Reglement voor het beheer van het Sint Pietershof te Hoorn

Geldend van 06-11-2015 t/m heden

Intitulé

Reglement voor het beheer van het Sint Pietershof te Hoorn

Corsaregistratienummer: 10.10720

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente hoorn,

- gelezen het voorstel van 16 november 2009 en 3 maart 2010;

- gelet op artikel 83 van de Gemeentewet;

besluit

tot vaststellen van

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN HET SINT PIETERSHOF TE HOORN

BURGEMEESTER en WETHOUDERS van HOORN doen te weten, dat het Reglement voor het beheer van het Sint Pietershof te Hoorn, vastgesteld is bij Collegebesluit van 1 december 2009 en als volgt luidt:

Reglement voor het beheer van het Sint Pietershof te Hoorn.

Aard van de instelling

Artikel 1.

Het Sint Pietershof, eertijds een klooster, later een Proveniershuis, blijkens de missive, d.d. 6 December 1861, is een bestuurscommissie als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet met als doel het verhuren van woningen aan ouderen.

Bestuur

Artikel 2.

Het College van Regenten van het Sint Pietershof bestaat uit zes leden, waarvan minstens één regentes en minstens één regent, die worden benoemd door het College van Burgemeester en Wethouders, voor een aan een Collegeperiode gelijklopende periode van in beginsel 4 jaren.

Gehuwden, geregistreerd partners en hun wettelijke kinderen alsmede broers en zusters kunnen niet tegelijk lid van het College van Regenten zijn.

Indien binnen het College van Regenten een relatie na benoeming ontstaat zoals hiervoor bedoeld behoeven die leden van het College van Regenten die dit betreffen niet vóór het einde van hun zittingsperiode af te treden.

Het College van Regenten benoemt uit haar midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

Artikel 3.

Het College van Burgemeester en Wethouders delegeert alle bevoegdheden, voor zover niet expliciet geregeld in dit reglement, met betrekking tot uitsluitend de exploitatie en het beheer van het Sint Pietershof aan het College van Regenten.

De Burgemeester van Hoorn delegeert aan de voorzitter van het College van Regenten de bevoegdheid de gemeente te vertegenwoordigen in en buiten rechte voor zover dit betrekking heeft op de exploitatie en het beheer van het Sint Pietershof.

Artikel 4

In de uitvoering van haar taak volgt het College van Regenten de inkoop- en aanbestedingsregels van de Gemeente Hoorn.

Artikel 5.

De secretaris heeft het archief in bewaring. Het College van Regenten volgt de richtlijn van de Gemeente Hoorn wat betreft het aanbieden van het archief aan het “Westfries Archief”.

Artikel 6.

De penningmeester is verantwoordelijk voor de administratie van het Sint Pietershof.

Artikel 7.

Het zittende College van Regenten is na de bedoelde periode, genoemd in Artikel 2, direct herbenoembaar, behoudens de leden van het College van Regenten die hebben aangegeven niet herbenoembaar te willen zijn. Het College van Regenten geeft daarvan tijdig bericht aan het College van Burgemeester en Wethouders en doen tevens een aanbeveling van personen die voor benoeming in aanmerking komen met betrekking tot de ontstane vacatures.

Artikel 8.

Bij tussentijds uittreden van leden van het College van Regenten wordt daarvan bericht gegeven aan het College van Burgemeester en Wethouders. Het College van Regenten doet tevens een aanbeveling van personen die voor benoeming in aanmerking komen met betrekking tot de ontstane vacatures.

Financiën

Artikel 9.

Jaarlijks in de maand november wordt de begroting van het volgende jaar bij het College van Burgemeester en Wethouders ingediend.

Jaarlijks wordt in de maand februari de voorlopige jaarrekening van het jaar daarvoor aan het College van Burgemeester en Wethouders aangeboden. Jaarlijks wordt uiterlijk in de maand september de definitieve, door een accountant geaccordeerde, jaarrekening van het jaar daarvoor aan het College van Burgemeester en Wethouders aangeboden.

Een positief saldo wordt toegevoegd aan een onderhoudsreserve voorzover deze € 500.000 niet overschrijdt. Het meerdere staat ter beschikking van het College van Burgemeester en Wethouders.

Een negatief saldo wordt door het College van Burgemeester en Wethouders vergoed als dit negatief saldo in overeenstemming is met de ingediende begroting en/of het gevolg is van bijzondere omstandigheden de verhuur en/of het onderhoud betreffende.

Artikel 10.

Het College van Regenten dient de opgebouwde reserve aan te wenden voor het uit laten voeren van onderhoud aan het Pietershof. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • -

    Er sprake is van een vooraf door het college van Burgemeester en Wethouders vastgesteld onderhoudsplan met betrekking tot de reserve;

  • -

    Elke vier jaar wordt bij de kadernota beoordeeld of er sprake is van een overschot of tekort in de reserve;

  • -

    Bureau Erfgoed wordt betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de werkzaamheden.

Artikel 11.

Het College van Regenten kan eerst na toestemming van het College van Burgemeester en Wethouders leningen aangaan met betrekking tot het Sint Pietershof. Dit geldt evenzeer voor het verpanden en verkopen van zaken uit het Sint Pietershof.

Het dagelijks toezicht.

Artikel 12.

Onder bestuur van het College van Regenten is het dagelijks toezicht opgedragen aan een door dat College van Regenten te benoemen huismeester. Van elke benoeming geeft het College van Regenten schriftelijk kennis aan het College van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 13.

De jaarwedde van de huismeester wordt na advies van het College van Regenten door het College van Burgemeester en Wethouders vastgesteld.

Artikel 14.

De verplichtingen van de huismeester worden, na goedkeuring van het College van Burgemeester en Wethouders, bij instructie vastgesteld door het College van Regenten.

Artikel 15.

Voor de functie van huismeester wordt de actuele rechtspositie gewaarborgd.

Bewoning.

Artikel 16.

Het College van Regenten stelt een huurreglement op, welke goed gekeurd moet worden door het College van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 17.

Het College van Regenten verhuurt de woningen van het Sint Pietershof. De wettelijke bepalingen en het huurreglement zijn voor de huurder en verhuurder van toepassing.

Slotbepaling.

Artikel 18.

  • - Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad

  • - Met het vaststellen van deze regeling vervalt de regeling van 31 maart 1921, 3 maart 1931 en 1 december 1950.