere omstandigheden daarom vragen. Hierbij valt te denken aan de situatie waarbij spoed is geboden bij het beëindigen van de overtreding of het aanhouden van de termijn van twee weken kennelijk ongeschikt is voor het effectief inzetten van het handhavingstraject.

Artikel 8 De vooraankondiging

  • 1. Indien met toepassing van artikel 6 lid 2 de ambtelijke waarschuwing binnen de gegeven termijn, niet tot beëindiging van de overtreding heeft geleid, wordt een vooraankondiging als bedoeld in artikel 4:8 Awb verzonden.

  • 2. In de vooraankondiging wordt een termijn van twee weken toegekend waarbinnen de overtreding kan worden beëindigen. Indien de overtreding binnen die termijn wordt beëindigd, wordt er geen besluit tot handhaving genomen. Deze termijn is tevens de termijn waarbinnen de overtreder een zienswijze kenbaar kan maken.

  • 3. Bij toepassing van artikel 6 lid 3 is de in lid 2 van dit artikel genoemde termijn geen hersteltermijn, maar slechts een termijn voor het indienen van een zienswijze.

  • 4. Van de in het tweede lid bedoelde termijn wordt afgeweken in gevallen als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet. De termijn bedraagt in dat geval één dag tot maximaal één week.

  • 5. Van de in het tweede lid bedoelde termijn kan worden afgeweken indien een derde belanghebbende de burgemeester heeft verzocht een besluit tot handhaving te nemen.

  • 6. Van het tweede lid kan voorts worden afgeweken indien andere omstandigheden daarom vragen. Hierbij valt te denken aan de situatie waarbij spoed is geboden bij het beëindigen van de overtreding of het aanhouden van de termijn van twee weken kennelijk ongeschikt is voor het effectief inzetten van het handhavingstraject.

Artikel 9 Het besluit

Indien de vooraankondiging als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder b, binnen de in die brief gestelde termijn, niet tot beëindiging van de overtreding heeft geleid, legt de burgemeester een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang op als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder c.

Artikel 10 Begunstigingstermijn last onder dwangsom

  • 1. Bij toepassing van artikel 6 lid 2 wordt in het besluit als bedoeld in artikel 9 van deze beleidsregel een begunstigingstermijn gegeven om een overtreding te beëindigen.

  • 2. De begunstigingstermijn als bedoeld in lid 1 bedraagt twee weken.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde termijn kan in elk geval worden afgeweken in gevallen als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet. De termijn bedraagt in dat geval maximaal één week.

  • 4. Van het tweede lid kan worden afgeweken indien een derde belanghebbende de burgemeester heeft verzocht een besluit tot handhaving te nemen.

  • 5. Van het tweede lid kan voorts worden afgeweken indien andere omstandigheden daarom vragen. Hierbij valt te denken aan de situatie waarbij spoed is geboden bij het beëindigen van de overtreding of het aanhouden van de termijn van twee weken kennelijk ongeschikt is voor het effectief inzetten van het handhavingstraject.

  • 6. Bij toepassing van artikel 6 lid 3 is het opnemen van een begunstigingstermijn in het besluit als bedoeld in artikel 9 van deze beleidsregel niet de orde. Deze last onder dwangsom heeft een werking van 3 jaar. Conform de Algemene wet bestuursrecht kan na een jaar opheffing van de last worden aangevraagd door de overtreder.

Artikel 11 Dwangsom per tijdseenheid of per overtreding

  • 1. Een dwangsom wordt opgelegd per tijdseenheid of per overtreding.

  • 2. Een last onder dwangsom met toepassing van artikel 6 lid 2, wordt opgelegd in vijf termijnen.

  • 3. De eerste termijn wordt vastgesteld conform artikel 10 van deze beleidsregel. De tweede, derde, vierde en vijfde termijn eindigen 4 weken later dan de termijn die daaraan vooraf gaat.

  • 4. In afwijking van het tweede lid kan bij recidive een dwangsom ineens worden opgelegd.

  • 5. Een last onder dwangsom met toepassing van artikel 6 lid 3 wordt opgelegd per overtreding.

Artikel 12 Hoogte van de dwangsom

Voor het bepalen van de hoogte van de dwangsom wordt aangesloten bij de in de tabel genoemde bedragen.

Artikel 13 Last onder bestuursdwang

De last onder bestuursdwang kan onder meer bestaan uit:

  • a.

    het op grond van artikel 19a van de wet tijdelijk verwijderen van alcoholhoudende drank uit de locatie waar op grond van artikel 18 lid 2 of 19 lid 2 onder a van de wet alcoholhoudende drank mag worden verkocht;

  • b.

    het op grond van artikel 3 van de wet verwijderen van alcoholhoudende drank in andere gevallen dan bedoeld in sub a van dit artikel

  • c.

    het verwijderen van bezoekers conform artikel 36 van de wet;

  • d.

    het tijdelijk sluiten van een horeca-inrichting

  • e.

    het opleggen van een last onder bestuursdwang anders dan bovengenoemd.

Artikel 14 Tijdelijke ontzegging van de bevoegdheid tot het verkopen van zwak-alcoholhouden drank

  • 1. Op grond van artikel 19a kan de bevoegdheid van artikel 18 lid 2 en 19 lid 2 tot het verkopen van zwak-alcoholhoudende drank voor minimaal 1 en maximaal 12 weken worden ontzegd. Deze bevoegdheid wordt toegepast bij overtredingen van artikel 20 lid 1 door een ondernemer die geen vergunning (nodig) heeft om alcoholhoudende drank te kunnen verstrekken.

  • 2. Na de eerste overtreding wordt een last onder dwangsom opgelegd.

  • 3. Na de tweede overtreding verbeurt de ondernemer de dwangsom en geeft de burgemeester te kennen voornemens te zijn bij de derde overtreding artikel 19a toe te passen.

  • 4. Na de derde overtreding wordt de bevoegdheid tot het verkopen van zwak-alcoholhoudende drank tijdelijk ontzegd.

Artikel 15 Verwijderen van bezoekers

Op basis van artikel 36 kan de burgemeester overgaan tot het verwijderen van bezoekers of het sluiten van een horeca-inrichting, indien in die inrichting in strijd met de wet alcoholhoudende drank wordt verstrekt.

3 Intrekken en schorsen van de vergunning

Artikel 16 De vooraankondiging

  • 1. Voordat de vergunning daadwerkelijk wordt ingetrokken of geschorst wordt een vooraankondiging als bedoeld in artikel 4:8 Awb verzonden.

  • 2. In de vooraankondiging voor het intrekken van de vergunning wordt een termijn van twee weken toegekend waarbinnen de overtreder de overtreding kan beëindigen en een zienswijze kan indienen.

  • 3. In afwijking van lid 2 wordt een termijn van een maand toegekend indien handhaving is ingezet naar aanleiding van de overtreding van artikel 30 en 30a van de Drank- en Horecawet.

  • 4. Indien binnen de in lid 3 genoemde termijn een nieuwe (gewijzigde) ontvankelijke aanvraag om vergunning wordt ingediend, kan conform artikel 3 bij het intrekken van de vergunning worden besloten het uitoefenen van het horeca- of slijtersbedrijf te gedogen tot een besluit is genomen op de vergunningsaanvraag.

Artikel 17 Het intrekken vergunning

Met het besluit tot intrekken van de vergunning, wordt gelijktijdig een vooraankondiging last onder dwangsom verzonden ter handhaving van artikel 3. De last bestaat uit de verplichting om alle alcoholhoudende drank uit de inrichting te verwijderen.

Artikel 18 Schorsen van de vergunning

  • 1. Op grond van artikel 32 kan de vergunning voor maximaal 12 weken worden geschorst, wanneer de overtreder zich niet houdt aan het bij of krachtens de wet bepaalde. Deze bevoegdheid wordt toegepast bij overtredingen van artikel 20 lid 1 door een vergunninghouder.

  • 2. Na de eerste overtreding wordt een last onder dwangsom opgelegd.

  • 3. Na de tweede overtreding verbeurt de ondernemer de dwangsom en geeft de burgemeester te kennen voornemens te zijn bij de derde overtreding de vergunning te schorsen.

  • 4. Na de derde overtreding wordt de vergunning tijdelijk geschorst.

4 Overige handhavingsinstrumenten

Artikel 19 Sluiten van de horeca-inrichting

Ter handhaving van de openbare orde of als andere middelen niet het gewenste effect sorteren, kan op grond van artikel 174 van de Gemeentewet worden overgegaan tot sluiting van de horeca-inrichting of een ander voor publiek toegankelijk lokaal.

Artikel 20 De bestuurlijke boete

  • 1.

    Wanneer een bestuurlijke boete wordt opgelegd, wordt bij het bepalen van de hoogte van de boete aangesloten bij het bepaalde in de (landelijke) bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet.

  • 2.

    De bestuurlijke boete kan in combinatie met een bestuurlijke herstelsancties worden opgelegd.

5 Slotbepalingen

Artikel 21 Intrekking

De “Beleidsregel horeca handhaving 2002” komt te vervallen.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 23 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel handhaving Drank- en Horecawet”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester
van de gemeente Heemskerk op 19 november 2015
de burgemeester

Bijlage 1 sanctietabel voor overtredingen van de Drank- en Horecawet

Bijlage