Verordening Burgerinitiatief gemeente Krimpenerwaard 2016

Geldend van 16-02-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief gemeente Krimpenerwaard 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: gemeenteraad van Krimpenerwaard;

  • b.

    commissie: raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard;

  • d.

    burgerinitiatief: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van ingezetenen aan de raad om te beraadslagen en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel dat betrekking heeft op een gemeentelijke aangelegenheid;

  • e.

    ingezetene: Zij die blijkens opname in Basisregistratie Personen feitelijk ingeschreven staan in de gemeente Krimpenerwaard.

Artikel 2 Geldig verzoek

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend

  • 2. Een verzoek is niet ontvankelijk indien het:

    • a.

      niet door ten minste 125 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat of

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 5.

Artikel 3 Initiatiefgerechtigden

  • 1. Initiatiefgerechtigden zijn alle stemgerechtigde ingezetenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing va de leden van de raad, alsmede ingezetenen van de gemeente van veertien jaar en ouder, die met uitzondering van hun leeftijd, voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigheid is voldaan, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4 Onderwerp

  • 1. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op

    • a.

      de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

    • b.

      gemeentelijke procedures;

    • c.

      de gemeentelijke organisatie;

    • d.

      vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting;

    • e.

      gemeentelijke belastingen en tarieven;

    • f.

      geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

    • g.

      handelingen en gedragingen van collegeleden, raadsleden of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van artikel 9 van de Algemene wet bestuursrecht of een door de raad of het college vastgestelde klachtenregeling;

    • h.

      rechtshandelingen ten aanzien van groepen personen of bevolkingsgroepen;

    • i.

      onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan op grond van artikel 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • j.

      onderwerpen waarover de raad in de afgelopen raadsperiode of vier voorafgaande kalenderjaren al een besluit heeft genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden;

    • k.

      een aangelegenheid, die niet onder de bevoegdheid van de raad valt.

  • 2. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegd-heid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

Artikel 5 Voorwaarden

  • 1. Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het model behorende bij deze verordening.

  • 2. Het burgerinitiatief wordt ondersteund door ten minste 125 ingezetenen van veertien jaar en ouder.

  • 3. De ondersteuning bedoeld in het vorige lid blijkt uit ondertekening door de ingezetene van een aan het burgerinitiatief gehechte lijst.

  • 4. Een ondertekening als bedoeld in het vorige lid is pas geldig als naast de handtekening tevens de voor- en achternaam, het adres en de geboortedatum van de ingezetene worden vermeld. Digitale handtekeningen zijn niet geldig.

  • 5. Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, wordt daarvan een globale raming gegeven.

  • 6. Het burgerinitiatief vermeld de voor- en achternaam, het adres en de geboortedatum van minimaal één en maximaal drie ingezetenen die als vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 6 Agendering

  • 1. De voorzitter van de raad bericht de raad binnen twee weken na ontvangst van een burgerinitiatief of het voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 2, 3 en 5 en of sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 4.

  • 2. Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2, 3 en 5, stelt de voorzitter van de raad de vertegenwoordigers gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 3. De voorzitter van de raad doet van een besluit als bedoeld in het vorige lid schriftelijk mededeling aan de vertegenwoordigers en aan de raad.

  • 4. De termijn bedoeld in het tweede lid vangt aan met ingang van de datum van dagtekening van de schriftelijke mededeling bedoeld in het derde lid.

Artikel 7 Behandeling

  • 1. De raad beslist in zijn eerstvolgende vergadering na ontvangst van het advies van de voorzitter van de raad bedoeld in artikel 5, eerste lid, over de behandeling van het burgerinitiatief.

  • 2. Indien de raad het burgerinitiatief in behandeling neemt, stelt hij tegelijkertijd vast of gebruik wordt gemaakt van één van de mogelijkheden genoemd in het derde en het vierde lid van dit artikel. Tevens wordt vastgesteld in welke raadsvergadering besluitvorming over het burgerinitiatief zal plaatsvinden.

  • 3. De raad kan besluiten om een burgerinitiatief om advies voor te leggen aan het college. Hij stelt daarbij een termijn vast, waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

  • 4. De raad kan besluiten om over een burgerinitiatief het advies in te winnen van een commissie. Hij stelt daarbij een termijn vast waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

  • 5. Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatief vindt plaats binnen acht weken nadat de raad heeft besloten om het burgerinitiatief in behandeling te nemen. Deze termijn kan ten hoogste eenmaal met vier weken gemotiveerd verlengd worden.

  • 6. Indien een burgerinitiatief wordt ingediend in de maanden juli of augustus kunnen de termijnen genoemd in lid 5 lid, met acht respectievelijk vier weken worden verlengd.

Artikel 8 Toelichting/deelname aan beraadslaging in raad

  • 1. De voorzitter van de raad stelt een of meer van de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 5, lid 6, in de gelegenheid het burgerinitiatief toe te lichten in de commissievergadering, waarin de beraadslaging over het burgerinitiatief plaatsvindt en eventuele vragen uit de commissie te beantwoorden.

  • 2. Het college kan binnen vier weken nadat hij in kennis is gesteld van het burgerinitiatief schriftelijke wensen en bedenkingen hieromtrent ter kennis van de raad brengen.

  • 3. Het burgerinitiatief wordt, nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

  • 4. Een (concept) burgerinitiatief wordt inhoudelijk eerst in de raadscommissie besproken alvorens tot besluitvorming wordt overgegaan.

  • 5. De voorzitter van de raad kan een of meer van de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 5, lid 6, toestemming geven om deel te nemen aan de beraadslaging in de raad over het burgerinitiatief.

Artikel 9 In kennis stelling van besluitvorming

  • 1. De raad stelt de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 5, lid 6, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering, waarin besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden, schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief, geeft hij de redenen daarvoor aan.

  • 2. Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart, bij welke medewerker van de gemeente Krimpenerwaard de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen en wat de duur van de uitvoering zal zijn.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking daarvan.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening burgerinitiatief gemeente Krimpenerwaard 2016.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 31 januari 2017.
de griffier, drs. K.E. Driehuijs
de voorzitter,mr. R.S. Cazemier

Bijlage A. Verzoek burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

raadsvoorstel

…………

concept raadsbesluit

…………

toelichting

…………

Initiatiefnemer/Vertegenwoordiger

Voornaam (voluit): ......................................................................................................................

Achternaam (voluit): ......................................................................................................................

Geboortedatum: .......................................................................................................................

Adres: ..............................................................................................................

Postcode: ................................... Woonplaats: ................................…........

Handtekening:

Initiatiefnemer II (indien van toepassing):

Naam (voluit): ......................................................................................................................

Geboortedatum: .......................................................................................................................

Adres: .......................................................................................................................

Postcode: ................................... Woonplaats: ................................…........

Handtekening:

Initiatiefnemer III (indien van toepassing):

Naam (voluit): ......................................................................................................................

Geboortedatum: ..................................................................................................................

Adres: .......................................................................................................................

Postcode: ................................... Woonplaats: ................................…........

Handtekening:

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van …. ondersteuningsgerechtigden die het verzoek steunen.

Toelichting voor de verzoeker

Iedere ingezetene van Krimpenerwaard van veertien jaar en ouder kan een burgerinitiatief indienen.

Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste …… ingezetenen van 14 jaar en ouder. Hiervoor is een formulier vastgesteld.

Het burgerinitiatief bevat een voorstel aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering. Als uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, wordt daarvan een globale raming gegeven.

Een burgerinitiatief gaat niet over:

  • a.

    de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • b.

    gemeentelijke procedures;

  • c.

    de gemeentelijke organisatie;

  • d.

    vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting;

  • e.

    gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • f.

    geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

  • g.

    handelingen en gedragingen van collegeleden, raadsleden of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of een door de raad of het college vastgestelde klachtenregeling;

  • h.

    rechtshandelingen ten aanzien van groepen personen of bevolkingsgroepen;

  • i.

    onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan;

  • j.

    onderwerpen waarover de raad in de lopende raadsperiode al een besluit heeft genomen;

  • k.

    een aangelegenheid, die niet onder de bevoegdheid van de raad valt.

Bijlage B. Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende onderwerp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:

...............................................................................................................

Naam,

eerste voornaam \

en voorletters

Adres

Geboortedatum

Handtekening

enz.

Toelichting

Boven aan de lijst dient het voorstel/onderwerp van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/onderwerp te worden herhaald in dezelfde bewoordingen.

Toelichting

1.Inleiding

Het burgerinitiatief is bedoeld als verbindingsschakel tussen de representatieve en de participatieve democratie. De directe invloed van burgers versterkt de (legitimiteit van de) besluitvorming in de raad. Het burgerinitiatief is één van de mogelijkheden om participatie van burgers bij de beleidsvorming en besluitvorming door de gemeenteraad te stimuleren. Het burgerinitiatief geeft burgers een extra kanaal om de representatieve democratie te beïnvloeden.

Het burgerinitiatief is een uitgewerkte vorm van het petitierecht 1 . Het verschilt ervan doordat de raad zich verplicht door burgers, procedureel correct, ingediende onderwerpen of voorstellen op zijn agenda te zetten en te behandelen. Het burgerinitiatief kan op die manier de participatie en betrokkenheid van burgers vergroten en geeft hen de mogelijkheid direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda. Onderwerpen die de gemeenteraad naar hun idee zou moeten agenderen, maar die door de raad (nog) niet zijn opgepakt, kunnen met inachtneming van bepaalde voorwaarden op de raadsagenda worden geplaatst. Natuurlijk hebben burgers ook andere mogelijkheden om te participeren in politieke besluitvormingsprocessen, zoals inspraak of interactieve beleidsvorming.

Inspraak wil zeggen dat de politiek een (concept)voorstel doet, waarna burgers hun mening over dat voorstel kunnen geven. Interactief beleid houdt in dat de politiek burgers in een vroeg stadium vraagt mee te denken over een onderwerp. Idealiter speelt de mening van de burgers een belangrijke rol in het uiteindelijke besluit of beleid. Zowel inspraak als inter-actief beleid is bedoeld om het draagvlak voor beleid te vergroten. In beide gevallen ligt het initiatief om de burger bij het beleid te betrekken bij de politiek. Het burgerinitiatief legt het initiatief echter bij de burger zelf.

Het burgerinitiatief is een instrument voor burgers om een nieuw onderwerp of voorstel op de agenda van de raad te plaatsen. De raad moet vervolgens over dit punt beraadslagen, mits aan de gestelde voorwaarden is voldaan.

In drie van de voormalige gemeenten was een ‘Verordening burgerinitiatief’ opgesteld: in Nederlek (2002), Schoonhoven (2004) en Vlist (2007). In het kader van de harmonisering van beleid worden deze nu vervangen door de onderliggende verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In deze bepalingen is ervoor gekozen de term "burgerinitiatief " te hanteren ter aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de raad kan worden ingediend. De bepaling gaat er van uit dat een burger bij dit middel alleen concrete voorstellen kan indienen bij de raad. Een voorbeeld hiervan kan zijn het voorstel om de winkels op bepaalde zondagen open op te stellen

Artikel 2

Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatief-gerechtigde burger. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd (b) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan en ondersteund wordt door ten minste 125initiatiefgerechtig-den.

Artikel 3

De keuze voor deze ruime definitie van initiatiefgerechtigden ligt voor de hand. Het gaat om de kwaliteit van het initiatief; nadere criteria kunnen dan onnodig belemmerend werken. Bij indiening van een burgerinitiatief kan worden getoetst of de indiener/initiatiefnemer voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.

Artikel 4

Het is weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Daar komt bij dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij "er niet over gaat". Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissie- of raadsvergadering of het spreekuur van een wethouder.

Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop wordt bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden.

Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren.

Artikel 5

Het ligt voor de hand om het burgerinitiatief bij de voorzitter van de raad te laten indienen. Zolang de burgemeester nog voorzitter van de raad is, ontvangt hij in die hoedanigheid de voorstellen. Om de voortgang van het burgerinitiatief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aantal minimumeisen wordt gesteld.

Ter voorkoming van fraude met namen wordt gevraagd naar personalia, zoals adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het initiatief de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

Artikel 6

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat er onvoldoende tijd is om het voorstel te kunnen controleren.

Artikelen 7 en 8

In deze artikelen wordt de behandelprocedure beschreven en worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Aansluiting is gezocht bij het (nieuwe) artikel over initiatiefvoorstellen in het ‘Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Krimpenerwaard 2016’.

Artikel 9

Op grond van dit artikel wordt de indiener / initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een inhoudelijk besluit zijn of de mededeling dat het verzoek is afgewezen. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb).

Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad, het college of de burgemeester naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project.

Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staat geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb). Bedoeld is niet dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen.

Het ligt wel voor de hand dat in de raadsvergadering wordt besloten over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. De indiener / initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken.

Artikelen 10 en 11

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.


Noot
1

Het in de Grondwet vastgelegde recht voor eenieder een schriftelijk verzoek in te dienen bij het bevoegd gezag.