verordening op de Wmo-adviesraad 2017

Geldend van 20-07-2017 t/m heden

De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van voorstelnr. 1861333

besluit:

vast te stellen de verordening op de Wmo-adviesraad 2017:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. gemeente: de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

  • b. raad: de gemeenteraad van Hendrik-Ido-Ambacht;

  • c. college: het college van burgemeester en wethouders van Hendrik-Ido-Ambacht;

  • d. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • e. Wmo-adviesraad: een onafhankelijke adviesraad voor het college, die samengesteld is uit in Hendrik-Ido-Ambacht woonachtige vertegenwoordigers van Ambachtse organisaties van Wmo-belanghebbenden en in Hendrik-Ido-Ambacht woonachtige onafhankelijke beleidsdeskundigen op het gebied van de Wmo;

  • f. Organisatie van Wmo- belanghebbenden: Samenwerkingsverband van personen of organisaties die voor een gemeenschappelijke belang in het kader van de Wmo opkomen;

  • g. zorgvrager: gebruiker van een zorgvoorziening dan wel cliënt van een zorg verlenende organisatie of zorginstelling op het gebied van de Wmo.

    Artikel 2 Instelling van de Wmo-adviesraad

    Het college draagt zorg voor de instelling en instandhouding van een Wmo-adviesraad

    Artikel 3 Doelstelling van de Wmo-adviesraad

    De Wmo-adviesraad streeft de volgende doelstellingen na:

    • 1.

      het bewerkstelligen dat zorgvragers optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid van de gemeente;

    • 2.

      het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het Wmo-beleid.

    Artikel 4 Samenstelling Wmo-adviesraad

    • 1.

      De Wmo-adviesraad bestaat ten hoogste uit 8 leden, daarbij inbegrepen een voorzitter.

    • ·

      Ten hoogste zes leden hebben zitting namens Ambachtse organisaties van Wmo-belanghebbenden.

    • ·

      Ten hoogste twee leden hebben zitting als onafhankelijk beleidsdeskundige op persoonlijke titel

    • ·

      Bij de samenstelling van de Wmo-adviesraad is diversiteit een voorwaarde

    • 2.

      Het college benoemt de leden van de Wmo-adviesraad

    • ·

      Indien het lid afkomstig is van een organisatie van Wmo-belanghebbenden, vindt benoe-ming plaats op voordracht van betreffende organisatie

    • ·

      Indien het lid op persoonlijke titel deelneemt aan de Wmo-adviesraad vindt benoeming plaats op voordracht van de Wmo-adviesraad

    • 3.

      Het college kan, indien hij daar redenen voor heeft, het lidmaatschap van een lid, de voorzitter of de secretaris beëindigen.

    • 4.

      Het lidmaatschap van de Wmo-adviesraad eindigt tevens:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de organisatie of groepering die door het betreffend lid in de Wmo-adviesraad wordt vertegenwoordigd;

    • b.

      op eigen verzoek;

    • c.

      bij overlijden.

    Artikel 5 Voorzitter, secretariaat en faciliteiten

    • a.

      De Wmo-adviesraad kiest uit haar midden een voorzitter en deelt dit mede aan het college.

    • b.

      Bij ontstentenis van de voorzitter kan de Wmo-adviesraad, in vergadering bijeen voor de duur van de vergadering, uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter kiezen.

    • c.

      De gemeente draagt in samenspraak met de Wmo-adviesraad zorg voor het secretariaat en alle overige faciliteiten die in redelijkheid de werkzaamheden van de Wmo-adviesraad, als bedoeld in artikel 3, mogelijk maken.

    Artikel 6 Vertegenwoordiging regionale Wmo-adviesraad Drechtsteden

    • a.

      De Wmo-adviesraad wijst uit haar midden een vertegenwoordiger aan voor het overleg van de regionale Wmo-adviesraad Drechtsteden met betrekking tot het Wmo-beleid, voor zover het betreft het verstrekken van maatwerkvoorzieningen Wmo, als bedoeld in de Wmo 2015, artikel 1.1.1. en de daarmee samenhangende informatie- en adviesfunctie.

    • b.

      De vertegenwoordiger, als onder a bedoeld, geeft bij de besluitvorming van de regionale Wmo-adviesraad Drechtsteden zoveel mogelijk de zienswijze van de Wmo-adviesraad weer en doet in de Wmo-adviesraad verslag van zijn bevindingen met betrekking tot het overleg in de regionale Wmo-adviesraad Drechtsteden .

    Artikel 7 Werkwijze, vergaderfrequentie, jaarverslag en evaluatie

    • 1.

      Alvorens het college een beleidsvoornemen op het terrein van de Wmo overweegt, verzoekt het college, de Wmo-adviesraad tijdig om advies.

    • 2.

      Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

    • 3.

      De Wmo-adviesraad is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college.

    • 4.

      Het advies van Wmo-adviesraad wordt aan het college gestuurd.

    • 5.

      In het geval het college in een voorstel aan de raad afwijkt van het advies van de Wmo-adviesraad, wordt in het college-advies tevens aangegeven op welke gronden van het advies van de adviesraad is afgeweken.

    • 6.

      Het college voorziet de Wmo-adviesraad van informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de adviesraad.

    • 7.

      De Wmo-adviesraad komt zes keer per jaar in vergadering bijeen of zoveel minder of meer als de voorzitter en het merendeel van de leden van de adviesraad, in gezamenlijk overleg, wenselijk achten.

    • 8.

      De voor de Wmo verantwoordelijk portefeuillehouder woont tenminste één keer per jaar de vergadering van de Wmo-adviesraad bij, waarvoor beide partijen punten kunnen agenderen.

    • 9.

      Van overleg en afspraken met de Wmo-adviesraad stuurt het college binnen redelijke termijn een verslag aan de adviesraad. Indien de Wmo-adviesraad advies over een beleidsvoornemen heeft uitgebracht, geeft het college schriftelijk aan wat er met door de adviesraad gegeven advies is gedaan.

    • 10.

      Het college stelt, in samenspraak met de Wmo-adviesraad, een taakomschrijving voor de Wmo-adviesraad vast.

    • 11.

      De samenwerking tussen de gemeente en de Wmo-adviesraad wordt jaarlijks geëvalueerd.

    • 12.

      De Wmo-adviesraad biedt jaarlijks, voor 1 april, het college het verslag van zijn werkzaamheden aan.

    Artikel 8 Ambtelijk contactpersoon

    • 1.

      Het college wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Wmo-adviesraad en voor de afhandeling van declaraties van de Wmo-adviesraad

    • 2.

      Tenzij anders door de Wmo-adviesraad wordt besloten neemt de contactambtenaar deel aan de vergaderingen van de adviesraad.

    Artikel 9 Presentie en vergoeding

    • a.

      Het college verstrekt aan de leden van de Wmo-adviesraad presentiegeld voor de aanwezigheid bij de vergaderingen als bedoeld onder a.

    • b.

      Het college stelt bij besluit de hoogte van het presentiegeld vast.

    Artikel 10 Regels

    Het college kan, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening, regels stellen met betrekking tot onkostenvergoedingen, samenstelling, taken en bevoegdheden van de Wmo-adviesraad, informatievoor-ziening, mate van administratieve ondersteuning, vertrouwelijkheid en geheimhouding, adviestermijnen en adviezen, besluitvorming en verslaglegging

    Artikel 11 Inwerkingtreding en intrekking

    • a.

      De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

    • b.

      De verordening op de Wmo-Adviesraad 2007 wordt ingetrokken.

    Artikel 12 Citeertitel

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Wmo-adviesraad Hendrik-Ido-Ambacht 2017.

    Aldus vastgesteld in de gemeenteraad van Hendrik-Ido-Ambacht op 3 juli 2017,

    de griffier, de voorzitter,

    G.Logt J. Heijkoop

    Toelichting op Verordening op de Wmo-adviesraad

    Algemeen

    Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is de gemeente op basis van artikel 2.1.3. lid 3 verplicht om bij verordening te bepalen op welke wijze ingezeten worden betrokken bij de uitvoering van de wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld hoe inwoners:

    • a.

      in de gelegenheid worden gesteld voorstellen voor het beleid te doen;

    • b.

      vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

    • c.

      worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

    • d.

      deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

    • e.

      onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

    • f.

      worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

    Bovenstaande is bepalend voor de structuur, de samenstelling en de werkwijze van de Wmo-adviesraad.

    Toelichting artikelsgewijs

    Artikel 1

    In artikel 1 wordt een nadere toelichting gegeven op organisaties en partijen, die een rol hebben bij de totstandkoming van inspraak op gemeentelijk Wmo-beleid.

    In aanvulling op de oude verordening is onder artikel 1, lid f het begrip "organisatie van Wmo-belanghebbenden toegevoegd". Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld ouderenbonden of een adviesraad gehandicaptenbeleid.

    Artikel 2

    In dit toegevoegde artikel wordt aangegeven dat het college van B&W verantwoordelijk is voor de instelling en instandhouding van een Wmo-Adviesraad

    Artikel 3

    In artikel 1, lid 1, onder g van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 heeft de wetgever aangegeven bij welke onderwerpen van het Wmo-beleid de lokale ingezeten betrokken dienen te worden.

    Dit zijn:

    1°. Het bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld,

    2°. Het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving,

    3°. Het bieden van beschermd wonen en opvang;

    In ditzelfde artikel 1, lid 1, onder g van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt eveneens aangegeven dat lokale ingezeten betrokken dienen te worden bij het beleid maatwerkvoorzieningen Wmo. Deze betrokkenheid is geregeld via de Regionale Wmo-Adviesraad, waar een vertegenwoordiger van de lokale Wmo-Adviesraad in zit.

    Artikel 4

    In dit artikel zijn samenstelling en aantal leden van de Wmo-Adviesraad. Het huidig aantal leden is gebaseerd op de huidige praktijk en werkwijze van de Wmo-Adviesraad en de ambitie om een efficient en effectief werkende ondernemingsraad te zijn. Om te zorgen voor voldoende diversiteit in kwaliteit en inhoudelijke kennis zijn in overleg met Wmo-adviesraad, in de afgelopen periode twee onafhankelijke leden met een beleidsmatige achtergrond toegevoegd als beleidsdeskundige toegevoegd aan de Wmo-Adviesraad.

    Artikel 5

    In artikel 5 staan de afspraken over voorzitterschap, secretariaat en faciliteiten van de Wmo-Adviesraad. Gekozen is voor een voorzitter uit de leden van de Wmo-Adviesraad en niet voor een voorzitter. De keuze voor een voorzitter uit de leden van de Wmo-Adviesraad is ingegeven door het feit dat optimale lokale maatschappelijke betrokkenheid van de voorzitter gewenst is.

    Het zorgdragen voor secretariële ondersteuning en de overige faciliteiten door de gemeente is over-eenkomstig datgene in de Wmo 2015 is opgenomen.

    Artikel 6

    De gemeenteraden van de 6 Drechtstedengemeenten, waaronder de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, hebben de uitvoering van het beleid betreffende de maatwerkvoorzieningen Wmo gedelegeerd aan de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Drechtsteden.

    Voor het behartigen van de belangen van inwoners en zorgvragers, betreffende de maatwerkvoorzie-ningen Wmo, bestaat de regionale Wmo-adviesraad Drechtsteden. Hierin zitten vertegenwoordigers van de lokale Wmo-Adviesraden.

    Artikel 7

    In dit artikel wordt de omgang tussen college en Wmo-Adviesraad geregeld en staat afspraken over vergaderfrequentie en verantwoording van de Wmo-Adviesraad aan het college.

    Artikel 8

    In artikel 8 wordt geregeld, dat de Wmo-Adviesraad een vast contactpersoon heeft binnen de ambtelijke organisatie van de gemeente.

    Artikel 9

    Voor de inspanningen, die van de leden van de Wmo-adviesraad wordt gevraagd, wordt een vergoeding in de vorm van presentiegeld per vergadering gegeven.

    Artikel 10

    Het staat het college vrij om op de hier genoemde gebieden regels te stellen in de vorm van nadere regels. Het spreekt voor zich dat deze regels niet strijdig mogen zijn met hetgeen in de verordening is gesteld.

    Artikel 12

    Bij de gemeentelijke regelgeving en beleidsvorming kan onderhavige verordening aangehaald worden als de Verordening op de Wmo-adviesraad 2017