Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade 2016

Geldend van 01-07-2016 t/m heden

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade 2016

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning is een uitwerking van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Kerkrade 2015 en is bedoeld om alle bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen periodiek gewijzigd kunnen worden vanwege trendmatige verhogingen. Het Besluit wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders.

Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het Beleidsplan Wmo 2015 – 2018 “Samen leven in Kerkrade” en de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Kerkrade 2015;

dat de raad in de hiervoor genoemde verordening heeft bepaald dat het college ter uitwerking van die Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 nadere regels dient te stellen in een gemeentelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016,

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In dit Besluit wordt verstaan onder:

    a.Verordening

    de van toepassing zijnde Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade.

    b.Formele ondersteuning

    de ondersteuning verleend door een daartoe opgeleide professional of een instelling.

    c.Informele ondersteuning

    de ondersteuning verleend door een persoon die behoort tot het sociale netwerk dan wel een niet daartoe opgeleid persoon.

    d.Begeleiding

    dit is een vorm van individueel gerichte begeleiding. De functie begeleiding individueel (term zoals voorheen opgenomen in de AWBZ) en ondersteuning zelfredzaamheid (term zoals voorheen opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015) zijn opgegaan in deze maatwerkvoorziening. De persoonlijke verzorging, die in het verlengde ligt van deze ondersteuning, maakt ook deel uit van begeleiding.

    e. Dagactiviteit

    dit is een vorm van groepsgerichte begeleiding. De functie begeleiding groep (term zoals voorheen opgenomen in de AWBZ) en maatschappelijke deelname (term zoals voorheen opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015) zijn opgegaan in deze maatwerkvoorziening. Dagactiviteit is voorliggend op Begeleiding als hetzelfde resultaat wordt beoogd en als de geboden ondersteuning een adequate oplossing is voor de cliënt.

    f.SVB

    Sociale Verzekeringsbank.

    g.CAK

    centraal administratiekantoor, gevestigd in den Haag, dat in opdracht van het Ministerie VWS een taak heeft gekregen in het berekenen en het innen van de eigen bijdrage in het kader van de Wmo.

  • 2. Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), de Verordening en de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb).

Artikel 2. Persoonsgebonden budget (PGB)

  • 1.

    Het college berekent een PGB voor een zaak op basis van:

    • a.

      vergelijkbare kosten met een zaak in natura (eventuele kortingen die de gemeente ontvangt zijn hierin doorberekend);

    • b.

      aanvullende kosten (indien van toepassing) zoals verzekering en onderhoudscontract;

    • c.

      BTW.

  • 2.

    De hoogte van het PGB voor dienstverlening is opgebouwd uit verschillende kostencomponenten zoals salaris, vervanging tijdens vakantie en verzekeringen.

  • 3.

    Een cliënt ten behoeve van wie een PGB wordt verstrekt, kan diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen onder de volgende voorwaarden betreffende het tarief betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk (informeel):

    • a.

      deze persoon krijgt een lager tarief betaald voor zijn diensten dan door het college in het Besluit vastgestelde tarief voor formele ondersteuning. Dit lagere tarief wordt door het college in het Besluit vastgesteld;

    • b.

      tussenpersonen of belangenbehartigers mogen niet uit het PGB worden betaald.

  • 4.

    De tarieven voor een PGB voor hulp bij het huishouden:

Soort

Toelichting

Tarief PGB informele ondersteuning per uur

Tarief PGB formele ondersteuning per uur

Basis

eenvoudig schoonmaakwerk

€ 14,53

€ 15,43

Plus

“basis” activiteiten + regie over het huishouden

€ 17,68

€ 18,78

5.De tarieven voor een PGB voor Begeleiding- Dagactiviteit-Kortdurend Verblijf:

Begeleiding

Tarief PGB informele ondersteuning per uur

Tarief PGB formele ondersteuning per uur

Licht

€ 35,41

€ 39,84

Midden

€ 40,00

€ 45,00

Zwaar

€ 60,80

€ 68,40

Dagactiviteit

Tarief PGB informele ondersteuning per dagdeel (dagdeel=4 uur)

Tarief PGB formele ondersteuning per dagdeel (dagdeel=4 uur)

Licht

€ 25,28

€ 28,44

Midden

€ 36,00

€ 40,50

Zwaar

€ 42,40

€ 47,70

Kortdurend verblijf

Tarief PGB informele ondersteuning per etmaal

Tarief PGB formele ondersteuning per etmaal

Respijtzorg

€ 60,00

€ 67,50

De tarieven voor een PGB voor vervoer:

Vervoer zonder rolstoel per dag

€ 7,38

Vervoer met rolstoel per dag

€ 18,31

  • 6.

    Verstrekking van het PGB vindt niet plaats indien:

    • a.

      op grond van aanwijzingen, die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, het ernstig vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een PGB;

    • b.

      op grond van aanwijzingen, die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, het ernstig vermoeden bestaat dat de aanvrager niet kan voldoen aan lopende financiële verplichtingen (denk aan traject inzake problematische schulden);

    • c.

      op grond van aanwijzingen, die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, het ernstig vermoeden bestaat dat de verstrekking van het PGB niet bijdraagt aan de compensatie van de beperking door een zelfverkozen individuele voorziening.

  • 7.

    Een PGB dient door de cliënt binnen zes maanden na toekenning te worden aangewend ten behoeve van het resultaat waarvoor het is verstrekt.

  • 8.

    De belanghebbende die gebruik wenst te maken van een PGB dient, ten behoeve van de betaalbaarstelling, een zorgovereenkomst aan te leveren. Zonder deze zorgovereenkomst kan het budget niet beschikbaar worden gesteld.

Artikel 3. Wijze controleren PGB

  • 1.

    De belanghebbende, die een PGB toegekend heeft gekregen, legt hier verantwoording over af binnen zes maanden na aanwending van het budget.

  • 2.

    Er gelden de volgende regels bij de besteding van het PGB:

Bemiddelingskosten

Deze mogen niet uit het PGB worden betaald.

Administratiekosten

Deze mogen wel uit het PGB worden betaald.

Eenmalige uitkering

Deze mag niet uit het PGB worden betaald.

Feestdagenuitkering

Deze mag niet uit het PGB worden betaald.

Vast maandloon

Er mag een vast maandloon worden afgesproken met de zorgaanbieder.

Reiskosten

Deze mogen niet uit het PGB worden betaald.

Eigen bijdrage Centraal Administratie Kantoor (CAK)

Deze mogen niet uit het PGB worden betaald.

  • 3.

    Het PGB kent geen vrij besteedbaar bedrag.

  • 4.

    De controle van het PGB voor een zaak vindt als volgt plaats. Iedere cliënt dient de volgende stukken te bewaren:

    • a.

      De nota/factuur van de aangeschafte voorziening;

    • b.

      Een betalingsbewijs van aanschaf van de voorziening of een betalingsafschrift van de bank of giro waarop zichtbaar is dat de overschrijving heeft plaatsgevonden.

  • 5.

    De controle van het PGB voor dienstverlening vindt als volgt plaats. Iedere cliënt dient o.a. de volgende stukken te bewaren:

    • a.

      De zorgovereenkomst;

    • b.

      De nota/factuur van de zorgverlener;

Deze controle wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB toetst in het kader van het wettelijk verplichte trekkingsrecht de door de budgethouder ingediende stukken op wettelijke en arbeidsrechtelijke aspecten en draagt zorg voor betaling van declaraties indien deze voldoen aan de genoemde toetsen.

Artikel 4. Verantwoording PGB

  • 1. De budgethouder levert een overeenkomst aan voor elke gewenste inhuur van een dienst, dan wel een bewijsstuk en kwaliteitsbewijs voor de aanschaf van een zaak. Het college toetst deze stukken op inhoud.

  • 2. De gemeente zal bij cliënten deze stukken opvragen om te controleren of het PGB besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. Is dat het geval, dan hoeft er verder niets te gebeuren. Is het PGB anders besteed dan bedoeld, dan kan de gemeente overwegen het PGB geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. Daarbij zal leidend zijn of er opzet in het spel is geweest, of dat sprake is geweest van onwetendheid. In die laatste situatie kan aangegeven worden dat deze situatie in de toekomst vermeden dient te worden. Bij opzet moet afgewogen worden of terugvordering in verhouding staat tot wat er bewust onjuist is gedaan.

Artikel 5. Verrekening

Indien een belanghebbende met een PGB een voorziening in eigendom heeft verworven, en hij de voorziening binnen de in artikel 11 genoemde afschrijvingstermijn niet meer gebruikt, omdat deze niet meer adequaat is, wordt de waarde van de desbetreffende voorziening verrekend met een eventueel nieuw toe te kennen PGB. De waarde van de voorziening is gebaseerd op de afschrijvingssystematiek, zoals bedoeld in artikel 11.

Artikel 6. Terugvordering bij de aanschaf van een nieuwe voorziening

Indien de belanghebbende een PGB ontvangt en deze met de geldsom een nieuwe voorziening aanschaft, en het verschil tussen het PGB en de feitelijke kosten van de voorziening bedraagt

€ 100,- of minder, vindt geen terugvordering plaats.

Artikel 7. Terugvordering bij de aanschaf van een tweedehands voorziening

Het college gaat over tot terugvordering van het verschil tussen een (fictief) vastgesteld PGB en de feitelijke kosten van de tweedehands voorziening, tenzij betreffend verschil € 100,- of minder bedraagt.

De omvang van het (fictief) PGB wordt vastgesteld aan de hand van de afschrijvingssystematiek, zoals bedoeld in artikel 11.

Artikel 8. Grensbedrag primaat van verhuizen

Indien de kosten van een woonruimteaanpassing meer bedragen dan € 5.500,00 dient het primaat van verhuizen in overweging genomen te worden.

Artikel 9. Bijdrage

  • 1. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 14 lid 1 sub b van de verordening Wmo, wordt op een maatwerkvoorziening (in natura) en een PGB een eigen bijdrage door het CAK in rekening gebracht, zo lang als de maatwerkvoorziening wordt verstrekt of gedurende de periode waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt, totdat de kostprijs van de voorziening is terug ontvangen.

  • 2. De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

  • 3. Bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening wordt gedurende de periode van de verstrekking een eigen bijdrage in rekening gebracht, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:

    a. het in rekening brengen van de eigen bijdrage gedurende de afschrijftermijn van de voorziening inclusief onderhoud, reparatie en verzekering;

    b. het in rekening brengen van de eigen bijdrage na de laatste afschrijftermijn van de voorziening voor onderhoud, reparatie en verzekering.

  • 4. Als een maatwerkvoorziening in natura of een PGB wordt verstrekt ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is de bijdrage in de kosten verschuldigd door:

    de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

  • 5. Voor het gebruik van een algemene voorziening, niet zijnde cliëntondersteuning, is belanghebbende een bijdrage in de kosten aan de aanbieder verschuldigd. Dit betreft een lokale regeling die niet valt onder de verantwoording van het CAK.

    Voor onderstaande algemene voorziening is de cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd:

    a. was- en strijkservice € 2,50 per week

    b. kortdurend verblijf Respijthuis € 25,-- per etmaal

Artikel 10. Afweging wel /niet intrekken of herzien

Het college betrekt in haar afweging om een besluit tot verlening van een voorziening wel of niet in te trekken of te herzien:

  • a)

    het gegeven dat belanghebbende heeft gehandeld met opzet of uit onwetendheid;

  • b)

    de verhouding tussen kosten en baten bij intrekken of herzien.

Artikel 11. Afschrijvingssystematiek

De afschrijvingssystematiek voor een voorziening is gebaseerd op de terugkoopregeling met de gecontracteerde leveranciers van voorzieningen. De afschrijvingssystematiek is als volgt:

  • a)

    Categorie 1 kindervoorzieningen: 2,778% per maand; economische afschrijvingstermijn 36 maanden.

  • b)

    Categorie 2 hulpmiddelen binnen het kernassortiment of middelen die in het verleden binnen kernassortiment zijn geleverd: 1,19% per maand; economische afschrijvingstermijn 84 maanden.

  • c)

    Categorie 3: onroerende woonvoorzieningen (woningaanpassing): 10% per 12 maanden; economische afschrijvingstermijn 120 maanden.

Artikel 12. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning

  • 1. De professionele oftewel formele dienstverlening dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a)

      de dienstverlener dient te voldoen aan de beroepscompetentieprofielen en -vaardigheden zoals weergegeven in de op de branche van toepassing zijnde cao, zijnde de geldende cao VVT, GGZ, Gehandicaptenzorg of Welzijn.

    • b)

      de dienstverlener dient te beschikken over een klachtenregeling conform artikel 20 van de Verordening.

    • c)

      de dienstverlener dient te beschikken over een regeling voor medezeggenschap conform artikel 21 van de Verordening.

    • d)

      de dienstverlener dient te beschikken over een meldcode conform artikel 17 van de Verordening.

    • e)

      de dienstverlener dient te kunnen aanvoeren een rapportage bevattende de gerealiseerde tussenstappen, op- en afschaling van inzet, zijnde verantwoordingsinformatie.

    • f)

      de dienstverlener dient over toegepast kwaliteitsbeleid te beschikken waarbij de essentie is om de organisatie zicht te laten hebben op prestaties en daarbij continue te verbeteren.

  • 2. Hulpverlening vanuit het sociale netwerk ( informeel): bij hulpverlening vanuit het sociale netwerk worden aan de hulpverlener geen bijzondere eisen gesteld. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt om de gestelde resultaten te bereiken en deze ook zichtbaar te maken. Dit wordt beoordeeld bij de toekenning en/of de herbeoordeling.

Artikel 13. Meldingsregeling calamiteiten en geweld

Op grond van artikel 17 van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Kerkrade 2015 heeft de gemeente Kerkrade het “Protocol agressie en geweld 2012” opgesteld. Er is een contactpersoon aangewezen voor deze meldingen. Middels een speciaal formulier kunnen incidenten gemeld worden.

Artikel 14. Waardering mantelzorgers

De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers  van cliënten in de gemeente bestaat uit het jaarlijks, in nauwe samenwerking en in overleg met het Platform Maatschappelijke Ondersteuning, bepalen van een passende compensatie van de doelgroep mantelzorgers. De gemeenteraad stelt jaarlijks hiervoor een uitvoeringsbudget beschikbaar.

Artikel 15. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2016 onder gelijktijdige intrekking van het “Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade 2015” zoals vastgesteld op 22 december 2014.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: “Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade 2016”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het College van de gemeente Kerkrade op 21 juni 2016,
Het college, De Secretaris,
J.J.M. Som H.J.M. Coumans MPM.