Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening Cliëntenraad Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige gemeente Krimpenerwaard 2015

Geldend van 15-07-2015 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2015

Intitulé

Verordening Cliëntenraad Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige gemeente Krimpenerwaard 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Cliëntenraad: de cliëntenraad Participatiewet als bedoeld in artikel 47 van de Participatiewet;

  • 2.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • 3.

    de wet: de Participatiewet.

Artikel 2. Cliëntenraad

  • 1. De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een cliëntenraad met inspraak in de Adviesraad Sociaal Domein. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college. De cliëntenraad of het college kunnen kandidaten voordragen.

  • 2. De cliëntenraad is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze een afspiegeling is van de bij de uitvoering van de Participatiewet betrokken personen.

  • 3. De cliëntenraad bestaat uit ten minste 4 en ten hoogste 7 personen.

  • 4. De cliëntenraad benoemt uit zijn midden een voorzitter voor een termijn van 4 jaar.

  • 5. De cliëntenraad komt ten minste 6 maal per kalenderjaar in vergadering bij elkaar.

  • 6. In afwijking op lid 4 wordt voor het kalenderjaar 2015, tot en met 31 december 2015, een onafhankelijke voorzitter benoemd, met een optie tot verlenging.

Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van de gemeente, het college, de cliëntenraad en de ambtelijk secretaris

Artikel 3. Taken van het gemeentebestuur

  • 1. Het gemeentebestuur zorgt ervoor dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.

  • 2. In navolging van lid 1 zorgt het college ervoor dat jaarlijks voor 1 januari de beleidsagenda voor het betreffende jaar aan de cliëntenraad wordt overlegd.

  • 3. Op verzoek van de cliëntenraad wordt door het college bij vergadering toelichting gegeven op de geagendeerde en door de cliëntenraad geïnitieerde beleidsonderwerpen.

  • 4. Het college neemt door de cliëntenraad opgestelde aanbevelingen mee bij de beleidsontwikkeling en zorgt voor argumenten wanneer in het beleidsvoorstel hiervan wordt afgeweken.

Artikel 4. Ondersteuning cliëntenraad

Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad. Hiertoe:

  • a.

    stelt het een vergaderruimte ter beschikking;

  • b.

    geeft het de leden van de cliëntenraad toegang tot kantoormiddelen zoals een kopieermachine en een printer;

  • c.

    draagt het zorg voor de secretariële ondersteuning ter voorbereiding en afronding van de reguliere vergaderingen van de cliëntenraad. Hiervoor wordt 150 uur per jaar beschikbaar gesteld;

  • d.

    stelt het ambtenaren van de gemeente in de gelegenheid een vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of uitleg, als daarom door de cliëntenraad is verzocht;

  • e.

    zorgt het ervoor dat aan de cliëntenraad de nodige informatie wordt verstrekt voor zover dat nodig is voor het naar behoren functioneren van de cliëntenraad;

  • f.

    verstrekt het de informatie, bedoeld onder e, op een zodanig tijdstip dat daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming, en

  • g.

    indien van toepassing, ziet het erop toe dat de cliëntenraad wordt geïnformeerd over de redenen van afwijking van aanbevelingen zoals bedoeld onder artikel 3 lid 4.

Artikel 5. Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

  • 1. De cliëntenraad voorziet het college gevraagd en ongevraagd van aanbevelingen over het door het college of de gemeenteraad voorgenomen te ontwikkelen beleid.

  • 2. De aanbevelingen als bedoeld in het eerste lid worden uiterlijk 3 maanden voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsafdeling.

  • 3. De cliëntenraad brengt geen advies uit aan het college over beleidsvoorstellen en/of het gevoerde beleid. Dit adviesrecht is belegd bij de Adviesraad Sociaal Domein.

  • 4. De cliëntenraad wijst uit haar midden één of enkele leden aan die deelnemen aan de vergaderingen geïnitieerd door de Adviesraad Sociaal Domein.

  • 5. De persoon (of personen) zoals bedoeld onder lid 4 draagt naar vermogen zoveel mogelijk de standpunten van de cliëntenraad uit en draagt zorg voor de informatieoverdracht tussen de cliëntenraad en de Adviesraad Sociaal Domein.

  • 6. De cliëntenraad heeft geen bevoegdheden in zaken betreffende individuele klachten, bezwaarschriften, andere zaken met betrekking tot een individuele persoon en in zaken betreffende de uitvoering van het beleid.

  • 7. Ieder lid is bevoegd agendapunten aan te dragen. Dit dient te geschieden uiterlijk 1 werkdag voorafgaand aan de vergadering door toezending aan de ambtelijk secretaris.

Artikel 6. Taken van de ambtelijk secretaris

De ambtelijk secretaris:

  • a.

    draagt in overleg met de cliëntenraad zorg voor een vergaderreglement en ziet toe op de naleving ervan;

  • b.

    stelt in overleg met de voorzitter van de cliëntenraad voorafgaand aan iedere vergadering de agenda samen;

  • c.

    verzendt de uitnodigingen en, indien van toepassing, conceptbeleid en verzoeken voor aanbeveling bij beleidsontwikkeling, met inachtneming van artikel 5, tweede lid, uiterlijk 10 werkdagen voordat de vergadering plaatsvindt aan de leden;

  • d.

    stelt in overleg met de voorzitter, indien van toepassing, op basis van input van de leden, een concreet voorstel voor aanbeveling op en stuurt deze tijdig door naar het college zodat deze bij de beleidsontwikkeling meegenomen kan worden; en

  • e.

    draagt zorg voor een verslag van de vergaderingen en zendt deze gelijktijdig met de uitnodiging van de volgende vergadering aan de leden.

Artikel 7. Budget cliëntenraad

  • 1. Ten behoeve van de cliëntenraad wordt jaarlijks een budget beschikbaar gesteld.

  • 2. Ten laste hiervan kunnen, ter beoordeling van het college, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging (inclusief communicatie) en organisatiekosten.

Artikel 8. Vergoeding aan de voorzitter en de leden

  • 1. De leden van de cliëntenraad kunnen gebruik maken van de presentiegeld-regeling. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald aan de hand van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. De leden komen in aanmerking voor de vastgestelde vergoeding op basis van het bovengenoemde rechtspositiebesluit. De voorzitter komt in aanmerking voor een vergoeding van 200% van deze vastgestelde vergoeding.

  • 3. De onder lid 2 benoemde vergoeding die wordt verstrekt aan een lid of voorzitter die behoort tot de doelgroep van de Participatiewet (artikel 7 lid 1 van de Participatiewet) geldt er een maximalisering tot de hoogte van de vergoeding die, op grond van artikel 7 van de Regeling Participatiewet, mag worden vrijgelaten voor de vrijwilligers die geen voorziening gericht op arbeidsinschakeling volgen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet.

  • 4. De vergoeding is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van de reiskosten naar/van de vergadering van de cliëntenraad of kantoorartikelen. Derhalve kunnen deze kosten dus niet afzonderlijk gedeclareerd worden door de leden van de cliëntenraad.

  • 5. Uitbetaling geschiedt op basis van een getekende presentielijst per vergadering, tot een maximum van 10 per jaar. Indien het aantal gevraagde adviezen of andere ontwikkelingen daartoe aanleiding geven kan hiervan in overleg met het college gemotiveerd van afgeweken worden.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 9. Evaluatie

Jaarlijks wordt tussen de cliëntenraad en afdelingshoofd Sociale Zaken van de gemeente geëvalueerd of de gekozen opzet van de cliëntenparticipatie voldoet. De cliëntenraad brengt verslag uit van deze evaluatie aan de gemeenteraad.

Artikel 10. Intrekken verordeningen

Op de dag van inwerkingtreding van deze verordening, worden de volgende verordeningen ingetrokken:

  • -

    Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, gemeente Nederlek, d.d. 4 januari 2012;

  • -

    Verordening cliëntenparticipatie gemeente Ouderkerk, d.d. 4 februari 2010;

  • -

    Verordening cliëntenparticipatie van de gemeente Bergambacht, d.d. 4 februari 2010;

  • -

    Verordening cliëntenparticipatie gemeente Vlist, d.d. 3 februari 2010;

  • -

    Verordening cliëntenparticipatie gemeente Schoonhoven, d.d. 27 september 2007

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking, met een terugwerkende kracht tot

1 juli 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der Gemeente Krimpenerwaard, gehouden op, dinsdag 7 juli 2015
de griffier,
Drs. K.E. Driehuijs
de voorzitter,
mr. T.P.J. Bruinsma

Toelichting

Algemeen

Met deze verordening wordt, in combinatie met de verordening Adviesraad Sociaal Domein, uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • -

    die algemene bijstand ontvangen;

  • -

    als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • -

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • -

    personen zonder uitkering;

  • -

    en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad worden ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

Artikel 2. Cliëntenraad

Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.

Eerste lid

Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college. Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.

Tweede lid

Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de cliëntenraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is.

Vierde lid

Er is uitdrukkelijk voor gekozen om de cliëntenraad uit zijn midden de voorzitter te benoemen. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook de voorzitter voor en namens de benoemde doelgroep handelt. Om te voorkomen dat de belangen die worden vertegenwoordigd door de voorzitter te prominent in beeld komen, is in de functie van een ambtelijk secretaris voorzien (zie artikel 3 lid C). De ambtelijk secretaris verzorgt met de voorzitter de agendering. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van twee jaar.

Zesde lid

In afwijking van lid 4 wordt voor het jaar 2015 nog een onafhankelijk voorzitter benoemd. De voorzitter heeft een rol in het proces rondom inspraak en advisering in de adviesraad Sociaal Domein. Indien na evaluatie blijkt dat dit noodzakelijk is, wordt een optie tot nader te noemen periode verlenging gelicht.

Artikel 3. Taken van het gemeentebestuur

Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de ambtelijk secretaris advies vragen aan de adviesraad Sociaal Domein. De cliëntenraad levert een afgevaardigde aan de adviesraad Sociaal Domein.

Het wordt belangrijk geacht dat de cliëntenraad tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het eerste lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling. Hiertoe verstrekt het college voorafgaand aan elk jaar de beleidsagenda aan de cliëntenraad.

Artikel 4. Ondersteuning cliëntenraad

Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de cliëntenraad wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad.

Artikel 5. Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

De cliëntenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd aanbevelingen te geven over het te ontwikkelen beleid. Het college neemt de aanbevelingen mee bij de beleidsontwikkelingen. De aanbevelingen worden gericht aan de betreffende beleidsafdeling en dienen in acht te worden genomen bij de beleidsontwikkeling. De cliëntenraad heeft geen adviesrecht. Dit recht is bij de adviesraad Sociaal Domein belegd. De cliëntenraad heeft inspraak in de adviesraad Sociaal Domein.

Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de cliëntenraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken.

Artikel 6. Taken van de ambtelijk secretaris

De ambtelijk secretaris vormt de ambtelijke schakel tussen de gemeenteraad en het college en de cliëntenraad. Hij zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen. Doordat de ambtelijk secretaris (mede) is belast met de agendering en verslaglegging kan hij ervoor waken dat alle partijen naar evenredigheid aan bod komen.

Artikel 7. Budget cliëntenraad

Het budget is, na reservering van de kosten voor de ambtelijk ondersteuning en presentiegelden, ter vrije besteding van de cliëntenraad. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten (tweede lid). Deze kosten kunnen uitsluitend ten laste van het budget worden gebracht indien deze zijn beoordeeld en goedgekeurd door het college. Het ligt voor de hand dat het college dit beoordeelt voordat de kosten worden gemaakt. De cliëntenraad zal daarom vooraf om goedkeuring moeten vragen.

Artikel 8. Vergoeding aan de voorzitter en de leden

De leden van de cliëntenraad kunnen gebruik maken van de presentiegeld-regeling. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald aan de hand van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

De leden komen in aanmerking voor de vastgestelde vergoeding op basis van het bovengenoemde rechtspositiebesluit. De voorzitter komt in aanmerking voor een vergoeding van 200% van deze vastgestelde vergoeding. Deze regeling is conform dezelfde presentiegeld-regeling die van kracht is voor de adviesraad Sociaal Domein.

Voor cliënten van de afdeling Sociale Zaken geldt er en een maximalisering tot de hoogte van de vergoeding die, op grond van artikel 7 van de Regeling Participatiewet, mag worden vrijgelaten voor de vrijwilligers die geen voorziening gericht op arbeidsinschakeling volgen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet. Hiermee wordt voorkomen dat vergoedingen worden verstrekt die op de uitkering weer in mindering dienen te worden gebracht. De vrijlating voor vrijwilligers geldt niet voor jongeren tot 27 jaar (artikel 31 lid 7 Participatiewet). Voor hen komen, op basis van declaratie, alleen daadwerkelijke kosten voor vergoeding in aanmerking.