Regeling vervallen per 01-07-2023

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Heemstede 2017

Geldend van 29-04-2017 t/m 14-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZHeemstede 2017

De raad van de gemeente;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017;

gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en artikel 10b, vijfde en zevende lid, van de Participatiewet;

gezien het advies van de commissie Samenleving van 11 april 2017;

besluit vast te stellen de volgende verordening;

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Heemstede 2017.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    de wet: Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

  • -

    doelgroep: personen zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a van de Participatiewet;

  • -

    duurzame uitstroom; uitstroom naar regulier werk voor de duur van minimaal zes maanden;

  • -

    grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

  • -

    korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar.

Hoofdstuk 2 Beleid en financiën

Artikel 2 Evenwichtige verdeling en financiering

  • 1. Het college kan de voorziening, bedoeld in artikel 6, aanbieden aan personen die behoren tot de doelgroep met een korte afstand tot de arbeidsmarkt.

  • 2. Het college kan de voorzieningen, bedoeld in de artikelen 4, 5 en 8, aanbieden aan personen die behoren tot de doelgroep met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.

  • 3. Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      de opvang van ten laste komende kinderen tot en met twaalf jaar, en

    • b.

      de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen

Artikel 3 Algemene bepalingen over voorzieningen

  • 1. Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een uitvoeringsplan vast, waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2. Het college kan een voorziening beëindigen als:

    • a.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet,

    • b.

      de artikelen 13 en 37 van de IOAW of de artikelen 13 en 37 van de IOAZ niet nakomt;

    • c.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep;

    • d.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een in deze verordening genoemde voorzieningen, tenzij het een persoon betreft als bedoeld in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a, ten tweede, van de wet;

    • e.

      naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan het beoogde doel;

    • f.

      de voorziening naar het oordeel van het college niet meer geschikt is voor de persoon die gebruik maakt van de voorziening;

    • g.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening;

    • h.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer voldoet aan de voorwaarden die in deze verordening worden gesteld om in aanmerking te komen voor die voorziening.

Artikel 4 Werkstage

  • 1. Het college kan een persoon een werkstage gericht op arbeidsinschakeling aanbieden als deze:

    • a.

      behoort tot de doelgroep, en

    • b.

      nog niet actief is geweest op de arbeidsmarkt of een afstand tot de arbeidsmarkt heeft door langdurige werkloosheid.

  • 2. Het doel van een werkstage is het opdoen van werkervaring of het leren functioneren in een arbeidsrelatie.

  • 3. Het college plaatst de persoon uitsluitend als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.

  • 4. In een schriftelijke overeenkomst wordt in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      het doel van de werkstage, en

    • b.

      de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.

Artikel 5 Sociale activering

  • 1. Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering voor zover de mogelijkheid bestaat dat hij op enig moment algemeen geaccepteerde arbeid kan verkrijgen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening.

  • 2. Het college stemt de duur van de in het eerste lid bedoelde activiteiten af op de mogelijkheden en capaciteiten van die persoon.

Artikel 6 Detacheringsbaan

  • 1. Het college kan zorgen voor toeleiding van een persoon die behoort tot de doelgroep naar een dienstverband met een werkgever, gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2. De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid gedetacheerd bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen zowel de werkgever en inlenende organisatie als tussen de werknemer en inlenende organisatie.

  • 3. Een werknemer wordt uitsluitend geplaatst als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.

Artikel 7 Scholing

  • 1. Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep een scholingstraject aanbieden, wanneer de kansen op de arbeidsmarkt zonder scholing minimaal zijn.

  • 2. Een scholingstraject voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:

    • a.

      Het vergroot de kansen op de arbeidsmarkt;

    • b.

      Er is voor deze persoon geen mogelijkheid tot het volgen van ’s Rijks kas bekostigd onderwijs

    • c.

      Het is afgestemd op de kwaliteiten en capaciteiten van de persoon behorende tot de doelgroep.

  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 7, derde lid, aanhef en onder a, van de wet.

Artikel 8 Participatieplaats

Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand overeenkomstig artikel 10a, van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten.

  • 1.

    Het college zorgt ervoor dat de te verrichten additionele werkzaamheden worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst die wordt ondertekend door het college, de werkgever en de persoon die de additionele werkzaamheden gaat verrichten.

  • 2.

    De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet bedraagt € 100 per zes maanden, mits in die zes maanden voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.

Artikel 9 Participatievoorziening beschut werk

  • 1. Het college biedt de voorziening beschut werk aan aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en deze persoon behoort tot de doelgroep.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid krijgt een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en die nog niet in aanmerking is gekomen voor een beschut werkplek omdat het aantal geraamde beschut werkplekken in één jaar al is gerealiseerd, voorrang op personen van wie later is vastgesteld dat zij alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.

  • 3. Om de in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken, biedt indien nodig het college de volgende voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling aan:

    • a.

      loonkostensubsidie;

    • b.

      fysieke aanpassingen van de werkplek;

    • c.

      persoonlijke ondersteuning.

  • 4. Het college biedt de volgende voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling aan tot het moment dat de dienstbetrekking beschut werk aanvangt:

    • a.

      sociale activering gericht op arbeidsinschakeling, of;

    • b.

      werkstage.

  • 5. Bovenop het aantal geraamde beschut werkplekken realiseert het college geen extra dienstbetrekkingen beschut werk.

Artikel 10 Ondersteuning bij leer-werktraject

Het college kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:

  • a.

    van zestien of zeventien jaar van wie de leerplicht of de kwalificatieplicht, bedoeld in de Leerplichtwet 1969, nog niet is geëindigd, of

  • b.

    van achttien tot 27 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald.

Artikel 11 Persoonlijke ondersteuning

Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het college persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken aanbieden in de vorm van structurele begeleiding als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten.

Artikel 12 Tijdelijke loonkostensubsidie werkgever

  • 1. Het college kan een ‘tijdelijke loonkostensubsidie werkgever’ verstrekken aan werkgevers die met een moeilijk bemiddelbare of uiterst moeilijk bemiddelbare werknemer een arbeidsovereenkomst sluiten.

  • 2. Onder moeilijk bemiddelbare werknemer wordt verstaan de persoon die:

    • a.

      voorafgaand aan de indienstneming gedurende 6 maanden geen reguliere betaalde betrekking heeft gevonden;

    • b.

      geen startkwalificatie bezit;

    • c.

      ouder is dan 50 jaar, of

    • d.

      alleenstaande ouder is.

  • 3. Onder uiterst moeilijk bemiddelbare werknemer wordt verstaan de persoon die onmiddellijk voorafgaand aan de indiensttreding ten minste 24 maanden werkloos is geweest.

  • 4. De subsidie wordt uitsluitend verstrekt als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en geen verdringing plaatsvindt.

  • 5. De tijdelijke loonkostensubsidie werkgever wordt niet verstrekt als de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer.

  • 6. Het college stelt nadere regels ten aanzien van de duur van de tijdelijke loonkostensubsidie werkgever, de hoogte en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.

Artikel 13 Andere re-integratievoorzieningen

  • 1. Het college kan besluiten om aan personen die behoren tot de doelgroep een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan te bieden.

  • 2. De ondersteuning die het college aan personen die behoren tot de doelgroep biedt ter bevordering van de arbeidsinschakeling, is gericht op de kortste weg naar duurzame uitstroom

Artikel 14 Activeringspremie parttime arbeid

Aansluitend op de einddatum van de inkomstenvrijlating als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onder n en r, van de Participatiewet, artikel 8, tweede en vijfde lid, van de IOAW en artikel 8, derde en negende lid, van de IOAZ kan het college een activeringspremie parttime arbeid toekennen aan de uitkeringsgerechtigde die deeltijdarbeid verricht ter hoogte van 25% van de genoten netto-inkomsten met een maximum van 25% van het in artikel 31, tweede lid, sub j, van de Participatiewet genoemde bedrag.

De premie wordt éénmaal per jaar ambtshalve toegekend. De uitbetaling vindt plaats steeds in de eerste maand na afloop van het jaar waarop de inkomsten betrekking hebben.

De premie wordt niet toegepast als achteraf inkomsten worden geconstateerd, welke door de uitkeringsgerechtigde niet zijn opgegeven en als gevolg hiervan deze inkomsten niet zijn verrekend met de bijstandsnorm.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Heemstede 2015 (II), zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 24 september 2015, wordt ingetrokken.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2017.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Heemstede 2017.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad op 20 april 2017.

Bijlage

Toelichting Re-integratieverordening