Regeling vervallen per 29-11-2017

Mandaatbesluit Milieudienst Westfriesland Duurzame Energie bestaande bouw 2012-2015

Geldend van 18-10-2012 t/m 28-11-2017

Intitulé

Mandaatbesluit Milieudienst Westfriesland Duurzame Energie bestaande bouw 2012-2015

Corsaregistratienummer: 12.31452

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,

 

gelezen het voorstel van de Milieudienst Westfriesland d.d. augustus 2012;                 

 

Besluit:

 

  • -

    de raad voor te stellen de “Verordening subsidiëring energiebesparing en opwekking duurzame energie bestaande bouw 2012-2015“ vast te stellen;

  • -

    een aanvraag in te dienen bij de provincie Noord-Holland op grond van de Uitvoeringsregeling subsidie duurzame energiemaatregelen bestaande bouw Noord-Holland 2012 door het ondertekenen van het bijgevoegde aanvraagformulier;

  • -

    de uitvoering van de Verordening subsidiëring energiebesparing en opwekking duurzame energie bestaande bouw 2012-2015 te mandateren aan de Milieudienst Westfriesland en daartoe vast te stellen het volgende

Mandaatbesluit Milieudienst Westfriesland Duurzame Energie bestaande bouw 2012-2015.

Artikel 1

  • Dit mandaatbesluit verstaan onder:

    • a.

      de directeur: de directeur van de Milieudienst Westfriesland;

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn.

     

Artikel 2

    • 1.

      De directeur is bevoegd om namens het college beslissingen te nemen of taken uit te oefenen, zoals die zijn vermeld in onderstaande artikelen.

    • 2.

      Bevoegdheden die met Mt (mandaat) worden aangeduid, worden - met inbegrip van ondertekening van stukken - opgedragen aan de directeur. Het gaat daarbij om de bevoegdheid om in naam van het college besluiten te nemen of taken uit te oefenen.

    • 3.

      Voor aangelegenheden die in onderstaande artikelen met Mg (machtiging) worden aangeduid, wordt de directeur als gemachtigde van het college aangewezen. Het gaat daarbij om een machtiging tot het verrichten van feitelijke handelingen.

    • 4.

      In geval van afwezigheid van de directeur, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door zijn plaatsvervanger(s).

     

Artikel 3

  • De directeur is bevoegd om namens het college:

    • 1.

      schriftelijk dan wel mondeling informatie te verschaffen aan derden in antwoord op vragen met betrekking tot het functioneren van de “Verordening subsidiëring energiebesparing en opwekking duurzame energie bestaande bouw 2012-2015”, hierna te noemen De verordening (Mg);

    • 2.

      over te gaan tot het in het kader van De verordening vaststellen van de benodigde aanvraagformulieren ingevolge artikel 4: 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (Mt);

    • 3.

      in behandeling te nemen en betrokkene de ontvangst te bevestigen van aanvragen om verlening van een subsidie ingevolge De verordening (Mt);

    • 4.

      zodanige aanvragen buiten behandeling te laten en betrokkene hiervan schriftelijk in kennis te stellen (conform artikel 4:5 in samenhang met artikel 4:15 van de Awb) wegens het niet of onvolledig verstrekken van de gegevens, zoals die ingevolge De verordening dienen te worden overgelegd, ook nadat aanvrager daartoe schriftelijk is verzocht (Mt);

    • 5.

      te besluiten op het verzoek en de aanvrager van de subsidie schriftelijk te berichten dat de door deze ingediende aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd wegens overschrijding van het subsidieplafond dan wel om andere redenen (Mt);

    • 6.

      te besluiten op het verzoek en de aanvrager van de subsidie schriftelijk te berichten dat de door deze ingediende aanvraag geheel of gedeeltelijk akkoord is bevonden en dat de door deze aangevraagde subsidie geheel of gedeeltelijk wordt toegekend (Mt);

    • 7.

      de aanvrager van de subsidie, na overlegging van de nodige bewijsstukken, waaronder facturen en betalingsbewijzen, en akkoordbevinding daarvan, schriftelijk te berichten dat het toegekende subsidiebedrag aan deze zal worden overgemaakt (met afschrift aan de gemeente met verzoek daadwerkelijk over te gaan tot het overmaken van dit bedrag) (Mt);

    • 8.

      betrokkene te horen conform afdeling 4.1.2 van de Awb bij het tot stand komen van een beschikking (Mg);

    • 9.

      het woord te voeren en het college te vertegenwoordigen bij het horen van belanghebbenden in verband met een bezwaarschrift tegen een besluit ingevolge De verordening. Het betreft de situatie als omschreven in artikel 7.5 van de Awb dat dit horen niet geschiedt door (een deel van) het college zelf, doch door (een) niet bij de voorbereiding van de beschikking betrokken geweest zijnde persoon/personen respectievelijk de situatie, als omschreven in artikel 7:13 van de Awb, dat ten behoeve van de beslissing op bezwaar een adviescommissie is ingesteld, waarbij het horen door of namens deze commissie gebeurt (Mg);

    • 10.

      over te gaan tot het opstellen van een verweerschrift in de situatie, als omschreven onder lid 9 (Mt);

    • 11.

      over te gaan tot het opstellen van een verweerschrift in het kader van een (hoger) beroepsprocedure op grond van de Awb bij de rechtbank respectievelijk de Raad van State met betrekking tot beschikkingen in het kader van De verordening (Mt);

    • 12.

      het woord te voeren en het college te vertegenwoordigen in het kader van een (hoger) beroepsprocedure op grond van de Awb bij de rechtbank respectievelijk Raad van State met betrekking tot beschikkingen in het kader van De verordening (Mg).

     

Artikel 4

  • In geval van gebruikmaking van de bevoegdheid om namens het college besluiten te nemen of taken uit te oefenen, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    “Burgemeester en wethouders van Hoorn,

    namens dezen,

    gevolgd door de functieaanduiding van de mandataris en zijn of haar handtekening en naam”. 

Artikel 5

    • 1.

      De mandataris is bevoegd de aan hem gemandateerde bevoegdheden onder te mandateren. Hierbij kan hij nadere richtlijnen vaststellen.

    • 2.

      De ondermandatering geschiedt schriftelijk en wordt tevoren ter kennis van het college gebracht.

    • 3.

      Ingeval van uitoefening van ondermandaat als bedoeld in het eerste lid, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: “Burgemeester en wethouders van Hoorn

    namens dezen:” gevolgd door de functieaanduiding van de ondermandataris en zijn of haar handtekening en naam. 

Artikel 6

    • 1.

      Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop zij bekend is gemaakt.

    • 2.

      Dit besluit waarin de mandatering en de machtiging namens het college is opgenomen, kan worden aangehaald als “Mandaatbesluit Milieudienst Westfriesland Duurzame Energie bestaande bouw 2012-2015”.

     

    • -

      te bepalen dat bovenstaand wordt bekendgemaakt;

    • -

      door dit besluit voor een ieder ter inzage leggen;

    • -

      daarnaast bekend te maken via het Gemeenteblad.

     

     

    Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 4 september 2012

     

    College van burgemeester en wethouders

     

     

    De secretaris,                          de burgemeester,