Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2019

Geldend van 25-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2019

De raad van de gemeente Heerenveen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2019

(Verordening forensenbelasting 2019)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam ‘forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt is vastgesteld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. Als geen heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 4. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.

  • 5. De belasting bedraagt bij een waarde van:

    • a.

      minder dan € 70.000,-: € 412,91;

    • b.

      € 70.000,- of meer, maar minder dan € 140.000,-: € 513,74;

    • c.

      € 140.000,- of meer, maar minder dan € 210.000,-: € 620,92;

    • d.

      € 210.000,- of meer, maar minder dan € 280.000,-: € 719,65;

    • e.

      € 280.000,- of meer: € 831,32.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later op de laatste (werk)dag van de betreffende maand.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 9 Overgangsrecht

Met ingang van de in artikel 10 genoemde datum van ingang van heffing, wordt de in de raadsvergadering van 18 december 2017 vastgestelde Verordening forensenbelasting 2018 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening forensenbelasting 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2018.

De griffier,

mevrouw E.M. Witzke

De voorzitter,

de heer T.J. van der Zwan