Regeling vervallen per 24-01-2019

Beleidsregels evenementen op schepen

Geldend van 16-12-2004 t/m 23-01-2019

Intitulé

Beleidsregels evenementen op schepen

De burgemeester van Hoorn,

gelet op artikel 2.2.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Hoorn,

gelet op artikelen 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

  • 1.

    vast te stellen de navolgende

beleidsregels "evenementen op schepen";

  • 2.

    de inwerking te bepalen op de dag na dag waarop dit besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.

1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Evenement op een schip: Een (dans)feest op een passagiersschip dat een vaartocht maakt.

Organisator: De natuurlijke of rechtspersoon onder wiens verantwoordelijkheid een evenement op een schip wordt georganiseerd.

Passagiersschip: Een vaartuig dat middel van vervoer en / of verblijf is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor bedrijfsmatig vervoer en / of verblijf van meer dan twaalf personen.

Vergunning: Een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 van de algemene plaatselijke verordening.

2. Juridisch kader

Artikel 2.2.2. APV bepaalt dat voor het organiseren van een evenement een vergunning van de burgemeester vereist is. Op grond van lid 2 van dit artikel kan de burgemeester in het kader van openbare orde en veiligheid, zedelijkheid of gezondheid dan wel het voorkomen of beperken van overlast voorschriften verbinden aan een vergunning dan wel de vergunning weigeren.

Een evenement is gedefinieerd als: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak (met enkele met name genoemde uitzonderingen daarop die hier niet relevant zijn). Het houden van een (grootschalige) dansfeest, zoals een house- of technoparty op een passagiersschip wordt beschouwd als een openbaar evenement waarvoor een vergunning is vereist. De vergunning geldt voor zover het passagierschip zich binnen de grenzen van de gemeente bevindt ten behoeve van het aan- en / of afmeren.

3. Voorwaarden

Ter bescherming van de openbare orde en veiligheid, het voorkomen van geluidsoverlast zowel in de haven als op de randmeren, vernielingen en baldadigheid bij het in- en uitschepen van passagiers en de bescherming van de veiligheid van de passagiers worden de volgende voorwaarden aan de vergunning verbonden.

Algemeen

3.1.1 Certificaat

Een passagierschip waarop een evenement wordt gehouden dient te beschikken over een Certificaat van Onderzoek volgens de Binnenschepenwet. Aan een organisator die niet over een certificaat beschikt, dan wel geen afschrift daarvan heeft overgelegd, wordt geen vergunning verleend.

3.1.2 Ander vaartuig dan een passagierschip

Voor een evenement op een ander vaartuig dan een passagierschip wordt geen vergunning verleend.

3.1.3 Samenloop van evenementen

Er wordt voor niet meer dan één evenement op één schip een vergunning afgegeven. Voorts wordt ook geen vergunning afgegeven voor een evenement op een schip indien op het voorgestelde tijdstip tevens een ander evenement plaatsvindt in de havens in de zin van artikel 1 van de Havenverordening Hoorn 1997.

Openbare ruimte

3.1.4 Ligplaats

Het passagierschip is verplicht af te meren ter hoogte van het Houten Hoofd of het Oostereiland. Het is op grond van artikel 31 van de Havenverordening Hoorn 1997 verboden een andere ligplaats in te nemen dan door de havenmeester aangewezen.

3.1.5 Laad- en losplaatsen

De laad- en losplaatsen en de plaatsen waar goederen en afvallen worden opgeslagen of gedeponeerd dienen zodanig zijn gesitueerd dat bij brand het oprijden en opstellen van de voertuigen en andere hulpmiddelen van de brandweer niet worden bemoeilijkt of belemmerd.

3.1.6 In- en uitscheepbeleid

De organisator regelt de toestroom de van de bezoekers, zonodig door de inzet van (verkeers)stewards, zodat problemen worden voorkomen.

3.1.7 Reclame-uitingen

De organisator kan conform de op grond van artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening vastgestelde beleidsregels voor het maken van reclame rond lichtmasten ten behoeve van tijdelijke activiteiten reclame maken voor een evenement op een schip.

Openbare orde en veiligheid

3.1.8 Maximum aantal bezoekers

Het is verboden om meer dan het toegestane aantal bezoekers op het passagierschip aanwezig te laten zijn. Het maximaal aantal bezoekers wordt bepaald door het Certificaat van Onderzoek of door hetgeen is vastgelegd in de gebruiksvergunning. Het aantal bezoekers zal echter nooit meer bedragen dan:

  • a)

    500 personen, bij een watertemperatuur van 15° C of hoger (gemeten op 150 m uit de kust);

  • b)

    250 personen, bij een watertemperatuur lager dan 15° C.

Indien de watertemperatuur lager is dan 10° C wordt er geen vergunning verleend voor het houden van een houden van een evenement op een schip.

3.1.9 EHBO en beveiliging

Er is aan boord voldoende EHBO-personeel aanwezig. Onder verantwoordelijkheid van de organisator is een vergunninghoudend beveiligingsbedrijf belast met de beveiliging van de bezoekers. In verhouding tot het aantal bezoekers dienen voldoende beveiligingsbeambten aanwezig te zijn (minmaal 1 per honderd bezoekers).

3.1.10 Melding GHOR/CPA

In afwijking van artikel 1.3, lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening dient de organisator de aanvraag voor de vergunning voor een evenement op een schip zes weken van tevoren in te dienen. Gelijktijdig dient de organisator de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en de gemeenschappelijke meldkamer te informeren over datum, tijdstip, plaats en omvang van het evenement.

3.1.11 Veiligheidsplan

Bij de vergunningaanvraag dient de organisator een evenement op een schip een veiligheidsplan over te leggen waarin ieder geval vermeld is wat de instructies zijn voor de bemanning en het personeel voor het geval schip lek raakt, er brand aan boord uitbreekt, de passagiers moeten worden geëvacueerd of er een man-over-boord-situatie is. Zonder deugdelijk veiligheidplan wordt geen vergunning verleend.

3.1.12 Toegangscontrole

Er wordt gezorgd voor een goede uitvoering van de toegangscontrole en fouillering op wapen en drugsbezit. Indien er drugs en / of wapens worden gevonden wordt de politie direct geïnformeerd.

3.1.13 Passagierslijst

Voordat het schip de haven verlaat kan de organisator verplicht worden om aan de politie een passagierslijst over te leggen met daarop aangegeven de personen (in ieder geval met naam en geboortedatum en geboorteplaats) die aan boord zijn van het schip.

3.1.14 Overleg

De organisator overlegt van tevoren met medewerkers van de politie en gemeente over de te nemen beveiligingsmaatregelen.

Geluid

3.1.15 Ontheffing

Er wordt geen ontheffing verleend van het verbod voor het veroorzaken van geluidshinder als bedoeld in artikel 4.1.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening. Dit betekent dat de installaties (inclusief muziekgeluid en aggregaten) opgesteld ten behoeve van het bootfeest niet hoorboor mogen zijn op de kade. Uitgezonderd hiervan zijn het geluid ten gevolge van de voorstuwing gedurende het aanmeren en de afvaart en de normale energie voorziening.

3.1.16 Rustige ruimte

Aan boord van het passagierschip zijn een- of meerdere ruimtes waar geen harde muziek wordt gedraaid.

Brandveiligheid

3.1.17 Gebruiksvergunning

Een passagiersschip waarop een evenement wordt gehouden dient te beschikken over een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandveiligheidverordening van de gemeente Hoorn. Aan een organisator die niet over een gebruiksvergunning beschikt, wordt geen vergunning verleend. De brandweer kan in het kader van de brandveiligheid nadere regels stellen omtrent het gebruik van het passagiersschip.

Reikwijdte van deze beleidsregel

3.1.18 Feesten met een besloten karakter

Deze beleidsregel is niet van toepassing op feesten met een strikt persoonlijk c.q. besloten karakter, zoals bruiloften en verjaardagen, en bedrijfsfeesten.

Toelichting advies beleidsregeling evenementen op schepen

Door de Vereniging van Zuiderzeegemeenten (waar Hoorn lid van is) is een voorstel toegezonden voor het vaststellen van beleidsregels voor het houden van feesten (houseparty’s) op (passagier)schepen op het IJsselmeer.

In het verleden zijn al diverse gemeenten geconfronteerd met het fenomeen van (grootschalige) houseparty’s op schepen . Het scenario is meestal als volgt. De groep feestgangers arriveert in het begin van de avond bij de haven om in te schepen. Het schip vertrekt vervolgens naar open water waar het feest losbarst. Na afloop van het feest meert het partyschip in de vroege ochtend weer af in de haven en gaan de bezoekers weer van boord.

Deze feesten onttrekken zich aan iedere vorm van wet- en regelgeving terwijl er wel sprake is van een verhoogd veiligheidsrisico. Zo is bijvoorbeeld de Drank- en Horecawet niet van toepassing op varende schepen. Ook het uitoefenen van toezicht op dergelijke feesten door de politie of andere functionarissen is nauwelijks mogelijk.

Tijdens de jaarvergadering van de vereniging in 2002 is besloten om een kleine ambtelijke werkgroep in te stellen (vanuit de gemeenten Hoorn en Huizen en de KLPD onder voorzitterschap van de burgemeester van de Noordoostpolder, in een later stadium is ook een bijdrage geleverd door de gemeente Amsterdam) om te bezien welke mogelijkheden de lokale overheid heeft om het houden van houseparty’s op schepen (enigszins) te reguleren. Deze werkgroep is tot de conclusie gekomen dat de enige haalbare optie is om dergelijke feesten te reguleren de nu voorgestelde beleidsregeling is. Deze beleidsregels moeten feitelijk worden gezien als een lapmiddel in afwachting van landelijke regelgeving.

Kern van de beleidsregeling is dat houseparty’s/dansfeesten op schepen worden aangemerkt als een evenement in de zin van artikel 2.2.2. van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Zodoende is voor een dergelijk feest (voortaan) een evenementenvergunning van de burgemeester vereist. Verder worden in de beleidsregeling diverse voorwaarden vastgelegd waaraan de organisator van het feest zich te houden heeft (o.a. aanwezigheid van EHBO’ers, opstellen veiligheidsplan)

Het is de bedoeling dat alle gemeenten langs de Randmeren, het IJssel- en het Markermeer dezelfde beleidsregels vaststellen ten aanzien van houseparty’s/dansfeesten op schepen. Alleen op die manier ontstaat een sluitende regeling. Daarbij is het zo dat indien een partyboot tijdens het evenement meerdere havens aandoet daar door de betreffende burgemeester aparte evenementenvergunningen voor moeten zijn afgegeven. De praktijk zal moeten uitwijzen of en zo ja in hoeverre het zinvol is om hier een coördinatieregeling voor in het leven te roepen. Naar het zich laat aanzien hebben inmiddels verreweg de meeste IJsselmeergemeenten de beleidsregeling van toepassing verklaard.

Tot dusver zijn er in Hoorn nog geen openbare orde problemen geweest ten aanzien van het houden van dansfeesten op schepen. Dat betekent echter niet dat het niet zinvol is om aan te sluiten bij de door de Vereniging van Zuiderzeegemeenten voorgestelde regeling. Het voorstel leidt niet tot extra werkzaamheden en kan in voorkomende gevallen functioneren als “stok achter de deur”. Bovendien bestaat er altijd het risico dat als andere watergemeenten wel beleid gaan voeren ten aanzien van dansfeesten op schepen en Hoorn niet deze problematiek zich naar Hoorn verplaatst.

De voorgestelde beleidsregels voor de partyboten reeds besproken in het interne Integraal Openbare Orde en Veiligheid Overleg (IOVO) van 7 januari 2004 en toen geaccordeerd. Vervolgens heeft er op ambtelijk niveau nog nader overleg plaatsgevonden met de brandweer en Stadstoezicht (de havendienst).

In het door de brandweer na dit overleg uitgebrachte advies wordt vooral gewezen op de beperkte redcapaciteit in het geval van het te water raken van feestgangers. Uiteraard kan naast de eigen, beperkte reddingscapaciteit van de brandweer voor het redden van drenkelingen een beroep worden gedaan op de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij (KNRM) die met diverse reddingsboten op de het IJsselmeer actief is en eventueel op de marine (helikopters), maar dan nog bestaat er met name in de wintermaanden bij een ongeval met een partyboot op het IJsselmeer een groot risico dat drenkelingen als gevolg van onderkoeling overlijden voordat zij gered kunnen worden. Daarom adviseert de brandweer om:

  • geen vergunning af te geven voor een bootfeest bij een watertemperatuur van lager van 10° C ;

  • het maximaal aantal bezoekers op het passagierschip bij een watertemperatuur lager dan 15° C te stellen op 250 personen;

  • het maximaal aantal bezoekers op het passagierschip bij een watertemperatuur van 15° C of hoger te stellen op 500 personen.

In de door de Vereniging van Zuiderzeegemeenten aangeboden modelbeleidsregeling wordt de bepaling van het maximumaantal bezoekers van een bootfeest ter bepaling over gelaten aan elke gemeente (omdat lokale omstandigheden hier van invloed kunnen zijn). Het advies van de brandweer is verwerkt in bijgaande ontwerpbeleidsregels voor Hoorn. Een aandachtspunt in dit verband is wel dat de het model van de Vereniging van Zuiderzeegemeenten op zich niet voorziet in de regel dat er gedurende de wintermaanden (wanneer de watertemperatuur lager dan 10° C is) geen vergunning wordt verleend. Het kan dus zijn dat een partyboot komend van een andere gemeente in de winter niet in Hoorn mag afmeren terwijl de boot wel beschikt over een evenementenvergunning voor vertrek uit die andere gemeente (overigens kan zich een dergelijk probleem zich ook voordoen ten aanzien van verschillen in het toegestane maximumaantal bezoekers van het bootfeest). Een organisator van een bootfeest die verschillende gemeenten wil aan doen zal zich vooraf dus goed moeten oriënteren op de diverse gemeentelijke regelingen. Overigens mag worden verwacht dat een partyboot voor vertrek en aankomst meestal gebruik zal maken van dezelfde haven (de beleidsregeling is in feite ook ontworpen voor die situatie).

De modelbeleidsregeling schrijft verder onder meer voor dat een schip waarop een dansfeest wordt georganiseerd moet beschikken over een brandveiligheidsvergunning in het kader van de Brandveiligheidsverordening. Volgens het advies van de brandweer is dat niet mogelijk omdat deze verordening alleen van toepassing op inrichtingen, zijnde bouwwerken geen gebouw zijnde. M.i. is het advies op dit onderdeel niet helemaal juist. In de Brandveiligheidsverordening is het begrip inrichting namelijk gedefinieerd als een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats. Deze verordening is niet van toepassing bouwwerken als bedoeld in de Woningwet en de bouwverordening. De Brandveiligheidsverordening is bedoeld voor alle 'bouwwerken' die op het water drijven en los met de wal verbonden zijn, zoals hotelboten, opslagschepen en drijvende restaurants. Deze zijn namelijk geen bouwwerken in de zin van de Woningwet 1991 en vallen derhalve niet onder de werking van het Bouwbesluit en de bouwverordening. Er bestaat een in dit kader relevante uitspraak van het Hof Arnhem d.d. 6 juni 1972, NJ 73, 209. Daarin werd uitgemaakt 'dat een op het water drijvend bouwsel niet valt onder het begrip "gebouw" en evenmin onder de definitie in de gemeentelijke bouwverordening, omdat het niet in de geest van die verordening met de grond verbonden is noch steun vindt in of op de grond'. Er was hier sprake van het aanmeren middels twee lijnen aan in de grond geplaatste meerpalen, teneinde afdrijven te voorkomen. Het valt te verwachten dat bij een 'minder losse verbinding' de bouwsels onder de werking van de Woningwet zullen vallen. Ook allerlei terreinen vallen onder het begrip inrichting, evenals (feest)tenten e.d.

Aldus bekeken valt niet in te zien waarom een passagierschip waarop een evenement plaatsvindt, in ieder geval voor zover en zo lang als het schip aan de kade ligt afgemeerd niet onder het regime van de Brandveiligheidsverordening valt. Daarom adviseer ik u de bepaling 2.1.15 van de beleidsregeling in afwijking van het advies van de brandweer te handhaven.

Ten aanzien van de reikwijdte van de beleidsregeling (artikel 2.1.16) kan worden opgemerkt dat een evenementenvergunning in het algemeen niet vereist is voor het houden van een feest met een besloten karakter. Dit dient derhalve ook te gelden voor besloten feesten op schepen. Derhalve zondert de beleidsregeling zich in artikel 2.1.16 voor dergelijke feesten uit. Ik adviseer u ook deze bepaling te handhaven.