Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Kaag en Braassem

Geldend van 09-12-2010 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Kaag en Braassem

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

  • 2.

    Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

  • 3.

    De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 4.

    Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet;

  • 5.

    Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • 6.

    Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • 7.

    Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.  

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

a. De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

b. De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:- Per post aan Bureau Discriminatiezaken, Antwoordnummer 10506, 2501 WB Den Haag - Digitaal: via een digitaal meldformulier op de website van Bureau Discriminatiezaken (link via de gemeentelijke website)- Telefonisch: gratis regionaal telefoonnummer Bureau Discriminatiezaken 0800-3218686- Op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening. 

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:a. De afdoeningstermijn van klachten;b. De wijze van afdoening van klachten;c. De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1 Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2 Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst naar Bureau Discriminatiezaken.

  • 3 Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Antidiscriminatie-voorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 februari 2010.De voorzitter,                      De griffier,H.B. Eenhoorn                   B.S.M. Sepers

1

Algemeen: Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningenArtikel 1 van de Wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

Artikel 2, tweede lid van de Wet stelt dat de gemeenteraad “bij verordening regels vastlegt omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening , bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.” De wet is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

De wet is nader ingevuld in het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Het besluit is als bijlage toegevoegd aan deze verordening. Omdat de nadere invulling die de Wet behoeft is geregeld in dit Besluit, kan deze verordening beknopt blijven.

Artikelsgewijze toelichting verordening inrichting antidiscriminatievoorzieningArtikel 1Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. Voor de inrichting hiervan heeft het college een uitvoeringsovereenkomst voor twee jaar afgesloten met Bureau Discriminatiezaken Hollands Midden en Haaglanden.

Artikel 3Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Bureau Discriminatiezaken is lid van het landelijke expertisebureau van Art.1 (branche-vereniging) die de opleidingen en cursussen voor de klachtbehandelaars verzorgt. Dit bureau heeft kwaliteitseisen van dienstverlening geformuleerd waaraan de leden zich hebben te houden. De deskundigheid van de klachtbehandelaars is daarmee gewaarborgd.

De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet- fysiek kan melden. De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent dat een burger redelijkerwijs op de hoogte is waar hij of zij terecht kan om een discriminatieklacht te melden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van bestaande publieksbalie (zie toelichting bij artikel 5). Onder niet-fysieke melding wordt verstaan de mogelijkheid voor de burger via sms, telefoon brief of email de klacht te melden of in te dienen bij Bureau Discriminatiezaken.Ook hier geldt dat de gemeente een zorgplicht heeft om zijn burgers kennis te laten nemen van deze mogelijkheden (publieksvoorlichting). Bureau Discriminatiezaken verzorgt de PR en voorlichting aan de inwoners om hen bekend te maken met de voorziening.

Artikel 4Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”.

Art 5 Lid 1:De wet verlangt laagdrempeligheid van de antidiscriminatievoorziening. De antidiscriminatie-voorziening moet zich in de leefomgeving van burgers bevinden. Wij hebben ervoor gekozen om aan te sluiten bij een (bestaande) regionale antidiscriminatievoorziening Bureau Discriminatiezaken Haaglanden en Midden Holland. Dit Bureau doet primair de klachtmelding. Burgers kunnen bij dit bureau hun klachten digitaal, per post of telefonisch indienen (zie art 3b).

Er komt geen front office of een apart loket voor melding discriminatieklachten. Burgers die in het gemeentehuis hun klacht melden worden door de gemeentelijke (loket)medewerkers van het WMO loket doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

In de wet is uitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijk is en op geen enkele wijze onder het gezag van de (gemeentelijke) overheid kan vallen. Het gemeentelijk loket kan dan ook op geen enkele manier in de plaats treden van de antidiscriminatievoorziening.

Indien de persoon die de klacht indient een persoonlijk gesprek wenst met de consulent van Bureau Discriminatiezaken, stelt de gemeente een spreekkamer ter beschikking.

Art 5 lid 2:Bureau Discriminatiezaken verzorgt de instructie opnemen en doorverwijzing klachten voor de gemeentelijke medewerkers van het WMO loket en intermediaire organisaties uit het jongeren- en maatschappelijk werk.

Art 5 lid 3: zie art 5 lid 2.Artikel 6Deze bepaling behoeft geen toelichting

Artikel 7Deze bepaling behoeft geen toelichting