Regeling vervallen per 02-04-2020

Verordening Rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden Gemeente Heerde 2018

Geldend van 29-03-2018 t/m 01-04-2020

Intitulé

Verordening Rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden Gemeente Heerde 2018

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heerde 2018

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018;

gelet op de artikelen 44, 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14 en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heerde 2018.

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

§ 2. Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

Raadsleden ontvangen een vergoeding voor de werkzaamheden overeenkomstig artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden ongeacht het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen.

Artikel 3. Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

Een commissielid als bedoeld in artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden ontvangt een vergoeding overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4. Reis- en verblijfkosten

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

  • 1.

    voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

  • 2.

    voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 5. Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 4.

    In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 6. Notebook of IPad en internetverbinding

  • 1.

    Raads- en commissieleden aan wie op aanvraag voor de duur van hun raads- of commissielidmaatschap een notebook of een IPad, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente

  • 2.

    Op aanvraag ontvangen raads- en commissieleden voor de duur van hun raads- of commissielidmaatschap € 15,00 per maand ter vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde apparatuur. De hoogte van de vergoeding wordt door het college vastgesteld op advies van de afdeling bedrijfsvoering en advisering. De hoogte van de vergoeding bedraagt € 180,00 per jaar op het moment van vaststelling van deze verordening.

  • 3.

    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier.

Artikel 7. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

    § 3. Voorzieningen voor wethouders

Artikel 8. Reiskosten woon-werkverkeer

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 9. Zakelijke reis- en verblijfkosten

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 10. Computer en internetverbinding

Aan wethouders wordt een notebook, bijbehorende apparatuur en software en een i-pad in bruikleen ter beschikking gesteld. Zij ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 11. Communicatieapparatuur

  • 1.

    Wethouders aan wie op aanvraag communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag, overeenkomstig het eerste lid, op basis van bewijsstukken.

Artikel 12. Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 1.

    Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

    • b.

      dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 13. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

    § 4. De procedure van declaratie

Artikel 14. Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 15. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen, of

    • c.

      betaling met een gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen drie maanden na factuurdatum of betaling door:

    • a.

      raads- en commissieleden ingediend bij de griffier;

    • b.

      wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris.

      § 5. Slotbepalingen

Artikel 16. Intrekking oude regeling

De verordening rechtpositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heerde 2014 wordt ingetrokken op de dag dat deze verordening in werking treedt.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 29 maart 2018.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Heerde, 12 maart 2018,

De voorzitter, De griffier,

Raadsvoorstel Verordening rechtspositie Wethouders Raads- en Commisieleden 2018.pdf

Toelichting Model Verordening rechtspositie wethouders 2018.pdf

Vergelijkingsoverzicht oude en nieuwe verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018.pdf