Regeling vervallen per 01-01-2016

Bezoldigingsregeling gemeente Heumen 2009

Geldend van 26-11-2009 t/m 31-12-2015

Intitulé

Bezoldigingsregeling gemeente Heumen 2009

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heumen;

gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de CAR/UWO;

gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg;

B E S L U I T E N :

vast te stellen de navolgende

Bezoldigingsregeling gemeente Heumen 2009

I Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1, sub a, van de CAR/UWO;

  • b.

    salaris: het salaris als bedoeld in artikel 3:1, lid 2, sub b, van de CAR/UWO;

  • c.

    uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, lid 1, sub o, van de CAR/UWO;

  • d.

    schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, lid 2, onder a, van de CAR/UWO, opgenomen in bijlage IIa van die regeling;

  • e.

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • f.

    bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, lid 2, onder c, van de CAR/UWO;

  • g.

    betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, lid 1, onder b, van de CAR/UWO;

  • h.

    conversie: de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • i.

    volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, lid 1, onder k, van de CAR/UWO;

  • j.

    overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, lid onder l, van de CAR/UWO;

  • k.

    functieschaal: de schaal die geldt bij volledige en aan de eisen voldoende functievervulling;

  • l.

    aanloopschaal: de naast lagere schaal van de functieschaal, met dien verstande dat functieschaal 1 geen aanloopschaal kent;

  • m.

    uitloopschaal: de naast hogere schaal van de functieschaal, met dien verstande dat schaal 14 geen uitloopschaal kent;

  • n.

    periodiek: het cijfer waarmee een bepaald in de schaal voorkomend bedrag wordt aangeduid.

II. Salaris

Recht op salaris

Artikel 2

  • 1.

    Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2.

    Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Gebroken tijdvakken

Artikel 3

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Onvolledige betrekking

Artikel 4

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Salarisbedragen

Artikel 5

De salarissen van de ambtenaren die niet bij of krachtens de wet zijn geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de CAR/UWO.

Artikel 6

  • 1. De toepassing van bijlage IIa van de CAR/UWO vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde en vierde lid, van de CAR/UWO.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende functieschaal.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 4. Anders dan bij het aanvaarden van een passende- of geschikte functie, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR/UWO kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 7

1.Aanloopschaal

De aanloopschaal wordt voor maximaal twee jaar toegekend indien de ambtenaar de functie (nog) niet volledig beheerst, dan wel (nog) niet voldoet aan de eisen die aan de functievervulling worden gesteld.

2.Functieschaal

De functieschaal wordt toegekend indien de ambtenaar de functie beheerst alsmede voldoet aan de eisen die aan de functievervulling worden gesteld.

3.Uitloopschaal

De uitloopschaal wordt toegekend indien de ambtenaar gedurende 5 jaar op het maximum heeft gestaan van de functieschaal en aan hem gedurende genoemde periode opeenvolgend via uitgebrachte beoordelingen telkens minimaal een C-score is toegekend.

  • 4.

    Naast het in de leden 1 tot en met 3 bepaalde, is inpassing mede afhankelijk van opleiding en ervaring.

  • 5.

    Bij bevordering naar een hogere schaal vervalt een toegekende toelage als bedoeld in artikel 14 en 15 van deze regeling.

Periodieke verhoging van het salaris

Artikel 8

  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert (blijkende uit tenminste een C beoordeling), wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag. Is geen beoordeling uitgebracht dan vindt de periodieke verhoging automatisch plaats.

  • 2.

    De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens per 1 januari totdat het maximum van de rang is bereikt.

  • 3.

    Voor de toepassing van vorenstaand lid 2 geldt dat de datum van indiensttreding ligt vóór 1 september.

  • 4.

    Het tijdstip waarop voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd/verlaat indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 9

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking, blijkend uit minimaal een D beoordeling.

  • 2.

    Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij door burgemeester en wethouders anders wordt bepaald.

Geen periodieke verhoging

Artikel 10

  • 1.

    Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert (blijkende uit een A of B beoordeling of op grond van artikel 8:15:1 van de CAR/UWO is geschorst), kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 8 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2.

    Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Artikel 11

Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten, met dien verstande dat de verhoging minimaal € 45 bedraagt.

III. Instrumenten van flexibele beloning

Gratificatie

Artikel 12

  • 1.

    Indien een ambtenaar een individuele prestatie heeft geleverd op minimaal D niveau, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR/UWO worden toegekend.

  • 2.

    De hoogte van de gratificatie bedraagt maximaal bruto € 1.500.

Groepsgratificatie

Artikel 13

  • 1.

    Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.

  • 2.

    De hoogte van een groepsgratificatie bedraagt minimaal bruto € 250 per groepsmedewerker.

Persoonlijke toelage

Artikel 14

  • 1.

    Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de CAR/UWO worden toegekend, indien betrokkene gedurende 5 achtereen volgende jaren uitstekend heeft gefunctioneerd, blijkende uit tenminste D-beoordelingen.

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde toelage bedraagt maximaal 10% van het bruto maandsalaris van de betrokken ambtenaar, met dien verstande dat de som van dat salaris en die toelage het hoogste bedrag van de naasthogere salarisschaal niet overschrijdt.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Arbeidsmarkttoelage

Artikel 15

  • 1. Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3. De in lid 1 bedoelde toelage bedraagt maximaal 10% van het bruto maandsalaris van de betrokken ambtenaar, met dien verstande dat de som van dat salaris en die toelage het hoogste bedrag van de naasthogere salarisschaal niet overschrijdt.

  • 4. De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

  • 5. De toelage wordt beëindigd indien het functioneren van de ambtenaar lager dan C wordt beoordeeld.

Artikel 16

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 12 tot en met 15.

Geen afbouwregeling

Artikel 17

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 12 tot en met 15 wordt geen afbouwregeling toegepast.

IV. Overige toelagen en vergoedingen

Overwerkvergoeding

Artikel 18

Aan de ambtenaar met een salaris lager dan het maximumsalaris van schaal 11, wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR/UWO.

Toelage onregelmatige dienst

Artikel 19

  • 1.

    Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform artikel 3:3 van de CAR/UWO, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de CAR/UWO

  • 2.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

Dag/tijdstip

0-6 uur

6-8 uur

8-18 uur

18-22 uur

22-24 uur

maandag t/m vrijdag

40%

20%

-

20%

40%

Zaterdag

70%

70%

70%

70%

70%

Zondag

70%

70%

70%

70%

70%

Feestdagen

100%

100%

100%

100%

100%

met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het maximumsalaris van schaal 6 genoemd in bijlage IIa van de CAR/UWO.

  • 3.

    Tijdens ziekte korter dan 6 maanden wordt de toelage doorbetaald.

  • 4.

    Voor de in lid 2 genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7 uur, respectievelijk is beëindigd na 19 uur.

  • 5.

    In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

Artikel 20

  • 1.

    Aan de ambtenaar met een salaris lager dan het maximumsalaris van schaal 11 en die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:2 van de CAR/UWO op grond van artikel 15:1:10, lid 2, sub b en c, zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

  • 2.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage, zoals genoemd in artikel 19, lid 2, van het voor de ambtenaar geldende uurloon

  • 3.

    In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Toelage Inconveniënten

Artikel 21

  • 1.

    Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware onaangename of gevaarlijke arbeid wordt opgedragen, wordt naar rato van het dienstverband een toelage toegekend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nader bepalen welke arbeidsomstandigheden als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt moeten worden en in welke mate.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde toelage bedraagt 2,3% van het salaris per uur, dat is afgeleid van schaal 5, periodiek 11.

Afbouw toelage

Artikel 22

  • 1.

    Aan een ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in de artikelen 19, 20 en 21, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

    • a.

      die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage, als bedoeld in artikel 15, en

    • b.

      de ambtenaar de toelage -als bedoeld in de artikelen 19, 20 en 21- direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar en ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage – als bedoeld in de artikelen 19, 20 en 21 – een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage - als bedoeld in de artikelen 19, 20 en 21 – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage – als bedoeld in de artikelen 19, 20 en 21- heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4.

    Voor de toepasssing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 5.

    De aflopende toelage kent het volgende verloop: het eerste jaar 100%, het tweede jaar 75%, het derde jaar 50% en het vierde jaar 25% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen c.q. verminderen van de toelage als bedoeld in de artikelen 19, 20 en 21. Ingaande het vijfde jaar vervalt de toelage.

Referte tijdvak toelagen

Artikel 23

  • 1.

    Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 7:8:1 van de CAR/UWO geldt een referte tijdvak van drie kalendermaanden, voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de betrekking wegens ziekte is ontstaan.

  • 2.

    Voorzover de ambtenaar op de in het eerste lid genoemde datum minder dan drie kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, betreft het referte tijdvak de periode vanaf de datum waarop de betrekking voor het eerst is vervuld tot het ontstaan van de verhindering wegens ziekte.

V. Overige bepalingen

Artikel 24

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 25

Een vergoeding of toelage als genoemd in de artikelen 18 en 19, wordt uitsluitend verleend indien de ambtenaar binnen een periode van zes maanden na het ontstaan van de aanspraak het recht op de vergoeding of toelage doet gelden door middel van het indienen van een declaratie op het daartoe vastgestelde formulier.

Inwerkingtreding/citeertitel

Artikel 26

Deze regeling treedt in werking met ingang van 26 november 2009, onder intrekking door de Raad van de gemeente Heumen op 26 november 2009 van de Bezoldigingsverordening gemeente Heumen 1985 en kan worden aangehaald als Bezoldigingsregeling gemeente Heumen 2009.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen d.d. 28 september 2009.

De secretaris De burgemeester

Drs. J. Wijnia Drs. J. van Zomeren.

wm