Regeling vervallen per 02-01-2024

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning bouwen

Geldend van 18-04-2013 t/m 01-01-2024

Intitulé

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning bouwen

Corsaregistratienummer: 12.16191

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,

  • -

    gelezen het voorstel van het bureau Vergunningen en Bouwtoezicht, afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving van 23 april 2012;

Gelet op:

  • ·

    artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • ·

    artikel 2.33 lid 2 aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • ·

    artikel 3.15 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • ·

    titel 4.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Overwegende:

dat in beginsel een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen een onbeperkte geldigheidsduur heeft. De gemeente kan slechts aan de geldigheidsduur een eind maken, indien een intrekkingsgrond, zoals opgenomen in artikel 2.33, lid 2 Wabo zich voordoet;

dat het ongebruikt laten voortbestaan van vergunde rechten om meerdere redenen ongewenst is;

  • ·

    voorkomen moet worden dat (nieuwe) planologische en stedenbouwkundige inzichten worden doorkruist door bouwwerkzaamheden die in het verleden zijn vergund, maar nog niet gerealiseerd;

  • ·

    aan de nieuwste technische eisen wordt met het oprichten van een bouwwerk en/of gebouw op basis van een oude vergunning vaak niet meer voldaan;

  • ·

    vanuit administratief oogpunt is het gewenst dat het gemeentelijke bouwarchief zoveel mogelijk overeenstemt met de feitelijke situatie buiten;

  • ·

    het actueel aanvullen en beheren van de Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen (BAG) en daarmee eenduidige informatie kunnen bieden.

  • ·

    dat vanuit het oogpunt van rechtszekerheid van omwonenden en andere belanghebbenden en uit het oogpunt van rechtsgelijkheid, het niet wenselijk is een bouwrecht dat niet als zodanig wordt gebruikt, te laten voortbestaan;

Besluit:

tot vaststellen van de navolgende beleidsregels:

"Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning bouwen"

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • a. bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een vergunning.

  • b. intrekken: het geheel of gedeeltelijk intrekken van een vergunning.

  • c. urgente en zwaarwegende belangen: situatie waarbij voor het gebied waarbinnen het vergunde object is gesitueerd een bestemmingsplan in ontwikkeling is, waarbij ten minste sprake is van een ontwerpbestemmingsplan welke ter inzage is gelegd en is gepubliceerd en het vergunde object een ongewenste frustratie van dat toekomstige planologische kader inhoudt.

  • d. omgevingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a en/of c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • e. zienswijze: zienswijze zoals bedoeld in artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 intrekking bij niet gebruikmaking van de vergunning

  • 1. Het bevoegd gezag kan een vergunning geheel of gedeeltelijk intrekken, gedurende drie jaar, dan wel indien de vergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a, gedurende 26 weken onderscheidenlijk de in de vergunning bepaalde termijn, geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van die vergunning.

  • 2. Indien zich geen urgente en zwaarwegende planologische belangen voordoen zal van voorgenoemde bevoegdheid gebruik worden gemaakt 3 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning.

  • 3. Voor het intrekken van de vergunning geldt, afhankelijk van de procedure waarmee de vergunning tot stand is gekomen, de procedure als bedoeld in artikel 3 of 4.

Artikel 3 Procedure intrekken reguliere vergunning

Indien de in te trekken vergunning tot stand is gekomen met een reguliere voorbereidingsprocedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wabo gelden de volgende procedurestappen:

  • 1.

    aan de vergunninghouder wordt een schriftelijk voornemen tot intrekken van de vergunning verstuurd. De vergunninghouder krijgt de gelegenheid om binnen zes weken op dit voornemen te reageren middels een mondelinge of schriftelijke zienswijze;

  • 2.

    als de vergunninghouder niet binnen de gestelde termijn een zienswijze heeft ingediend wordt de vergunning ingetrokken;

  • 3.

    als de vergunninghouder binnen de gestelde termijn zienswijze heeft ingediend, zal eerst worden beoordeeld of dit aanleiding geeft tot het gunnen van een nadere termijn waarbinnen alsnog met de werkzaamheden een aanvang moet zijn gemaakt. Indien hiervoor geen aanleiding bestaat wordt de vergunning ingetrokken;

  • 4.

    indien er aan de vergunninghouder een nader gestelde termijn is gegund en binnen deze termijn geen aanvang is gemaakt met de werkzaamheden wordt de vergunning ingetrokken;

  • 5.

    het besluit tot intrekken van de vergunning wordt bekendgemaakt door verzending aan de vergunninghouder en door mededeling hiervan in het gemeentelijk huis-aan-huis blad;

  • 6.

    belanghebbenden kunnen tegen het besluit tot intrekken van de vergunning overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken.

Artikel 4 Procedure intrekken uitgebreide vergunning

Indien de in te trekken vergunning tot stand is gekomen met een uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in paragraaf 3.3 van de Wabo gelden de volgende procedurestappen:

  • 1.

    aan de vergunninghouder wordt een ontwerp van het besluit tot intrekking verstuurd. De vergunninghouder krijgt de gelegenheid om binnen zes weken op het ontwerp te reageren middels een mondelinge of schriftelijke zienswijze;

  • 2.

    het ontwerp van de weigeringsbeschikking, met de daarop betrekking hebbende stukken, worden gedurende zes weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden krijgen de mogelijkheid om binnen zes weken op het ontwerp te reageren middels een mondelinge of schriftelijke zienswijze. Voorafgaand aan de terinzagelegging wordt kennis gegeven van het ontwerp in het gemeentelijk huis-aan-huis blad;

  • 3.

    als de vergunninghouder niet binnen de gestelde termijn een zienswijze heeft ingediend wordt de vergunning ingetrokken;

  • 4.

    als de vergunninghouder binnen de gestelde termijn zienswijze heeft ingediend, zal eerst worden beoordeeld of dit aanleiding geeft tot het gunnen van een nadere termijn waarbinnen alsnog met de werkzaamheden een aanvang moet zijn gemaakt. Indien hiervoor geen aanleiding bestaat wordt de vergunning ingetrokken;

  • 5.

    indien er aan de vergunninghouder een nader gestelde termijn is gegund en binnen deze termijn geen aanvang is gemaakt met de werkzaamheden wordt de vergunning ingetrokken;

  • 6.

    het besluit tot intrekken van de vergunning wordt bekendgemaakt door verzending aan de vergunninghouder en door mededeling hiervan in het gemeentelijk huis-aan-huis blad;

  • 7.

    tegelijkertijd met of zo spoedig mogelijk na de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan degene die bij de voorbereiding ervan hun zienswijze naar voren hebben gebracht;

  • 8.

    belanghebbenden kunnen tegen het besluit tot intrekken van de vergunning overeenkomst de Algemene wet bestuursrecht beroep instellen.

Artikel 5 Gunnen van nadere termijn

  • 1. In gevallen zoals bedoeld in artikel 3 lid 3 en artikel 4 lid 4 zal de vergunninghouder een nadere termijn worden gegund waarbinnen alsnog met de werkzaamheden een aanvang moet zijn gemaakt, indien

    • a.

      de vergunninghouder middels concrete documenten (bijvoorbeeld geaccepteerde offerte van een bouwondernemer, facturen van bestelde bouwmaterialen en/of hiermee gelijk te stellen documenten) zijn intentie tot bouwen kan aantonen.

    • b.

      de vergunninghouder persoonlijke omstandigheden opvoert, zoals een sterfgeval in de familie ziekte of onverwachte financiële omstandigheden die tot uitstel van de bouwwerkzaamheden leiden.

  • 2. De termijn zoals bedoeld in het vorige lid wordt naar redelijkheid en in het licht van het concrete geval bepaald, maar zal niet langer zijn dan 156 weken na het onherroepelijk worden van de verleende vergunning.

Artikel 6 Slot- en overgangsbepalingen

  • 1. Deze beleidsregels zijn, overeenkomstig de overgangsrechtelijke bepalingen van de Wabo, mede van toepassing op vergunningen die op grond van de Woningwet zijn verleend.

  • 2. Deze beleidsregels sluiten de besluitvorming omtrent de overige in artikel 2.33 van de Wabo opgenomen intrekkingsgronden niet uit.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

De officiële titel is 'Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning'. De regeling kan worden aangehaald als Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning'.

te bepalen dat deze beleidsregel wordt bekendgemaakt door:

  • ·

    opname in het Gemeenteblad;

  • ·

    vervolgens gedurende zes weken ter inzage leggen bij bureau Communicatie op werkdagen van 09.00 tot 15.00 uur.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 mei 2012

College van burgemeester en wethouders,

De secretaris,                                  de burgemeester,