Regeling vervallen per 24-01-2019

Beleidsregels Kamperen buiten kampeerterreinen, Vaststellen

Geldend van 22-04-2010 t/m 23-01-2019

Intitulé

Beleidsregels Kamperen buiten kampeerterreinen, Vaststellen

Corsaregistratienummer: 09.60735

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,

 

- gelezen het collegevoorstel d.d. 17 december 2009;

- gelet op artikel 4:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010.

 

besluit

 

tot het vaststellen van de volgende beleidsregels “Kamperen buiten kampeerterreinen”

 

  • 1.

    kamperen in het kader van het bijwonen van een evenement is niet toegestaan wanneer het evenement geen doorgang vindt;

  • 2.

    kampeerterreinen in het kader van het bijwonen van een evenement dienen te worden gerecreëerd in de nabijheid van een evenemententerrein;

  • 3.

    kamperen door groepen in besloten kring moet een incidenteel karakter hebben;

  • 4.

    het overnachten in een kampeerauto wordt alleen toegestaan op de daarvoor aangewezen “Gereguleerde Overnachtings Plaats aan de Grashaven;

  • 5.

    deze beleidsregels treden de dag na bekendmaking in het gemeenteblad in werking.

 

 

Kamperen buiten kampeerterreinen

Beleid gemeente Hoorn

 

 

Inhoudsopgave

 

Inleiding

 

Hoofdstuk 1 Juridisch kader

 

1.1 Algemene wet bestuursrecht

1.2 Wet op de Openluchtrecreatie

1.3 Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010

1.4 Wet Ruimtelijke Ordening

 

Hoofdstuk 2 Procedure

 

2.1 Melding

2.2 Ontvangstbevestiging

2.3 Termijn indiening

2.4 Buiten behandeling

2.5 Advies

2.6 Beslistermijn

2.7 Weigering

2.8 Toestemming

 

Hoofdstuk 3 Vormen van kamperen

 

3.1 Bijwonen van een evenement

3.2 Groepen in besloten kring

3.3 Individueel verband

 

Hoofdstuk 4 Weigering

 

4.1 Kamperen in het kader van het bijwonen van een evenement

4.2 Kamperen door groepen in besloten kring

4.3 Kamperen in individueel verband

 

 

Bijlage 1: Werkschema

Bijlage 2: Formulier

Bijlage 3: Locatie conform artikel 4:19 APV

Inleiding

 

Dit beleidsstuk geeft een uitwerking omtrent het kamperen buiten kampeerterreinen. Hierdoor zal uniformiteit ontstaan bij het afhandelen van de aanvragen. Dit is niet alleen van belang bij het verlenen van een vergunning, maar ook de argumenten voor een weigering of een handhavingsprocedure zijn standvastig.

 

Het beleid is als volgt opgesteld. In hoofdstuk 1 komt het juridisch kader aan bod. Aangezien het prettig is om een heldere uitwerking te krijgen omtrent de procedure, wordt hoofdstuk 2 hier aan besteedt. In het derde hoofdstuk worden de verschillende vormen van kamperen uitgewerkt. De weigeringsgronden komen als laatste aan bod in hoofdstuk 4.

 

De aanvragen worden afgehandeld zoals deze beleidsregels voorschrijven, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

 

Hoofdstuk 1 Juridisch kader

 

In dit hoofdstuk komt een aantal belangrijke wet- en regelgeving aan de orde.

 

1.1 Algemene wet bestuursrecht

 

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt aangegeven op welke wijze men moet omgaan met onderdelen van het bestuursrecht. Aangezien het plaatsen van kampeermiddelen buiten kampeerterreinen betrekking heeft op het bestuursrecht, worden ook de bepalingen uit de Awb in acht genomen.

 

1.2 Wet op de Openluchtrecreatie

 

In de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR) waren zeven vormen van kamperen opgenomen, namelijk:

  • 1.

    kamperen op reguliere kampeerterreinen;

  • 2.

    kamperen op kleinschalige kampeerterreinen;

  • 3.

    kamperen op verenigingskampeerterreinen;

  • 4.

    kamperen op natuurkampeerterreinen;

  • 5.

    groepskamperen;

  • 6.

    kamperen buiten kampeerterreinen;

  • 7.

    kamperen op eigen terrein.

Voor iedere vorm van kamperen waren apart voorschriften opgenomen.

 

Per 1 januari 2008 is de WOR ingetrokken. Hierdoor is de juridische grondslag om tegen kamperen op te treden vervallen.

 

1.3 Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010

 

Aangezien er ten gevolge van het vervallen van de Wet op de Openluchtrecreatie geen grondslag meer was om op te treden tegen het kamperen, is er in de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 (APV) een bepaling omtrent kamperen opgenomen, namelijk:

 

‘ Het is verboden zonder voorafgaande melding bij het college ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd of mede bestemd.’

 

Vervolgens zijn in de APV nog een aantal uitzonderingen aangegeven. Deze worden verderop in dit beleidsdocument uitgewerkt.

 

1.4 Wet Ruimtelijke Ordening

 

De kampeerterreinen welk als dagelijks gebruikt (kunnen) worden, worden als dusdanig in het bestemmingsplan opgenomen. Het kamperen buiten kampeerterreinen wordt vaak incidenteel gedaan, waardoor het geven van een expliciete bestemming van locaties waar het wel toegestaan is, feitelijk onmogelijk is.

 

Het kamperen buiten een kampeerterrein zal in het algemeen geen strijdig gebruik opleveren met de eigenlijke bestemming van de grond. Een uitzondering hierop zou kunnen zijn wanneer er wordt gekampeerd in een waardevol natuurgebied. Hiervan in is Hoorn geen sprake.

 

Het is mogelijk dat bepaalde gebieden worden uitgesloten van het kamperen. In deze situatie zal er een voorschrift in het bestemmingsplan opgenomen moeten worden waarin expliciet is aangegeven dat kamperen buiten kampeerterrein een strijdig gebruik oplevert.

 

Hoofdstuk 2 Procedure

 

De Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 (APV) geeft in artikel 4:18 het volgende aan:

 

  • 1.

    het is verboden zonder voorafgaande melding bij het college ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd of mede bestemd.

  • 2.

    de kampeermiddelen kunnen worden geplaatst indien het college niet binnen vijf werkdagen na ontvangst van de melding heeft beslist dat het plaatsen van de kampeermiddelen wordt verboden.

  • 3.

    het verbod geldt niet voor het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de rechthebbende op een terrein.

  • 4.

    onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 verbiedt het college het plaatsen van kampeermiddelen in het belang van:

    • 1.

      de bescherming van natuur en landschap;

    • 2.

      de bescherming van een stadsgezicht.

 

In dit hoofdstuk wordt aangegeven op welke wijze een melding* kan worden ingediend en hoe deze wordt afgehandeld.

 

Een samenvatting van dit hoofdstuk is in bijlage 1 opgenomen in de vorm van een werkschema.

_______________

* aangezien de Europese Dienstenrichtlijn een melding gelijk stelt met een vergunning, wordt ook in dit beleidsstuk dezelfde procedure gebruikt als voor een vergunning vanzelfsprekend is.

 

2.1 Melding

 

Voor het indienen van een melding wordt een formulier vastgesteld, zodat de aanvrager direct weet welke gegevens hij dient aan te leveren (zie bijlage 2). Indien de melder geen gebruik maakt van het formulier dienen in ieder geval de volgende gegevens aangeleverd te worden:

  • 1.

    naam, adres, woonplaats, telefoonnummer van de melder;

  • 2.

    de dagtekening;

  • 3.

    het aantal en soort kampeermiddelen wat wordt geplaatst;

  • 4.

    de locatie waar de kampeermiddelen worden geplaatst;

  • 5.

    het in te nemen oppervlakte;

  • 6.

    de periode van plaatsen van de kampeermiddelen;

  • 7.

    ondertekening.

 

Indien een van deze gegevens ontbreekt, is het niet mogelijk om de melding in behandeling te nemen. Hiervan zal de melder zo spoedig mogelijk op de hoogte worden gesteld.

 

Het is mogelijk dat een melding voor het kamperen tegelijk met een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt ontvangen. De melding afhandelen is mogelijk, maar er wordt alleen gebruik van gemaakt indien het evenement wordt toegestaan. In de voorwaarde behorende bij de melding wordt daarom opgenomen dat het kamperen is toegestaan, mits een evenementenvergunning wordt afgegeven.

 

2.2 Ontvangstbevestiging

 

Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de melding wordt een bevestiging verzonden. Hierdoor is het voor een ieder duidelijk wanneer de melding is ontvangen. In de ontvangstbevestiging worden de volgende onderdelen aangegeven:

  • -

    op welk moment is de melding ontvangen;

  • -

    welke afdeling heeft de melding in behandeling;

  • -

    wat is de beslistermijn voor afhandeling van de melding;

  • -

    wat zijn de beschikbare rechtsmiddelen.

 

2.3 Termijnindiening

 

Artikel 1:3 van de APV geeft aan dat een melding drie weken voor het tijdstip waarop de melder de melding nodig heeft moet indienen. Is dit niet gedaan, dan kan het college besluiten de melding te weigeren. Voor kamperen buiten kampeerterreinen wordt een uitzondering gemaakt, aangezien de melding in 5 dagen wordt afgehandeld. Het is daardoor niet redelijk om een termijn van 3 weken te eisen. De termijn voor het indienen van een melding is dan ook 8 werkdagen voor de dag waarop de kampeermiddelen worden geplaatst.

 

Mochten er zich bijzondere omstandigheden voordoen, waardoor het niet mogelijk is om uiterlijk 8 werkdagen voor de dag waarop de kampeermiddelen worden geplaatst de melding in te dienen, dan kan er een uitzondering worden gemaakt om de melding toch te verlenen.

 

2.4 Buiten behandeling

 

Er kan besloten worden om de melding niet te behandelen, indien er sprake is van één van de situaties zoals opgenomen in artikel 4:5 Awb of 1:3 APV. De meest belangrijke situaties zijn de volgende:

  • 1.

    de aanvrager heeft niet voldaan aan een voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag (4:5 Awb);

  • 2.

    de verstrekte gegevens en bescheiden zijn onvoldoende voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking (4:5 Awb);

  • 3.

    de aanvraag wordt minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning/ ontheffing/ melding nodig heeft gedaan (1:3 APV).

 

De melder dient zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld te worden van de reden waarom zijn melding buiten behandeling wordt gelaten. Vervolgens krijgt hij de gelegenheid om de melding aan te vullen. Hiervoor wordt een termijn vastgesteld. De duur van deze termijn is afhankelijk van hetgeen in die situatie redelijk is.

 

Een besluit om de melding niet te behandelen moet binnen vijf werkdagen worden verzonden. Dit heeft te maken met de bepaling dat indien een melder binnen vijf werkdagen geen verbod heeft ontvangen, hij de kampeermiddelen kan plaatsen.

 

2.5 Advies

 

Voor het afgeven van een vergunning is advies van een derde partij noodzakelijk. Daarvoor worden verschillende afdelingen bij de aanvraag betrokken.

 

De adviseurs ontvangen een afschrift van de aanvraag, zodat ook zij de situatie kunnen beoordelen. De uitkomsten worden schriftelijk aan de vergunningverlener voorgelegd, zodat deze de aanvraag kan afhandelen.

 

2.6 Beslistermijn

 

Het college beslist binnen vijf werkdagen op de melding. Indien het college niet wil dat de kampeermiddelen worden geplaatst, dienen zij dit binnen vijf werkdagen te verbieden. De melder mag er vanuit gaan dat hij de kampeermiddelen kan plaatsen als hij binnen vijf werkdagen geen bericht van een verbod heeft ontvangen.

 

2.7 Weigering

 

De melding kan worden geweigerd in het belang van:

  • 1.

    de openbare orde;

  • 2.

    de openbare veiligheid;

  • 3.

    de volksgezondheid;

  • 4.

    de bescherming van het milieu;

  • 5.

    de bescherming van natuur en landschap;

  • 6.

    de bescherming van een stadsgezicht.

 

In het volgende hoofdstuk worden deze weigeringsgronden verder uitgewerkt.

 

De Algemene wet bestuursrecht schrijft voor dat de aanvrager in de gelegenheid wordt gebracht om zienswijze in te dienen, indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen. Gezien de termijn van de afhandeling van de melding (vijf werkdagen) is het vragen om zienswijze niet redelijk. Het vragen van zienswijze zal dan ook achterwege blijven, aangezien de vereiste spoed zich daar tegen verzet. Dit betekent dat een weigering van de melding direct kan worden genomen.

 

2.8 Toestemming

 

Indien de melding ontvankelijk is, er geen weigeringsgronden zijn en er wordt voldaan aan hetgeen in de beleidsregels staat vermeld, is het geen probleem om de kampeermiddelen te plaatsen.

 

Eventueel kunnen er voorschriften en beperkingen aan de toestemming worden verbonden. Ook hiervoor geldt dat dit binnen vijf werkdagen aan de melder kenbaar gemaakt moet worden.

 

Hoofdstuk 3 Vormen van kamperen

 

Er zijn verschillende vormen van kamperen buiten kampeerterreinen, namelijk:

  • 1.

    kamperen in het kader van het bijwonen van een evenement;

  • 2.

    kamperen door groepen in besloten kring;

  • 3.

    kamperen in individueel verband.

 

Hierbij worden deze verschillende vormen uitgewerkt en aangegeven op welke wijze dit van toepassing is voor onze gemeente.

 

3.1 Bijwonen van een evenement

 

Bij een aantal evenementen komt het voor dat de organisatie de bezoekers de mogelijkheid biedt om te overnachten in een tent. Het kamperen is dan een onderdeel van het evenement. Het bijwonen van het evenement is het doel van het verblijf. Een voorbeeld hierbij is het plaatsen van tentjes om de deelnemers van bepaalde wedstrijden van de Watersportvereniging Hoorn onderdak te bieden.

 

Voor het evenement moet (veelal) een evenementenvergunning worden afgegeven. Dit is een bevoegdheid van de burgemeester. Het toestaan van het plaatsen van kampeermiddelen is een bevoegdheid van het college. Daarnaast hebben beide onderwerpen verschillende weigeringsgronden. Gezien deze feiten is dan ook noodzakelijk om twee aparte besluiten te nemen.

Mocht de melding voor het kamperen tegelijk met een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt ontvangen, dan dient dit afgestemd te worden met elkaar. In de voorwaarde behorende bij de melding wordt dan opgenomen dat het kamperen is toegestaan, mits een evenementenvergunning wordt afgegeven.

 

3.2 Groepen in besloten kring

 

Het kamperen door groepen in besloten kring komt voor bij bijvoorbeeld scoutingclubs of bij sportverenigingen. De eigen leden zullen op incidentele basis en voor een korte periode op een bepaald terrein willen overnachten.

 

In het verleden heeft een scoutinggroep verzocht om in het clubgebouw te overnachten. Dit verzoek is afgewezen, aangezien de gebruiksvergunning van het clubgebouw niet in deze mogelijkheid voorziet. Vervolgens is het wel toegestaan dat de scoutinggroep op het terrein tenten heeft geplaatst.

Daarnaast wordt er bij het exploiteren van een kermis ook woonwagens in de gemeente geplaatst. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een aantal vaste locaties.

 

3.3 Individueel verband

 

Er zijn verschillende vormen van kamperen in individueel verband. In eerste instantie kan gedacht worden aan het kamperen op eigen terrein. De situatie dat voor een korte periode een kampeermiddel op eigen terrein wordt geplaatst levert voor zover bekend nooit problemen op. In de APV is daarom deze situatie ook uitgezonderd van de meldingsplicht.

 

Een andere vorm is het kamperen met kampeerauto’s. Het doel van het verblijf is overnachten en niet recreëren. In onze gemeente wordt hierbij gebruik gemaakt van een vaste locatie (Gereguleerde Overnachting Plaats) waar het is toegestaan om kampeerauto’s te plaatsen. De locatie is aangewezen op grond van artikel 4:19 APV en is gelegen aan de Grashaven (zie bijlage 3).

 

Ook het nachtvissen is een vorm van individueel kamperen. De vissers maken veelal gebruik van een speciale uitrusting, waaronder een tent zodat zij eenvoudig kunnen slapen en eten kunnen koken. Het kamperen wordt dan ook min of meer gecombineerd met het vissen. Sportvisserij Nederland heeft in 2007 een handreiking gegeven om het nachtvissen te reguleren. Voor zover bekend levert het nachtvissen in de gemeente Hoorn geen problemen op. In het kader van deregulering is het dan ook niet nodig om dit onderwerp verder uit te werken zoals Sportvisserij Nederland heeft aangegeven.

 

Hoofdstuk 4 Weigering

 

De melding kan worden geweigerd in het belang van:

  • 1.

    de openbare orde;

  • 2.

    de openbare veiligheid;

  • 3.

    de volksgezondheid;

  • 4.

    de bescherming van het milieu;

  • 5.

    de bescherming van natuur en landschap;

  • 6.

    de bescherming van een stadsgezicht.

 

Voor de verschillende vormen van kamperen wordt aangegeven wanneer de genoemde weigeringsgronden in ieder geval van toepassing zijn.

 

4.1 Kamperen in het kader van het bijwonen van een evenement

Als hoofdregel geldt dat het kamperen in het kader van het bijwonen van een evenement wordt toegestaan, mits het evenement doorgang vindt. Immers, indien het evenement geen doorgang vind, is er ook geen sprake van het kamperen in het kader van het bijwonen van een evenement.

 

Het kampeerterrein dient in ieder geval in de directe nabijheid van het evenemententerrein gecreëerd te worden. Het is mogelijk om extra voorwaarden te stellen per individuele situatie. Bijvoorbeeld voorschriften met betrekking tot de (brand)veiligheid.

 

4.2 Kamperen door groepen in besloten kring

Het kamperen door groepen in een besloten kring wordt toegestaan, mits het een incidenteel karakter heeft.

 

Zodra er gedurende een lange periode dan wel stelselmatig op hetzelfde terrein wordt gekampeerd, zal de melding geweigerd worden. Dit heeft voornamelijk te maken met de bescherming van het milieu, natuur en landschap. Bovendien dient bij regelmatig gebruik, het terrein als kampeerterrein aangewezen te worden in het bestemmingsplan.

 

4.3 Kamperen in individueel verband

 

Kampeerauto’s

Het kamperen met kampeerauto’s is alleen mogelijk op de aangewezen plaatsen conform artikel 4:19 APV. Meldingen voor overige locaties worden geweigerd op basis van de bescherming van het milieu, natuur en landschap en het stadsgezicht. Het innemen van een kampeerplaats met een kampeerauto wordt het gehele jaar door gedaan (in tegenstelling tot het eenmalig kamperen in het kader van het bijwonen van een evenement). Daarnaast nemen ze vaak veel ruimte in en is het uiterlijk aanzien niet altijd optimaal. Dit alles niet overal in de gemeente wenselijk.

 

Nachtvissen

Het nachtvissen in de gemeente levert geen problemen op met betrekking het milieu of natuur en landschap. Vanuit dit oogpunt is het dan ook mogelijk om het nachtvissen toe te staan.

 

[Klik hier om het document te downloaden] Bijlage 1 Werkschema

Bijlage 2 Meldingsformulier

Bijlage 3 GOP Kampeermiddelen

[Klik hier om het document te downloaden]