Verordening behandeling bezwaarschriften sociaal domein gemeente Hellendoorn 2014

Geldend van 17-02-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften sociaal domein gemeente Hellendoorn 2014

De raad van de gemeente Hellendoorn;

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 20 mei 2014;

Gelet op de artikelen 84 en 149 Gemeentewet;

B e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening behandeling bezwaarschriften sociaal domein gemeente Hellendoorn 2014

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften sociaal domein;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    het college: college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 2 Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2. De commissie is bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      de Participatiewet;

    • b.

      de Verordening financiële bijdrageregelingen maatschappelijke participatie gemeente Hellendoorn 2018;

    • c.

      de Verordening individuele inkomenstoeslag en individuele studietoeslag gemeente Hellendoorn 2015;

    • d.

      de Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Hellendoorn 2009;

    • e.

      de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Hellendoorn 2015;

    • f.

      de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers;

    • g.

      de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • h.

      de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Hellendoorn 2015;

    • i.

      de Verordening maatregelen en boeten Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Hellendoorn 2015;

    • j.

      de Jeugdwet;

    • k.

      de Verordening jeugdhulp gemeente Hellendoorn 2015;

    • l.

      de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • m.

      de Verordening maatschappelijke ondersteuning Hellendoorn 2015;

    • n.

      artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

    • o.

      de Wet inburgering;

    • p.

      de Verordening Wet inburgering gemeente Hellendoorn 2013;

    • q.

      de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

    • r.

      de Verordening kinderopvang gemeente Hellendoorn 2013;

    • s.

      de Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Hellendoorn 2012;

    • t.

      de Verordening leerlingenvervoer gemeente Hellendoorn 2014.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2. Het college benoemt, schorst en ontslaat eveneens één plaatsvervangend lid. Tevens wordt een plaatsvervangend voorzitter benoemd.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Hellendoorn.

Artikel 4 Secretaris

Onverminderd het bepaalde in artikel 103 van de Gemeentewet kan de gemeentesecretaris één of meer gemeenteambtenaren aanwijzen voor de vervulling van de functie van secretaris van de commissie.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Mandatering bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

  • -

    2:1, lid 2;

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, lid 2; en

  • -

    7:6, lid 4,

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening opgedragen aan de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe op de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Bemiddeling

De secretaris kan, na overleg met het college, onderzoeken of het bezwaar op andere wijze bijgelegd kan worden en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 10 Verweerschrift

  • 1. Een commissie nodigt het college uit een op het bezwaarschrift betrekking hebbend verweerschrift in te dienen.

  • 2. Het verweerschrift wordt zo mogelijk drie weken, maar uiterlijk tien dagen voor het horen, in handen van de secretaris van een commissie gesteld.

  • 3. Het verweerschrift wordt na ontvangst bij de overige op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken gevoegd.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het college in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. Indien de commissie op grond van artikel 7:3 van de wet besluit van het horen af te zien doet zij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het college.

  • 3. Een gemachtigde moet een schriftelijke en door de indiener van het bezwaarschrift ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschreven of de indiener van het bezwaarschrift met de gemachtigde verschijnt.

Artikel 12 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het college tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie werkdagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het college, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het college meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 14 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie vindt met gesloten deuren plaats.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het college en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het college en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist nadat de belanghebbenden en het college vertrokken zijn over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het college.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het college tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 20 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college en, als de zaak tijdens een vergadering geen uitstel toelaat, beslist de voorzitter.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften sociaal domein 2014.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag, volgende op die van haar bekendmaking.

  • 2. Gelijktijdig vervalt de Verordening behandeling bezwaarschriften sociale zekerheid gemeente Hellendoorn 2010.

Ondertekening

De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Deze verordening is door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld in zijn vergadering van 20 mei 2014 onder nr. 14INT01019.
Burgemeester en Wethouders van Hellendoorn,
de secretaris, de burgemeester,