Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent participatie Verordening burgerparticipatie 2017

Geldend van 16-12-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening burgerparticipatie 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester;

  • -

    Burgerkracht: initiatieven van inwoners om - in fysiek en sociaal opzicht - vorm te geven aan hun straat, buurt of stad, waarbij inwoners zelf bepalen wat er gebeurt en de gemeente hen daarbij ondersteunt en faciliteert;

  • -

    Inspraak: het toepassen van de wettelijke uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht bij de voorbereiding van een besluit;

  • -

    Wettelijke participatie sociaal domein: de in de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet maatschappelijk ondersteuning 2015 voorgeschreven wijze waarop inwoner, cliënten en/of hun vertegenwoordigers betrokken moeten worden bij de uitvoering van deze wetten.

Hoofdstuk 2 Burgerparticipatie

Artikel 2 Burgerparticipatie

  • 1. Burgerparticipatie is enerzijds de activiteiten die de gemeente ontwikkelt om inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties te betrekken bij de ontwikkeling van, de besluitvorming over en de uitvoering van beleid van de gemeente en anderzijds de activiteiten die inwoners zelf ondernemen om vraagstukken in hun omgeving op te pakken of voorzieningen te creëren.

  • 2. Burgerparticipatie kent de volgende vormen:

    • a.

      burgerkracht;

    • b.

      wettelijke participatie sociaal domein;

    • c.

      overige vormen van burgerparticipatie (omgevingsbewust werken);

    • d.

      inspraak;

    • e.

      spreekrecht in de raad en raadscommissies;

    • f.

      burgerinitiatiefvoorstellen.

  • 3. De gemeenteraad bepaalt de spelregels met betrekking tot inspraak, spreekrecht in de raad en raadscommissies en burgerinitiatievoorstellen in deze verordening.

  • 4. Voor de overige vormen van burgerparticipatie voorziet de gemeenteraad in spelregels en middelen die worden vastgelegd in een nota burgerparticipatie.

Hoofdstuk 3 Inspraak

Artikel 3 Onderwerp van inspraak

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend.

  • 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3. Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld besluit;.

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een besluit dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht.

Hoofdstuk 4 Spreekrecht in de raad en raadscommissie

Artikel 4 Spreekrecht in de raad en raadscommissie

  • 1. Spreekrecht is het recht om het woord te voeren tijdens de vergadering van de gemeenteraad of raadscommissie door anderen dan de leden van de gemeenteraad of de raadscommissies of genodigden.

  • 2. De spelregels met betrekking tot het spreekrecht worden vastgelegd in een reglement van orde voor de gemeenteraad en een reglement van orde voor de raadscommissies.

Hoofdstuk 5 Burgerinitiatiefvoorstellen

Artikel 5 Burgerinitiatiefvoorstel

  • 1. Burgerinitiatiefvoorstel is een initiatiefvoorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de gemeenteraad.

  • 2. De gemeenteraad plaatst een initiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend. Geldig is het verzoek dat:

    • a.

      door ten minste vijftig initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      geen onderwerp als bedoeld in artikel 7 bevat; of

    • c.

      voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 8.

Artikel 6 Initiatiefgerechtigden

Initiatiefgerechtigd zijn ingezetenen van de gemeente van twaalf jaar en ouder.

Artikel 7 Uitzonderingen

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur; of

  • e.

    een onderwerp waarover, binnen de periode van 1 jaar voorafgaand aan het indienen van een voorstel, door de raad een besluit is genomen.

Artikel 8 Indiening burgerinitiatiefvoorstel

  • 1. Het initiatiefvoorstel wordt schriftelijk ingediend bij de griffier.

  • 2. Het initiatiefvoorstel bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      de motivering van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • c.

      de achternaam, de voornaam, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger en;

    • d.

      een lijst met voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen;

  • 3. Voor de indiening van het initiatiefvoorstel wordt gebruik gemaakt van een standaardformulier op www.heemskerk.nl.

Artikel 9 Afhandeling

  • 1. Het presidium toetst in zijn eerst volgende vergadering na de datum van indiening van het initiatiefvoorstel of het voorstel voldoet aan de in artikel 6, 7 en 8 genoemde eisen met dien verstande dat ten minste één week is gelegen tussen de dag van indiening van het initiatiefvoorstel en de dag van de vergadering van het presidium.

  • 2. In de in het eerste lid genoemde vergadering beslist het presidium op welke agenda van de vergadering van de gemeenteraad het initiatiefvoorstel wordt geplaatst.

  • 3. Indien het initiatiefvoorstel niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 6, 7 en 8 kan het presidium het initiatiefvoorstel ter afhandeling doorzenden aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 4. De griffier nodigt de initiatiefgerechtigde schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het initiatiefvoorstel is geagendeerd. De initiatiefgerechtigde of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering gedurende in totaal maximaal dertig minuten de gelegenheid om zijn initiatiefvoorstel mondeling toe te lichten.

  • 5. Het besluit van de gemeenteraad wordt zo spoedig mogelijk bekendgemaakt door kennisgeving in het digitale gemeenteblad.

  • 6. Voorafgaand aan de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de verzoeker.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 10 Intrekking

De Verordening burgerparticipatie 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 16 december 2017.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening burgerparticipatie 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Heemskerk in zijn openbare vergadering van 30 november 2017
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,

Toelichting:

Artikel 150 Gemeentewet verplicht de gemeenteraad een verordening vast te stellen, waarin regels worden gesteld over de manier waarop inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van gemeentelijke beleid worden betrokken. In deze verordening wordt de wijze geregeld waarop de eigen inwoners en belanghebbenden in staat worden gesteld hun mening over beleidsvoornemens kenbaar te maken. Ook wordt de manier geregeld waarop de gemeente rapporteert over de uitkomsten daarvan. De open regeling doet recht aan het uitgangspunt dat niet op alle bestuurshandelingen dezelfde wijze van burgerparticipatie wordt toegepast. Het artikel is daarom een algemene regeling voor burgerparticipatie op gemeentelijke niveau, dat is afgestemd op lokale behoeften en dat zoveel mogelijk harmonisatie en coördinatie van afzonderlijke vormen van burgerparticipatie tot stand brengt. Het gemeentebestuur bepaalt op welke beleidsvoornemens burgerparticipatie wordt toegepast.

Onder burgerparticipatie wordt in Heemskerk verstaan: enerzijds de activiteiten die de gemeente ontwikkelt om inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties te betrekken bij de ontwikkeling van, de besluitvorming over en de uitvoering van beleid van de gemeente en anderzijds de activiteiten die inwoners zelf ondernemen om vraagstukken in hun omgeving op te pakken of voorzieningen te creëren. De wijze waarop dit gebeurt kan verschillen. De verordening benoemt de volgende vormen: burgerkracht, de wettelijke participatie sociaal domein, inspraak, het spreekrecht in de raad en raadscommissies, de burgerinitiatiefvoorstellen en ten slotte burgerparticipatie gebaseerd op het omgevingsbewust werken, waarbij de methodiek Factor C wordt gebruikt.

In de verordening zijn begrippen gedefinieerd, de verschillende vormen van burgerparticipatie benoemd en spelregels voor inspraak, het spreekrecht in de raad en raadscommissies en de burgerinitiatiefvoorstellen opgenomen. De spelregels voor burgerkracht, burgerparticipatie sociaal domein en overige vormen van burgerparticipatie (omgevingsbewust werken) zijn in de Nota Burgerparticipatie 2017 vastgelegd, die ook door de gemeenteraad is vastgesteld.