Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland

Geldend van 14-01-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland

De gemeenteraden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec;

Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 4 november 2014;

Gelet op het feit dat vanaf 1 januari 2015 de Participatiewet in werking treedt;

Gelet op het besluit van de Westfriese gemeenten om te gaan samenwerken op het terrein van werk en inkomen;

Gelet op het feit dat de zeven Westfriese gemeenteraden en het bestuur van Op/maat in

BESLUIT de eerste wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland vast te stellen.  De tekst na wijziging luidt als volgt:

oktober 2014 de gemeenschappelijke Regeling Op/maat hebben gewijzigd in de Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland en dat sinds die tijd is gebleken dat deze nog niet voldoet aan de door ons gestelde wensen en de wensen van het Ministerie van Sociale Zaken i.v.m. met de autorisatie GBA-V;

Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet;

Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      adviescommissie: een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet;

    • b.

      algemeen bestuur: het algemeen bestuur van WerkSaam Westfriesland;

    • c.

      begroting: een overzicht van de inkomsten en uitgaven van een boekjaar van WerkSaam Westfriesland;

    • d.

      colleges: burgemeester en wethouders van de gemeenten;

    • e.

      dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland;

    • f.

      derde: een andere partij dan de gemeenten of WerkSaam Westfriesland;

    • g.

      directeur: de directeur, tevens secretaris, van WerkSaam Westfriesland als bedoeld in artikel 22;

    • h.

      gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland;

    • i.

      gemeente: een van de deelnemende gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec, waaronder zowel de rechtspersoon als de daartoe behorende bestuursorganen kunnen zijn begrepen;

    • j.

      gemeenten: de deelnemende gemeenten in de regio Westfriesland, te weten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec, waaronder zowel de rechtspersonen en/of de daartoe behorende bestuursorganen kunnen zijn begrepen;

    • k.

      medewerker: hij die door of vanwege WerkSaam Westfriesland is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn of een WSW-status heeft;

    • l.

      raden: de gemeenteraden van de gemeenten;

    • m.

      verdeelsleutel: de maatstaf die aanduidt op welke wijze WerkSaam Westfriesland gefinancierd wordt;

    • n.

      voorzitter: degene die het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur leidt;

    • o.

      WerkSaam: WerkSaam Westfriesland als bedoeld in deze regeling;

    • p.

      wet: Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2. Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van andere wet- en regelgeving van overeenkomstige toepassing worden verklaard, treden het openbaar lichaam, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter in de plaats van respectievelijk de gemeente, de raad, het college of de burgemeester.

HOOFDSTUK 2 INSTELLING, BELANG, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 2 Openbaar lichaam

  • 1. Er is een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 eerste lid van de wet, genaamd WerkSaam Westfriesland.

  • 2. De gemeente heeft taken op het gebied van sociale zekerheid en sociale zaken. Deze gemeentelijke taken zijn overgedragen aan het openbaar lichaam WerkSaam Westfriesland.

  • 3. Het openbaar lichaam is formeel gevestigd te Dampten 24/26 te Hoorn.

Artikel 3 Belang

WerkSaam wil inwoners van Westfriesland naar vermogen laten deelnemen op de reguliere arbeidsmarkt en het beroep van inwoners op een uitkering zoveel mogelijk beperken. Hiertoe ondersteunt WerkSaam werkzoekenden, uitkeringsgerechtigden en werkgevers in de regio.

Artikel 4 Doel

Het doel van WerkSaam is om uitvoering te geven aan de taken van de Westfriese gemeenten op het gebied van werk en inkomen en om de daartoe beschikbare middelen optimaal aan te wenden.

Artikel 5 Taken

  • 1. De kerntaak van WerkSaam is het zorg dragen voor het zo snel mogelijk aan werk helpen van werkzoekenden en het goed bedienen van werkgevers die op zoek zijn naar (tijdelijke) arbeidskrachten. Hieronder valt de beleidsontwikkeling, -vaststelling en –uitvoering van de volgende regelingen:

    • a.

      Participatiewet, met uitzondering van de bijzondere bijstand ;

    • b.

      Wet Sociale Werkvoorziening;

    • c.

      Wet inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw);

    • d.

      Wet inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);

    • e.

      Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz);

    • f.

      Wet educatie en beroepsonderwijs (alleen volwasseneneducatie);

  • 2. Bij het uitvoeren van deze regelingen gaat het om de volgende werkzaamheden:

    • a.

      het verstrekken of bepalen van een uitkering, inkomensvoorziening, salaris, tegemoetkoming, voorschot of bijdrage;

    • b.

      het terugvorderen of halen van verhaal n.a.v. een reeds verstrekte uitkering, inkomensvoorziening, tegemoetkoming, voorschot of bijdrage;

    • a.

      het opleggen van een boete;

    • c.

      het uitvoeren van fraudeonderzoeken op het gebied van bijstandverlening;

    • d.

      het aanbieden van arbeidsinschakelingen en

    • e.

      het aanbieden van trajecten in het kader van volwasseneneducatie

  • 3. Indien ten gevolge van wijziging van wettelijke regelingen, taken als bedoeld in lid 1 gaan strekken ter uitvoering van een andere regeling dan ter uitvoering waarvan zij na de inwerkingtreding van deze gemeenschappelijke regeling strekten, dan wel indien in deze werkzaamheden ten gevolge van een dergelijke wijziging veranderingen optreden, blijven zij, voor zover hun strekking en omvang door die wijziging niet wezenlijk veranderen, behoren tot de taken die lid 1 aan WerkSaam opdraagt.

  • 4. Het verrichten van bedrijfsvoeringstaken ter uitvoering van lid 1 en 2 zoals bedrijfsvoeringstaken op het gebied van personeel, informatie, juridische zaken, organisatie, financiën, administratie, communicatie, huisvesting en ICT-dienstverlening.

Artikel 6 Overige, extra en plustaken

  • 1. Een individuele deelnemende gemeente kan het Algemeen Bestuur verzoeken om een bestaande taak voor die gemeente te intensiveren, mits daarvoor de bijbehorende middelen beschikbaar worden gesteld. Het Algemeen Bestuur beslist of het verzoek geen verstorend effect heeft op de bedrijfsvoering van WerkSaam.

  • 2. Het algemeen bestuur beslist bij unanimiteit over de vraag of, onder welke condities en in welke omvang WerkSaam de in artikel 5 lid 1 genoemde taken voor derden gaat uitvoeren op basis van een privaatrechtelijke overeenkomst.

  • 3. Het algemeen bestuur beslist bij unanimiteit over de vraag of, onder welke condities en in welke omvang WerkSaam extra taken gaat uitvoeren voor de gemeente(n) mits deze taken passen bij het doel als omschreven in artikel 4 van deze regeling.

  • 4. Het algemeen bestuur beslist over de vraag of, onder welke condities en in welke omvang WerkSaam plustaken gaat uitvoeren voor de gemeente(n) mits deze taken passen bij het doel als omschreven in artikel 4 van deze regeling.Plustaken worden alleen uitgevoerd op basis van een verzoek van de desbetreffende gemeente(n).

Artikel 7 Uitsluitend recht en ondersteunende diensten

  • 1. WerkSaam verleent aan de gemeenschappelijke regeling SSC DeSom een uitsluitend recht als bedoeld in artikel 2.24 van de Aanbestedingswet voor de diensten ten behoeve van de in artikel 5 genoemde taken op het gebied van ICT-dienstverlening.

  • 2. WerkSaam Westfriesland ziet er op toe dat het SSC DeSom zich daarbij houdt aan de uitgangspunten van het EG-verdrag met betrekking tot het beginsel van non-discriminatie op grond van nationaliteit en het transparantiebeginsel.

HOOFDSTUK 3 INRICHTING EN SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR

Het algemeen bestuur

Artikel 8 Samenstelling

  • 1. Het algemeen bestuur van WerkSaam bestaat uit een lid per gemeente.

  • 2. De raad van iedere gemeente wijst een lid en een plaatsvervangend lid uit het midden van de raad of uit de leden van het college aan.

  • 3. Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter aan alsmede een vice voorzitter.

  • 4. De leden van het algemeen bestuur hebben, onverminderd het bepaalde in de overige leden van dit artikel, zitting gedurende de zittingsduur van de gemeenteraad.

  • 5. De leden van het algemeen bestuur treden af op de dag waarop de leden van de raden van de gemeenten aftreden. Zij blijven hun functie waarnemen tot het moment dat in hun vervanging is voorzien.

  • 6. Het lid dat tussentijds ophoudt lid van de raad of het college van burgemeester en wethouders te zijn, houdt daarmee tevens op lid te zijn van het algemeen bestuur. Dit geldt ook voor de voorzitter.

  • 7. Het lid dat ter vervulling van een tussentijdse vacature als lid van het algemeen bestuur wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens of wier plaats dit lid is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

  • 8. De leden van het algemeen bestuur die tussentijds ontslag nemen, stellen de voorzitter van het algemeen bestuur alsmede de raad die hen heeft aangewezen hiervan op de hoogte. Het ontslag is onherroepelijk.

  • 9. Leden van het algemeen bestuur die tussentijds ontslag hebben genomen dan wel wiens zittingsperiode eindigt overeenkomstig lid 5, behouden hun lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 10. De aanwijzing voor de vervulling van plaatsen die zijn opengevallen, vindt binnen twee maanden plaats door de raad die het aangaat.

  • 11. Naast de gevallen die in de wet staan genoemd, is het lidmaatschap van het bestuur onverenigbaar met een betrekking als personeelslid of werknemer in dienst van WerkSaam.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1. Vergaderingen van het algemeen bestuur zijn in beginsel openbaar. De deuren worden gesloten, wanneer meer dan de helft van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij het algemeen bestuur anders beslist.

  • 2. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast.

  • 3. Op de vergaderingen van het algemeen bestuur zijn de artikelen 22 en 23 van de wet van toepassing, zodat er tijdens vergaderingen van het algemeen bestuur slechts rechtsgeldig besloten kan worden indien in ieder geval meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 4. De stemverhouding in het algemeen bestuur is als volgt:

    • a.

      Besluiten worden genomen bij meerderheid van het aantal gemeenten, dat ook een meerderheid van het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten vertegenwoordigt (peildatum is 1 januari voorafgaand aan het begrotingsjaar)

    • b.

      Als de stemmen staken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 5. Het algemeen bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten, maar minimaal twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste twee leden van het algemeen bestuur dit verzoeken (onder schriftelijke opgave van de te behandelen onderwerpen).

  • 6. In het laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken plaats als bedoeld in artikel 17 van de Gemeentewet en artikel 22 van de wet.

  • 7. De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.

  • 8. Tegelijkertijd met de oproep brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen, met uitzondering van de in artikel 23 van de wetgenoemde stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd, worden tegelijkertijd met de oproep en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd als bedoeld in artikel 19 Gemeentewet en artikel 22 van de wet.

  • 9. Van overeenkomstige toepassing is het bepaalde in de artikelen 20, 22, 26, 28 tot en met 33 van de Gemeentewet.

Artikel 10 Besloten vergadering

  • 3. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur over de geheimhouding van de inhoud van stukken is het bepaalde in artikel 23, leden 1 tot en met 4 van de wet van toepassing. In een besloten vergadering van het algemeen bestuur worden geen besluiten genomen over het beleidsplan, de begroting, de rekening en het liquidatieplan.

Het dagelijks bestuur

Artikel 11 Samenstelling

  • 1. In het dagelijks bestuur is elk van de gemeenten vertegenwoordigd.

  • 2. De leden van het dagelijks bestuur en de plaatsvervangend leden worden aangewezen door en uit het algemeen bestuur. Zij worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur nadat overeenkomstig artikel 7 de leden van het algemeen bestuur zijn aangewezen.

  • 3. De aanwijzing van leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen die openvallen, vindt plaats binnen twee maanden na de melding van de opengevallen plaats.

  • 4. Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt indien het lid ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur.

  • 5. De leden van het dagelijks bestuur treden af op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt. Zij blijven in functie tot het moment dat het algemeen bestuur in de nieuwe samenstelling nieuwe leden voor het dagelijks bestuur heeft aangewezen.

  • 6. Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, als dit lid niet meer het vertrouwen van het algemeen bestuur geniet. In dit geval is het bepaalde in artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

Artikel 12 Werkwijze

  • 1. Vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn besloten.

  • 2. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of een ander lid van het dagelijks bestuur dit nodig acht, zulks onder opgave van de te behandelen onderwerpen. De vergadering vindt plaats binnen twee weken nadat het verzoek is ingekomen.

  • 3. In het dagelijks bestuur kan alleen worden besloten, indien meer dan de helft van het aantal zittende leden aanwezig is.

  • 4. Voor zover deze regeling niet anders bepaalt, kan het dagelijks bestuur zijn werkzaamheden verdelen over zijn leden. Het dagelijks bestuur deelt zijn besluiten daarover mee aan het algemeen bestuur.

  • 5. Elk lid heeft een stem.

  • 6. Besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. Als de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 7. Het dagelijks bestuur kan een reglement van orde voor zijn vergaderingen vaststellen, dat aan het algemeen bestuur ter kennisneming wordt overlegd.

  • 8. Voor de besluitvorming in het dagelijks bestuur en de verplichting tot geheimhouding zijn de bepalingen in de Gemeentewet voor het college van overeenkomstige toepassing.

De voorzitter

Artikel 13 Taak en ontheffing

  • 1. De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur.

  • 2. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

  • 3. Het algemeen bestuur kan de voorzitter, al dan niet tijdelijk, uit zijn functie ontheffen indien deze het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.

  • 4. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door de vice voorzitter.

  • 5. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een gemeente, die partij is in een geding waarbij WerkSaam is betrokken, wordt WerkSaam door de vice voorzitter vertegenwoordigd.

Commissies van advies

Artikel 14 Instelling

  • 1. Het algemeen bestuur kan commissies van advies instellen. Het algemeen bestuur regelt de bevoegdheden en de samenstelling.

  • 2. De instelling van vaste commissies van advies aan het dagelijks bestuur of aan de voorzitter en de regeling van haar bevoegdheden en samenstelling gebeurt door het algemeen bestuur op voorstel van het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter.

  • 3. Andere commissies van advies aan het dagelijks bestuur of aan de voorzitter worden door het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter ingesteld.

HOOFDSTUK 4 BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR

Bevoegdheden algemeen bestuur

Artikel 15 Bevoegdheden algemeen bestuur

  • 1. Alle bevoegdheden berusten bij het algemeen bestuur voor zover deze niet bij of krachtens enige wettelijke regeling of deze regeling aan het dagelijks bestuur, de voorzitter of directeur zijn toegekend.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 33 van de wet is het algemeen bestuur in ieder geval bevoegd tot:

    • a.

      het vaststellen van de begroting en jaarrekening;

    • b.

      het vaststellen van het beleidsplan;

    • c.

      het vaststellen van verordeningen;

    • d.

      het voeren van rechtsgedingen;

    • e.

      het nemen van conservatoire maatregelen;

    • f.

      het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen;

    • g.

      het besluiten tot het oprichten van en deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen, maar niet voordat de colleges en de raden unaniem toestemming hebben verleend;

    • h.

      het besluiten tot het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen als dat bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang en niet voordat de raden in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen.

  • 3. Het beleidsplan en/of wijzigingen van het beleidsplan zoals bedoeld in lid 2 onder b wordt voor de vaststelling eerst voor een zienswijze voorgelegd aan de raden. Het dagelijks bestuur reageert schriftelijk op de zienswijze, alvorens het algemeen bestuur het beleidsplan en/of wijzigingen van het beleidsplan vaststelt.

Artikel 16 Overdracht van bevoegdheden

  • 1. Het algemeen bestuur kan zijn bevoegdheden aan het dagelijks bestuur overdragen, met uitzondering van:

    • a.

      de vaststelling of wijziging van de begroting;

    • b.

      de vaststelling van de jaarrekening;

    • c.

      de aanwijzing van een of meer accountants, bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet;

    • d.

      de vaststelling van de financiële verordeningen, de bijdrageverordening, de organisatieverordening en het directiestatuut;

    • e.

      besluiten waarbij overeenkomstig deze regeling een zwaardere meerderheid is vereist;

    • f.

      aanwijzen en al dan niet tijdelijk uit de functie ontheffen van de voorzitter en/of diens plaatsvervanger(s);

    • g.

      benoemen, schorsen of ontslaan van de directeur en benoemen, schorsen of ontheffen van diens plaatsvervanger.

  • 2. Een bevoegdheid kan niet worden overgedragen als de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet.

Artikel 17 Verantwoordings- en informatieplicht

  • 1. Het algemeen bestuur verschaft de raden en colleges binnen een redelijke termijn alle inlichtingen die door deze organen of een of meer van hun leden worden gevraagd.

  • 2. Een lid van het algemeen bestuur verschaft aan de raad die hem heeft aangewezen of het college van die betreffende gemeente alle inlichtingen die door een of meer leden daarvan worden verlangd.

  • 3. Een lid van het algemeen bestuur is aan de raad die hem heeft aangewezen verantwoording verschuldigd voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.

Bevoegdheden dagelijks bestuur

Artikel 18 Bevoegdheden dagelijks bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur behelst onder meer de voorbereiding van alles waarover het algemeen bestuur beraadslaagt alsmede de uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur. Deze bevoegdheden berusten bij het dagelijks bestuur voor zover de voorzitter hiermee niet bij of krachtens deze of enige wettelijke regeling is belast.

  • 2. Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het aanstellen, schorsen en ontslaan van medewerkers als bedoeld in artikel 23 van deze regeling.

  • 3. Het dagelijks bestuur neemt alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

  • 4. Het dagelijks bestuur is bevoegd te besluiten rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten tenzij het algemeen bestuur, voor zover het haar aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.

  • 5. Het dagelijks bestuur is bevoegd, indien als gevolg van een wettelijk voorschrift aan WerkSaam of het bestuur van WerkSaam hetzij een recht van bezwaar, hetzij een recht van beroep te maken toekomt, spoedshalve bezwaar te maken of beroep in te stellen alsmede, voor zover de voorschriften dat toelaten, schorsing van de aangevochten beslissing of een voorlopige voorziening ter zake te verzoeken.

Artikel 19 Verantwoordings- en informatieplicht

  • 1. De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur.

  • 2. Zij geven het algemeen bestuur mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang.

  • 3. Het dagelijks bestuur verschaft de gemeenteraden en colleges alle inlichtingen over het door hem gevoerde bestuur die door deze organen of een of meer van hun leden worden gevraagd.

  • 4. Het dagelijks bestuur geeft lokale rekenkamers de mogelijkheid onderzoek te doen.

Bevoegdheden voorzitter

Artikel 20 Bevoegdheden voorzitter

  • 1. De voorzitter bevordert een goede behartiging van de zaken van WerkSaam.

  • 2. De voorzitter vertegenwoordigt WerkSaam in en buiten rechte.

  • 3. De voorzitter ondertekent de stukken die van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur uitgaan.

Artikel 21 Verantwoordings- en informatieplicht

  • 1. De voorzitter is aan het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde bestuur.

  • 2. Hij geeft het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang.

  • 3. De voorzitter verschaft de gemeenteraden en colleges alle inlichtingen over het door hem gevoerde bestuur die door deze organen of een of meer van hun leden worden gevraagd.

HOOFDSTUK 5 AMBTELIJKE ORGANISATIE

Artikel 22 Directeur

  • 1. De directeur wordt door het algemeen bestuur benoemd, geschorst en ontslagen. Na het ontslag wordt zo spoedig mogelijk voorzien in de opvulling van de vacature.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan in spoedeisende gevallen tot schorsing van de directeur overgaan. Het doet daarvan terstond mededeling aan het algemeen bestuur. De schorsing vervalt, wanneer het algemeen bestuur haar niet in zijn eerstvolgende vergadering bekrachtigt.

  • 3. De directeur is tevens secretaris en staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter alsmede door hen ingestelde commissie(s) bij de uitoefening van hun taak terzijde.

  • 4. Het algemeen bestuur stelt in een instructie nadere regels vast betreffende de taak en de bevoegdheid van de directeur.

  • 5. De directeur is bij de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur aanwezig.

  • 6. De stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan, worden door de directeur medeondertekend.

  • 7. De directeur is bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden

  • 8. Het algemeen bestuur regelt de vervanging van de directeur.

Artikel 23 Medewerkers

  • 1. Het dagelijks bestuur is belast met het aanstellen, schorsen en ontslaan van de medewerkers, de directeur uitgezonderd. 

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt vast  de  arbeidsvoorwaardenregeling van  de medewerkers, de directeur uitgezonderd, en neemt daartoe de benodigde besluiten.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan de in het eerste en tweede lid bedoelde bevoegdheden overdragen aan de directeur.

  • 4. De collectieve arbeidsvoorwaarden regelingen van de sector gemeenten (CAR/UWO) bepaalt de arbeidsvoorwaarden voor medewerkers met een ambtelijke status.

  • 5. De CAO Wsw bepaalt de arbeidsvoorwaarden voor medewerkers met een Wsw status.

HOOFDSTUK 6 FINANCIËN EN BEHEER

Artikel 24 Kaderbrief

In het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar wordt door de deelnemende raden uiterlijk 15 maart de hoogte van het over te dragen participatiebudget uit de integratieuitkering sociaal domein vanuit de gemeenten aan WerkSaam aangegeven. Binnen dit kader dient het beleid te worden uitgevoerd.

Artikel 25 Voorbereiding begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt een ontwerpbegroting vast.

  • 2. Voordat de ontwerpbegroting aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, zendt het dagelijks bestuur uiterlijk 15 april deze toe aan de raden.

  • 3. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de colleges voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Van de terinzagelegging en de verkrijgbaarstelling geschiedt openbare kennisgeving.

  • 4. De raden beraadslagen over de ontwerpbegroting niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving.

  • 5. De raden kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen.

  • 6. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

Artikel 26 Vaststelling begroting

  • 1. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

  • 2. Na vaststelling zendt het algemeen bestuur de begroting aan de raden.

  • 3. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten.

  • 4. Voor een wijziging van de begroting, voor zover deze wijziging van invloed is op de hoogte van de bijdrage van de gemeenten, geldt de stemverhouding zoals is opgenomen in artikel 9 lid 4.

Artikel 27 Bijdrage en vergoeding

  • 1. WerkSaam functioneert volgens het solidariteitsprincipe voor zover dit betreft de apparaatskosten en de uitvoeringskosten WSW.

  • 2. De taakuitvoering gebeurt binnen de door gemeenten gezamenlijk beschikbaar gestelde financiële middelen. De bijdrage van de gemeenten bestaat uit:

    • a.

      Het gedeelte van de integratieuitkering sociaal domein dat de raden beschikbaar stellen voor participatie, inkomensdeel/buig en de wet sociale werkvoorziening voor zover het gaat om de budgetten die samenhangen met de taken die overgaan naar WerkSaam.

    • b.

      structurele bijdrage voor dekking van het apparaatsdeel en is gebaseerd op een vaste verdeelsleutel zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel.

  • 3. De apparaatskosten bestaan uit de uitgaven voor personeel en materiële overhead verminderd met de toegevoegde waarde van de commerciële activiteiten. De gemeenten dragen bij aan de apparaatskosten op basis van een verdeelsleutel. De aard van de verdeelsleutel voor de structurele bijdrage ligt langjarig vast (de verdeelmaatstaf), de berekening (percentages) wordt jaarlijks gemaakt op de volgende wijze:

    • a.

      WerkSaam maakt de jaarlijkse berekening en verwerkt dit in haar (concept)begroting. De berekening wordt gebaseerd op gegevens die op 1 januari beschikbaar zijn van het jaar waarin de begroting wordt gemaakt.

    • b.

      De berekeningswijze voor de verdeelsleutel is op de onderdelen: 

      • -

        Aantal bijstandsgerechtigden (50%): Gemiddelde van het aantal bijstandsgerechtigden per gemeente uit de landelijke CBS databank met als peiling drie voorgaande jaren.

      • -

        Aantal inwoners op 1 januari van het jaar waarin de begroting wordt gemaakt (25%).

      • -

        Uitvoeringkosten (25%): Door gemeenten opgegeven omvang van formatie en inhuur/uitbesteding per begrotingsjaar 2013 voor de taken die worden opgedragen aan WerkSaam. Dit onderdeel wordt niet aangepast.

  • 4. Resultaten op het programmadeel worden per individuele gemeente afgerekend. De toegevoegde waarde van de commerciële activiteiten maakt geen onderdeel uit van het programmadeel.

  • 5. Gemeenten dragen bij aan de commerciële activiteiten van WerkSaam op basis van afspraken die worden vastgelegd in de Regeling Bijdrage gemeenten aan commerciële activiteiten. Deze regeling wordt vastgesteld door het algemeen bestuur. In deze Regeling worden afspraken vastgelegd t.a.v. :

    • a.

      Totale opdrachtvolume

    • b.

      Normbedrag per gemeente o.b.v. verdeelsleutel

    • c.

      Bonus /malus regeling

Artikel 28 Voorbereiding jaarrekening

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt een ontwerp-jaarrekening vast.

  • 2. Voordat de ontwerp-jaarrekening aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, zendt het dagelijks bestuur uiterlijk 15 april deze toe aan de raden.

  • 3. De ontwerp-jaarrekening wordt door de zorg van de colleges voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Van de terinzagelegging en de verkrijgbaarstelling geschiedt openbare kennisgeving.

  • 4. De raden beraadslagen over de ontwerp-jaarrekening niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving.

  • 5. De raden kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerp-jaarrekening naar voren brengen.

  • 6. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerp-jaarrekening zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

Artikel 29 Vaststelling jaarrekening

  • 1. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening aan gedeputeerde staten binnen twee weken na vaststelling hiervan, maar in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 3. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling aan de raden.

Artikel 30 Resultaatbestemming

  • 1. Als de jaarrekening sluit met een batig saldo, besluit het algemeen bestuur dit saldo geheel of ten dele:

    • a.

      te bestemmen voor de algemene reserve voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 2,5% van de totale begroting, tenzij op basis van een risico-analyse blijkt dat een hogere of een lagere algemene reserve noodzakelijk is.

    • b.

      uit te keren aan de gemeenten naar rato van ieders bijdrage, zoals deze op basis van artikel 27 van deze regeling is vastgesteld voor het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft.

  • 2. Als de rekening sluit met een nadelig saldo besluit het algemeen bestuur hoe dit saldo wordt gedekt. Als het nadelig saldo structureel blijkt te zijn, wordt een plan opgesteld dat is gericht op het afbouwen en/of dekken van het nadelig exploitatiesaldo. Mocht een aanvullende bijdrage van de gemeenten noodzakelijk zijn, geldt de verdeelsleutel zoals benoemd in artikel 27.

Artikel 31 Financiële administratie

  • 1. Het algemeen bestuur stelt een verordening vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en het financieel beheer van WerkSaam.

  • 2. Artikel 212, 213 en 213a van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 32 Betaling

  • 1. De gemeenten betalen voor de bijdrage voor de programmakosten uiterlijk de eerste week van de maand een voorschot in de kosten van het lopende boekjaar gelijk de betaalsystematiek van het Rijk.

  • 2. De gemeenten betalen voor de bijdrage voor de apparaatskosten uiterlijk de eerste week van de maand een voorschot in de kosten van het lopende boekjaar conform het uitbetalingsritme van de salarissen.

  • 3. In uitzonderlijke gevallen kan het algemeen bestuur bij unanimiteit bepalen dat een afwijkend voorschot wordt betaald.

  • 4. De definitieve afrekening vindt plaats binnen twee maanden na vaststelling van de jaarrekening.

Artikel 33 Garantstelling

De gemeenten dragen er zorg voor dat WerkSaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al haar financiële verplichtingen te voldoen.

HOOFDSTUK 7 WIJZIGING, TOETREDING, UITTREDING EN OPHEFFING

Artikel 34 Wijziging

  • 1. De raden, de colleges, het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur kunnen voorstellen doen voor wijziging van de regeling.

  • 2. Een voorstel tot wijziging van een of meerdere raden of colleges van de gemeenten wordt gezonden aan het algemeen bestuur.

  • 3. Het algemeen bestuur behandelt het verzoek tot wijziging binnen drie maanden na ontvangst. Met de beschouwingen en opmerkingen van het algemeen bestuur wordt het voorstel aan de raden en de colleges van de gemeenten gezonden.

  • 4. De regeling wordt gewijzigd bij unaniem besluit van de raden en de colleges van de gemeenten.

Artikel 35 Toetreding

  • 1. Tot de regeling kunnen uitsluitend raden en colleges van andere gemeenten en bestuursorganen van andere openbare lichamen toetreden.

  • 2. Toetreding is slechts mogelijk na unanieme instemming van de raden en de colleges.

  • 3. Aan toetreding kan het algemeen bestuur voorwaarden verbinden.

Artikel 36 Uittreding

  • 1. Een gemeente kan na besluit van zijn raad en zijn college uit de regeling treden.

  • 2. Uittreding vindt niet eerder plaats dan na 1 januari 2018.

  • 3. Uittreding kan alleen plaatsvinden op de eerste dag van een nieuw kalenderjaar. Een verzoek hiertoe moet uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar van uittreden bij het algemeen bestuur zijn ingediend.

  • 4. De uittredende gemeente is een schadeloosstelling verschuldigd. Deze wordt vastgesteld door het algemeen bestuur op voorstel van een commissie van een drietal onafhankelijke deskundigen waarvan er één wordt aangewezen door de uittredende gemeente, één door het algemeen bestuur en één gezamenlijk.

  • 5. De schadeloosstelling bedraagt in ieder geval het aandeel in de personeelskosten, gezamenlijk aangegane verplichtingen, frictiekosten en investeringen van de uittredende partij.

  • 6. De uittredende partij betaalt tevens alle kosten die uittreding met zich mee brengt.

Artikel 37 Opheffing

  • 1. Op voorstel van het algemeen bestuur kunnen de raden en de colleges besluiten tot opheffing van de regeling.

  • 2. Opheffing vindt slechts plaats na unaniem besluit van de raden en de colleges.

  • 3. Het algemeen bestuur stelt een liquidatieplan op om tot opheffing van de regeling te komen.

  • 4. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor de medewerker. Indien de regeling alle op haar rustende verplichtingen is nagekomen en een batig saldo resteert, dan wordt dit batig saldo aan de hand van de gehanteerde verdeelsleutel aan de gemeenten uitgekeerd. Resteert een negatief saldo, dan zijn de gemeenten naar rato van de gehanteerde verdeelsleutel gehouden deze verplichtingen op zich te nemen.

  • 5. Bij ontbinding van WerkSaam blijft de regeling voortbestaan voor zover dat voor de vereffening van het vermogen noodzakelijk is.

HOOFDSTUK 8 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 38 Archief

  • 1. Het bestuur van deze regeling is verplicht de onder haar berustende archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren, alsmede zorg te dragen voor de vernietiging van daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden.

  • 2. Overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen verordening draagt het dagelijks bestuur zorg voor de archiefbescheiden van het bestuur van deze regeling.

  • 3. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid, en artikel 13, eerste lid, van de Archiefwet 1995, over te brengen archiefbescheiden van het algemeen en dagelijks bestuur van deze regeling wijst het dagelijks bestuur een archiefbewaarplaats aan.

  • 4. Ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van het bestuur van deze regeling, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is, onder de bevelen van het dagelijks bestuur, met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet 1995 de archivaris belast. Met betrekking tot dit toezicht bevat de verordening bedoeld in het tweede lid de nodige bepalingen.

  • 5. De archivaris wordt door het dagelijks bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

Artikel 39 Klachtenregeling

  • 1. Het algemeen bestuur stelt, met inachtneming van titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, een interne klachtenregeling vast.

  • 2. De Nationale ombudsman is, onverminderd het bepaalde in artikel 1a, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman, bevoegd tot behandeling van klaagschriften als bedoeld in titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 40 Geschillen

  • 1. Als er tussen het algemeen en/of dagelijks bestuur van deze regeling en een gemeente(n) onderling een geschil ontstaat over de uitvoering van deze regeling treden het dagelijks bestuur en de gemeente(n) terstond met elkaar in overleg om het geschil verder te verkennen en op te lossen.

  • 2. Als onderling het geschil niet opgelost kan worden, wijst iedere partij een deskundige aan. Deze deskundigen brengen gezamenlijk een advies uit.

  • 3. Op geschillen tussen de gemeenten onderling of tussen de gemeenten en WerkSaam is artikel 28 van de wet van toepassing.

HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 41 Onvoorzienbaarheden

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het algemeen bestuur gehoord het dagelijks bestuur en de raden en de colleges.

Artikel 42 Toezending regeling

Het college van Hoorn zendt de regeling aan gedeputeerde staten.

Artikel 43 Citeertitel

Deze gewijzigde regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland.

Artikel 44 inwerkingtreding

Het genoemde besluit treedt op 1 januari 2015 in werking.

Ondertekening

De raad van de gemeente Koggenland,
DATUM 15 december 2014, agendapunt 13
de griffier,
mevrouw drs. P.M. Tromp
de voorzitter,
R. Posthumus
Het college van de gemeente Koggenland,
DATUM
de gemeentesecretaris,
A.M.T. Beuker
de burgemeester,
R. Posthumus

Toelichting

Nota van toelichting Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland