Regeling vervallen per 01-12-2019

Verordening Jeugdhulp Krimpenerwaard 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 30-11-2019

Intitulé

Verordening Jeugdhulp Krimpenerwaard 2017

De raad van de gemeente Krimpenerwaard; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 2.9, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;

  • -

    gesprek: gesprek als bedoeld in artikel 5

  • -

    hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, waarbij de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de Jeugdwet;

  • -

    maatwerkvoorziening: individuele voorziening als bedoeld in artikel 1.1 onder jeugdhulp 1̊ en artikel 2.3 eerste tot en met derde lid van de Jeugdwet.

  • -

    overige voorziening: overige voorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • -

    pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de maatwerkvoorziening behoort van derden te betrekken.

Artikel 2. Vormen van jeugdhulp

  • 1. De volgende algemene vormen van overige voorzieningen zijn beschikbaar:

    • a.

      Informatie en advies voor jeugdige en ouder, Centrum voor Jeugd en Gezin

    • b.

      Algemeen maatschappelijk werk

    • c.

      Jeugdgezondheidszorg

    • d.

      De Verordening Jeugdhulp Krimpenerwaard 2017 vormt de  wettelijke grondslag van de Regeling PGB jeugdhulp Krimpenerwaard 2016.

    • e.

      Integrale crisisdienst

    • f.

      Vertrouwenspersoon

    • g.

      Kindertelefoon

  • 2. De volgende algemene vormen van maatwerkvoorzieningen zijn beschikbaar:

    • a.

      Jeugdzorg plus

    • b.

      Jeugdbescherming

    • c.

      Jeugdreclassering

    • d.

      Jeugd en opvoedhulp, waaronder:

      • -

        Ambulante jeugdhulp

      • -

        Dagbehandeling

      • -

        Verblijf pleegzorg

      • -

        Verblijf 24- uurs zorg

      • -

        Spoedeisende zorg (ambulant en verblijf)

      • -

        Vervoer

    • e.

      Voor jeugd met een (licht)verstandelijke beperking:

      • -

        Individuele begeleiding zonder verblijf

      • -

        Dagbesteding met vervoer zonder verblijf

      • -

        Kortdurend verblijf/logeren

      • -

        Langdurend verblijf

    • f.

      Jeugd GGZ, waaronder: basis Jeugd GGZ, specialistische Jeugd GGZ en behandeling ernstig enkelvoudige dyslexie zorg.

  • 3. Het college stelt bij nadere regeling vast welke concrete overige en maatwerkvoorzieningen op basis van het eerste en tweede lid beschikbaar zijn.

  • 4. Het college draagt er zorg voor dat maatwerkvoorzieningen zodanig beschikbaar zijn dat er bij het verlenen van een maatwerkvoorziening redelijkerwijs rekening gehouden wordt met:

    • -

      behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige en zijn ouders, en

    • -

      de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders.

  • 5. Indien er sprake is van een maatwerkvoorziening jeugdhulp, die verleend is tot de leeftijd van 18 jaar, hetzelfde doel heeft als een maatwerkvoorziening maatschappelijke ondersteuning, waarvan verwacht mag worden dat de dan volwassen geworden jeugdige daarvoor in aanmerking komt, wordt drie maanden voor het bereiken van de 18 jarige leeftijd ambtshalve een aanvraag voor een maatwerkvoorziening maatschappelijke ondersteuning ingediend.

Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts

  • 1. Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist en jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.

  • 2. Het college legt de te verlenen maatwerkvoorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking.

Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente, melden hulpvraag

  • 1. Jeugdigen en ouders kunnen een hulpvraag melden bij het college.

  • 2. In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke maatregel of vraagt het college een machtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet.

  • 3. Jeugdigen en ouders kunnen zich rechtstreeks wenden tot een overige voorziening.

Artikel 5. Gesprek

  • 1. Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en de jeugdige of zijn ouders, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:

    • a.

      de behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en het probleem of de hulpvraag;

    • b.

      het gewenste resultaat van het verzoek om jeugdhulp;

    • c.

      het vermogen van de jeugdige of zijn ouders om zelf of met ondersteuning van de naaste omgeving een oplossing voor de hulpvraag te vinden;

    • d.

      de mogelijkheden om gebruik te maken van een andere voorziening;

    • e.

      de mogelijkheden om jeugdhulp te verlenen met gebruikmaking van een overige voorziening;

    • f.

      de mogelijkheden om een maatwerkvoorziening te verstrekken;

    • g.

      de wijze waarop een mogelijk toe te kennen maatwerkvoorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen;

  • 2. Het college informeert de jeugdige of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure en vraagt hen toestemming om hun persoonsgegevens te verwerken.

  • 3. Het college kan in overleg met de jeugdige of zijn ouders afzien van een gesprek.

Artikel 6. Verslag

  • 1. Binnen 5 werkdagen na het gesprek verstrekt het college aan de jeugdige of zijn ouders een verslag van de uitkomsten van het onderzoek, tenzij zij hebben meegedeeld dit niet te wensen.

  • 2. Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige of zijn ouders worden aan het verslag toegevoegd.

Artikel 7. Aanvraag

  • 1. Jeugdigen en ouders kunnen een aanvraag om een maatwerkvoorziening schriftelijk indienen bij het college.

  • 2. Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld formulier.

  • 3. Het college kan een ondertekend verslag van het gesprek aanmerken als aanvraag als de jeugdige of zijn ouders dat op het verslag hebben aangegeven.

Artikel 8. Regels voor pgb

  • 1. De hoogte van een pgb:

    • a.

      wordt bepaald aan de hand van een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld budgetplan over hoe zij het pgb gaan besteden;

    • b.

      is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede jeugdhulp in te kopen, en

    • c.

      bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.

  • 2. Het college stelt nadere regels over de wijze waarop de hoogte van een pgb wordt vastgesteld.

  • 3. Het college bepaalt bij nadere regeling onder welke voorwaarden de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.

Artikel 9. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

  • 1. Onverminderd artikel 8.1.2 van de Jeugdwet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een maatwerkvoorziening.

  • 2. Onverminderd artikel 8.1.4 van de Jeugdwet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de jeugdige of zijn ouders niet langer op de maatwerkvoorziening of op het pgb zijn aangewezen;

    • c.

      de maatwerkvoorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;

    • d.

      de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de maatwerkvoorziening of het pgb, of

    • e.

      de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.

  • 3. Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en verstrekking van onjuiste of onvolledige gegevens heeft plaatsgevonden, kan het college geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.

  • 4. Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van pgb’s.

Artikel 10. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerderskinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering

Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:

  • a.

    de aard en omvang van de te verrichten taken;

  • b.

    de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie; een redelijke toeslag voor overheadkosten;

  • c.

    een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg;

  • d.

    kosten voor bijscholing van het personeel.

Artikel 11. Klachtenregeling

  • 1. Het college handelt klachten af overeenkomstig de door de gemeente gestelde klachtenregeling.

  • 2. Aanbieders met wie de gemeente een contract heeft gesloten of aan wie subsidie is verleend, hebben een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten.

Artikel 12. Intrekking Verordening Jeugdhulp Krimpenerwaard 2015

  • 1. Op de dag van inwerkingtreding van deze verordening, worden de volgende verordeningen ingetrokken:

    • -

      Verordening Jeugdhulp Krimpenerwaard 2015, vastgesteld door de raad van Bergambacht d.d. 30 september 2014.

    • -

      Verordening Jeugdhulp Krimpenerwaard 2015, vastgesteld door de raad van Nederlek d.d. 23 september 2014.

    • -

      Verordening Jeugdhulp Krimpenerwaard 2015, vastgesteld door de raad van Ouderkerk d.d. 2 oktober 2014.

    • -

      Verordening Jeugdhulp Krimpenerwaard 2015, vastgesteld door de raad van Schoonhoven d.d. 2 oktober 2014.

    • -

      Verordening Jeugdhulp Krimpenerwaard 2015, vastgesteld door de raad van Vlist d.d. 30 september 2014.

Artikel 13. Nieuwe grondslag Regeling PGB Jeugdhulp Krimpenerwaard 2016

Na de inwerkingtreding van deze verordening berust de Regeling PGB jeugdhulp Krimpenerwaard 2016 op artikel 8 van deze verordening.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening jeugdhulp Krimpenerwaard 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op dinsdag 13 december 2016.
de griffier, drs. K.E. Driehuijs
de voorzitter, mr. R.S. Cazemier