Regeling vervallen per 01-01-2015

Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Platform Wonen voor de regio Zeeuwsch-Vlaanderen

Geldend van 07-03-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Platform Wonen voor de regio Zeeuwsch-Vlaanderen

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst;

b e s l u i t :

tot wijziging van de gemeenschappellijke regeling en vast te stellen

de:

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING 'REGIONAAL PLATFORM WONEN VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN.'

 

Artikel 1 (instelling rechtspersoon).

  • 1.

    Er is een openbaar lichaam, genaamd REGIONAAL PLATFORM WONEN ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Het Platform WONEN wordt gevormd door de gemeenten Hulst, Sluis en Terneuzen, hierna te duiden als “ deelnemende gemeenten”.

  • 2.

    Het openbaar lichaam is gevestigd in de gemeente Terneuzen, die tevens als kantoorhoudende gemeente voor het lichaam zal fungeren.

  • 3.

    Het verzorgingsgebied van het lichaam omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten, hierna aan te duiden als "de regio".

Artikel 2 (doel en belang).

  • 1.

    De regeling heeft ten doel een kader te scheppen voor de behartiging en afstemming van het woonbeleid in de regio. Het belang van de regeling is het regionaal beheer van het budget dat dient tot realisering van het doel.

  • 2.

    Het onder het eerste lid genoemd budget is ontstaan na afkoop van alle verplichtingen uit de regeling “Regionaal Budgetbeheerder Woninggebonden subsidies Zeeuwsch-Vlaanderen”

Artikel 3 (taakverdeling).

  • 1.

    In het kader van het regionaal budgetbeheer vindt een taakverdeling plaats tussen het lichaam en de deelnemende gemeenten overeenkomstig het tweede lid.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur van het lichaam draagt zorg voor de uitvoering van de volgende taakonderdelen:

    • 1.

      het beheren van het budget zoals bedoeld onder artikel 2;

    • 2.

      het nemen van besluiten inzake de besteding van het budget; 

    • 3.

      het bevorderen van een doelmatige planning en programmering van de woningbouw;

    • 4.

      de regionale afstemming van het woonbeleid.

Artikel 4 (de organen van het openbaar lichaam).

Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.

Artikel 5 (het algemeen bestuur).

  • 1.

    De raden van de deelnemende gemeenten wijzen elk uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, twee leden aan, de portefeuillehouder Wonen en een raadslid. Gezamenlijk vormen zij het algemeen bestuur. Zij wijzen elk uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, voor elk lid van het algemeen bestuur een plaatsvervangend lid aan.

  • 2.

    Het aanwijzen van de leden van het algemeen bestuur vindt voor de eerste maal plaats zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van deze gewijzigde regeling en vervolgens telkens in de eerste vergadering van de raden in nieuwe samenstelling, te houden op de dag met ingang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden.

  • 3.

    Het aanwijzen van leden ter vervulling van tussentijds opengevallen plaatsen geschiedt zo spoedig mogelijk na dit openvallen.

  • 4.

    De leden van het algemeen bestuur treden tegelijk af op de dag, waarop de leden van de raden der deelnemende gemeenten aftreden.

  • 5.

    De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van het ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen bestuur en de raad die hen heeft aangewezen schriftelijk in kennis. Zij behouden hun lidmaatschap tot dat onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.

  • 6.

    Het lidmaatschap eindigt van rechtswege zodra men de hoedanigheid heeft verloren op grond waarvan men tot lid van het algemeen bestuur was aangewezen.

  • 7.

    De raad van een deelnemende gemeente kan een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur ontslag verlenen, indien dit hun vertrouwen niet meer bezit. Het voorstel tot het verlenen van ontslag moet met redenen omkleed schriftelijk worden ingediend en tenminste acht dagen voor de vergadering aan de raad worden bezorgd.

  • 8.

    De leden van het algemeen bestuur hebben elk in de vergadering een stem per 10.000 inwoners of gedeelte daarvan, die de gemeente, die zij vertegenwoordigen, telt. Maatstaf is het aantal inwoners op 1 januari van het voorafgaande jaar, zoals dat door het centraal bureau voor de statistiek is vastgesteld.

Artikel 6 (het dagelijks bestuur).

  • 1.

    De drie portefeuillehouders Wonen vormen samen het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Zij treden af op de dag van aftreden als lid van het algemeen bestuur alsmede tussentijds op eigen verzoek.

  • 3.

    Het algemeen bestuur kan te allen tijde een lid van het dagelijks bestuur ontslag verlenen. Het dagelijks bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. De secretaris is verantwoordelijk voor het (doen) notuleren van de vergaderingen en het (doen) voeren van de administratie.

  • 4.

    De penningmeester is verantwoordelijk voor het (doen) innen van inkomsten en het (doen) verrichten van betalingen. Onder zijn verantwoordelijkheid wordt de financiële administratie gevoerd

Artikel 7 (de voorzitter).

  • 1.

    De voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen.

  • 2.

    De voorzitter treedt af op de dag van aftreden als lid van het algemeen bestuur alsmede op eigen verzoek.

  • 3.

    Het algemeen bestuur is te allen tijde bevoegd de voorzitter ontslag te verlenen.

  • 4.

    Het algemeen bestuur regelt de vervanging van de voorzitter door een lid van het dagelijks bestuur.

Artikel 8 (commissies).

Het algemeen bestuur kan commissies instellen als bedoeld in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 9 (bevoegdheden van het algemeen bestuur).

Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het openbaar lichaam. Aan hem komt binnen het kader van de taakuitoefening als omschreven in artikel 2 en artikel 3 van deze regeling alle bevoegdheden toe, die niet bij of krachtens deze regeling of de wet aan anderen zijn opgedragen.

Artikel 10 (bevoegdheden van het dagelijks bestuur).

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het dagelijks beheer over het lichaam, waartoe in ieder geval behoort: 1.  het voorbereiden van al hetgeen ter overweging en beslissing aan het algemeen bestuur moet worden voorgelegd; 2 het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur; 3. het nemen van alle conservatoire maatregelen ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

Artikel 11 (bevoegdheden van de voorzitter).

  • 1.

    De voorzitter bevordert een goede behartiging van de zaken van het openbaar lichaam.

  • 2.

    Hij is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur.

  • 3.

    Hij tekent de stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan.

  • 4.

    Hij vertegenwoordigt het lichaam in en buiten rechte. Deze vertegenwoordiging kan hij aan een door hem aan te wijzen gemachtigde toevertrouwen.

Artikel 12 (de kantoorhoudende gemeente).

De administratieve voorbereiding en afhandeling van zaken het lichaam betreffend vindt plaats bij de kantoorhoudende gemeente.

 

 

 

Artikel 13 (financiën).

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt, conform de Wet gemeenschappelijke regelingen, een begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.

  • 5.

    De deelnemende gemeenten kunnen worden verzocht om een bijdrage indien het budget, zoals bedoeld onder artikel 2, naar het oordeel van het algemeen bestuur niet meer toereikend is voor het functioneren van lichaam. De bijdrage per deelnemende gemeente zal dan worden bepaald naar rato van het aantal inwoners op 1 januari van het voorafgaande jaar, zoals dat is vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

 

Artikel 14 (vragenrecht en verantwoordingsplicht).

  • 1.

    De leden van het dagelijks bestuur zijn, samen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording schuldig voor het door hen gevoerde bestuur. Zij geven, samen of afzonderlijk, het algemeen bestuur mondeling of schriftelijk de door een of meer leden daarvan gevraagde inlichtingen, tenzij de verstrekking in strijd is met het openbaar belang.

  • 2.

    Ieder lid van het algemeen bestuur is aan de raad van zijn gemeente verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid. Ieder lid van het algemeen bestuur verschaft de raad van zijn gemeente mondeling of schriftelijk de door een of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen, tenzij de verstrekking in strijd is met het openbaar belang.

  • 3.

    Het algemeen en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raden van deelnemende gemeenten schriftelijk de door een of meer leden van de raden gevraagde inlichtingen, tenzij de verstrekking in strijd is met het openbaar belang.

  • 4.

    De door het algemeen bestuur (voorlopig) vastgestelde jaarrekeningen en jaarverslagen worden aan de deelnemende gemeenten toegezonden.

Artikel 15 (archief).

De kantoorhoudende gemeente draagt de zorg voor en het toezicht op de bewaring en het beheer van archiefbescheiden van het lichaam, waarbij de regels van toepassing zijn die ook voor het archiefbeheer van die gemeente gelden.

Artikel 16 (klachtenregeling).

Verzoekschriften in de zin van artikel 9:18, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden behandeld door Stichting De Zeeuwse Ombudsman.

 

Artikel 17 (duur, toetreding, uittreding, wijziging en opheffing).

  • 1.

    De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    De regeling kan worden gewijzigd of opgeheven bij gelijkluidende besluiten van de bevoegde organen van tenminste tweederde van het aantal deelnemende gemeenten.

  • 3.

    Voorstellen tot wijziging of opheffing van de regeling kunnen uitgaan van zowel een of meer gemeenten als van het algemeen bestuur.

  • 4.

    Indien het voorstel uitgaat van het algemeen bestuur, zendt dit het voorstel aan de deelnemende gemeenten, waarvan de bevoegde organen binnen drie maanden een besluit nemen en dat aan het algemeen bestuur meedelen.

  • 5.

    Indien het voorstel uitgaat van een of meer gemeenten zendt/zenden deze(n) het aan het algemeen bestuur, dat het met zijn daarbij gevoegde beschouwingen verder overeenkomstig lid 5 behandelt.

  • 6.

    Het algemeen bestuur informeert de deelnemende gemeenten over de op grond van dit artikel genomen besluiten, goedkeuring en onthouding van goedkeuring daaronder begrepen.

  • 7.

    Uittreding van gemeenten is te allen tijde mogelijk, mits daarvan tenminste een kalenderjaar van tevoren schriftelijk aankondiging is gedaan en wordt voldaan aan daaraan door het algemeen bestuur te stellen voorwaarden. In deze voorwaarden zal in ieder geval een regeling worden getroffen voor de afhandeling van de inmiddels voor de desbetreffende gemeenten in beheer genomen budgetten en voor de afbouw van het aandeel dat de gemeente draagt in de algemene kosten van het lichaam. De betreffende besluiten behoeven goedkeuring van gedeputeerde staten.

  • 8.

    Bij opheffing van de regeling verzorgt het algemeen bestuur de liquidatie. In dat geval stellen gedeputeerde staten de eindrekening vast. Na ontvangst van de vastgestelde eindrekening zendt het algemeen bestuur die onverwijld naar de betrokken gemeenten met een verslag van de liquidatie.

Artikel 18 (slotbepalingen).

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking twee weken nadat deze op de gebruikelijke wijze bekend is gemaakt.

  • 2.

    De regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Platform Wonen Zeeuws-Vlaanderen”.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders van de kantoorhoudende gemeente dragen zorg voor toezending van deze regeling aan gedeputeerde staten ter verkrijging van goedkeuring.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering dd. 7 februari 2012. (Daartoe gemachtigd door de gemeenteraad bij besluit dd. 7 juli 2011).

Burgemeester en wethouders van Hulst,

De secretaris, De burgemeester,