Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR30502
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR30502/1
Regeling vervallen per 01-08-2018
Vaststellen beleidsregels Plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg
Geldend van 15-04-2010 t/m 31-07-2018
Intitulé
Vaststellen beleidsregels Plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de wegCorsaregistratienummer: 09.60731
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,
- -
gelezen het collegevoorstel van 28 december 2009;
- -
gelet op artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010;
besluit
tot het vaststellen van de volgende beleidsregels
Plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg
- I.
uitzondering op meldingsplicht wanneer het gaat om de volgende situaties:
- -
het plaatsen van vlaggen, wimpels en vlaggenstokken indien zij geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt;
- -
voorwerpen of stoffen die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en het terrein gereinigd is;
- -
het plaatsen van voertuigen.
- -
- II.
dat voor het plaatsen van sandwichborden vaste locaties zijn vastgesteld (zie bijlage);
- III.
dat de plaatsing van de sandwichborden middels een privaatrechtelijke overeenkomst door een private partij wordt gereguleerd. Het verzoek voor het plaatsen van sandwichborden kan gericht worden aan CBS Outdoor (020-5620562), Postbus 94398, 1090 GJ Amsterdam;
- IV.
dat de plaatsing van reclameborden aan lichtmasten middels een privaatrechtelijke overeenkomst door een private partij wordt gereguleerd. Het verzoek voor het plaatsen van reclameborden aan lichtmasten kan gericht worden aan B.V. Nationaal Publiciteits Bureau (023-5384844), Postbus 1025, 2001 BA Haarlem;
- V.
dat de plaatsing van verwijzingsborden aan lichtmasten middels een privaatrechtelijke overeenkomst door een private partij wordt gereguleerd. Het verzoek voor het plaatsen van verwijzingsborden aan lichtmasten kan gericht worden aan SignSdirect (058-2133770(, Postbus 5, 8900 AA Leeuwarden;
- VI.
dat voor de winkeluitstallingen onverkort de beleidsregels uit het vastgestelde Winkeluitstallingsbeleid, reg.nr. 06.01454 (zie bijlage), van toepassing zijn;
- VII.
dat voor het plaatsen van zonneschermen/luifels geldt dat:
- -
geen onderdeel zich minder dan 2,2 meter boven de weg bevindt;
- -
geen onderdeel, in welke stand dan ook, zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte bevindt;
- -
geen onderdeel verder dan 1,5 meter buiten de gevel reikt;
- -
- VIII
deze beleidsregels treden de dag na bekendmaking in het gemeenteblad in werking.
Plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg
Beleid gemeente Hoorn
Inhoudsopgave
Inleiding
Hoofdstuk 1 Juridisch kader
1.1 Wegenverkeerswet 1994
1.2 Algemene wet bestuursrecht (Awb)
1.3 Woningwet
1.4 Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 (APV)
1.5 Precarioverordening
Hoofdstuk 2 Werkwijze
2.1 Melding
2.2 Ontvangstbevestiging
2.3 Termijn indiening
2.4 Buiten behandeling
2.5 Advies
2.6 Beslistermijn
2.7 Weigering
2.8 Toestemming
Hoofdstuk 3 Specifieke weigeringsgronden
3.1 Schade aan de weg
3.2 Gevaar voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan
3.3 Belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg
3.4 Redelijke eisen van welstand
3.5 Overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak
Hoofdstuk 4 Beleid
4.1 Uitzondering meldingsplicht
4.2 Reclame
4.3 Spandoeken
4.4 Winkeluitstallingen
4.5 Zonneschermen/luifels
Bijlage 1: Werkschema
Bijlage 2: Aanvraagformulier
Bijlage 3: Locaties sandwichborden
Bijlage 4: Beleid Winkeluitstallingen
Inleiding
In de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 (APV) wordt in artikel 2:10 gesproken over het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg. Met behulp van dit beleidsstuk wordt het onderwerp nader uitgewerkt. In eerste instantie worden de kaders aangegeven, zodat helder is voor welke situaties dit beleidsstuk is bedoeld. Vervolgens komt in hoofdstuk 2 aan de orde op welke wijze een melding moet worden ingediend en op welke wijze het wordt afgehandeld. Tenslotte geeft
hoofdstuk 3 aan welke beleidsregels er in de gemeente Hoorn van toepassing zijn.
Voor binnengekomen meldingen volgt de werkwijze zoals omschreven in dit beleidsstuk. Uitzondering daarbij is de situatie dat deze manier van afhandelen voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn tot de met de beleidsregels te dienen doelen.
Hoofdstuk 1 Juridisch kader
In dit hoofdstuk worden een aantal van toepassing zijnde wet- en regelgeving besproken.
1.1 Wegenverkeerswet 1994
De Wegenverkeerswet 1994 is een wetgeving om de veiligheid op de weg te verzekeren, de weggebruikers en passagiers te beschermen, de weg in stand houden, de bruikbaarheid van de weg te waarborgen en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer. Bij het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg, dient men dan ook rekening te houden met hetgeen de Wegenverkeerswet voorschrijft.
Daarnaast geeft artikel 2a Wegenverkeerswet aan dat provincies, gemeenten en waterschappen hun bevoegdheid behouden om bij verordening regels vast te stellen, voorzover deze niet in strijd zijn met de Wegenverkeerswet 1994. Het is daardoor mogelijk om het artikel 2:10 in de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 op te nemen.
1.2. Algemene Wet Bestuursrecht (Awb)
In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt aangegeven op welke wijze men moet omgaan met onderdelen van het bestuursrecht. De Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010, waarin het onderwerp het plaatsen van voorwerpen is opgenomen, is een verordening waarop de bepalingen van de Awb van toepassing zijn.
1.3 Woningwet
Indien iemand een voorwerp wenst te plaatsen welke als bouwwerk wordt aangemerkt, is de Woningwet van toepassing. Een van de meest belangrijke zaken wat door de Woningwet wordt voorgeschreven is dat een bouwvergunning nodig is voor het bouwen van een bouwwerk. Er dient dan ook voldaan te worden aan de bepalingen van het Bouwbesluit.
1.4 Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 (APV)
De melding voor het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg wordt in de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 geregeld. Hierin staat het volgende omschreven:
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie ervan
- 1.
Het is verboden zonder voorafgaande melding aan het bevoegd bestuursorgaan de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.
- 2.
De voorwerpen kunnen worden geplaatst indien het bevoegd bestuursorgaan niet binnen vijf werkdagen na ontvangst van de melding heeft beslist dat het plaatsen van de voorwerpen wordt verboden.
- 3.
Het bevoegd bestuursorgaan verbiedt het plaatsen van voorwerpen;
- a.
indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;
- b.
indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;
- c.
in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.
- a.
- 4.
De weigeringsgrond van
- a.
het derde lid onder a geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet.
- b.
het derde lid onder b geldt niet voor bouwwerken;
- c.
het derde lid onder c geldt niet voorzover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet Milieubeheer.
- a.
- 5.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voor:
- a.
evenementen als bedoeld in artikel 2:24;
- b.
terrassen als bedoeld in artikel 2:27;
- c.
standplaatsen als bedoeld in artikel 5:17;
- d.
voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden openbaard.
- a.
- 6.
Het verbod in het eerste lid van dit artikel geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet, of het Provinciaal wegenreglement.
1.5 Precarioverordening
Het gebeurt regelmatig dat voorwerpen op, aan of boven gemeentegrond worden geplaatst. Voor het innemen van gemeentegrond wordt precario in rekening gebracht. De Precarioverordening is de grondslag voor het in rekening brengen van deze kosten.
Hoofdstuk 2. Werkwijze
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteedt aan de werkwijze van de melding van het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg. Bijlage 1 geeft in een werkschema weer wat in dit hoofdstuk wordt besproken.
2.1 Melding
Een melding dient aan een aantal indieningsvereisten te voldoen. Op basis van deze gegevens kan een toetsing plaatsvinden of de inzameling wordt toegestaan of geweigerd.
De gemeente Hoorn stelt een formulier beschikbaar (bijlage 2) waarmee een melding doorgeven kan worden. Indien alle vragen op het formulier zijn beantwoord, kan de melding snel worden afgehandeld. De melder kan er ook voor kiezen om een melding in te dienen zonder gebruik te maken van het formulier. Een dergelijke melding wordt ook daadwerkelijk als melding geaccepteerd indien de volgende gegevens zijn doorgegeven:
- -
naam, adres, postcode, plaats, telefoonnummer van de melder;
- -
soort, aantal en afmetingen van de voorwerpen welke geplaatst worden;
- -
locatie van het plaatsen van het voorwerp, inclusief situatieschets;
- -
periode van het plaatsen van het voorwerp;
- -
ondertekening (datum en handtekening).
2.2 Ontvangstbevestiging
Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de melding wordt een bevestiging verzonden. Hierdoor is het voor een ieder duidelijk wanneer de melding is ontvangen. In de ontvangstbevestiging worden de volgende onderdelen aangegeven:
- -
op welk moment is de melding ontvangen;
- -
welke afdeling heeft de melding in behandeling;
- -
wat is de beslistermijn voor afhandeling van de melding;
- -
wat zijn de beschikbare rechtsmiddelen.
2.3 Termijn indiening
Artikel 1:3 van de APV geeft aan dat een melding drie weken voor het tijdstip waarop de melder de melding nodig heeft moet indienen. Is dit niet gedaan, dan kan het college besluiten de melding te weigeren. Met betrekking tot het plaatsen van voorwerpen wordt hier van afgeweken. Aangezien de melding in 5 dagen wordt afgehandeld, is het niet redelijk om een termijn van 3 weken te eisen. Dit is de reden dat de indieningtermijn is vastgesteld op 8 werkdagen voor aanvang van de periode wanneer de voorwerpen worden geplaatst.
Mochten er zich bijzondere omstandigheden voordoen, waardoor het niet mogelijk is om uiterlijk 8 werkdagen voor het plaatsen van het voorwerp de melding te doen, dan kan er een uitzondering worden gemaakt om de melding toch te verlenen.
2.4 Buiten behandeling
Het is mogelijk om een melding buiten behandeling te laten, indien er sprake is van een van de situaties zoals opgenomen in artikel 4:5 Awb of 1:3 APV. De meest belangrijke situaties zijn de volgende:
- a.
de melder heeft niet voldaan aan een voorschrift voor het in behandeling nemen van de melding (4:5 Awb);
- b.
de verstrekte gegevens en bescheiden zijn onvoldoende voor de beoordeling van de melding of voor de voorbereiding van de beschikking (4:5 Awb);
- c.
de melding wordt minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de melder de vergunning/ ontheffing/ melding nodig heeft gedaan (1:3 APV).
De melder dient zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld te worden van de reden waarom zijn melding buiten behandeling wordt gelaten. Vervolgens krijgt hij de gelegenheid om de melding aan te vullen. Hiervoor wordt een termijn vastgesteld. De duur van deze termijn is afhankelijk van hetgeen in die situatie redelijk is.
Een besluit om de melding niet te behandelen moet binnen vijf werkdagen worden verzonden. Dit heeft te maken met de bepaling dat indien een melder binnen vijf werkdagen geen verbod heeft ontvangen, hij de kampeermiddelen kan plaatsen.
2.5 Advies
Het is mogelijk dat advies van een derde partij nodig is om een juiste afweging te maken om de melding wel of niet toe te staan. Hierbij kan gedacht worden aan advies van de afdeling Stadsbeheer, Stadstoezicht, Verkeer, brandweer en politie.
De adviseurs welke worden ingeschakeld ontvangen een afschrift van de melding, zodat ook zij de situatie kunnen beoordelen. De uitkomsten worden schriftelijk aan de vergunningverlener voorgelegd, zodat deze de melding kan afhandelen.
2.6 Beslistermijn
Het college beslist binnen vijf werkdagen op de melding. Indien het college niet wil dat de voorwerpen worden geplaatst, dienen zij dit binnen vijf werkdagen te verbieden. De melder mag er vanuit gaan dat hij de kampeermiddelen kan plaatsen als hij binnen vijf werkdagen geen bericht van een verbod heeft ontvangen. Het is dan ook noodzaak om de melding snel en accuraat af te handelen.
2.7 Weigering
De melding kan worden geweigerd:
- -
indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;
- -
indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;
- -
in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.
De Algemene wet bestuursrecht schrijft voor dat de melder in de gelegenheid wordt gebracht om zienswijze in te dienen, indien de melding geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen. Gezien de termijn van de afhandeling van de melding (vijf werkdagen) is het vragen om zienswijze niet redelijk. Het vragen van zienswijze zal dan ook achterwege blijven, aangezien de vereiste spoed zich daar tegen verzet. Dit betekent dat een weigering van de melding direct kan worden genomen.
2.8 Toestemming
De toestemming kan worden verleend indien de melding ontvankelijk is, er geen weigeringsgronden zijn en de beleidsregels in acht zijn genomen. Het is mogelijk om voorschriften en beperkingen aan een melding te stellen. Deze voorschriften en beperkingen worden per situatie afgewogen en dienen binnen vijf werkdagen aan de melder kenbaar gemaakt worden.
Hoofdstuk 3. Specifieke weigeringsgronden
In artikel 1:8 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 worden de algemene weigeringsgronden aangegeven, namelijk:
- -
openbare orde
- -
openbare veiligheid
- -
volksgezondheid
- -
bescherming van het milieu.
Op basis van deze weigeringsgronden kan het plaatsen van een voorwerp bijvoorbeeld worden geweigerd aangezien op dezelfde dag een markt plaatsvindt.
Vervolgens worden in artikel 2:10 van de APV een aantal specifieke weigeringsgronden genoemd. In dit hoofdstuk worden deze weigeringsgronden verder uitgewerkt.
3.1 Schade aan de weg
Het plaatsen van een voorwerp op de weg wordt verboden indien er een reële kans bestaat dat het voorwerp wat men wil plaatsen schade toebrengt aan de weg. Er kan directe schade ontstaan doordat het voorwerp bijvoorbeeld te zwaar is of uitstekende onderdelen bevat. Het is ook mogelijk dat de schade niet gelijk zichtbaar is, zoals gebeurt bij het lekken van schadelijke vloeistoffen in de grond. Ook dit kan een argument zijn om het plaatsen van voorwerpen te weigeren.
3.2 Gevaar voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan
Bij de weigeringsgrond ‘gevaar voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan’ speelt de resterende ruimte op de weg voor hulpdiensten, voertuigen en voetgangers een belangrijke rol. Dit wordt hieronder verder uitgewerkt.
Hulpdiensten
Hulpdiensten dienen te allen tijde de bestemming te kunnen bereiken. Indien er uitstallingen midden op de weg worden geplaatst, is het niet meer mogelijk om eenvoudig de bestemming te bereiken. Hierdoor ontstaat er vertraging in het aanrijden van en naar de plaats van bestemming. Om ervoor te zorgen dat voertuigen van hulpdiensten optimaal gebruik kunnen maken van de weg, dient er op de weg een breedte van 2,5 meter vrij gehouden te worden van het plaatsen van voorwerpen.
Voertuigen
Vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid dienen de voor de rijbaan bestemde gedeelten van de weg zoveel mogelijk vrij te worden gehouden. Hierdoor heeft een ieder, zowel het reguliere verkeer als de hulpdiensten, een zekere garantie op de normale doorgang van de rijbaan. Het plaatsen van voorwerpen op de voor de rijbaan bestemde gedeelten van de weg is dan ook niet wenselijk, waardoor een melding in beginsel wordt geweigerd.
Voetgangers
Een ander gedeelte van de weg is hetgeen voor de voetgangers bestemd is. Indien er voorwerpen op dit gedeelte worden geplaatst, zullen voetgangers uitwijken. Hierdoor kunnen verkeersonveilige situaties ontstaan. Dit is de reden dat er tenminste 1,2 meter vrijgehouden moet worden zodat doorgang voor voetgangers blijft gegarandeerd. Om te voorkomen dat voetgangers hun hoofd stoten mag het voorwerp niet lager dan 2,2 meter boven de weg reiken.
3.3 Belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg
Er is sprake van een belemmering van het doelmatig beheer en onderhoud van de weg, indien door het plaatsen van het voorwerp bepaalde werkzaamheden niet uitgevoerd kunnen worden. Welke werkzaamheden dit zijn is verschillend. Zo kan er sprake zijn van het onderhouden van de groenvoorzieningen of de parkeerterreinen in de gemeente, maar ook een belemmering in het aanleggen van nieuwe wegen is een argument om geen toestemming te verlenen.
3.4 Redelijke eisen van welstand
Mocht een voorwerp gezien het uiterlijk problemen opleveren voor het aanzien van de gemeente, dan is het mogelijk om de toestemming te weigeren. Het voorwerp kan worden beoordeeld op een of meerdere van de volgende criteria (niet limitatief); het soort materiaal, de kleur, de leeftijd, de locatie en de periode van het plaatsen van het voorwerp. Per situatie dient gekeken te worden of het plaatsen van het voorwerp wenselijk is.
3.5 Overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak
Het is mogelijk dat door het plaatsen van een voorwerp er overlast wordt veroorzaakt voor de gebruikers van de in de nabijgelegen onroerende zaak. Het begrip gebruikers is ruimer dan alleen de eigenaar. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een groep huurders overlast ondervindt, zoals bij een flatgebouw mogelijk is. Wel is het belangrijk dat de onroerende zaak in de nabijheid van de gewenste locatie van het voorwerp staat. Dit heeft voornamelijk te maken met de belangenafweging die de behandelend ambtenaar moet maken. Hierbij spelen de belangen van derden een rol, maar hoe groter de afstand tussen de gewenste situatie en de derden, des te minder dit meegewogen moet worden.
Hoofdstuk 4. Beleid
In dit laatste hoofdstuk wordt verder uitgewerkt op welke wijze wordt omgegaan met binnenkomende meldingen. Niet ieder onderwerp komt aan bod, daarvoor is het begrip ‘voorwerpen’ te divers. Wel wordt gesproken over de uitzonderingen van de meldingsplicht en een aantal voorwaarden voor bepaalde onderwerpen.
4.1 Uitzondering meldingsplicht
In artikel 2:10 wordt in het vijfde lid een uitzondering gemaakt van de plicht om een melding in te dienen. Deze uitzonderingen zijn gemaakt omdat in wet- en regelgeving (voornamelijk de APV) reeds voldoende is geregeld. Een melding op basis van artikel 2:10 is daardoor niet nodig. Het betreft hierbij de volgende voorwerpen:
- -
evenementen als bedoeld in artikel 2:24 APV;
- -
terrassen als bedoeld in artikel 2:27 APV;
- -
standplaatsen als bedoeld in artikel 5:17 APV;
- -
voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden openbaard.
Daarnaast blijkt uit inventarisering van de werkwijze in de gemeente Hoorn dat het mogelijk is om nog een aantal categorieën uit te zonderen van de meldingsplicht. Het gaat om het gebruik maken van de weg waarbij risico’s met betrekking tot de weigeringsgronden minimaal zijn. Daarnaast is er veelal sprake van gebruik maken van de weg welke in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is. Er wordt daarom een beroep gedaan op het vertrouwen in de burger dat men zelf voldoende weet wat wel en niet redelijk is.
Het gaat om de volgende situaties:
- -
het plaatsen van vlaggen, wimpels en vlaggenstokken indien zij geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt;
- -
voorwerpen of stoffen die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en het terrein gereinigd is;
- -
het plaatsen van voertuigen.
4.2 Reclame
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van reclame. Voor het aanbrengen van gevelreclame is het reclamebeleid van toepassing. Daarnaast is er een aparte regeling voor het plaatsen van sandwichborden. Deze worden middels een privaatrechtelijke overeenkomst met een reclamebedrijf geregeld. Er zijn daardoor vaste locaties waar deze borden worden geplaatst. In bijlage 3 wordt aangegeven welke locaties momenteel gelden. Dit wordt regelmatig geactualiseerd in overleg met de gemeente.
Indien er overige reclamevoorwerpen worden geplaatst op, aan of boven de weg, dient men op basis van artikel 2:10 een melding in te dienen. Of deze wordt toegestaan is afhankelijk of er sprake is van een van de weigeringsgronden zoals genoemd in hoofdstuk 3.
4.3 Spandoeken
Spandoeken worden vaak over de weg opgehangen, zodat de aandacht wordt getrokken. Dit kan echter voor verkeersonveilige situaties opleveren, bijvoorbeeld doordat het spandoek te laag of onjuist wordt bevestigd. Daarnaast kan het uiterlijk aanzien van de gemeente worden aangetast indien overal dergelijke reclame-uitingen zijn toegestaan. Dit zorgt er voor dat er in beginsel geen toestemming wordt gegeven voor het aanbrengen van spandoeken.
4.4 Winkeluitstallingen
Voor wat betreft de voorwerpen ‘winkeluitstallingen’ wordt verwezen naar het beleidsdocument wat hiervoor is opgesteld en vastgesteld (zie bijlage 4). Kort samengevat zijn de uitgangspunten in het Winkeluitstallingenbeleid als volgt;
- -
De winkeluitstallingen in de winkelstraten, winkelrondje, zijn toegestaan ‘in de stoepenzone; tot 1.20m uit de gevel, mits de doorgang voor het voetgangersverkeer op het trottoir minimaal 1.50m is.
- -
Bij dubbelzijdige bewinkeling dient de vrije doorgang 3.00 m breed te zijn.
- -
Winkeluitstallingen in niet-winkelstraten zijn toegestaan tot 0.60 m uit de gevel, mits de doorgang voor het voetgangersverkeer op het trottoir minimaal 1.50 m is.
- -
In de stoepenzone mag alleen reclame of koopwaar geplaatst worden die direct gerelateerd is aan het type winkel of dienstverlening.
4.5 Zonneschermen/ luifels
Indien de zonneschermen/ luifels worden aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg geldt het volgende:
geen onderdeel bevindt zich minder dan 2,2 meter boven de weg;
geen onderdeel, in welke stand dan ook, bevindt zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg;
geen onderdeel reikt verder dan 1,5 meter buiten de gevel.
Bijlage 1 Werkschema
Bijlage 2: Aanvraagformulier
Meldingsformulier voorwerpen op, aan of boven de weg
Gegevens melder |
|
Eventueel bedrijfsnaam |
|
Naam melder |
|
Adres |
|
Postcode/ Woonplaats |
|
Telefoonnummer |
Omschrijving voorwerp |
|
Wat voor voorwerp wordt geplaatst? Welk aantal? |
|
Afmetingen van het voorwerp |
|
Adres/ locatie waar het voorwerp wordt geplaatst (situatieschets) |
|
Periode waarin het voorwerp wordt geplaatst |
Ondertekening
Let op!
De volgende gegevens dienen aan te melding toegevoegd te worden:
- O
Situatieschets
- O
Eventueel: foto van het voorwerp
U kunt dit formulier zenden aan:
Post: Gemeente Hoorn, afdeling VVH, Postbus 603, 1620 AR Hoorn
E-mail: gemeente@hoorn.nl
Bijlage 3: Locaties sandwichborden
lichtmast |
straat |
omschrijving |
XCoord |
YCoord |
79 |
berkhouterweg |
naast KTS |
52,6616 |
5,055 |
90 |
berkhouterweg |
tegenover opeldealer |
52,6457 |
5,03869 |
1901 |
berkhouterweg |
tegenover boederij |
52,6445 |
5,03367 |
4351 |
middelweg |
Vlak voor Spoorwegovergang |
52,6425 |
5,03194 |
4350 |
middelweg |
vlak voor spoorwegovergang |
52,6424 |
5,03211 |
3597 |
middelweg |
2e LM links na spoorwegovergang |
52,6418 |
5,03236 |
3592 |
middelweg |
vlakij bushalte |
52,6409 |
5,03295 |
3591 |
middelweg |
tegenover woonwijk |
52,6409 |
5,03295 |
3590 |
middelweg |
tegenover woonwijk |
52,6404 |
5,03319 |
3584 |
Middelweg |
tegenover woonwijk |
52,6392 |
5,03361 |
3575 |
de weel |
naast fietspad |
52,639 |
5,03462 |
3570 |
de weel |
middenberm |
52,6395 |
5,03616 |
3565 |
de weel |
middenberm |
52,64 |
5,03764 |
1800 |
de weel |
middenberm |
52,6413 |
5,04033 |
1429 |
de weel |
middenberm |
52,6425 |
5,04545 |
1414 |
de weel |
middenberm |
52,6437 |
5,0316 |
1032 |
de weel |
voor stoplichten |
52,6438 |
5,03181 |
1075 |
Van Dedemstraat |
rechterkant |
52,6463 |
5,05051 |
1074 |
Van Dedemstraat |
rechterkant vanaf keern |
52,6463 |
5,05081 |
2051 |
Van Dedemstraat |
voor AH |
52,6464 |
5,05192 |
2056 |
Maelsonstraat |
Zijstr. v.d Vaartstraat na AH 1e R |
52,6465 |
5,05407 |
1070 |
Van Dedemstraat |
rechterberm |
52,6464 |
5,05288 |
1066 |
Van Dedemstraat |
rechterberm vanaf keern |
52,6465 |
5,05465 |
1064 |
Van Dedemstraat |
rechterberm vanaf keern |
52,6467 |
5,05577 |
440 |
Dr C. van Aalstweg |
thv Run Shopping Center |
52,6504 |
5,05066 |
439 |
Dr C. van Aalstweg |
thv Run Shopping Center |
52,6503 |
5,0504 |
109 |
Dr C. van Aalstweg |
thv Run Shopping Center |
52,6501 |
5,04972 |
110 |
Dr C. van Aalstweg |
thv Run Shopping Center |
52,65 |
5,04944 |
5674 |
berkmergouw |
linkerberm vanaf Keern gezien |
52,6629 |
5,04227 |
5672 |
berkmergouw |
linkerberm |
52,663 |
5,04285 |
5670 |
berkmergouw |
linkerberm |
52,6631 |
5,04346 |
5665 |
berkmergouw |
linkerberm vanaf keern gezien |
52,6633 |
5,04522 |
5664 |
berkmergouw |
linkerberm |
52,6634 |
5,04541 |
5663 |
Berkmergouw |
rechterberm |
52,6634 |
5,04582 |
5660 |
berkmergouw |
linkerberm |
52,6636 |
5,04668 |
2660 |
wogmergouw |
tegenover voetbalclub |
52,6696 |
5,04325 |
2659 |
wogmergouw |
tegenover voetbalveld |
52,6694 |
5,04343 |
2658 |
wogmergouw |
tegenover voetbalveld |
52,6692 |
5,04363 |
2657 |
wogmergouw |
tegenover voetbalveld |
52,669 |
5,04373 |
5655 |
wogmergouw |
tegenover voetbalveld |
52,6685 |
5,0439 |
5648 |
Wogmergouw |
rechterberm |
52,6669 |
5,04469 |
5646 |
wogmergouw |
in de bocht |
52,6664 |
5,0449 |
5644 |
Wogmergouw |
rechterberm |
52,6661 |
5,04536 |
5643 |
wogmergouw |
flatgebouw |
52,666 |
5,04569 |
5635 |
wogmergouw |
LM rechts schuin t.o. apotheek |
52,6642 |
5,04727 |
5626 |
berkmergouw |
rechterberm |
52,6637 |
5,04983 |
5625 |
berkmergouw |
rechterberm |
52,6637 |
5,05028 |
5622 |
berkmergouw |
rechterberm vanaf keern gezien |
52,6638 |
5,05151 |
5621 |
berkmergouw |
rechterberm |
52,6638 |
5,05196 |
5620 |
berkmergouw |
rechterberm |
52,6639 |
5,05238 |
5619 |
berkmergouw |
linkerberm vanaf Keern gezien |
52,6639 |
5,05289 |
2943 |
zwaagmergouw |
naast fietspad |
52,6616 |
5,055 |
2942 |
zwaagmergouw |
naast fietspad |
52,6613 |
5,05509 |
2941 |
zwaagmergouw |
naast fietspad |
52,6611 |
5,05521 |
2940 |
zwaagmergouw |
naast fietspad |
52,6609 |
5,05531 |
2939 |
zwaagmergouw |
naast fietspad |
52,6607 |
5,05541 |
2928 |
zwaagmergouw |
naast fietspad |
52,6584 |
5,05653 |
2927 |
Zwaagmergouw |
voorbij bushalte rechterberm |
52,6582 |
5,05666 |
2926 |
zwaagmergouw |
naast fietspad |
52,658 |
5,05674 |
2922 |
zwaagmergouw |
MB voor stopl. Poortwachter |
52,6575 |
5,05717 |
2910 |
zwaagmergouw |
1e LM middenberm na Poortwachter |
52,657 |
5,0579 |
2899 |
zwaagmergouw |
2e LM MB na splitsing Blokmergouw |
52,6556 |
5,06064 |
2901 |
zwaagmergouw |
MB na T-splitsing Blokmergouw |
52,6558 |
5,06018 |
2898 |
zwaagmergouw |
MB 3e LM thv BP |
52,6554 |
5,06103 |
2896 |
zwaagmergouw |
MB 4e LM thv BP |
52,6552 |
5,06155 |
2895 |
zwaagmergouw |
MB 2e LM voor rotonde |
52,655 |
5,06187 |
2894 |
zwaagmergouw |
MB laatste LM voor rotonde |
52,6549 |
5,06215 |
2891 |
zwaagmergouw |
MB 1e LM na rotonde |
52,6544 |
5,06302 |
2890 |
zwaagmergouw |
2e LM MB na rotonde |
52,6543 |
5,06328 |
7886 |
blokmergouw |
MB thv Politieburo |
52,6565 |
5,06034 |
7888 |
blokmergouw |
MB thv Zeeman Vastgoed |
52,6571 |
5,06119 |
7895 |
blokmergouw |
MB thv tandartsenpraktijk |
52,658 |
5,06236 |
7896 |
blokmergouw |
Links voor spoor |
52,6583 |
5,0626 |
7897 |
blokmergouw |
naast fietspad |
52,6585 |
5,063 |
7898 |
blokmergouw |
Links voor spoor |
52,6585 |
5,06321 |
7912 |
Blokmergouw |
3e LM MB voor rotonde |
52,6595 |
5,06597 |
7933 |
oostergouw |
MB voor De Oude Veiling |
52,6623 |
5,06508 |
8952 |
oostergouw |
Rechterberm thv Renault |
52,6664 |
5,06272 |
5078 |
De Factory |
Rechts t/o Flevo Staalbouw |
52,6685 |
5,06657 |
13398 |
De Factory |
kv Oostergouw LM R bij rest. De Plantage |
52,6686 |
5,06705 |
geen nr. |
De Factory |
Links T/o Citroen |
52,6679 |
5,06291 |
10970 |
Oostergouw |
rechterberm thv Honda |
52,6686 |
5,06162 |
10971 |
oostergouw |
LM R thv Grando Keukens |
52,669 |
5,06141 |
10972 |
oostergouw |
LM R thv Volvo |
52,6693 |
5,06129 |
10973 |
oostergouw |
LM R thv Volvo |
52,6696 |
5,06111 |
10974 |
oostergouw |
linkerberm |
52,6701 |
5,06087 |
10975 |
oostergouw |
LM R thv Daihatsu |
52,6704 |
5,0607 |
10976 |
oostergouw |
LM MB voor Argos Oil |
52,6707 |
5,06048 |
7945 |
oostergouw |
MB thv kassen |
52,6639 |
5,06426 |
7943 |
oostergouw |
MB thv kassen |
52,6632 |
5,06456 |
7959 |
oostergouw |
MB L na rotonde |
52,6599 |
5,0675 |
7981 |
kryterslaan |
linkerberm |
52,6614 |
5,07222 |
7982 |
kryterslaan |
LM R in bocht |
52,6615 |
5,07241 |
7980 |
kryterslaan |
rechterberm |
52,6613 |
5,07179 |
6236 |
Koewijzend |
2e LM links t.o. ingang manege |
52,6622 |
5,07303 |
7978 |
kryterslaan |
3e LM R voor rotonde |
52,661 |
5,07116 |
7977 |
kryterslaan |
2e LM R voor rotonde |
52,6609 |
5,07084 |
8018 |
oostergouw |
middenberm na Nw. Steen |
52,6578 |
5,07291 |
8000 |
oostergouw |
kv Krijterslaan LM L voor Nw. Steen |
52,6542 |
5,07481 |
9208 |
Oostergouw |
na benzinepomp Total aan linkerkant |
52,6539 |
5,07442 |
8067 |
oostergouw |
MB t.o. Hotel Hoorn |
52,6537 |
5,07404 |
8063 |
ijsselweg |
MB voor Lingeweg |
52,6561 |
5,07722 |
9211 |
ijsselweg |
rechterberm na bushalte |
52,6567 |
5,07905 |
9217 |
ijsselweg |
MB voor kruispunt Kloosterhout |
52,6572 |
5,08013 |
9221 |
kloosterhout |
MB voor bord beb.kom Blokker |
52,6578 |
5,08026 |
10245 |
kloosterhout |
in bocht voor weiland |
52,6589 |
5,07932 |
10244 |
kloosterhout |
in bocht voor weiland |
52,6587 |
5,07934 |
10243 |
kloosterhout |
in bocht voor weiland |
52,6585 |
5,07945 |
9334 |
IJsselweg |
MB 3e LM na Maasweg |
52,6578 |
5,08652 |
11321 |
ijsselweg |
linkerberm 2e LM na Plevier |
52,6585 |
5,09017 |
11320 |
Ijsselweg |
linkerberm 1e LM na Plevier |
52,6585 |
5,08991 |
11017 |
ijsselweg |
linkerberm LM voor Plevier |
52,6581 |
5,08822 |
9565 |
maasweg |
rechterkant van de weg |
52,6567 |
5,08541 |
9474 |
maasweg |
rechterkant van de weg |
52,6565 |
5,08538 |
9563 |
maasweg |
linkerkant van de weg thv huisnr. 27 |
52,6562 |
5,08583 |
10453 |
rijnweg |
linkerberm bij huisnr. 7 |
52,6509 |
5,08835 |
10457 |
rijnweg |
linkerberm voor huisnr. 7 |
52,6501 |
5,08911 |
11795 |
rijnweg |
linkerberm na Amstelweg |
52,6471 |
5,08448 |
6364 |
rijnweg |
linkerberm t.o. huisnr. 137 |
52,6477 |
5,08615 |
6365 |
rijnweg |
linkerberm t.o. huisnr. 140 |
52,6478 |
5,08652 |
10466 |
rijnweg |
linkerberm t.o. Patio |
52,6483 |
5,08794 |
10462 |
rijnweg |
Linkerberm bij huisn. 158 |
52,65 |
5,09064 |
10460 |
Rijnweg |
linkerberm bij huisnr. 152 |
52,6494 |
5,08941 |
11618 |
scheldeweg |
rechterberm bij huisnr. 147 |
52,6498 |
5,09001 |
11623 |
scheldeweg |
rechterberm bij huisnr. 50 |
52,6504 |
5,09159 |
11625 |
scheldeweg |
rechterberm bij huisnr. 45 |
52,6506 |
5,09225 |
11638 |
scheldeweg |
rechterberm bij huisnr. 12 |
52,6495 |
5,09499 |
12491 |
oosterscheldeweg |
kv Scheldeweg LM R bij huisnr. 9 |
52,6497 |
5,09659 |
12493 |
oosterscheldeweg |
kv Scheldeweg LM R bij huisnr. 13 |
52,65 |
5,09673 |
12749 |
oosterscheldeweg |
kv Scheldeweg LM L bij huisnr. 8 |
52,6522 |
5,09754 |
12502 |
oosterscheldeweg |
kv Scheldeweg LM bij huisnr. 47 |
52,6515 |
5,09719 |
12494 |
oosterscheldeweg |
linkerberm bij huisnr. 51 |
52,6502 |
5,09665 |
12754 |
Oosterscheldeweg |
MB t.o. Deen |
52,6527 |
5,09827 |
12757 |
Oosterscheldeweg |
MB t.o. Deen |
52,653 |
5,09913 |
13397 |
Volkerakweg |
LM L na brug De 2 Wilgen |
52,6528 |
5,10213 |
15638 |
Volkerakweg |
linkerberm t.o. huisnr. 5 |
52,6527 |
5,11196 |
15952 |
Volkerakweg |
linkerberm t.o. P-plaats |
52,6529 |
5,11252 |
1767 |
Kernweg |
ri. Prov.weg 1e LM R |
52,6454 |
5,09676 |
1968 |
Kernweg |
ri. Prov.weg 2e LM R |
52,6452 |
5,09687 |
11865 |
willemsweg |
Rechterberm |
52,644 |
5,08349 |
11866 |
willemsweg |
1e LM L na S9 |
52,6439 |
5,08364 |
11869 |
willemsweg |
rechterberm vanaf S9 2e LM R |
52,6438 |
5,08313 |
13389 |
willemsweg |
rechterberm vanaf s9 4e LM R |
52,6437 |
5,0823 |
11391 |
Willemsweg |
bij infobord rechterberm |
52,6435 |
5,08124 |
11397 |
willemsweg |
overzijde tankstation |
52,643 |
5,07825 |
8886 |
willemsweg |
Linkerberm richting Centrum |
52,6418 |
5,07189 |
1168 |
liornestraat |
middenberm 2e LM na Boomlaan |
52,6483 |
5,06754 |
2187 |
liornestraat |
middenberm 2e LM na Joh.Poststraat |
52,6498 |
5,06721 |
2190 |
liornestraat |
middenberm 2e LM na Wabenstraat |
52,6503 |
5,06703 |
2350 |
liornestraat |
middenberm |
52,6527 |
5,06524 |
Bijlage 4: Beleid Winkeluitstallingen
WINKELUITSTALLINGENBELEID HOORN
1.Inleiding en probleemstelling.
Wij hebben besloten dat er nieuwe beleidsregels ontwikkeld moet worden voor winkeluitstallingen. Het huidige (versnipperde) beleid biedt onvoldoende handvatten om adequaat op te treden. Voor de winkelcentra in de buitengebieden is zelfs nog helemaal geen beleid ontwikkeld. Het nieuwe beleid is voor een groot deel het formeel vastleggen van het huidige gehanteerde, maar nooit echt beschreven, beleid.
Vanwege de financiering van het binnenstadsmanagement per 1 januari 2006 heeft deze notitie prioriteit gekregen. De ondernemers uit de binnenstad hebben de gemeente gevraagd een financiële regeling te ontwikkelen om het binnenstadsmanagement te financieren. Omdat deze regeling niet door de gemeente maar door de ondernemers gefinancierd dient de worden krijgen alle ondernemers per 1 januari 2006 die een precariovergunning/ontheffing hebben voor het plaatsen van een terras, gevelreclame of een winkeluitstalling in de binnenstad een toeslag opgelegd. Deze toeslag wordt geregeld via de precarioverordening en zal onder andere worden toegepast op de winkeluitstallingen. Het is dus van belang dat de ontheffingen ten aanzien van de winkeluitstallingen v??r 1 januari op orde zijn.
Reclame is in der loop der jaren niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Vooral het bedrijfsleven maakt veelvuldig gebruik van reclame. Het is voor veel bedrijven een hulpmiddel om hun producten en/of diensten onder de aandacht van het publiek te brengen en in veel gevallen maakt reclame een essentieel onderdeel uit van de bedrijfsvoering. Dit geldt bijvoorbeeld voor winkels. Er kan reclame gemaakt worden via de media: krant, televisie of internet, maar ook gewoon buiten op straat, in de openbare ruimte.
Winkeluitstallingen, denk aan: reclameborden en kledingrekken, bevinden zich voor de gevel van een winkelpand op de openbare weg. De meningen zijn verdeeld over welke reclame-uiting mooi is en welke niet. Toch zijn alle betrokkenen wel van mening over het uitgangspunt dat reclame in omvang, hoeveelheid en vorm in ieder geval niet zo overheersend mag worden dat dit de kwaliteit van de openbare ruimte aantast. Tevens mag het doelmatig en veilig gebruik van de openbare weg niet in gevaar komen door de aanwezigheid van een winkeluitstalling.
De afdeling Stadstoezicht heeft geconstateerd dat er winkeluitstallingen op de openbare weg staan zonder ontheffing of met een verkeerde ontheffing (andere ondernemer, aantal m2's etc.). Hierdoor kan het (voetgangers-)verkeer in gevaar komen. Dit leidt tot ongewenste situatie en moet dus aangepakt worden.
2.Juridisch kader
De basis voor het maken van reclame is terug te vinden in de Grondwet en de Algemene plaatselijke verordening.
Ingevolge Artikel 7 van de Grondwet heeft niemand voorafgaand verlof nodig voor het openbaren van gedachten en gevoelens door drukpers, radio en televisie en andere middelen. De vrijheid van drukpers geldt niet voor het maken van handelsreclame.
De Algemene plaatselijke verordening, artikel 5.2.3. vormt de basis voor het verlenen van een ontheffing. Op grond van dit artikel is het verboden zonder ontheffing van het college op of aan de openbare weg of aan een openbaar water dan wel op een andere, al dan niet met enige beperking, voor publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats:
- a.
met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden;
- b.
anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan het publiek;
- c.
reclame-uitstallingen te hebben voor te verkopen goederen of aangeboden diensten.
De toetsingscriteria zijn vastgelegd in lid 7, te weten: openbare orde, voorkomen of beperken van overlast, bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving, verkeersvrijheid- of veiligheid, gevaar voor het redelijk verzorgingsniveau voor de consument, strijdig met het bestemmingsplan.
In deze notitie richten wij ons op winkeluitstallingen die vallen onder art. 5.2.3, lid b en c en kunnen het best omschreven worden als goederen en daarbij behorende objecten, behorende tot het gangbare winkelassortiment van de winkel waarvoor de uitstalling is bedoeld. Voor het hebben van een winkeluitstalling is een ontheffing nodig en moet precario worden betaald.
3.Beleidscriteria.
In dit hoofdstuk worden aanvullende op de Algemene plaatselijke verordening, art. 5.2.3. gebaseerde beleidsregels weergegeven waarmee rekening dient te worden gehouden bij het plaatsen van winkeluitstallingen.
In de Leidraad van Hoorn Kern Gezond staat dat bij het herinrichten van de straten in de binnenstad wordt gestreefd naar eenheid, samenhang en continuïteit van de openbare ruimte. De kunst van het inrichten van de openbare ruimte is dus om zowel de eenheid als de verscheidenheid tot zijn recht te laten komen. De binnenstad, met zijn verschillende delen, verschillende functies en verschillende straten, vormen tezamen een geheel. Daarom is gekozen voor een basisopzet voor de inrichting, waarbinnen de verschillende functies een plaats kunnen vinden.
Ruimtelijke kwaliteit wordt voor een deel bereikt middels eenheid en eenvoud van de inrichting van de openbare ruimte. De bruikbaarheid, bereikbaarheid en veiligheid voor met name het voetgangersverkeer spelen een belangrijke rol.
Bij de huidige herinrichtingen is uitgegaan van de (historische) stoepenzone. De maat van deze stoepenstrook bedroeg 2 tot 4 voet en is nu vastgesteld op maximaal 1.20m. Deze stoepenzone zorgt in de huidige situatie voor een natuurlijke afstand tussen voetgangers en de gevel. In de winkelgebieden is de stoepenzone meteen de begrenzing van de uitstallingsruimte. In gebieden met een uitgesproken winkelkarakter zijn de mogelijkheden tot reclamevoering ruimer dan in woongebieden. Aansluiting kan gezocht worden bij het van toepassing zijnde bestemmingsplan.
Algemene bepalingen.
- 1.
Een ontheffing wordt verleend voor onbepaalde tijd.
- 2.
Een ontheffing is niet overdraagbaar.
- 3.
Het uitstallen van goederen mag uitsluitend tot doel hebben de aandacht van het publiek op de uitgestalde goederen te vestigen. Het mag niet leiden tot verkoop op de openbare weg.
- 4.
De uitgestalde goederen moeten een relatie hebben met het gangbare assortiment van de desbetreffende winkel (dus geen afvalbakken en -containers met reclame).
- 5.
De uitstallingen mogen uitsluitend op of boven de openbare weg aanwezig zijn tijdens de uren gedurende dat de winkel voor het publiek is geopend.
- 6.
De uitstallingen mogen niet worden geplaatst op dagen dat er kermis of voor- en najaarsmarkt, lappendag en zaterdagmarkt voor of in de directe omgeving van een perceel is.
- 7.
Indien het in verband met ter plaatse uit te voeren openbare werken of om enigerlei andere reden naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk is de uitstallingen te verwijderen, te verplaatsen of de afmetingen ervan te wijzigen, zal deze verwijdering, verplaatsing of wijziging door en voor rekening van de ontheffinghouder geschieden.
Algemene bepalingen over uitstalling.
- 1.
De uitstalling mag uitsluitend worden geplaatst op het trottoir, onmiddellijk tegen of aan de gevel van de winkel waartoe de uitstalling zal gaan behoren of in de bij de winkel behorende portieken.
- 2.
Uitstallingen mogen niet in de looplijn van het publiek worden geplaatst.
- 3.
De doorgang voor het voetgangersverkeer dient op het trottoir minimaal 1.50m te zijn;
- 4.
De doorgang voor het voetgangersverkeer in winkelstraten (bv. Nieuwsteeg, Lange Kerkstraat) met dubbelzijdige bewinkeling dient minimaal 3m te zijn;
- 5.
De breedte van de uitstalling mag niet groter zijn dan de perceelbreedte van de winkel waartoe de
uitstalling behoort, exclusief de toegang tot de winkel.
- 6.
De hoogte van de uitstalling mag niet meer dan 1.50m dragen.
- 7.
Uitstallingen in niet-winkelstraten mogen, met in achtneming van de ander genoemde bepalingen, maximaal 0,60cm uit de gevel staan.
- 8.
Uitstallingen in winkelstraten mogen, met in achtneming van alle bepalingen, maximaal 1.20m uit de gevel staan.
- 9.
Verrijdbare rekken, standaards, stellages e.d. dienen van een dusdanige constructie of uitvoering te zijn, dan wel zodanig tegen of aan de gevel te zijn vastgezet, dat deze niet door derden verplaatst of omvergelopen kunnen worden.
- 10.
Het uitstallen van goederen wordt slechts toegelaten waar dit uit oogpunt van verkeer en veiligheid mogelijk is.
- 11.
Het uitstallen van goederen mag geen gevaar voor de omgeving en/of gevaar voor de voorbijgangers opleveren.
- 12.
Het uitstallen van goederen wordt niet toegestaan bij toegangsdeuren en nooduitgangen.
- 13.
De uitstalling dient een ordelijk aanzien te hebben en mag geen aanleiding geven tot vervuiling van de openbare weg.
- 14.
De houder van de ontheffing dient de openbare weg te reinigen of te laten reinigen, als die weg is verontreinigd ten gevolge van het uitstallen van de goederen.
- 15.
Het uitstallen van goederen is niet toegestaan op momenten dat de openbare weg gereinigd wordt.
- 16.
Aanvragen voor het plaatsen van uitstallingen die niet passen binnen de in deze notitie genoemde beleidsregels worden geweigerd.
Overgangsbepalingen.
- 1.
Reeds verleende ontheffingen die voldoen aan de Algemene plaatselijke verordening en deze beleidsregels blijven ongewijzigd van kracht.
- 2.
Reeds verleende vergunningen voor het plaatsen van een winkeluitstalling (reclamebord, kledingrek e.d.) op grond van artikel 2.1.5.1 van de APV komen per 12 november 2005 te vervallen.
- 3.
Reeds verleende ontheffingen voor het hebben van een uitstalling zonder vervaldatum, die niet voldoen aan deze beleidsregels komen zes maanden na inwerkingtreding van deze beleidsregels te vervallen
- 4.
Voor het Nieuwland (even nrs.) geldt een uitsterfconstructie. De huidige ondernemers met een vergunning/ontheffing voor het hebben van uitstallingen mogen deze laten staan totdat een andere ondernemer het perceel overneemt.
Uitwerking per gebied en/of straat (individuele gevallen kunnen afwijken).
uitstallingsmogelijkheid uitzonderingen
Centrumgebied.
Breed divers (1.20/0.60cm)
Dubbele Buurt/Vale Hen: 0.60cm, westzijde geen
Dubbele Buurt bij afsluiting beide zijden 0.60 cm
Gedempte Turfhaven: 1.20m noordzijde vast.herinr. GT
Gouw 1.20m
Grote Noord 1.20m
Grote Oost: tot Bottelsteeg 1.20m
Kerkstraat: geen uitstallingen nrs. 34 t/m 36 0,60cm
Kerkplein: nrs. 31 t/m 39 1.20m
Kleine Noord: 1.20m
Kruisstraat: 7 t/m 32 (incl.5) 1.20m 1,2,3,4 en 6 geen
Lange Kerkstraat 0.60cm
Muntstraat: 0.60cm
Nieuwe Noord: zuidzijde nrs. 2 t/m 30 1.20m nrs. 27, 29, 32/34, 74 en 76 geen
zuidzijde nrs .1a t/m 21 1.20m oostzijde 36 t/m 44 geen
oostzijde nrs. 46 t/m 52 1.20m
zuidzijde nrs. 1b 0.60cm
westzijde nrs. 31 t/m 67 0,60cm
oostzijde nrs. 53 t/m 72 0,60cm
Nieuwsteeg: 0.60cm
Nieuwstraat 1.20m
Nieuwland: nrs.2 t/m 12 1.20m vanaf nr.14 niets (uitsterfconstructie)
Nieuwland oneven: geen uitstallingen
Onder de Boompjes: 0.60cm
Ramen: 0.60cm
Spoorstraat: vaststellen na herinrichting GT
Stationsplein: 1.20m
Scharloo: 0.60cm
Veemarkt: 0.60cm
Winkeluitstallingen tijdens de voor- en najaarsmarkt, lappendag en zaterdagmarkt (alleen marktzijde).
Nieuwstraat en Gouw: geen
Gedempte Turfhaven en Breed: 60 cm
Winkelcentrum de Huesmolen.
In de Huesmolen varieert de straatbreedte van 4.90 tot 5.10m. De gewenste loopruimte bedraagt 3.00m. Wanneer sprake is van tweezijdige bewinkeling is een uitstallingszone van 0.60cm mogelijk. Wanneer sprake is van eenzijdige bewinkeling is een uitstallingenzone van 1.20m mogelijk. De winkeluitstallingen dienen direct aan de gevel geplaatst te worden en niet aan de waterzijde.
Daar waar de loopruimte 3.00m of minder is kan geen winkeluitstalling plaatsvinden.
BetjeWolff- en Aagje Dekenplein.
In het winkelcentrum van de Kersenboogerd zijn er grote delen met een overkapping met pilaren. Algemeen uitgangspunt is een vrije loopruimte van minimaal 3.00m. Wanneer de ruimte beschikbaar is, dan is er een uitstallingzone van 1.20m mogelijk ofwel 0.60m.
Ter hoogte van Betje Wollfplein 169 t/m 115 varieert de ruimte tussen pilaren en gevel 2.60 tot 2.72m. Echter de officiële loopruimte ligt buiten de pilaren. Tussen gevel en pilaar is de minimale ruimte van 0.90m voldoende als mogelijke ‘tweede’ route. Dit betekent dat een uitstallingzone van 1.20m direct aan de gevel mogelijk is.
Ter hoogte van Aagje Dekenplein nummer 1,4 en 6, nummer 25, 26 en nummer 29 varieert de ruimte tussen pilaren en gevel van 1.26m tot 1.28m. Echter ook hier is de officiële loopruimte buiten de pilaren. Vervolgens is het niet reëel uit te gaan van een tweede route tussen gevel en pilaren. Dit betekent dat ook hier een uitstallingzone van 1.20m direct aan de gevel mogelijk is.
De Beurs
In het winkelcentrum aan de Westerblokker varieert de trottoirbreedte van 5.00 tot 7.75m. Hier is een uitstallingzone van 1.20m direct aan de gevel mogelijk.
Korenbloem.
In de Korenbloem varieert de breedte van 4.76 tot 6.33m. In het brede gedeelte van 6.33m zijn de winkelwagentjes van de Dekamarkt geplaatst. Dit betekent dat de genoemde 6.33m niet in zijn geheel benut kan worden. De gewenste vrije loopruimte bedraagt minimaal 3.00m. Dit betekent dat er een uitstallingzone van 0.60m aan beide zijden mogelijk is.
Bij de winkels aan de buitenzijde van het overdekte centrum (kapper en Bubbles) is een uitstallingzone van 1.20m direct aan de gevel, mits de resterende vrije loopruimte minimaal 3.00m is.
Grote Beer.
In het winkelcentrum van de Grote Waal is er een breed middengebied met zeer wisselende maten, mede door de hoeveelheid pilaren. Ook hier wordt uitgegaan van een vrije doorgaande loopruimte van minimaal 3.00m. Afhankelijk van de beschikbare ruimte is dus een uitstallingzone van 0.60 of 1.20m mogelijk. Aanvullend kan gesteld worden dat de uitstallingzone zich beperkt tot de zone direct grenzend aan de winkelpui waar de entree van de betreffende winkel zich bevindt. De uitstallingzone is nadrukkelijk niet rond de pilaren, midden in het loopgebied, langs zijgevels van de winkels en blinde gevels van het winkelcentrum.
5.Aanpak en inspraak.
In de straten waar het huidige beleid niet wezenlijk afwijkt van de in deze notitie geschetste nieuwe beleidsuitgangspunten is reeds begonnen met het aanschrijven van de winkeliers. De ondernemers aan de Grote Noord, Kleine Noord, Nieuwsteeg en Lange Kerkstraat zijn reeds voorzien van nieuwe ontheffingen. De andere straten worden de komende periode gefaseerd aangeschreven. Er zijn in het nieuwe beleid, met uitzondering van een aantal percelen op de Kruisstraat en de winkelcentra in de buitenwijken, geen noemenswaardige afwijkingen te voorzien ten opzichte van het huidige beleid. De ondernemers aan de Kruisstraat 1, 2, 3, 4 en 6 mogen op basis van het nieuwe beleid geen winkeluitstalling plaatsen. Op dit moment is dat wel toegestaan, maar er zijn geen lopende ontheffingen op de percelen afgegeven.
Voor de winkelcentra in de buitenwijken is nooit beleid gehanteerd. Voor bepaalde ondernemers in winkelcentrum de Beurs en op het Betje Wolffplein betekent het nieuwe beleid een behoorlijke aanpassing in hetgeen zij nu op de openbare weg hebben staan. Overigens hebben zij hier nooit vergunning voor gehad, maar de gemeente heeft ook nooit gehandhaafd. Het hanteren van een overgangsperiode van een jaar lijkt hier dus redelijk.
De ontheffingen voor de winkelcentra hebben minder prioriteit omdat deze niet van belang zijn voor de financiering van het binnenstadsmanagement.
Het nieuwe beleid voor de Huesmolen is reeds gecommuniceerd met de ondernemers en zij zijn akkoord. Verder is belanghebbenden via “Hoorn op vijf” de mogelijkheid geboden schriftelijk te reageren op de beleidsuitgangspunten uit deze nota.
Daarnaast zijn de voorzitters van de wijkoverlegorganen en stratenclubs geïnformeerd over de mogelijkheid tot inspraak. De ingediende reacties meegenomen in de definitieve besluitvorming maar hebben niet geleid tot aanpassing van de (ontwerp)notitie.
6. Precario.
Voor het innemen van gemeentegrond dient precario betaald te worden. Dit tarief wordt vastgesteld middels de precarioverordening. Voor 2005 is dit tarief vastgesteld op € 33,60 m2 per jaar. Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd. De gemeente stelt structureel jaarlijks € 125.000,--beschikbaar ten behoeve van binnenstadsmanagement. Van dit bedrag is € 50.000,-- gedekt in de (meer-) jarenbegroting. Het resterende tekort ad € 75.000,-- dat in de algemene middelen ontstaat, wordt gedekt door verhoging van de precariobelasting. In de precariobelastingverordening is om die reden bepaald dat vanaf 1 januari 2006 voor de eerste m2 € 200,-- extra wordt betaald.(voor nadere informatie zie collegebesluit met stuknr. 05.30793).
7.Handhaving.
De handhaving ten aanzien van winkeluitstallingen is een taak van bureau Stadstoezicht (reinigingspolitie). Handhaving is op de eerste plaats informatie verstrekken en overredingskracht gebruiken. Als dit niet tot het gewenste resultaat leidt dan zal in tweede instantie bestuursrechtelijk worden opgetreden.
De drie handhavingsmogelijkheden waarover het dagelijks bestuur ingevolge de Gemeentewet en Algemene wet bestuursrecht beschikt zijn de bestuursdwang, de dwangsom en het intrekken van de ontheffing. De handhaving richt zich met name op overtreding van de voorschriften uit de ontheffing en het zonder ontheffing hebben van een winkeluitstalling op openbare weg.
Het hebben van een winkeluitstalling op gemeentegrond is een dynamisch proces omdat winkels frequent van eigenaar/ondernemer wijzigen. Dit vraagt dan ook een intensieve handhaving.
Indien een winkeluitstalling zonder ontheffing op de openbare weg staat, is dit in beginsel een overtreding. Handhaving kan geschieden, indien het voorwerp dat ontheffingsplichtig is, na aanzegging nog steeds niet in het bezit is van een ontheffing en evenmin is gebleken dat deze ontheffing is aangevraagd.
Afhankelijk van de situatie zullen genoemde handhavingsmogelijkheden worden toegepast.
8.Capaciteit.
Bureau Stadstoezicht is verantwoordelijk voor handhaving van alle vergunningen tot gebruik van het openbaar gebied en voor afgeven van tijdelijke vergunningen (alle andere vergunningen voor het openbaar gebied worden afgegeven door afd JZ.) Dit behoort tot het takenpakket van de twee reinigingsagenten. Het afgeven van tijdelijke vergunningen is een tijdje verzorgd door een tijdelijke collega op een bovenformatieve plaats (voor een halve werkweek). De reinigingsagenten verzorgen zowel de waarneming van overtredingen, het aanspreken van ondernemers als de administratieve afhandeling. Deze handhaving is onderdeel van een groter takenpakket: honden, gedumpt afval, illegale lozingen, gebruik van de openbare weg voor van alles en nog wat, parkeerexcessen en vernielingen openbaar groen.
Praktisch gesproken is het effect, dat alleen handhaving van terrassen op een redelijk niveau wordt uitgevoerd. Op andere punten schiet de handhaving tekort, net als de afgifte van tijdelijke vergunningen.
De schatting is, dat ongeveer een halve formatieplaats nodig is om de handhaving op een goed niveau te brengen. Hieromtrent zal nadere advisering volgen.
9.Conclusie.
Winkeluitstallingen in winkelstraten zijn toegestaan tot 1.20m uit de gevel, mits de doorgang voor het voetgangersverkeer op het trottoir minimaal 1.50m is. Bij dubbelzijde bewinkeling dient de vrije doorgang 3m te zijn.
Winkeluitstallingen in niet winkelstraten zijn toegestaan tot 0.60cm uit de gevel, mits de doorgang voor het voetgangersverkeer op het trottoir minimaal 1.50m is.
Voor de ondernemers (bv. Winkelcentra) waar het nieuwe beleid een wezenlijke aanpassing is in hetgeen zij nu op de openbare weg mogen hebben staan, wordt een overgangsperiode van een jaar gehanteerd.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl