Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester

Geldend van 02-03-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester

De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 februari 2006, nr.: 0510760;

gelet op het bepaalde in artikel 61, derde lid en 147 van de Gemeentewet, de Circulaire

procedureregels benoeming burgemeester van 2 november 2005 en de artikelen 9 en 15 van de

Archiefwet 1995;

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester;

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vertrouwenscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • b.

    commissaris: de Commissaris van de Koningin in de provincie Zuid-Holland;

  • c.

    raad: de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

  • d.

    commissiegriffier: de raadsgriffier in de hoedanigheid van secretaris van de commissie, bedoeld in onderdeel a.

Artikel 2 Instelling en taak commissie

  • 1. Ingesteld wordt een commissie voor het beoordelen van de door de commissaris geselecteerde kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht.

  • 2. De commissie heeft tot taak een door de commissaris aan te reiken selectie van kandidaten te beoordelen en daarover haar opvattingen schriftelijk en gemotiveerd aan de commissaris ter kennis te brengen.

  • 3. De commissie kan ook andere kandidaten, die zich bij haar aanmelden, beoordelen en daarover haar opvattingen schriftelijk en gemotiveerd onverwijld aan de commissaris ter kennis brengen.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de volgende leden: uit iedere fractie één vertegenwoordiger, zijnde de fractievoorzitter.

  • 2. Het secretariaat en de ambtelijke ondersteuning van de commissie worden opgedragen aan de commissiegriffier.

  • 3. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4. Er worden noch plaatsvervangende leden noch een plaatsvervangende commissiegriffier aangewezen.

Artikel 4 Voorbereiding van de aanbeveling

  • 1. De commissie brengt de opvattingen, bedoeld in artikel 2, uit op basis van de door de commissaris verstrekte namen en eventuele verdere gegevens van kandidaten en op basis van door de door haar ontvangen kandidaten ingebrachte mondelinge en schriftelijke informatie, zulks na weging van een en ander.

  • 2. De commissie wint noch mondeling noch schriftelijk inlichtingen omtrent de kandidaten in bij derden.

Artikel 5 Beslotenheid vergadering

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2. De commissie legt in elke vergadering met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet geheimhouding op omtrent de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

  • 3. De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in tweede lid wordt voldaan.

  • 4. De commissie noch de raad kunnen de geheimhouding, waartoe het tweede lid verplicht, niet opheffen.

  • 5. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 6 Vergaderfrequentie

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste de helft van de commissie dit noodzakelijk acht.

  • 2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter ten minste vier dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie, behoudens in situaties waarin sprake is van spoedberaad.

  • 3. De commissie vergadert niet, indien niet tenminste de helft van de commissie aanwezig is, met dien verstande dat de commissiegriffier hier niet als lid van de commissie wordt aangemerkt.

Artikel 7 Bevindingen van de commissie

  • 1.

    Opvattingen als bedoeld in artikel 2, worden vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  • 2.

    Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de schriftelijke rapportage aan de commissaris kenbaar gemaakt.

  • 3.

    Bij staking van stemmen over de uit te brengen opvattingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.

  • 4.

    Staken de stemmen in die volgende vergadering of indien uitstel van de beslissing niet mogelijk is, worden de verschillende opvattingen binnen de commissie niet ter kennis gebracht van de commissaris.

Artikel 8 Aanbeveling

  • 1. Nadat de commissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, bespreekt zij haar bevindingen met de commissaris alvorens zij schriftelijk verslag van haar bevindingen uitbrengt aan de raad en de commissaris.

  • 2. Aan het verslag van de commissie wordt toegevoegd een concept aanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar het oordeel van de commissie voor benoeming in aanmerking komen.

  • 3. De door de raad vastgestelde aanbeveling is openbaar. Ten aanzien van de stukken die door de commissie aan de raad worden gezonden, de beraadslagingen daarover in de raad en van de stukken die door de raad aan de minister worden gezonden, geldt een geheimhoudingsplicht.

Artikel 9 Voorzitter

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt naar buiten op als contactpersoon.

  • 2. Alle stukken, die bestemd zijn voor de commissie, worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de commissiegriffier en aldaar bewaard.

  • 3. Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend en vanaf het privé-adres van de commissiegriffier verzonden.

Artikel 10 Uitnodiging kandidaten

  • 1. De commissiegriffier nodigt in overleg met de commissie de kandidaten uit voor een sollicitatiegesprek met de commissie.

  • 2. De plaats en het tijdstip voor een sollicitatiegesprek worden zodanig gekozen dat voorkomen wordt, dat de kandidaten hierdoor bekend worden of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Artikel 11 Ontbinding vertrouwenscommissie

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop aan de raad is bekendgemaakt, dat in de vacature is voorzien.

  • 2. De voorzitter en de commissiegriffier van de commissie dragen er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van het college onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgende leden van dit artikel.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdelen a. en c. van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de Commissaris van de Koningin of van kandidaten worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5. Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester van 26 februari 1996 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 februari 2006.
De griffier, De voorzitter, `
B.Poiesz. H.H. Jonker

Toelichting op de Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester

In deze verordening wordt de procedure geregeld met betrekking tot het aanbevelingsrecht van de raad in verband met de benoeming van de burgemeester. De verordening bevat specifieke bepalingen ten aanzien van de taak, de bevoegdheden, de samenstelling, de geheimhouding en werkwijze van de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester. De Circulaire procedureregels benoeming burgemeester van 2 november 2005 dient nadrukkelijk in acht te worden genomen bij de toepassing van de verordening. In het kader van de Wet dualisering gemeentebestuur is het secretariaat en de ambtelijke ondersteuning opgedragen aan de commissiegriffier. Gelet op deze wet is het gewenst de positie van de secretaris van een raadscommissie ten opzichte van de ‘reguliere’ ambtelijke organisatie en de griffie goed wordt geregeld. Om aan te geven dat de secretaris van een raadscommissie onder de griffier valt is ervoor gekozen om de commissiesecretaris vanaf nu commissiegriffier te noemen, naar analogie van de raadsgriffier.