Regeling vervallen per 01-01-2020

Beleidsregel van burgemeester en wethouders van Heerlen houdende regels m.b.t. de individuele inkomenstoeslag. (Beleidsregel individuele inkomenstoeslag)

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Beleidsregel van burgemeester en wethouders van Heerlen houdende regels m.b.t. de individuele inkomenstoeslag. (Beleidsregel individuele inkomenstoeslag)

Artikel 1 Begrippen

1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. Wet: Participatiewet

b. WIA: de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Artikel 2 Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor de individuele inkomenstoeslag dient belanghebbende te voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 36 van de wet en in de Verordening individuele inkomenstoeslag. Belanghebbende dient:

een langdurig laag inkomen te hebben zoals genoemd in artikel 3 van de Verordening individuele inkomenstoeslag, en op aanvraagdatum geen in aanmerking te nemen vermogen te hebben zoals genoemd in artikel 34 van de Participatiewet, en geen zicht op inkomensverbetering te hebben, gelet op de

omstandigheden van belanghebbende zoals genoemd in artikel 36 eerste lid van de Participatiewet.

tot de omstandigheden zoals genoemd in onderdeel c van dit artikel worden in ieder geval gerekend:

krachten en bekwaamheden van een persoon, en de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen

Artikel 3 Recht op individuele inkomenstoeslag

1. De volgende categorieën van personen worden in ieder geval geacht geen uitzicht op inkomensverbetering te hebben:

a. die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 4 van WIA, of;

b. personen van wie is vastgesteld dat het verrichten van vrijwilligerswerk dan wel daarmee gelijkgestelde onbezoldigde en niet-reguliere arbeid het maximaal haalbare is en met het verrichten van dergelijke arbeid worden geacht te voldoen aan de arbeidsverplichtingen.

2. Een individuele inkomenstoeslag wordt niet toegekend als belanghebbende in de afgelopen 36 maanden:

a. wegens een gedraging zoals genoemd in artikel 18, vierde lid een maatregel opgelegd heeft gekregen, of;

b. wegens een gedraging van de tweede, derde of vierde categorie zoals bedoeld in artikel 4 van de Afstemmingsverordening een maatregel opgelegd heeft gekregen, of;

c. wegens een gedraging zoals genoemd in artikel 18b, eerste lid een maatregel opgelegd heeft gekregen. Deze uitsluiting geldt vanaf 1 januari 2016.

Artikel 4 Uitsluitingsgronden

Uitgesloten van het recht op de individuele inkomenstoeslag is belanghebbende:

a. die gedurende de referteperiode niet als Nederlander, of daaraan gelijkgesteld in de zin van artikel 11 van de wet, kan worden aangemerkt, of;

b. op wie gedurende de referteperiode een van de uitsluitingsgrondenvan toepassing is, zoals bedoeld in artikel 13 van de wet, met uitzondering van artikel 13 eerste lid onder a en e, of;

c. die niet voldaan heeft aan de verplichting zoals genoemd in artikel 9, zesde lid van de wet en een maatregel op grond van artikel 10 van de Afstemmingsverordening opgelegd heeft gekregen.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2017, onder intrekking van de Beleidsregel individuele inkomenstoeslag gemeente Heerlen 2015, eerste wijziging.

2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel individuele inkomenstoeslag gemeente Heerlen 2017.

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 20 december 2016.

Algemene toelichting

Per 1 januari 2015 kunnen gemeenten aan personen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 36 Participatiewet een individuele inkomenstoeslag toekennen. Deze toeslag moet worden aangemerkt als een vorm van bijzondere bijstand (artikel 5 onderdeel d Participatiewet). De gemeenteraad moet op grond van artikel 8 lid 1 onderdeel b Participatiewet in een verordening regels stellen over het verlenen van een individuele inkomenstoeslag. De gemeenteraad heeft daarvoor de Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 vastgesteld.

Het college kan aan een belanghebbende een individuele inkomenstoeslag toekennen, maar heeft hierbij beleidsruimte. In beleidsregels kan het college nadere voorwaarden verbinden aan het recht op individuele inkomenstoeslag. Dit brengt met zich mee dat het college ook kan bepalen dat belanghebbenden die niet voldoen aan bepaalde voorwaarden of doelgroepen worden uitgesloten van het recht op inkomenstoeslag.

Op grond van artikel 4 tweede lid van de Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 en artikel 36 van de Participatiewet kan het college nadere regels stellen over welke aanvullende voorwaarden gelden om in aanmerking te komen voor de toeslag.

Deze beleidsregels betreffen de nadere invulling van bovengenoemd artikel uit de Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 en artikel 36 van de Participatiewet.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Lid 1 onder a tot en met c is reeds toegelicht in de verordening individuele inkomenstoeslag.

Lid 1 onder d

i: onder krachten en bekwaamheden wordt bedoeld iedereen waarop waarop artikel 9 vijfde lid of artikel 9A van de wet niet van toepassing is. Voor die groep geldt namelijk dat er naar vermogen mogelijkheden op de arbeidsmarkt zijn.

Artikel 3

Lid 1

Recht op de individuele inkomenstoeslag heeft de belanghebbende:

die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 4 van de WIA

b. wanneer belanghebbende voldoet aan de arbeidsverplichtingen door het verrichten van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, mantelzorg of een vorm van dagbesteding, en hiervan is vastgesteld dat dit voor hem het maximaal haalbare is heeft hij ook recht op de inkomenstoeslag als hij voldoet aan de voorwaarden in artikel 2 van deze beleidsregel.

Deze onderdelen moeten in combinatie met het tweede lid van het artikel beoordeeld worden.

Lid 2

Er bestaat geen recht op de individuele inkomenstoeslag, als in een periode van 36 maanden voorafgaand aan de aanvraag voor individuele inkomenstoeslag een maatregel is opgelegd:

voor het schenden van een verplichting zoals genoemd in artikel 18, vierde lid van de wet (schending arbeidsverplichtingen). (Voor de beoordeling van gedragingen voor 1 januari 2015 is de Afstemmingsverordening 2014 gemeente Heerlen van toepassing).

wegens een gedraging van de tweede, derde of vierde categorie zoals bedoeld in artikel 4 van de Afstemmingsverordening een maatregel opgelegd heeft gekregen; of

wegens een gedraging zoals genoemd in artikel 18b, eerste lid een maatregel opgelegd heeft gekregen (Nederlandse taaleis); De individuele inkomenstoeslag is niet bedoeld om de verlaging van

de uitkering door middel van de aan belanghebbende opgelegde maatregel te compenseren. Deze maatregel wordt immers opgelegd omdat de gemeente Heerlen voorgenoemde gedragingen niet accepteert en het gedrag tevens in de weg staan tot inkomensverbetering. Deze bepaling geldt vanaf 1 januari 2016.

Artikel 4

Onderdeel c

Een belanghebbende die niet voldaan heeft aan de verplichting zoals genoemd in artikel 9, zesde lid van de wet en een maatregel op grond van artikel 10 van de Afstemmingsverordening opgelegd heeft gekregen. Dit houdt in dat een belanghebbende zich niet zeer ernstig mag misdragen jegens het college of haar ambtenaren c.a. Het gaat om alle vormen van zeer ernstige misdragingen jegens de met uitvoering van de wet belaste personen en instanties tijdens het verrichten van hun werkzaamheden. Voorgenoemde

gedraging moet geleid hebben tot het opleggen van maatregel op grond van artikel 10 van de Afstemmingsverordening. Als er een maatregel opgelegd is dan is belanghebbende uitgesloten van het recht op de individuele inkomenstoeslag

Ondertekening

de wnd. gemeentesecretaris,

drs. D. Schipperheijn

de burgemeester,

R.K.H. Krewinkel