Verordening, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van subsidie ten behoeve van het instandhouden van beschermde monumenten.

Geldend van 19-10-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 11-12-2001

Intitulé

Verordening, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van subsidie ten behoeve van het instandhouden van beschermde monumenten.

Verordening, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van subsidie ten behoeve van het instandhouden van beschermde monumenten.

artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a.rijksmonumenten:

onroerende zaken, die zijn opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 10 van de Monumentenwet, dan wel zaken waaromtrent de minister van welzijn, volksgezondheid en cultuur ingevolge artikel 8 van deze wet het voornemen tot plaatsing op de monumentenlijst heeft kenbaar gemaakt;

b.gemeentelijke monumenten:

objecten, die conform artikel 4 van de Monumentenverordening 1997 zijn opgenomen op de gemeentelijke monumentenlijst;

c. restauratiewerkzaamheden:

    • -

      voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken, het normale onderhoud te boven gaand;

    • -

      overige voorzieningen, het normale onderhoud te boven gaand, die voor de instandhouding van het monument noodzakelijk zijn;

  • onderhoud aan rieten daken.

d. eigenaar:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een beschermd monument;

artikel 2

De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit, waarin wordt aangegeven welk bedrag voor een bepaald jaar beschikbaar wordt gesteld in het belang van de instandhouding van gemeentelijke monumenten, waarbij onderscheid kan worden gemaakt in de categorieën:

  • -

    woningen en boerderijen;

  • -

    kerkgebouwen;

  • -

    overige monumenten.

artikel 3

De gemeenteraad kan de werkingssfeer van deze verordening of onderdelen daaruit naar tijd en plaats bepalen.

artikel 4

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de instandhouding van gemeentelijke monumenten en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening geldelijke steun toe te kennen.

  • 2. Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op grond van lid 1 rekening met steun die op grond van deze verordening of enige andere regeling is of kan worden toegekend.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van geldelijke steun voorwaarden verbinden.

artikel 5

  • 1. Burgemeester en wethouders kennen slechts geldelijke steun toe voorzover de op grond van artikel 2 beschikbaar gestelde middelen voor de betreffende categorie van monumenten toereikend zijn.

  • 2. Alle aanvragen om geldelijke steun op voet van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 3. Aanvragen om geldelijke steun, die op grond van het bepaalde in lid 1 in het betreffende jaar niet kunnen worden ingewilligd, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.

  • 4. De indiener van een aanvraag als bedoeld in lid 3 is bevoegd een dergelijke aanvraag in een volgend jaar opnieuw in te dienen.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in lid 2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd om aanvragen als bedoeld in lid 4 extra prioriteit toe te kennen.

artikel 6

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in naar hun oordeel bijzondere omstandigheden in het belang van de instandhouding van gemeentelijke monumenten af te wijken van deze verordening. Burgemeester en wethouders zullen hiertoe niet overgaan dan nadat de monumentencommissie is gehoord.

artikel 7

  • 1. Voor zover een voorgenomen restauratie een rijksmonument betreft is primair van toepassing het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten.

  • 2. In bijzondere gevallen kan de gemeenteraad bij vaststelling van het besluit als bedoeld in artikel 2 bepalen dat deze verordening eveneens van toepassing is op rijksmonumenten.

artikel 8

Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een gemeentelijk monument een bijdrage verstrekken in de door hen vast te stellen subsidiabele kosten van de restauratiewerkzaamheden.

artikel 9

Onder de subsidiabele kosten worden in elk geval begrepen de geraamde en door burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

  • a.

    de aanneemsom;

  • b.

    de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

  • c.

    het honorarium van de architect en de constructeur, de kosten van het dagelijks toezicht en de bestedingskosten;

  • d.

    de leges voor de bouwvergunning en voor enige andere vergunningen die nodig zijn voor het treffen van de voorzieningen;

  • e.

    de verschuldigde omzetbelasting, voorzover deze de eindheffing is.

artikel 10

  • 1. De bijdrage bedraagt 50% van de subsidiabele restauratiekosten, doch ten hoogste 50% van € 9.075,60.

  • 2. Voor de categorie kerkgebouwen kunnen burgemeester en wethouders in afwijking van het bepaalde in artikel 12 onder e. voor een periode van maximaal drie opeenvolgende jaren een bijdrage als bedoeld in lid 1. verstrekken.

  • 3. Op de restauratiekosten worden in mindering gebracht de kosten waarvoor uit hoofde van enige andere regeling steun is of kan worden toegekend, alsmede de kosten die uit hoofde van een andere regeling zijn of kunnen worden gefinancierd.

artikel 11

Bij hun beslissing op aanvragen om bijdragen houden burgemeester en wethouders in elk geval rekening met:

  • a.

    de waarde van het monument;

  • b.

    de bouwtechnische en uiterlijke staat van het monument, mede in relatie tot zijn omgeving;

  • c.

    het huidige en toekomstige gebruik van het monument;

  • d.

    de mate, waarin de werkzaamheden, verbonden aan het treffen van de voorzieningen, worden verricht door de eigenaar, anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf, al dan niet met hulp van anderen, zonder dat bij de hulp sprake is van uitoefening van een bedrijf.

artikel 12

De bijdrage wordt slechts toegekend:

  • a.

    indien de eigenaar niet met de restauratiewerkzaamheden is begonnen voordat hij van burgemeester en wethouders bericht heeft ontvangen welke kosten als subsidiabel zijn aangemerkt;

  • b.

    voorzover de kosten van de restauratiewerkzaamheden niet door een verzekering worden gedekt;

  • c.

    indien het plan dat aan de restauratiewerkzaamheden ten grondslag ligt voldoet aan de bepalingen van het op grond van de Woningwet van kracht zijnde Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening;

  • d.

    indien het monument niet bestemd is om binnen een periode van 10 jaren te worden afgebroken;

  • e.

    indien voor de te verrichten restauratiewerkzaamheden aan het monument tenminste 15 jaren voor de aanvrage om geldelijke steun van overheidswege geen subsidiebijdrage is verleend;

  • f.

    indien kan worden aangetoond dat in de onder e. genoemde periode van 15 jaren restauratiewerkzaamheden zijn verricht waarvoor van overheidswege een subsidiebijdrage is ontvangen, doch welke werkzaamheden binnen die periode wederom moeten worden verricht vanwege bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van burgemeester en wethouders, en niet te wijten aan achterstallig onderhoud of anderszins te voorkomen oorzaken.

artikel 13

De bijdrage wordt toegekend onder de voorwaarden dat:

  • a.

    na uitvoering van de restauratiewerkzaamheden wordt voldaan aan de eisen die volgens wettelijke voorschriften aan het monument wordt gesteld;

  • b.

    binnen drie maanden na toekenning of na het verlenen van de vereiste bouwvergunning(en) met de restauratiewerkzaamheden wordt begonnen;

  • c.

    de restauratiewerkzaamheden zijn uitgevoerd binnen twaalf maanden na de toekenning;

  • d.

    aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen:

    • -

      toegang wordt verleend tot het monument;

    • -

      inzage wordt verleend ten aanzien van de op de restauratiewerkzaamheden betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

    • -

      gegevens worden verstrekt die betrekking hebben op de restauratiewerkzaamheden en gelegenheid wordt geboden tot het controleren van bedoelde gegevens;

  • e.

    de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van dit hoofdstuk van de verordening worden verstrekt.

artikel 14

De toekenning van de bijdrage vervalt:

  • a.

    indien met de restauratiewerkzaamheden geen aanvang is gemaakt binnen de in artikel 13 onder b gestelde termijn;

  • b.

    indien de voorzieningen niet zijn getroffen binnen de in artikel 13 onder c gestelde termijn.

artikel 15

  • 1. Voor het aanvragen van een bijdrage wordt gebruik gemaakt van een door burgemeester en wethouders vast te stellen aanvraagformulier.

  • 2. Naast het in het eerste lid bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te bevatten:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten van de restauratiewerkzaamheden;

    • b.

      bestek en voorwaarden, althans een werkomschrijving;

    • c.

      tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de nieuwe toestand van het monument (schaal 1:100);

    • d.

      naam en adres van de aannemer(s).

artikel 16

  • 1. Uitbetaling van een door burgemeester en wethouders toegekende bijdrage vindt slechts plaats, nadat binnen twee maanden na het beëindigen van de restauratiewerkzaamheden:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden zijn gereedgemeld door inzending van een volledig ingevuld door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier;

    • b.

      de onder a bedoelde werkzaamheden desgewenst door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c.

      de rekeningen en betaalwijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling, waarin de werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt als de in artikel 15 bedoelde begroting, door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord zijn bevonden.

  • 2. Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een bij de gereedmelding door de eigenaar op te geven bankrekening.

artikel 17

Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt bij het doen van de aanvraag om een bijdrage ineens, dan wel bij opgaaf van de kosten na afloop van de restauratiewerkzaamheden, of indien andere in of krachtens deze verordening gestelde voorwaarden niet zijn nageleefd, kunnen burgemeester en wethouders de bijdrage geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

artikel 18

Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening gemeentelijke monumenten".

Aldus besloten door de raad van de gemeente Heusden in zijn openbare vergadering van 14 april 1998.

De secretaris, De voorzitter,

H.C. Jongmans drs. H.P.T.M. Willems