Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR470031
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR470031/1
Regeling vervallen per 12-07-2023
Gemeentelijk Rioleringsplan Krimpenerwaard 2017-2021
Geldend van 30-09-2017 t/m 11-07-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017
Intitulé
Gemeentelijk Rioleringsplan Krimpenerwaard 2017-2021Verantwoording
Titel |
: |
GRP Krimpenerwaard 2017-2021 |
|
|
|
Subtitel |
: |
|
|
|
|
Projectnummer |
: |
344053 |
|
|
|
Referentienummer |
: |
SWNL-0186524 |
|
|
|
Revisie |
: |
O1 |
|
|
|
Datum |
: |
17 augustus 2016 |
|
|
|
Auteur(s) |
: |
Elwin Leusink, MSc |
|
|
|
E-mail adres |
: |
elwin.leusink@sweco.nl |
|
|
|
Gecontroleerd door |
: |
dr.ir. Aad Oomens |
|
|
|
Paraaf gecontroleerd |
: |
|
|
|
|
Goedgekeurd door |
: |
ing. Stephan Jansen |
|
|
|
Paraaf goedgekeurd |
: |
|
|
|
|
Contact |
: |
Sweco Nederland B.V. De Molen 48 3994 DB Houten Postbus 119 3990 DC Houten T +31 88 811 66 00 www.sweco.nl
|
Inhoudsopgave
0 Bestuurlijke samenvatting
1 Waarom een nieuw GRP
1.1 Aanleiding voor dit GRP
1.2 Wat staat er in dit GRP
1.3 Hoe is dit GRP opgesteld
1.4 Gebruik van vaktaal
1.5 Leeswijzer
2 Terugkijken
2.1 Vijf gemeenten, vijf GRP’n
2.2 Gemeente Bergambacht – GRP 2012-2016
2.3 Gemeente Nederlek – GRP 2011-2015
2.4 Gemeente Ouderkerk – GRP 2011-2015
2.5 Gemeente Schoonhoven – GRP 2010-2014
2.6 Gemeente Vlist – GRP 2013-2017
2.7 Lessen uit de afgelopen planperiode
3 Wat willen we bereiken
3.1 Wat willen we bereiken op de lange termijn
3.2 Stedelijk afvalwater
3.3 Hemelwater
3.4 Grondwater
3.5 Stedelijk oppervlaktewater
3.6 Personeel en financiën
3.7 Van beleid naar praktijk
3.8 Wat wordt van inwoners en bedrijven verwacht
4 Hoe staan we ervoor
4.1 Overzicht van de riolering
4.2 Toestand van de riolering
4.3 Functioneren van de riolering
4.4 Grondwater
4.5 Samenwerking in de afvalwaterketen
4.6 Vergunningen en handhaving
4.7 Risico’s
4.8 Toetsing
5 De opgave
5.1 Algemene werkzaamheden
5.2 Nieuwe aanleg
5.3 Onderzoeken
5.4 Maatregelen
5.5 Vergunningverlening en handhaving
5.6 Samenwerking in de afvalwaterketen
6 Personeel en financiën
6.1 Personele capaciteit
6.2 Financiën
6.3 Kostendekking
6.4 Verschillen t.o.v. eerdere GRP’n
Bijlage 1: Woordenlijst
Bijlage 2: Uitgangspunten kostendekkingberekening
Bijlage 3: Tabellen kostendekkingberekening
Bijlage 4: Onderbouwing eenheidsprijs vervanging vrijvervalriolen
Bijlage 5: Niet op riolering aangesloten percelen
Bijlage 6: Financiële uitgangspunten fusiegemeenten
Bijlage 7: Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden
Bijlage 8: Reacties
Bijlage 9: Overstorten
0 Bestuurlijke samenvatting
Aanleiding voor het GRP Krimpenerwaard 2017-2021
Vanwege de fusie van de gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist tot de gemeente Krimpenerwaard is het nodig om een GRP voor de nieuwe gemeente op te stellen. Met het GRP Krimpenerwaard 2017-2021 is er een actueel plan voor de invulling van de gemeentelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.
Wat gebeurde er de afgelopen periode
In de fusiegemeenten is gewerkt aan het in stand houden en verbeteren van de riolering. Zo zijn vrijvervalriolen vervangen, gemalen onderhouden en kolken gereinigd. Op veel locaties is hemelwater afgekoppeld van het gemengde riool. Databeheer heeft extra aandacht gekregen, omdat hier eerder een achterstand in was opgelopen. Ook hebben we een start gemaakt met onderzoeken naar het functioneren van de riolering, bijvoorbeeld met het RAMONA onderzoek naar overstorten.
Wat willen we bereiken in de toekomst
Onze visie op de toekomst is dat er een goed functionerende afvalwaterketen moet zijn. Deze beschermt de volksgezondheid, bevordert een goede leefomgeving en voorkomt schade aan het milieu.
Voor stedelijk afvalwater is onze belangrijkste taak om het in te zamelen en het te transporteren naar een AWZI. Hiervoor onderhouden we het huidige rioolstelsel en breiden het uit waar het nodig is. Bij het aansluiten van nieuwe panden op het huidige rioolstelsel proberen we zoveel mogelijk onze inwoners te ontzorgen. En als we het huidige rioolstelsel vervangen, dan vervangen we op onze kosten meteen de huisaansluitleidingen tot de gevel (mits niet langer dan 7 meter). De nog niet aangesloten percelen proberen we aangesloten te krijgen, door advies en begeleiding.
Voor hemelwater is onze belangrijkste taak om afvloeiend hemelwater op een doelmatige manier in te zamelen en weg te voeren, zolang de perceeleigenaar het niet zelf kan verwerken. Ook hiervoor onderhouden we het huidige rioolstelsel en breiden het uit waar het nodig is. Om de naar verwachting steeds heviger wordende buien te kunnen verwerken, vergroten we het rioolstelsel waar dat nodig is en creëren bovengronds meer ruimte voor water. Ons doel is om hemelwater af te koppelen van alle gemengde riolen, om zo het aantal overstortingen te minimaliseren en hiermee de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. Bij hevige buien merken we dat niet-onderheide panden wateroverlast ervaren. Doordat ze wegzakken ten opzichte van de omgeving, stroomt hemelwater naar deze panden. We zien het in principe als een taak voor de eigenaar om afstromend hemelwater te ontvangen, maar als er bij ons een (wettelijke) verplichting ligt om maatregelen te treffen dan doen we dat. Ook in bredere zin zetten we in op een grotere rol voor burgers en bedrijven in het verwerken van hemelwater, omdat we in een aantal gevallen zien dat zij mogelijkheden hebben om het hemelwater relatief makkelijk te verwerken.
Voor grondwater is onze belangrijkste taak om overtollig grondwater af te voeren als het een belemmering vormt voor het normale gebruik van een perceel. Dit is in eerste instantie de taak van de perceeleigenaar. Al bij de nieuwbouw geven we daarom aan dat onze gemeente hoge grondwaterstanden kent en dat een pand hierop moet zijn voorbereid. Bij rioolvervanging verandert soms de grondwaterstand in de omgeving, daarom waarschuwen we dan al de omwonenden. Als er grondwateroverlast is nemen we pas maatregelen als er sprake is van structurele overlast die we met doelmatige maatregelen kunnen verminderen, en geen enkele andere partij een verplichting heeft om de overlast te verminderen. Bij alle grondwatermeldingen vervult de gemeente een regierol.
Voor oppervlaktewateren is onze belangrijkste taak om ervoor te zorgen dat overtollig hemelwater kan worden afgevoerd, zodat het geen overlast kan veroorzaken. We willen op termijn al ons hemelwater afkoppelen van het gemengde riool. Het oppervlaktewater moet het dan aankunnen om dit hemelwater op te vangen.
Onze organisatie en financiën spelen bij dit alles een belangrijke rol. Door de fusie hebben we meer omvang gekregen, wat de mogelijkheid geeft om individuele medewerkers meer te specialiseren in een bepaald thema. Dit doen we ook binnen de samenwerking met buurgemeente, hoogheemraadschap en drinkwaterbedrijf: we wisselen personen en kennis uit als dat nodig is.
Waar staan we nu
Binnen de gemeente Krimpenerwaard ligt een omvangrijk rioolstelsel. Er is 282 kilometer vrijvervalriool, er zijn ruim 1.800 minigemalen en er is meer dan 190 kilometer oppervlaktewater. De kwaliteit van alle onderdelen van het rioolstelsel is over het algemeen redelijk goed. Wel komt er op enkele plekken wateroverlast voor na hevige regenbuien. Door de hele gemeente heen zijn er problemen met zetting. Riolen verzakken, waardoor ze soms niet meer goed het water afvoeren. Ook de hele openbare ruimte verzakt, waardoor er soms waterplassen op straat blijven staan.
Wat gaan we doen
De komende jaren geven we extra aandacht aan het werkelijk functioneren van de riolering en het grondwaterstelsel. We leggen meetnetten aan en analyseren de verkregen meetgegevens. Databeheer blijft aandacht krijgen. Ook leggen we maatregelen vast in beheerplannen. We voeren het benodigde onderhoud uit. Samen met de hoogheemraadschappen voeren we optimalisatiestudies uit naar het functioneren van riolering en AWZI.
We gaan meer vrijvervalriolen vervangen en relinen. Gemiddeld vervangen we jaarlijks 5,7 kilometer en relinen 1 kilometer vrijvervalriool. Bij het vervangen van de vrijvervalriolen nemen we de huisaansluitleidingen meteen mee tot aan de gevel van de panden (mits niet langer dan 7 meter). Ook koppelen we hemelwater af bij het vervangen van gemengde riolen.
We vervangen ook veel gemalen en minigemalen. Dit doen we in clusters, zodat we doelmatig grote gebieden kunnen aanpakken.
Hoeveel personeel is hiervoor nodig en wat zijn de kosten
Er is een personele inzet van 5,9 tot 19,7 fte nodig, afhankelijk van de mate van uitbesteding. Op dit moment is 12,3 fte beschikbaar, daarmee is er voldoende personele capaciteit om een groot deel van de werkzaamheden in eigen beheer uit te voeren.
Om alle kosten te kunnen dekken over een periode van 60 jaar is directe invoering van een rioolheffingstarief van € 488,- nodig (voor een meerpersoonshuishouden). Het rioolheffingstarief in 2016 is € 256,56. Bij een stijging van € 20,- per jaar wordt in 2029 het langjarig kostendekkend tarief van € 507,- bereikt. Dit is de minimale stijging, nodig om te voorkomen dat de voorziening negatief wordt. De voorgestelde stijging bedraagt € 25,- per jaar, dan wordt het langjarig kostendekkend tarief van € 502,- in 2026 bereikt. Bij beide scenario’s zijn hiernaast nog tijdelijke stijgingen nodig om te voorkomen dat de voorziening negatief wordt. Het rioolheffingstarief moet naast de voorgestelde stijging jaarlijks worden geïndexeerd met de dan optredende inflatie.
Figuur 0-1 Kostendekkend tarief rioolheffing
1 Waarom een nieuw GRP
1.1 Aanleiding voor dit GRP
Vanwege de fusie van de gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist tot de gemeente Krimpenerwaard is het nodig om een GRP voor de nieuwe gemeente op te stellen. Met het GRP Krimpenerwaard 2017-2021 is er een actueel plan voor de invulling van de gemeentelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.
Op dit moment wordt door ministeries en koepelorganisaties als de VNG gewerkt aan de Omgevingswet. Deze nieuwe wet wordt waarschijnlijk in 2019 ingevoerd en vervangt dan onder meer delen van de Waterwet en Wet milieubeheer. De Omgevingswet verplicht gemeenten tot het opstellen van een Omgevingsvisie, Omgevingsplan en Omgevingsprogramma(’s). Volgens het wetsvoorstel wordt het GRP een gemeentelijk rioleringsprogramma en wordt facultatief. Het GRP in zijn huidige vorm blijft tot 2020 nog verplicht.
1.2 Wat staat er in dit GRP
In dit GRP wordt beschreven hoe we invulling geven aan wettelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, overtollig hemelwater en overtollig grondwater. Dit wordt uitgewerkt door per zorgplicht aandachtspunten te benoemen en een beleidsrichting te kiezen, waaruit een strategie, concrete acties, een personele inzet en bijbehorende kosten volgen.
Om invulling te kunnen geven aan onze zorgplichten liggen in het gemeentelijk grondgebied een groot aantal voorzieningen voor inzameling en transport van afvalwater en verwerking van hemelwater en overtollig grondwater. Dit betreft o.a. rioolbuizen, putten, gemalen, persleidingen, goten en drainage. Maar ook sloten en watergangen worden gebruikt als voorziening om hemelwater te verwerken.
Het GRP geeft een overzicht van deze voorzieningen waarbij is vastgelegd hoe het onderhoud en beheer van deze voorzieningen wordt geregeld en wanneer de voorzieningen naar verwachting worden vervangen.
Vanwege het grote aantal fysieke onderdelen dat bij de riolering hoort zijn er veel verbanden met andere vakgebieden. Zo liggen riolen onder wegen, worden grasvelden gebruikt voor berging van hemelwater en is de ruimtelijke ordening vaak van invloed op de afvoerrichting van het water. Binnen de gemeente wordt daarom integraal gewerkt, in samenwerking met de vakgebieden wegen, groen en RO. Ook met het hoogheemraadschap wordt samengewerkt, vanwege de samenhang met oppervlaktewateren om water in te bergen en om water mee af te voeren en vanwege de AWZI’s waar het ingezamelde stedelijk afvalwater naartoe wordt getransporteerd om het te zuiveren.
1.3 Hoe is dit GRP opgesteld
Om ruimte te geven aan de verschillende werkwijzen, ideeën en processen die werden gebruikt is geruime tijd voor de fusie gestart met een vergelijking van werkwijzen van de vijf fusiegemeenten. Dit heeft als startpunt gediend voor het opstellen van dit GRP. Er is frequent overleg geweest met alle intern betrokkenen. Ook is het hoogheemraadschap Schieland & Krimpenerwaard bij een aantal overleggen aanwezig geweest. De overige hoogheemraadschappen en waterschappen, de buurgemeente Krimpen aan de IJssel en het Technisch Bureau Krimpenerwaard zijn actief geïnformeerd tijdens de totstandkoming van dit GRP. Met een beleidskeuzenotitie is de gemeenteraad gevraagd om vroegtijdig aan te geven welk ambitieniveau men nastreeft. Deze beleidskeuzenotitie is in oktober 2015 besproken met de gemeenteraad. De uitkomsten van de bespreking zijn meegenomen in dit GRP Krimpenerwaard 2017-2021.
Vóór vaststelling door de gemeenteraad is het ontwerp-GRP officieel ter becommentariëring gezonden aan de waterbeheerders en de beheerder van de afvalwaterzuiveringinrichtingen (water- en hoogheemraadschappen). Ook is het aan de provincie verzonden. Dit is een wettelijke verplichting. In Bijlage 8 zijn de reacties van de betreffende instanties opgenomen. Na de formele vaststelling door de gemeenteraad zal het vastgestelde plan worden toegezonden aan de bovenvermelde instanties. Bovendien moet de vaststelling van het GRP in tenminste één dag- of nieuwsblad worden gepubliceerd, waarna burgers kennis kunnen nemen van de inhoud van het vastgestelde GRP.
1.4 Gebruik van vaktaal
In dit GRP wordt vaktaal gebruikt. We hebben daarom een uitgebreide verklarende woordenlijst opgenomen in Bijlage 1.
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 geeft een terugblik op de afgelopen periode. Hoofdstuk 3 gaat in op de gewenste toekomst: wat willen we bereiken? Hoofdstuk 4 laat zien wat de huidige situatie is. Hoofdstuk 5 gaat in op wat er de komende jaren wordt gedaan. Hoofdstuk 6 laat de benodigde personele inzet en financiën zien.
2 Terugkijken
2.1 Vijf gemeenten, vijf GRP’n
Ervaringen uit het verleden kunnen helpen bij het nieuwe GRP. Wat ging goed en moeten we proberen te behouden? Wat ging niet goed en kunnen we mogelijk verbeteren? Met een korte terugblik worden lessen uit het verleden getrokken. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met de specifieke lokale situatie en (organisatorische) verschillen tussen de voormalige gemeenten. Elke gemeente had een eigen GRP, dat qua inhoud en looptijd verschillend was.
2.2 Gemeente Bergambacht – GRP 2012-2016
In de gemeente Bergambacht is de rioleringszorg goed verlopen. De bestaande voorzieningen zijn onderhouden en waar nodig vervangen. Door onderzoeken uit te voeren is meer kennis opgedaan. Door tijdgebrek is een aantal verbeteringen in databeheer en onderzoek niet uitgevoerd.
Databeheer
Het gegevensbestand voor het beheer van het rioleringsareaal is regelmatig bijgewerkt. Wijzigingen als gevolg van vervanging of nieuwbouw zijn binnen afzienbare tijd opgenomen. Gegevens over overstorten en drainage waren niet volledig opgenomen, dit is tijdens de afgelopen planperiode gecorrigeerd. Gegevens over gemalen en drukriolering zijn in aparte beheerbestanden opgenomen. Om zakkingen te bepalen is jaarlijks bij 10% van de putten een hoogtemeting uitgevoerd, zodat er zicht ontstond op de snelheid van de zakkingen. In het BRP is de afvoercapaciteit en het milieutechnisch functioneren van de riolering getoetst en zijn verbetermaatregelen bepaald.
Onderhoud
Er is een pragmatisch plan opgesteld om de vrijvervalriolen gestructureerd te reinigen en te inspecteren. De afgelopen jaren is per jaar ongeveer 5 kilometer vrijvervalriolering geïnspecteerd (ongeveer 10% per jaar). Ook voor de inspectie van gemalen en drukrioolunits is een pragmatisch plan opgesteld. Op basis van dit plan zijn de gemalen maandelijks gecontroleerd en tweejaarlijks geïnspecteerd, de drukriool-units zijn één keer per jaar geïnspecteerd. De inspecties zijn gebruikt om te bepalen welke onderdelen moesten worden gerepareerd. Bij de planvorming met betrekking tot de vrijvervalriolen is ook gebruik gemaakt van meldingen van inwoners over verzakkingen en verstoppingen. Vanuit het riool zijn reparaties uitgevoerd, maar ook bovengronds zijn onderhoudsmaatregelen uitgevoerd (bijvoorbeeld het herstellen van verzakte putten).
Vervangen
Op basis van leeftijd, toestand en werkzaamheden in de openbare ruimte zijn onderdelen van de riolering vervangen. Gemiddeld was de leeftijd van het vrijvervalriool 40 jaar toen tot vervanging werd overgegaan. Vrijvervalriolen zijn vervangen als de toestand slecht was en er werkzaamheden aan de weg gingen plaatsvinden. Zo kon de overlast worden beperkt voor omwonenden. Als de toestand slecht was, maar er geen werkzaamheden aan de weg waren gepland is gekozen voor relinen. Dit is gebeurd in de oude dorpskern van Bergambacht. De persleiding van het gemaal Ambachtstraat is vanwege ontheffingsproblematiek ten aanzien van de Provinciale Milieuverordening nog niet vervangen. Van diverse gemalen zijn de mechanische en elektrische delen vervangen.
Overig
In samenwerking met ODMH is onderzoek gedaan naar bedrijfsmatige lozingen en samen met het HHSK heeft monitoring van de lamellenfilters plaatsgevonden. Samen met de voormalige gemeenten Nederlek, Schoonhoven en Vlist is gestart met het monitoren van de riolering om daarmee inzicht te verkrijgen in het werkelijk functioneren van de riolering.
2.3 Gemeente Nederlek – GRP 2011-2015
Ook in de gemeente Nederlek verliep de rioleringszorg goed. Het bestaande stelsel is onderhouden en waar nodig vervangen. Er is meer kennis en informatie over het rioolstelsel verzameld.
Databeheer
Het gegevensbestand voor het beheer van het rioleringsareaal is regelmatig bijgewerkt. Wijzigingen als gevolg van vervanging of nieuwbouw zijn binnen afzienbare tijd opgenomen. De afgelopen jaren is het bestand aangevuld met gegevens over drainage, putten, overstorten, lamellenfilters en goten. Sinds 2007 wordt het werkelijk functioneren gemonitord middels metingen waarbij dit sinds 2010 in samenwerking met de buurgemeenten en HHSK is gedaan. Grondwaterpeilbuizen worden maandelijks met de hand uitgelezen. Met behulp van de opgeslagen data en meetgegevens zijn risicokaarten opgesteld. Eén kaart geeft aan waar er risico’s bestaan op water op straat. Voor deze locaties is gekeken of het riool moet worden vergroot, of dat er bovengronds aanpassingen nodig zijn. Dit is gedaan in samenwerking met de buurgemeenten Vlist, Schoonhoven en Bergambacht. Ook voor die gemeenten zijn risicokaarten opgesteld.
Onderhoud
Jaarlijks is 1/5e deel van het totale areaal van de vrijvervalriolen gereinigd en 1/10e geïnspecteerd. Alle gemalen en drukrioolunits zijn één keer per jaar geïnspecteerd. De inspecties zijn gebruikt om te bepalen welke onderdelen moeten worden gerepareerd. Bij de vrijvervalriolen is ook gebruik gemaakt van meldingen van inwoners over verzakkingen en verstoppingen. Vanuit het riool zijn reparaties uitgevoerd, maar ook bovengronds zijn onderhoudsmaatregelen uitgevoerd (bijvoorbeeld het herstellen van verzakte putten).
Vervangen
Om te bepalen of een vrijvervalriool moest worden vervangen is gekeken naar de leeftijd (de gemiddelde levensduur is 40 jaar), of het riool bij droogweer voor meer dan 75% gevuld was (dit is een teken dat het riool is verzakt) en naar ingrijpmaatstaven voor de kwaliteit van de riolering. Deze gegevens zijn gecombineerd met de planning om wegen te vervangen, zodat werkzaamheden gelijktijdig konden worden uitgevoerd. Naar aanleiding van inspecties is op enkele plaatsen een reparatie uitgevoerd of een riool gerelined. In 2011 en 2012 zijn verschillende grote gemalen gerenoveerd. En tussen 2008 en 2012 zijn de mechanische en elektrische delen van een groot aantal drukrioolgemalen vervangen.
Overig
Om te voldoen aan de normen uit de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor is 11,1 hectare verhard oppervlak afgekoppeld van de riolering, ook is 204 m3 VIS-berging aangelegd. Volgend uit de OAS Groote Zaag is in samenwerking met HHSK het eindgemaal in Krimpen aan de Lek vervangen het eindgemaal in Lekkerkerk gerenoveerd. Het voornemen om een aantal verordeningen te actualiseren of nieuw op te stellen is niet gebeurd. Ook het voornemen om een communicatieplan op te stellen is uiteindelijk niet uitgevoerd. Met HHSK is een afvalwaterakkoord gesloten.
2.4 Gemeente Ouderkerk – GRP 2011-2015
De rioleringszorg in de gemeente Ouderkerk verliep goed. Er is veel aandacht besteed aan het afkoppelen van hemelwater.
Databeheer
Het gegevensbestand voor het beheer van het rioleringsareaal is regelmatig bijgewerkt. Wijzigingen als gevolg van vervanging of nieuwbouw zijn binnen afzienbare tijd opgenomen. Er is een meetnetwerk met grondwaterpeilbuizen opgericht om inzicht te krijgen in de grondwaterstanden. Het voornemen om een nieuw BRP op te stellen is niet uitgevoerd. Wel is met behulp van het databestand en meetgegevens berekend hoe het rioolstelsel functioneert als er een zware regenbui valt. Er was voorgenomen om hoogtemetingen uit te voeren bij rioolputten om een beeld te krijgen van de zetting in verschillende gebieden. Dit is niet uitgevoerd.
Onderhoud
Jaarlijks is 1/10e deel van het totale areaal aan vuilwaterriolen en 1/15e deel van het totale areaal aan hemelwaterriolen gereinigd. Op basis van klachten en geplande werkzaamheden aan wegen zijn rioolinspecties uitgevoerd. Gemalen zijn twee keer per jaar geïnspecteerd, drukrioolunits één keer per jaar. De inspecties zijn gebruikt om te bepalen welke onderdelen moeten worden gerepareerd. Bij de vrijvervalriolen is ook gebruik gemaakt van meldingen van inwoners over verzakkingen en verstoppingen. Vanuit het riool zijn reparaties uitgevoerd, maar ook bovengronds zijn onderhoudsmaatregelen uitgevoerd (bijvoorbeeld het herstellen van verzakte riolering).
Vervangen
Bij ophoogprojecten is het vrijvervalriool indien nodig vernieuwd. Er vinden dan al werkzaamheden plaats, waardoor het vanwege de overlast voor omwonenden beter is om meteen ook het vrijvervalriool te vervangen. Bij elk rioolvervangingsproject is de weg afgekoppeld van het gemengde riool. Per gebied is gekeken wat verder mogelijk was, soms is ook de voorkant van de woningen afgekoppeld. Voor de inzameling en verwerking van het hemelwater van de afgekoppelde verhardingen zijn aparte hemelwaterstelsels aangelegd. Er zijn 43 pompen van gemalen en drukrioolunits vervangen. Ook zijn aanpassingen gedaan om het telemetriesysteem te verbeteren en zijn enkele centrale voedingskasten vernieuwd.
Overig
Er was het voornemen om drie verordeningen nieuw op te stellen, dit is niet gebeurd. Met HHSK is een afvalwaterakkoord gesloten.
2.5 Gemeente Schoonhoven – GRP 2010-2014
In de gemeente Schoonhoven is de rioleringszorg goed verlopen. Het rioolstelsel is onderhouden en er is veel aandacht besteed aan het verminderen van de kans op wateroverlast.
Databeheer
Het gegevensbestand voor het beheer van het rioleringsareaal is regelmatig bijgewerkt. Wijzigingen als gevolg van vervanging of nieuwbouw zijn binnen afzienbare tijd opgenomen. Om zakkingen te bepalen is jaarlijks bij 10% van de riolen een hoogtemeting uitgevoerd, zodat er zicht was op de snelheid van de zakkingen. Meetgegevens zijn gebruikt om databestanden te controleren en berekeningen te maken over de emissies uit het rioolstelsel. Samen met de voormalige gemeenten Nederlek, Schoonhoven en Vlist is gestart met het monitoren van de riolering om daarmee inzicht te verkrijgen in het werkelijk functioneren van de riolering. Aan grondwater is extra aandacht gegeven. Een nieuw BRP is opgesteld om inzicht te krijgen in het functioneren van de riolering. Met behulp van het databestand en meetgegevens is berekend hoe het rioolstelsel functioneert als er een zware regenbui valt. De geplande OAS (Optimalisatie Afvalwaterketen Studie) is niet uitgevoerd, omdat er geen aanpassingen aan de AWZI Groot-Ammers werden gedaan en er daardoor geen aanleiding was voor de studie.
Onderhoud
Vrijvervalriolen zijn eenmaal in de 10 jaar gereinigd en geïnspecteerd, jaarlijks ongeveer 5 kilometer. Gemalen en drukrioolunits zijn frequent geïnspecteerd.
Vervangen
Vrijvervalriolen zijn vervangen op basis van de leeftijd en ingrijpmaatstaven die blijken uit de inspectie. Om het moment van vervangen te bepalen is gekeken naar bovengrondse werkzaamheden, zo is geprobeerd om werkzaamheden zoveel mogelijk te combineren. Van twee gemalen en 24 drukrioolunits zijn de mechanische en elektrische delen vervangen.
Overig
Om de wateroverlast in de binnenstad van Schoonhoven te verhelpen is hier hemelwater afgekoppeld, zijn riolen vergroot en zijn aanpassingen gedaan aan een gemaal. Het voornemen om met de andere K5 gemeenten een incidentenplan en communicatieplan op te stellen is uiteindelijk niet uitgevoerd. Wel is het in 2010 binnen WINNET-verband opgestelde incidentenplan nog steeds beschikbaar.
2.6 Gemeente Vlist – GRP 2013-2017
Ook in de gemeente Vlist is de rioleringszorg goed verlopen. Er is meer kennis verzameld over de omgang met water binnen de gemeente. Ook zijn op verschillende locaties verbeteringen aangebracht.
Databeheer
Het gegevensbestand voor het beheer van het rioleringsareaal is regelmatig bijgewerkt. Wijzigingen als gevolg van vervanging of nieuwbouw zijn binnen afzienbare tijd opgenomen. Meetgegevens zijn gebruikt om databestanden te controleren en berekeningen te maken over de emissies uit het rioolstelsel. Het meetstelsel is door de jaren enkele keren uitgebreid en verbeterd. Aan grondwater is extra aandacht gegeven. Met behulp van het beheerbestand is onderzoek gedaan naar bovengrondse afstroming van hemelwater. Hiermee zijn risicokaarten opgesteld, die aangeven waar een verhoogd risico bestaat voor water op straat.
Onderhoud
Vrijvervalriolen zijn met een frequentie van eens in 5 jaar gereinigd en eens in de 10 jaar geïnspecteerd. Dit is vaker dan in het GRP was voorgenomen, om zo stankoverlast en verstoppingen te voorkomen. Gemalen zijn twee keer per jaar gereinigd en geïnspecteerd, drukrioolunits zijn één keer per twee jaar gereinigd en geïnspecteerd. De inspecties zijn gebruikt om te bepalen welke onderdelen moeten worden gerepareerd. Bij de vrijvervalriolen is ook gebruik gemaakt van meldingen van inwoners over verzakkingen en verstoppingen. Vanuit het riool zijn reparaties uitgevoerd, maar ook bovengronds zijn onderhoudsmaatregelen uitgevoerd (bijvoorbeeld het herstellen van verzakte putten). Er is onderzoek gedaan naar de storingen in het drukrioolstelsel. Zo is duidelijkheid ontstaan over het grote aantal storingen.
Vervangen
Op basis van ingrijpmaatstaven, leeftijd van de riolering en werkzaamheden aan de bovenliggende weg is bepaald wanneer vrijvervalriolen moesten worden vervangen. De afgelopen jaren zijn werkzaamheden uitgevoerd in Haastrecht (Centrum, Agterpoort, Bergvliet Zuid, industrieterrein Galgoord), Stolwijk (dorp oost, Nijverheidsweg en omgeving, centrum) en Vlist.
Bij enkele gemalen en drukrioleringunits zijn de mechanische en elektrisch delen vervangen. Bij één gemaal zijn de bouwkundige delen vervangen.
Overig
Het voornemen was om met het hoogheemraadschap een afvalwaterakkoord op te stellen. Dit is nog niet gebeurd.
2.7 Lessen uit de afgelopen planperiode
Databeheer blijft een aandachtspunt
Databeheer heeft bij alle gemeenten de laatste jaren extra aandacht gekregen. De huidige databestanden zijn de afgelopen jaren aangevuld en verbeterd en er zijn metingen uitgevoerd om meer en betere informatie te krijgen. Er zijn meetpunten geplaatst bij overstorten en er zijn grondwaterpeilbuizen geïnstalleerd. De opgelopen achterstand is weggewerkt, maar het blijft een aandachtspunt omdat het lastig blijkt om de databestanden volledig en actueel te houden.
Streven naar meer eenheid in aanpak onderhoud
Onderhoud is in elke gemeente op een andere manier ingevuld. De frequentie waarmee reiniging en inspectie plaatsvond verschilt. Uit de verscheidenheid blijkt dat er meerdere opties bestaan, maar de beste optie voor de nieuwe gemeente is nog niet bepaald.
Strategie bepalen voor vervanging vrijvervalriolen
Door verzakkingen moeten vrijvervalriolen relatief snel worden vervangen. Elke gemeente ging hier anders mee om. Allemaal keken ze naar de leeftijd en ingrijpmaatstaven, maar meerdere gemeenten namen heel sterk de vervanging van de bovenliggende weg mee in de beslissing om wel of niet het riool te vervangen. Uit de verschillen blijkt dat er meerdere opties bestaan, maar de beste optie voor de nieuwe gemeente is nog niet bepaald.
Aandacht voor afstemming afspraken
Het meten en monitoren is opgepakt binnen de samenwerkende K5 gemeenten. De manier van werken is wat dit betreft hetzelfde. Verder wordt er nog hard gewerkt aan het afstemmen van afspraken. Elke gemeente heeft op basis van eigen omstandigheden en ervaringen afspraken gemaakt met hoogheemraadschappen, provincies en Rijkswaterstaat. Deze afspraken moeten gelijk worden getrokken.
3 Wat willen we bereiken
3.1 Wat willen we bereiken op de lange termijn
De wijze waarop we willen omgaan met afvalwater, hemelwater en grondwater hebben we beschreven in een visie. Deze visie geeft aan waar we naartoe werken. In de rest van dit hoofdstuk leggen we uit welke stappen we gaan zetten om deze visie te bereiken. We verwachten niet dat we deze visie na de komende planperiode hebben behaald, wel dat we duidelijke vooruitgang hebben geboekt.
Visie ten aanzien van de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater in de gemeente Krimpenerwaard Met een goed functionerende afvalwaterketen wordt de volksgezondheid beschermd, een goede leefomgeving bevorderd en schade aan het milieu voorkomen. We delen als gemeente de verantwoordelijkheid voor het goed laten functioneren van de afvalwaterketen met de hoogheemraadschappen. Afvalwater wordt op duurzame wijze ingezameld en getransporteerd. Het ontstaan van afvalwater wordt zoveel mogelijk beperkt door afvalwater (huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater) zoveel mogelijk gescheiden te houden van schoon water (hemelwater en grondwater). Schoon water wordt lokaal teruggebracht in het milieu, afvalwater wordt naar de AWZI getransporteerd. Inspanningen zijn gericht op het zoveel mogelijk voorkomen en beperken van wateroverlast. Door maatregelen in de openbare ruimte wordt in het geval van extreme neerslag water naar plekken geleid waar het zo min mogelijk overlast geeft. Waar mogelijk gebeurt dit door natuurlijke afstroming, maar om water weg te krijgen van lage punten is het soms nodig om water te verpompen. Bij het bepalen van maatregelen wordt rekening gehouden met de gevolgen van klimaatverandering. Grondwater is een natuurlijk verschijnsel. Om een leefbare omgeving voor burgers en bedrijven te creëren moet soms actief invloed worden uitgeoefend op grondwaterstanden, dat gebeurt altijd zo beperkt mogelijk. Structurele grondwaterproblemen worden voorkomen, bestaande problemen zijn weggenomen. Oppervlaktewateren spelen een grote rol in het functioneren van de riolering in onze gemeente. Vanwege de grote rol zien we ze als integraal onderdeel van het rioolstelsel. Samen met de hoogheemraadschappen zorgen we ervoor dat oppervlaktewateren voldoende water kunnen afvoeren en de kwaliteit van het water past bij de manier waarop we het water gebruiken. |
3.2 Stedelijk afvalwater
3.2.1 Wettelijke zorgplicht
Op grond van de Wet milieubeheer artikel 10.33 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt van de in de gemeente gelegen percelen. Stedelijk afvalwater bestaat volgens de wet uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater kent in vergelijking met de andere zorgplichten weinig vrijheid: inzamelen en transporteren met een openbaar vuilwaterriool naar een zuiveringsinrichting van het waterschap/hoogheemraadschap is verplicht. Een uitzondering hierop is mogelijk indien met het aan te leggen alternatief een zelfde graad van milieubescherming wordt bereikt. Ook kan de provincie (anno 2016 nog) een ontheffing voor de zorgplicht verlenen indien de kosten niet opwegen tegen het te behalen milieurendement. Na verlening van de ontheffing wordt de lozer verantwoordelijk voor het voldoen aan de lozingseisen. Op grond van afspraken in het Bestuursakkoord Water van 2011 zal de ontheffingsmogelijkheid overigens verdwijnen. Zodra dit formeel is doorgevoerd in de wet zullen de betrokken overheden onderling afspraken moeten maken over wat toelaatbaar is.
3.2.2 Stand van zaken
In de gemeente Krimpenerwaard zijn bijna alle percelen aangesloten op riolering of lozen via een septic tank of IBA (een systeem dat zorgt voor beperkte zuivering). Enkele (recreatie)woningen en woonboten lozen ongezuiverd op oppervlaktewater. Alle nieuwbouw wordt aangesloten op riolering. In de Beleidsregel directe lozingen van huishoudelijk afvalwater van het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard is vastgelegd hoe wij dienen om te gaan met nog niet op riolering aangesloten percelen.
3.2.3 Komende jaren
De huidige rioolstelsels worden de komende jaren zoveel mogelijk in stand gehouden. Er wordt onderhoud uitgevoerd en waar nodig worden onderdelen gerenoveerd of vervangen. Als er kansen zijn voor kleine verbeteringen, dan worden deze doorgevoerd.
Ontzorgen
Om een goede zorg te garanderen kiest de gemeente ervoor om de burger te ‘ontzorgen’. Dit betekent dat binnen de bebouwde kom de gemeente de verantwoordelijkheid op zich neemt om een rioolaansluiting aan te bieden en dat buiten de bebouwde kom de gemeente aangeeft op welke manier een aansluiting moet worden gemaakt op drukriolering. Op deze manier organiseert de gemeente dat op een overeenkomstige manier een rioolaansluiting wordt gemaakt.
Deze overeenkomstigheid in rioolaansluitingen vergemakkelijkt het onderhoud ervan door de gemeente en eigenaren, voorkomt stagnatie van het werk van de aannemer, betekent dat de huisaansluitleiding deugdelijk wordt aangebracht en minimaliseert de kans op overlast door breuk of verstopping.
De enige uitzondering op het ontzorgen is er bij percelen met een IBA. De gemeente ziet de aanleg en het onderhoud van IBA’s als de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar. Het hoogheemraadschap houdt hier toezicht op.
Nog niet aangesloten panden
Een aantal panden zijn nog niet aangesloten op riolering of een IBA. Vanwege hoge aansluitkosten en een beperkt milieurendement (bijvoorbeeld omdat het pand binnen korte tijd zou worden gesloopt) is er in het verleden voor gekozen om geen rioolaansluiting te maken of IBA aan te leggen. Het is de ambitie om zoveel mogelijk panden alsnog aan te sluiten, zolang dit tegen redelijke kosten mogelijk is en bijdraagt aan een betere oppervlaktewaterkwaliteit. Perceeleigenaren, de hoogheemraadschappen en Rijkswaterstaat spelen een belangrijke rol bij deze keuze om panden alsnog aan te sluiten. We volgen de Beleidsregel directe lozingen van huishoudelijk afvalwater van het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. De komende jaren zetten we ons in om op de meest kritische locaties een rioolaansluiting te realiseren.
Huisaansluitleidingen
Bij rioolvervanging binnen de bebouwde kom neemt de gemeente de huisaansluitleidingen direct mee Hierbij hanteert de gemeente de volgende uitgangspunten:
- .
de gemeente vervangt enkel de huidige leidingen tot een lengte van maximaal 7 meter op particulier terrein;
- .
indien er obstakels zijn (bijvoorbeeld een boom of tuinhuisje) dan wordt enkel de leiding tussen de weg en het obstakel vervangen;
- .
er wordt altijd een erfafscheidingsput geplaatst;
- .
de kosten van de vervangingswerkzaamheden zijn voor de gemeente;
- .
na vervanging van de huisaansluitleiding gaat het gedeelte op het eigen perceel over in beheer van de perceeleigenaar;
Zo wordt het goed functioneren van de riolering gewaarborgd en wordt onnodige overlast tijdens en na uitvoering van de werkzaamheden voorkomen. Na overdracht van het eigendom wordt bij verstoppingen vanuit de erfafscheidingsput gekeken om te bepalen waar de oorzaak ligt. (indien er geen erfafscheidingsput geplaatst is wordt perceelgrens aangehouden.)
- .
Als de oorzaak (breuk, wortels, schade) van de verstopping op openbaar terrein ligt , dan is de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud.
- .
In alle andere gevallen is de huiseigenaar of de (ver)huurder verantwoordelijk.
Bij nieuwe aanleg buiten de bebouwde kom, zal de perceeleigenaar en/of projectontwikkelaar hiervoor de kosten dragen. De aanschaf van het minigemaal en de aansluiting op het bestaande drukrioleringssysteem gaat in nauw overleg met de gemeente en de perceeleigenaar en/of projectontwikkelaar. Het minigemaal en de aansluiting op het bestaande drukrioleringssysteem komen bij ingebruikname in eigendom en beheer van de gemeente, hiervoor zal op kosten van de perceeleigenaar en/of projectontwikkelaar een recht van opstal worden gevestigd, dit zal worden vastgelegd in een notariële akte.
In het buitengebied is de perceeleigenaar verantwoordelijk voor de aansluitleiding van de gevel tot het minigemaal of tot op de eventueel in het perceel aanwezige gemeentelijke verzamelrioolleiding.
Wanneer voor bijvoorbeeld ver- of bebouwing uitbreidingen op of wijzigingen aan de het in het perceel aanwezige rioolstelsel moeten worden uitgevoerd zal dit gebeuren op kosten van de initiatiefnemer/eigenaar.
3.3 Hemelwater
3.3.1 Wettelijke zorgplicht
Vanuit de Waterwet artikel 3.5 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. Deze verantwoordelijkheid geldt alleen zolang degenen die zich wil ontdoen van hemelwater niet redelijkerwijs de mogelijkheid heeft om het hemelwater zelf in de bodem of op het oppervlaktewater te lozen.
3.3.2 Stand van zaken
In het grootste deel van de bebouwde kom ligt gemengde riolering. Hemelwater wordt door dezelfde buis afgevoerd als het afvalwater. Delen van de gemeente hebben aparte hemelwaterriolering, waarbij het hemelwater apart wordt ingezameld en afgevoerd naar nabijgelegen oppervlaktewater. Op een aantal locaties is het wegdek licht hellend aangelegd, zodat het hemelwater bovengronds afstroomt naar een naastgelegen oppervlaktewater.
Oppervlaktewateren worden gebruikt om het hemelwater weg te voeren uit de bebouwde omgeving. Sommige watergangen zijn de laatste jaren aangepast om meer water te kunnen bergen en af te voeren. Hiermee maken ze onderdeel uit van het openbare hemelwaterstelsel van de gemeente.
3.3.3 Komende jaren
Ook het hemelwaterrioolstelsel wordt de komende jaren zoveel mogelijk in stand gehouden. Dit betekent dat het goed wordt onderhouden en waar nodig wordt vervangen. Als er kansen zijn voor kleine verbeteringen, dan worden deze doorgevoerd.
Hevigere buien
Het aantal zware regenbuien neemt toe. KNMI voorspellingen geven aan dat het aantal en de hevigheid van de regenbuien waarschijnlijk verder toeneemt.
Om deze zwaardere buien te kunnen verwerken zorgen we ervoor dat het rioolstelsel voldoende afvoercapaciteit heeft om een hoeveelheid neerslag van 20 mm in 1 uur te kunnen verwerken zonder dat dat leidt tot water op straat. Daarnaast zorgen we bij de inrichting van de openbare ruimte dat ruimte wordt gemaakt voor bovengrondse berging van overtollig hemelwater (bijvoorbeeld op straat). Daar waar water niet over maaiveld kan afstromen naar een plek waar het geen overlast geeft, wordt een andere doelmatige oplossing gezocht die de kans op wateroverlast verkleint (bijvoorbeeld het vergroten van diameters en afkoppelen van hemelwater).
Aanpassing van de afvoercapaciteit van het bestaande stelsel vraagt enorme investeringen en kan leiden tot omvangrijke ingrepen in bestaand gebied. Eventuele vergroting van de afvoercapaciteit van de riolering vindt daarom alleen plaats gelijktijdig met reguliere rioolvervanging, tenzij in bestaand gebied in de praktijk sprake is van structureel wateroverlast. In het laatste geval wordt ernaar gestreefd de overlast op te heffen door het treffen van lokale maatregelen.
Door klimaatverandering zullen vaker hevige regenbuien voorkomen. Vanwege de onzekerheid in de hevigheid kunnen we hinder, overlast en schade niet te allen tijden voorkomen maar spannen we ons in om dit zoveel mogelijk te beperken. Dit betekent dat inwoners moeten accepteren dat zij hinder en overlast kunnen ervaren door neerslag. Als dit een enkele keer gebeurt zullen we nog niet direct maatregelen treffen. De frequentie en mate van de overlast bepaalt of en welke maatregelen we nemen.
De gemeente hoogt periodiek wegen en openbare ruimte op om hemelwater goed te kunnen laten afvloeien naar hemelwaterriolen en watergangen. Van de eigenaren van de omliggende percelen wordt verwacht dat ook zij hun percelen ophogen, zodat hemelwater op een natuurlijke manier naar de juiste plek kan afstromen.
Het milieu: overstorten en afkoppelen
Het rioolstelsel is zo aangelegd dat bij een te groot aanbod van water het rioolwater wordt geloosd op sloten, vijvers en ander oppervlaktewater in de omgeving. Dit voorkomt dat rioolwater op straat komt te staan of in gebouwen omhoogkomt. Een nadeel van een dergelijke overstorting is dat vuilwater terechtkomt in het milieu. We proberen daarom het aantal overstortingen zoveel mogelijk te beperken, maar houden vast aan overstorten die nodig zijn om rioolwater op straat en in gebouwen te voorkomen.
Voor een deel van de gemeente is in samenspraak met de hoogheemraadschappen vastgelegd hoe er met overstorten wordt omgegaan. Deze werkwijze wordt nu gevolgd voor de gehele gemeente. Dit betekent dat als er aanleiding toe is (bijvoorbeeld door klachten van omwonenden of afwijkende meetgegevens) voor een overstortlocatie wordt bepaald welke maatregelen mogelijk zijn om de effecten op de waterkwaliteit te beperken zonder dat dat leidt tot ontoelaatbare verslechtering van de afvoercapaciteit van het rioolstelsel.
Afkoppelen van hemelwater zorgt voor minder overstortingen, doordat hemelwater apart van het afvalwater wordt afgevoerd. Met het afkoppelen van hemelwater wordt een duurzamer rioolstelsel gecreëerd, dat voorbereid is op de toekomst. Het is een belangrijk middel om de gemeentelijke visie op de afvalwaterketen van de toekomst te bereiken, daarom wordt geprobeerd om overal het hemelwater van het gemengde riool af te koppelen (alleen hoge kosten en/of ruimtegebrek kunnen reden zijn om niet af te koppelen). Uit kostenoverweging wordt dit gelijktijdig met rioolvervanging gedaan.
Niet-onderheide bebouwing
Binnen de gemeente zijn er een groot aantal niet-onderheide woningen. De wegen zakken ook weg, maar deze worden periodiek door de gemeente verhoogd om ze begaanbaar te houden. Het hoogteverschil tussen de weg en de aangelegen niet-onderheide woningen neemt hierdoor toe. Om te voorkomen dat hemelwater van de weg het perceel van de woning oploopt, wordt tot op heden per perceel naar een oplossing gezocht. Dit leidt tot een grote inzet van personeel en soms ook tot kostbare aanpassingen van het rioolstelsel, wat de gemeente onwenselijk vindt.
We houden in ons beleid daarom zoveel mogelijk vast aan de wettelijke vastgestelde verantwoordelijkheden. Als gemeente zorgen we voor de inzameling en verwerking van hemelwater van het openbare gebied en zorgen er daarbij voor dat hemelwater niet tot afstroming komt naar aangrenzende particulier percelen. In overeenstemming met de waterwet vinden we dat op particulier terrein primair de perceeleigenaar verantwoordelijk is voor de afvoer van hemelwater van het eigen perceel. Pas wanneer de perceeleigenaar het water niet redelijkerwijs zelf naar oppervlaktewater of in de bodem kan brengen mogen zij het hemelwater lozen op het gemeentelijk riool of eventueel andere gemeentelijke voorziening. De perceeleigenaar is zelf verantwoordelijk voor het treffen van voorzieningen om te kunnen lozen (bijvoorbeeld een pompje als afvoer onder vrij verval niet mogelijk is).
Rol burgers en bedrijven
Om bewoners en bedrijven te betrekken gaan we hen actief informeren over de invloed die zij hebben op het afvoeren van hemelwater, wanneer het hemelwater het functioneren van het rioolstelsel nadelig beïnvloedt. Dit doen we onder andere door informatie te verschaffen op de gemeentelijke website.
3.4 Grondwater
3.4.1 Wettelijke zorgplicht
Conform de waterwet artikel 3.6 dragen we als gemeente zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van de beheerder of de provincie behoort.
Nadelige gevolgen kunnen overigens niet alleen optreden bij te hoge grondwaterstanden maar ook bij te lage grondwaterstanden.
3.4.2 Stand van zaken
In grote delen van de gemeente is sprake van hoge grondwaterstanden. De meeste gebouwen in onze gemeente zijn voldoende waterdicht, zodat hoge grondwaterstanden daar niet tot problemen leiden. Ook zijn inwoners gewend aan water in de kruipruimte en soms drassige tuinen. Bij enkele, veelal oudere woningen en gebouwen zijn er ernstige problemen. Zo zijn sommige woningen verzakt, soms zelfs zover dat het vloerpeil gelijk ligt met het oppervlaktewaterpeil.
Kleine delen van de gemeente liggen op hogere zand- en kleigronden. Hier liggen de grondwaterstanden meestal lager en komt weinig overlast voor. Rondom dijken komt wel grondwateroverlast voor, dit wordt veroorzaakt door kwelwater dat onder de dijk door komt.
3.4.3 Komende jaren
Alle grondwatervoorzieningen van de gemeente worden onderhouden, net zoals de voorzieningen voor stedelijk afvalwater en hemelwater. Op dit moment gaat het om een beperkt aantal voorzieningen: drainage en grondwaterpeilbuizen.
Grondwater bij nieuwbouw en rioolvervanging
Bij nieuwbouw bestaat de kans om grondwater mee te nemen in de keuzes die worden gemaakt bij de bouw. Uitgangspunt voor de gemeente is om grondwater zoveel mogelijk ‘natuurlijk’ te behandelen. Dit betekent dat als er in gebieden met hoge grondwaterstanden wordt gebouwd, zoveel mogelijk het gebouw wordt aangepast om bruikbaar te zijn bij hoge grondwaterstanden. Dit kan bijvoorbeeld door een perceel op te hogen voordat het wordt bebouwd, een passende fundering aan te leggen en alle leefruimtes waterdicht te maken (dus ook de vloer).
Bij ingrepen in het openbare gebied (bijvoorbeeld rioolvervanging) informeert de gemeente de burgers voorafgaand aan de werkzaamheden over de mogelijke wijzigingen in de grondwaterstand, maatregelen die de gemeente treft en maatregelen die de bewoners of bedrijven zelf kunnen treffen om grondwateroverlast en / of –onderlast te bestrijden.
Grondwater: structurele overlast en doelmatige maatregelen
Perceeleigenaren zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen tegen grondwateroverlast. De gemeente ondersteunt hierin, door middel van haar ‘regierol’ (zie 3.4.3). Als blijkt dat er een verband bestaat tussen het handelen van een persoon of organisatie en de grondwateroverlast, dan dient degene die de overlast veroorzaakt een oplossing te bieden. Gemeente, hoogheemraadschap en provincie kunnen de organisatie zijn die een oplossing moet bieden, maar ook omliggende bedrijven en buren kunnen een juridische verplichting hebben om de grondwateroverlast te verhelpen.
Indien geen enkele andere partij een verplichting heeft om de grondwateroverlast te verhelpen, dan is de gemeente aan zet. Op dat moment moet de gemeente bepalen of er sprake is van ‘structureel nadelige gevolgen’ en ‘doelmatige maatregelen’. Alleen als er sprake is van ‘structureel nadelige gevolgen’ die met ‘doelmatige maatregelen’ kunnen worden verholpen, zal de gemeente maatregelen treffen.
Onder structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand verstaat de gemeente dat door een te hoge of te lage grondwaterstand de gebruiksfunctie van het openbare gebied of van particuliere percelen langdurig of herhaaldelijk wordt aangetast. De gemeente spreekt dan van structurele grondwateroverlast of grondwateronderlast.
Voorbeelden van structurele grondwateroverlast en -onderlast zijn:
- -
aantasting leefbaarheid (vochtige verblijfsruimten);
- -
schade aan openbare verhardingen;
- -
afsterven van groenvoorzieningen;
- -
aantasting van de gebruiksfunctie door droogstand van houten paalfunderingen.
Grondwateronderlast in de vorm van droogstand van houten paalfunderingen treedt vaak onopgemerkt op, vaak jarenlang zonder zichtbare schade. Het probleem wordt meestal pas zichtbaar als de vaak grote en onomkeerbare schade al is opgetreden. Als er meldingen komen, is het dus vaak al te laat en zijn ingrijpende maatregelen nodig. Daarom vindt de gemeente meldingen van grondwateronderlast geen goede maatstaf om grondwateronderlast als structureel te beschouwen. De gemeente beschouwt grondwateronderlast als structureel als er langdurig te lage grondwaterstanden optreden en uit projectmatig onderzoek blijkt dat de gebruiksfunctie hierdoor wordt aangetast.
Naast structurele overlast- of onderlast kan ook niet-structurele overlast- of onderlast voorkomen. Hieronder wordt verstaan tijdelijk overlast door tijdelijk te hoge of te lage grondwaterstanden. De gebruiksfunctie van het openbare- of particuliere perceel wordt hierbij niet aangetast.
Een voorbeeld van niet structurele overlast is water in de kruipruimte bij hevige regenbuien
Indien er sprake is van structurele overlast moet worden bepaald of deze kan worden verholpen of verminderd met ‘doelmatige maatregelen’. De gemeente beziet de doelmatigheid per locatie vanuit de kosten en effecten van de maatregel. Vanuit doelmatigheid (kosteneffectiviteit) wordt de aanleg van drainage in openbaar gebied bij voorkeur zoveel mogelijk gecombineerd met rioolvervanging en/of ophoging en herbestrating. Dit kan inhouden dat maatregelen worden uitgesteld. Als te nemen maatregelen leiden tot andere negatieve gevolgen, die de gevolgen van de grondwaterstand overschrijden, kan de gemeente besluiten af te zien van maatregelen of besluiten om de maatregelen uit te stellen.
In de meeste gevallen van grondwateroverlast en -onderlast zal de gemeente gelijktijdig met omwonenden maatregelen moeten treffen. De gemeente neemt namelijk enkel maatregelen op openbaar terrein. Als er werkzaamheden nodig zijn op particulier terrein, dan is dit voor rekening van de perceeleigenaar. Goed overleg tussen gemeente en omwonenden is daarom noodzakelijk.
Regierol gemeente
De gemeente neemt altijd een regierol op zich bij een melding van grondwateroverlast. Dit betekent dat een melding in ontvangst wordt genomen, wordt beoordeeld en alle relevante informatie die bij de gemeente beschikbaar is openlijk wordt gedeeld. De gemeente zal niet zelf het onderzoek naar de oorzaken en oplossingen uitvoeren, tenzij de melder aannemelijk kan maken dat hij zelf de overlast niet kan verminderen en geen enkele andere partij de overlast veroorzaakt.
Om deze regiorol beter te vervullen investeert de gemeente in het grondwatermeetnet. Verspreid door de gemeente komen peilbuizen. Er worden langjarig meetgegevens verzameld, zodat een beter beeld ontstaat van de grondwaterfluctuaties.
Voorkeursmaatregelen grondwater
Bij grondwateroverlast in het bestaande openbare gebied hanteert de gemeente de onderstaande voorkeursvolgorde voor maatregelen:
- -
vergroten drooglegging en ontwatering door ophoging, hierbij wordt een minimale drooglegging van 0,60 meter nagestreefd;
- -
aanleggen van extra oppervlaktewater (vaak alleen mogelijk bij revitalisering/nieuwbouw);
- -
aanleg drainagesystemen.
In gebieden met grote afstanden tot oppervlaktewater en zonder bestaande ontwateringsvoorziening ziet de gemeente het als doelmatig om gelijktijdig met de rioolvervanging een drainagesysteem aan te leggen. Hierbij worden meteen uitleggers richting de aanliggende percelen aangelegd op het gewenste ontwateringsniveau.
De gemeente zal geen grondwatermaatregelen nemen op particulier terrein. Wel zal ze bij structurele overlast kijken of het mogelijk is om op doelmatige manier het overtollig grondwater van particulier terrein af te voeren. De gemeente neemt dan vanaf de perceelgrens het water in ontvangst en voert het af volgens de volgende voorkeursvolgorde voor de afvoer van overtolliggrondwater:
- 1.
naar oppervlaktewater;
- 2.
naar openbaar drainagesysteem;
- 3.
naar een niet bemalen openbaar hemelwaterstelsel;
- 4.
naar een bemalen openbaar hemelwaterstelsel;
- 5.
naar een bemalen gemengd/vuilwaterstelsel.
3.5 Stedelijk oppervlaktewater
3.5.1 Wet- en regelgeving
Het oppervlaktewatersysteem binnen de bebouwde kom wordt aangeduid als stedelijk water. Water dat afstroomt van verharde oppervlakken komt in deze oppervlaktewateren terecht. De eigenaar van het oppervlaktewater moet zelf zorgen voor het onderhoud. Buiten de bebouwde kom is het meeste oppervlaktewater eigendom van het hoogheemraadschap, binnen de bebouwde kom is het eigendom van zowel het hoogheemraadschap, de provincie, gemeenten als particulieren. Omdat het oppervlaktewater binnen de bebouwde kom nodig is voor het bergen en afvoeren van overtollige neerslag uit de bebouwde kom, zien we het als onderdeel van het hemelwaterstelsel.
3.5.2 Stand van zaken
De gemeente ligt tussen de rivieren de Lek en de Hollandsche IJsel. Verschillende grote watergangen doorkruisen de gemeente en voeren water af naar deze rivieren. Sloten voeren water af naar deze watergangen. Zo is het hele stelsel op elkaar afgestemd.
Het hoogheemraadschap beheert het waterpeil. Bij het bepalen van het gewenste waterpeil kijken ze naar economische belangen, ecologie, de benodigde waterbuffer en andere zaken. Per peilgebied wordt vastgelegd welk waterpeil er wordt gehanteerd en hoeveel dit mag fluctueren.
3.5.3 Komende jaren
De gemeente wil schoon, helder en bruikbaar water. Het is daarom belangrijk om zo min mogelijk overstortingen vanuit het riool te laten plaatsvinden. En er is voldoende circulatie nodig van het water, zodat het water niet stilstaat.
Om hemelwater en grondwater te kunnen afvoeren is voldoende waterberging nodig. Hiervoor worden watergangen gebaggerd en worden beschoeiingen op peil gehouden. Door de toevoer van hemelwater en grondwater wordt verdroging tegengegaan.
Stedelijk water dient ook andere doelen. Het verfraait bijvoorbeeld de ruimtelijke omgeving en heeft toeristische waarde. Bij aanpassingen aan stedelijk water wordt daarom altijd rekening gehouden met deze andere doelen. De kosten hiervoor komen overigens niet ten laste van de riolering.
3.6 Personeel en financiën
3.6.1 Wet- en regelgeving
Het Bestuursakkoord Water is van belang voor de personele capaciteit en de financiën van de gemeente. Dit bestuursakkoord roept op tot meer samenwerking in de afvalwaterketen tussen gemeenten en hoogheemraadschappen. Om kosten te besparen, kwaliteit te verhogen en kwetsbaarheid te verlagen moet meer samenwerking tot stand worden gebracht.
Voor de financiën dient de gemeente zich te houden aan wetten en regels. Belangrijk is het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), omdat hierin regels staan voor de rioleringsbegroting. Ook is er veel jurisprudentie die aangeeft welke kosten wel en niet mogen worden meegenomen. Binnen deze regels bestaat er een zekere vrijheid voor gemeenten om hun eigen keuzes te maken.
3.6.2 Stand van zaken
Door de fusie is het medewerkersbestand veranderd. In de nieuwe samenstelling wordt geprobeerd om medewerkers meer te laten specialiseren in onderdelen van de afvalwaterketen, in plaats van het meer generalistische werk dat voorheen werd gedaan.
De samenvoeging van de financiën loopt op dit moment nog. Vanaf 2016 is overgegaan op een gezamenlijke rioleringsbegroting. Ook is de rioolheffingsmaatstaf vanaf dat jaar gelijkgetrokken.
3.6.3 Komende jaren
Door de fusie verandert het werk van de rioleringsmedewerkers. Voorheen waren zij alleen of met één collega verantwoordelijk voor het hele pakket aan werkzaamheden dat hoort bij de rioleringszorg. Zij zullen zich de komende jaren meer specialiseren in onderdelen van het totale werkpakket. Dit vraagt voor de komende jaren veel uitzoekwerk en afstemming, maar leidt op lange termijn tot een efficiënte organisatie met gespecialiseerde medewerkers. De samenwerking in de afvalwaterketen gaat hieraan bijdragen. Door de fusie zijn de verhoudingen veranderd: bijna alle samenwerkingspartners vormen nu één gemeente. Veel kennis en ervaring is nu binnenshuis. Toch kan het soms handig zijn om de kennis en ervaring van buiten te halen. Hiervoor is de samenwerking in de afvalwaterketen bedoeld: leren van elkaar en hier voordeel uit behalen. Dit is voor de gemeente een wederkerig principe: er kan iemand van buiten voor een specifiek project binnen de gemeente Krimpenerwaard worden ingezet, maar er kan ook een medewerker van de gemeente Krimpenerwaard voor een project buiten de gemeente worden ingezet.
Dit GRP is een belangrijke stap in het gelijktrekken van de financiën. Door het gladtrekken van de verschillen ontstaan verschuivingen in de belastingtarieven: sommigen gaan meer betalen, anderen minder.
Uitgangspunt voor de komende jaren is dat alle kosten die redelijkerwijs aan riolering vallen toe te rekenen, ook worden meegenomen in de rioolheffing. Dit betekent dat alle kosten voor de ondergrondse rioolbuizen worden meegenomen, maar ook een deel van de kosten van het straatvegen (zo komt er minder vuil in het riool) en een deel van de kosten om de oppervlaktewateren te beheren (zo voeren we hemelwater af dat niet meer in het riool terechtkomt). Afschrijvingstermijnen hebben veel invloed op de hoogte van de rioolheffing. Aan de ene kant zorgen ze ervoor dat de kosten van een project gelijk worden gedeeld over de periode dat er voordeel van is. Aan de andere kant moet er rente worden betaald over alle jaren dat aflossing plaatsvindt. Het streven is daarom de aflossing zoveel mogelijk in te korten. Echter, voorlopig is er te weinig geld in de rioleringsvoorziening om dit te doen, daarom worden nu nog financiële afschrijvingstermijnen gehanteerd die bijna gelijk zijn aan de technische levensduur.
Ook de heffingsmaatstaf heeft invloed op de uiteindelijke hoogte van de rioolheffing. Dit gaat enkel om de verdeling van de lasten: wie betaalt het meest? De klankbordgroep harmonisatie belastingen heeft in haar rapportage geadviseerd om als heffingsmaatstaf een gebruikersheffing te gebruiken. Voor de categorie woningen is dit te heffen op basis van een bedrag per aansluiting, gedifferentieerd naar één- en meerpersoonshuishoudens. De categorie niet woningen wordt aangeslagen op basis van de WOZ-waarde (met een bovengrens in het tarief).
3.7 Van beleid naar praktijk
Met behulp van doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden (DoFeMaMe) worden de beleidskeuzes vertaald naar de praktijk. De doelen zijn in heel Nederland geldende doelen voor rioleringsbeheer: afvalwater moet worden ingezameld en getransporteerd naar de AWZI, hemelwater moet waar nodig worden ingezameld en goed worden verwerkt, grondwater mag geen belemmering geven voor het gewenste grondgebruik. Dit is uitgewerkt in functionele eisen aan het rioolstelsel. Ook zijn maatstaven vastgelegd, waarmee de functionele eisen meetbaar worden. Met behulp van de meetmethoden valt dit te controleren. De tabellen met daarin de koppeling van doelen tot meetmethoden is vastgelegd in Bijlage 7.
3.8 Wat wordt van inwoners en bedrijven verwacht
De gemeente kan veel regelen en sturen in het functioneren van de riolering, maar ze kan niet alles zelf uitvoeren. Inwoners en bedrijven hebben ook een belangrijke invloed op het functioneren. De gemeente wil zo min mogelijk extra regels en verplichtingen aan hen opleggen, maar wil wel dat inwoners en bedrijven bijdragen aan het goed laten functioneren van de riolering. De gemeente verwacht:
-
- 1)
dat inwoners en bedrijven het riool verstandig gebruiken (geen zaken in het riool lozen die daar niet in thuis horen, bijvoorbeeld frituurvet, medicijnen, doekjes);
- 2)
dat rioolaansluitingen zorgvuldig worden aangelegd;
- 3)
dat inwoners en bedrijven hemelwater zelf opvangen en bergen als dat redelijkerwijs mogelijk is;
- 4)
dat hinder (water-op-straat), binnen de gestelde kaders, wordt geaccepteerd;
- 5)
dat inwoners en bedrijven bij grondwateroverlast controleren of hun woning of bedrijf voldoende waterdicht is;
- 6)
dat eigenaren ervoor zorgen dat hun woning, bedrijfspand en gehele perceel op voldoende hoogte blijft ten opzichte van het omliggende gebied.
- 1)
Bij optredende problemen streeft de gemeente altijd naar lokale maatwerkoplossingen. Wat de burger van de gemeente mag verwachten is verwoord in hoofdstuk 4 en 5.
4 Hoe staan we ervoor
4.1 Overzicht van de riolering
Binnen onze gemeente Krimpenerwaard ligt een omvangrijk stelsel van rioleringsvoorzieningen.
Tabel 4-1 Overzicht rioleringsvoorzieningen
-
Onderdeel
aantal
eenheid
Onderdeel
aantal
eenheid
Vrijvervalriolering
281,9
km
IBA’s in eigen beheer
0
stuks
-gemengd
171,9
km
Gemalen
63
stuks
-DWA
41,8
km
Drukriolering
-HWA (+varianten)
59,2
km
-units
1.831
stuks
-drainage
5,6
km
-leidingen
194,9
km
-overig
3,4
km
Oppervlaktewateren
194
km
Stedelijk afvalwater
Het stedelijk afvalwater in de bebouwde kom van de gemeente Krimpenerwaard wordt via huisaansluitleidingen ingezameld en met vrijvervalriolen, gemalen en transportleidingen afgevoerd naar de AWZI’s Ammerstol, Bergambacht, Berkenwoude, Gouda, Groot-Ammers, Groote Zaag, Haastrecht, Stolwijk.
Buiten de bebouwde kom wordt van de meeste percelen het huishoudelijk afvalwater ingezameld met het drukrioolstelsel (binnen dit stelsel liggen ook delen vrijvervalriool) en daarna ook met gemalen en transportleidingen afgevoerd naar dezelfde AWZI’s. In totaal lozen 75 percelen hun afvalwater ongezuiverd, op een septic tank (een basiszuivering) of op een IBA (een individuele zuivering met goed verwijderingsrendement). Zie Bijlage 5 voor een overzicht van de niet op riolering aangesloten percelen.
Bijna alle percelen zijn aangesloten op riolering of een IBA. Er zijn 75 percelen niet aangesloten. Hiervan zijn 5 percelen die worden aangesloten zodra wordt begonnen met de geplande woningbouw in het gebied. Naar een aantal niet-aangesloten percelen is extra onderzoek nodig, om te beoordelen welke maatregelen nodig zijn.
Hemelwater
Hemelwater wordt in grote delen van onze gemeente apart ingezameld. Op veel plekken stroomt het meteen af in naastgelegen oppervlaktewater, bijvoorbeeld van wegen die onder een kleine hellingshoek richting een sloot zijn aangelegd. Ook zijn er aparte hemelwaterriolen aangelegd, waar regenpijpen en straatkolken op zijn aangesloten. Via de hemelwaterriolen wordt het water afgevoerd naar een iets verder gelegen oppervlaktewater.
Grondwater
Ter beheersing van de grondwaterstand zijn in delen van de kernen grondwatervoorzieningen aanwezig. Dit betreft veelal drainage waarmee overtollig grondwater wordt afgevoerd naar oppervlaktewater. Ook zijn er drainage-transportriolen (DT-riolen) waarmee zowel overtollig grondwater als hemelwater wordt ingezameld en afgevoerd naar oppervlaktewater. In gebieden met alleen gemengde riolering wordt overtollig grondwater van particulieren middels dit stelsel ingezameld en afgevoerd naar de RWZI.
Vrijvervalriolering
Tot 1986 werd vooral gemengde riolering aangelegd, daarna nam het aandeel (verbeterd) gescheiden gescheiden riolering (RWA+DWA) toe. De verdeling over de verschillende aanlegperiodes is te zien in Figuur 4-1.
Figuur 4-1 Aanlegperiode riolering
4.2 Toestand van de riolering
Vrijvervalriolering
De toestand van de vrijvervalriolering wordt bijgehouden door het regelmatig uitvoeren van inspecties met een videocamera door de buis. Tussen 1994 en nu is bijna de helft van de vrijvervalriolering geïnspecteerd. De videobeelden zijn volgens de geldende normen beoordeeld. Hieruit is een overzicht gekomen welke riolen een beschadiging hebben en welk type beschadiging dit is.
Binnen de gemeente Krimpenerwaard liggen veel verzakte riolen. Dit beïnvloedt de afstroming (water stroomt niet meer goed weg), vergroot de kans op verstoppingen en aantasting (vuil bezinkt in de laagste delen van het riool) en zorgt voor meer infiltratie van grondwater en exfiltratie van rioolwater (door de ongelijke delen kan water in en uit de rioolbuis stromen). Een deel van de beschadigde en/of verzakte vrijvervalriolen is daarom al hersteld. Bij de overige verzakte vrijvervalriolen gebeurt dit zodra er werkzaamheden aan het riool of de weg zijn gepland.
Gemalen en drukrioleringunits
De gemalen en drukrioleringunits zijn regelmatig geïnspecteerd. Indien er aanleiding toe was zijn direct reparaties uitgevoerd en/of grotere onderdelen volledig vervangen. Over het algemeen functioneren de gemalen en drukrioleringunits goed.
Naast het reguliere onderhoud is ook storingsonderhoud uitgevoerd. Door vervuiling, aantasting en de soms complexe mechanische en elektrische componenten van zijn gemalen en drukrioleringunits relatief storingsgevoelig. Om snel te kunnen reageren op storing zijn alle gemalen en een groot deel van de drukrioleringsunits aangesloten op telemetrie, waarmee automatisch melding wordt gemaakt als er een storing is. Een deel van de drukrioleringunits hebben een rode lamp die aangeeft dat er een storing is. De bewoners bellen naar een storingsnummer om melding te doen. Na ontvangst van een melding gaat een monteur langs om de storing te verhelpen.
Het onderhoud aan de gemalen en drukrioleringunits voeren we grotendeels in eigen beheer uit. Hierdoor hebben we goed zicht op hoe dit deel van ons rioolstelsel functioneert.
Persleidingen en drukleidingen
Inspectie van persleidingen en drukleidingen is zeer arbeidsintensief en geeft beperkt zicht op de toestand van leiding, daarom gebeurt het alleen als er een goede aanleiding voor is. Tot op heden is er nog geen aanleiding voor geweest: de persleidingen en drukleidingen lijken nog in goede staat. Wel neemt het aantal storingen aan de voedingskabels toe en zijn enkele leidingen gereinigd met een ‘pig’ om vuil en verstoppingen te verwijderen.
Oppervlaktewateren
Oppervlaktewateren in eigendom van de gemeente worden door ons periodiek gebaggerd en indien nodig wordt de beschoeiing vervangen. Het baggeren gebeurt volgens een vaste frequentie, het vervangen van de beschoeiing gebeurt zoveel mogelijk gelijktijdig met groot onderhoud. Indien het financieel en qua ruimtebeslag mogelijk is worden natuurvriendelijke oevers aangebracht.
4.3 Functioneren van de riolering
Het hydraulisch functioneren en het milieukundig functioneren van de riolering kan zowel theoretisch (kan het systeem wat het moet doen) als op basis van werkelijkheid (doet het systeem wat het kan) worden beschouwd. Hierbij wordt respectievelijk gekeken naar de hoeveelheid water die afstroomt, de kwaliteit van het rioolwater dat in het oppervlaktewater terechtkomt en de klachten/meldingen die binnenkomen.
4.3.1 Basisrioleringsplannen
Om te toetsen of de rioolstelsels voldoen aan de eisen die worden gesteld aan het hydraulisch functioneren (afvoercapaciteit) en het milieutechnisch functioneren (vuilemissie) zijn in de afgelopen jaren door de verschillende gemeenten modelberekeningen uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn veelal vastgelegd in een basisrioleringsplan (BRP). In Tabel 4-2 staat een overzicht van alle BRP’n en het jaar van oplevering. Hieronder worden de uitkomsten van elk BRP kort beschreven.
Tabel 4-2 Actuele basisrioleringsplannen
-
Basisrioleringsplan
Jaar van oplevering
Bergambacht
2012
Nederlek
2009
Ouderkerk
2000
Schoonhoven
2011
Vlist
2012
4.3.1.1 Hydraulisch functioneren
Bergambacht
Uit het BRP van Bergambacht kwamen 5 water-op-straat locaties naar voren. Deze locaties liggen in Berkenwoude en Bergambacht, in Ammerstol is geen water op straat berekend. In de praktijk komt op enkele van deze locaties overlast voor.
Nederlek
Uit het BRP van Nederlek kwamen 6 water-op-straat locaties naar voren. Bij al deze locaties speelt het verschil tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld een grote rol. Hierdoor komt er bij een relatief beperkte drukopbouw in de riolen al snel water op straat. Op één locatie wordt het water op straat ook deels veroorzaakt door een te smalle diameter van het riool. De locaties waar theoretisch water op straat zou optreden zijn vergeleken met de locaties waar meldingen van binnen zijn gekomen dat er water op straat blijft staan. Er zijn 5 locaties waar regelmatig meldingen over binnen kwamen, maar het aantal meldingen nam af nadat er bovengrondse en ondergrondse aanpassingen zijn gedaan. Over twee locaties waren meer recente meldingen ontvangen. Bij ongeveer de helft van de locaties waar theoretisch water op straat komt te staan, blijkt dit ook in de praktijk te gebeuren. Door afkoppelen van hemelwater, aanpassingen aan overstorten en het plaatsen van een pomp is de kans op wateroverlast voor deze locaties verminderd.
Schoonhoven
Uit het BRP van Schoonhoven kwamen ook 6 water-op-straat locaties naar voren. Over één van deze locaties kwamen regelmatig meldingen van wateroverlast binnen, bij één andere locatie waren naar aanleiding van meldingen al maatregelen genomen. De oorzaken van de berekende water-op-straat-locaties zitten in een lokaal lagergelegen maaiveld en onvoldoende capaciteit in het rioolstelsel.
Vlist
Uit het BRP van Vlist kwamen ongeveer 15 water-op-straat locaties naar voren. De omvang en ernst verschilden, voor een aantal locaties ging het om zeer beperkte hoeveelheden water op straat of om een klein gebied. De belangrijkste oorzaak van het water op straat ligt in een lager maaiveld dan de omgeving. Bij de reconstructie van het industrieterrein in 2016-2017 worden verschillende overlastlocaties verholpen. Wateroverlast door een laagte in het maaiveld wordt meegenomen in wijkgerichte reconstructies.
Ouderkerk
Voor Ouderkerk is geen recent BRP beschikbaar. Bij de gemeente bestaat het beeld dat het rioolstelsel hydraulisch goed functioneert. Door grootschalige afkoppelen en zijn er aan de Kerkweg pompen geplaatst, waardoor op de kwetsbare locaties de kans op wateroverlast is verkleind.
4.3.1.2 Milieutechnisch functioneren
Bergambacht
Uit het BRP van Bergambacht bleek dat er aan de eisen van de basisinspanning werd voldaan.
Nederlek
Uit het BRP van Nederlek bleek dat de gemiddelde vuiluitworp over het gehele jaar voldeed aan de eisen, maar dat de piekemissies bij regenval te hoog lagen. Er is daarom een pakket aan maatregelen voorgesteld, waaronder het verhogen van de pompcapaciteit van een gemaal en het extra afkoppelen van verhard oppervlak. Samen met het hoogheemraadschap zijn en worden op enkele kwetsbare locaties doorspoelvoorzieningen aangelegd, om zo het effect van overstortingen te verminderen.
Schoonhoven
Uit het BRP van Schoonhoven bleek dat er aan de eisen van de basisinspanning werd voldaan.
Vlist
Uit het BRP van Vlist bleek dat er aan de eisen van de basinspanning werd voldaan. Door het afkoppelen van hemelwater in de kern Vlist is het aantal overstortingen verminderd.
Ouderkerk
Voor Ouderkerk is geen recent BRP beschikbaar. Bij de gemeente bestaat het beeld dat het rioolstelsel milieutechnisch goed functioneert. Er is op veel locaties hemelwater afgekoppeld van het gemengde riool en er zijn enkele bergbezinkvoorzieningen aangelegd die voorkomen dat rioolwater direct in het oppervlaktewater komt.
4.3.2 Klachten en meldingen
Jaarlijks ontvingen de 5 fusiegemeenten enkele tientallen klachten en meldingen. Het grootste deel ging over snel op te lossen problemen, zoals water op straat door verstopte kolken. Een beperkt deel ging over grootschalige of complexe problemen, zoals grondwateroverlast.
Alle klachten en meldingen worden zo snel mogelijk opgepakt. De verdere acties zijn afhankelijk van de aard van de melding en de mogelijkheden om een oplossing te vinden.
4.3.3 Metingen
Middels het monitoren van de riolering is de afgelopen jaren inzicht verkregen in het werkelijk functioneren van de riolering. Dit inzicht helpt om een goede afweging te kunnen maken ten aanzien van doelmatigheid van maatregelen.
4.4 Grondwater
Binnen de gehele gemeente komen hoge grondwaterstanden voor. Dit heeft gevolgen voor veel verschillende onderdelen van de rioleringszorg.
Inzicht in grondwaterstanden
Enkele gemeenten gebruikten een eigen grondwatermeetnet. Het type peilbuis en de frequentie van uitlezen verschilde per gemeente.
Tabel 4-3 Aantal grondwaterpeilbuizen
-
Voormalige gemeente
Aantal peilbuizen
Bergambacht
0
Nederlek
24
Ouderkerk
55
Schoonhoven
0
Vlist
2
Verzakkingen
Door de gehele gemeente heen zakt de ondergrond, slechts in enkele gebieden gebeurt dit niet. De mate van verzakking verschilt per locatie, afhankelijk van onder meer de samenstelling van de bodem, bebouwing en waterpeil. Door met GPS de bodem van rioolputten te meten wordt bijgehouden hoe snel de verschillende delen van het rioolstelsel verzakken. Deze gegevens worden nog enkel gebruikt om de zakking van individuele riolen te bepalen, er vindt geen verder onderzoek mee plaats.
Ophogen openbare ruimte
Om de gevolgen van de verzakking tegen te gaan wordt de openbare ruimte periodiek opgehoogd. De riolering wordt dan indien nodig opnieuw aangelegd, zodat de rioolbuizen ook weer goed liggen. Op enkele locaties in de gemeente heeft dit geleid tot moeilijkheden om een rioolaansluiting te maken. Hier is de weg opgehoogd, maar de omliggende percelen niet. Het gemeentelijk riool lag hierdoor hoger dan de huisaansluitleiding.
Rioolvreemd water
Uit metingen blijkt dat de AWZI’s veel rioolvreemd water ontvangen. Vermoedelijk is een groot deel hiervan grondwater dat via verzakte en lekke riolering instroomt.
Locaties zonder grondwateroverlast
Niet elk gebied kent hoge grondwaterstanden. Op enkele locaties zijn er hoogteverschillen, zandruggen of kleiverhogingen waardoor grondwater geen tot weinig problemen geeft.
Grondwater en rioolvervanging
Gedurende de afgelopen jaren is bij enkele projecten gebleken dat bij rioolvervanging de grondwaterstand meer is gestegen dan was verwacht wat heeft geleid tot klachten. De klachten zijn veelal verholpen door het achteraf treffen van maatregelen. Gezien deze ervaringen zijn de gemeentes overgegaan tot het vrijwel standaard aanleggen van grondwatervoorzieningen (drainage of DT-riolen) bij rioolvervanging. De ervaring leert dat daarmee de stijging van de grondwaterstand voldoende wordt afgevlakt.
Buiten rioolvervangingsprojecten is het aantal klachten over grondwater beperkt of zijn in het verleden al lokale maatregelen getroffen om nadelige effecten te voorkomen.
4.5 Samenwerking in de afvalwaterketen
Samen met het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard en de gemeente Krimpen aan den IJssel wordt al jarenlang samengewerkt. Hiertoe is in 2013 een gezamenlijk afsprakenkader ondertekend. Hiermee wordt invulling gegeven aan het bestuursakkoord water. Jaarlijks wordt de voortgang van de samenwerking en de resultaten ten aanzien van besparingen, vermindering kwetsbaarheid en vergroten kwaliteit gerapporteerd. HHSK is hiervoor de trekker. Ook is OASEN partner geworden in de samenwerking.
Hiernaast zijn een aantal samenwerkingsprojecten opgezet. Er is een gezamenlijk meten en monitoren project opgestart (RAMONA) en er is gezamenlijk onderzoek gedaan naar lamellenfilters.
4.6 Vergunningen en handhaving
Het beoordelen van afvalwater lozingen op de riolering en de controle op het naleven van vergunningen en voorschriften uit de lozingsbesluiten heeft de gemeente uitbesteed aan ODMH. Hiermee zijn zij een belangrijke partner in de rioleringszorg.
Er is regelmatig contact met de omgevingsdienst over de eisen die zij moeten stellen aan vergunning aanvragers, controles die ze uitvoeren en de lopende handhavingstrajecten.
4.7 Risico’s
Bij het beheren van de riolering horen risico’s. Het is goed om deze risico’s te benoemen, zodat hier rekening mee kan worden gehouden. De risico’s die de afgelopen jaren zichtbaar werden zijn:
- .
Overlast door hevige regenbuien komt steeds vaker voor. Het rioolstelsel is ooit aangelegd om een regenbui van ongeveer 20 mm per uur te kunnen verwerken. De hevige regenbuien van de afgelopen jaren hadden een intensiteit van 30-40 mm per uur of zelfs meer. Hierdoor blijft water op straat staan en loopt water in sommige gevallen gebouwen binnen.
- .
Verzakking leidt tot negatieve gevolgen voor de riolering en het afvoeren van water. Niet onderheide woningen komen steeds lager te liggen ten opzichte van de omgeving waardoor de kans op wateroverlast voor deze woningen toeneemt. Ander gevolg van bodemdaling is dat de verbindingen tussen onderheide delen van het rioolstelsel en niet-onderheide delen afscheuren.
4.8 Toetsing
Door de huidige situatie te toetsen aan de doelen, functionele eisen en maatstaven uit hoofdstuk 3, wordt duidelijk wat de aandachtspunten zijn voor de komende periode. Op de volgende pagina staat een uitgebreide toetsing, hieronder noemen we de belangrijkste aandachtspunten.
Nog niet alle bebouwde percelen zijn aangesloten op riolering of een IBA. Uit doelmatigheidsoogpunt is ooit besloten om deze percelen niet aan te sluiten. Door een veranderde situatie en lagere kosten kan deze doelmatigheidsafweging nu anders uitpakken.
Door zetting komen veel verzakkingen van riolen voor. De riolen zakken ongelijk weg, waardoor grondwater de riolen kan instromen, de afstroming in de riolen bemoeilijkt en vuil zich ophoopt in de buis. Bij beperkte verzakkingen is het nog niet nodig om het riool te vervangen, maar zal het riool wel slechter functioneren. Tot nu toe is het beleid om gelijktijdig met wegvervanging ook het riool te vervangen, zodat werkzaamheden efficiënt kunnen worden gecombineerd. Gezien het grote aantal verzakte riolen is dit op lange termijn niet houdbaar: er vinden tot nu toe te weinig integrale projecten plaats om op tijd alle vrijvervalriolen te vervangen.
De afvoercapaciteit van de riolering is nog niet overal voldoende zodat het veiligheidsniveau vanuit de riolering voor wateroverlast niet overal gelijk is. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde locaties gevoeliger zijn voor water op straat.
5 De opgave
5.1 Algemene werkzaamheden
De werkzaamheden die horen bij de rioleringszorg zijn breed. Zo wordt bij bouwprojecten meegewerkt aan het creëren van een goede en duurzame waterhuishouding en een gezonde leefomgeving door het aanleggen van een goede riolering, maar wordt ook gewerkt aan het zo spoedig mogelijk verhelpen van een verstopping die ervoor zorgt dat enkele huizen hun afvalwater niet kunnen lozen. Drie belangrijke onderdelen worden hieronder kort benoemd.
Contact met inwoners en bedrijven
Dagelijks is er contact met inwoners en bedrijven. Dit kan gaan om een melding van een storing in een drukrioleringsunit, maar ook om een bedrijf dat een grote loods wil bouwen en veel afvalwater op het riool wil lozen. Iedere melding en vraag wordt beantwoord.
Samenwerking met RO: nieuwbouwprojecten en herstructurering
Het is belangrijk dat bij nieuwbouw voldoende rekening wordt gehouden met stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Bij grootschalige nieuwbouwprojecten wordt daarom door vakspecialisten advies gegeven over de omgang met afvalwater, hemelwater en grondwater. Ook het hoogheemraadschap kijkt mee bij de grotere projecten. Zo wordt geregeld dat water een juiste plek krijgt in de ruimtelijke ontwikkelingen binnen onze gemeente.
Ook bij herstructurering wordt geprobeerd om water een goede plek te geven in de openbare ruimte. Dit is lastig, omdat ruimtegebrek vaak een beperkende factor is. Verschillende belangen moeten een plek krijgen in het plan, bijvoorbeeld ook vragen vanuit de vakgebieden wegen en groen. Om tot een goed plan te komen is een actieve rol vanuit water dus ook belangrijk, zodat de belangen van alle vakgebieden aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Communicatie over stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater
Om begrip te krijgen voor de afwegingen die de gemeente moet maken en de soms ingrijpende maatregelen is uitleg nodig. De gemeente heeft als overheid bepaalde taken op zich genomen, maar dat betekent niet de gemeente alles doet. Immers, bedrijven en particulieren hebben ook een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om afvalwater, hemelwater en grondwater dat vrijkomen op hun eigen perceel. Met de website en bewonersavonden wordt geprobeerd om hier uitleg over te geven. Ondertussen geven inwoners en bedrijven middels klachten en meldingen maar ook tijdens bewonersavonden ook een belangrijke boodschap terug. Hun boodschap wordt gebruikt om de rioleringszorg verder te verbeteren.
5.2 Nieuwe aanleg
Bij nieuwe aanleg wordt een stelsel aangelegd dat rekening houdt met de toekomst. Samen met de hoogheemraadschappen, projectontwikkelaars en andere vakgebieden binnen de gemeente wordt bepaald hoe er wordt omgegaan met water binnen het gebied. In onder meer het Bouwbesluit, de Keur en gemeentelijke regelgeving is vastgelegd aan welke eisen moet worden voldaan.
5.3 Onderzoeken
Om de rioleringszorg uit te voeren is informatie nodig. Met onderzoeken wordt ervoor gezorgd dat informatie op het juiste moment en in de juiste vorm beschikbaar is.
O1) Gegevensbeheer
Er zijn veel gegevens beschikbaar over riolering. Deels zijn dit ‘statische’ gegevens, zoals de lengte en materiaalsoort van rioolbuizen. Deels zijn dit ook ‘dynamische’ gegevens, zoals het aantal overstortingen en grondwaterstanden. In het rioolbeheerpakket, gemalenbeheerpakket, excelbestanden en andere programma’s worden de diverse gegevens bijgehouden. Correctheid en actualiteit van de gegevens is belangrijk, want ze worden gebruikt voor berekeningen en bij het opzetten van projecten.
Voor de fusie voerde iedereen op een eigen manier het gegevensbeheer uit. De manier, wijze en locatie waar gegevens werden opgeslagen verschilde. Om nu eenduidige gegevensbestanden te krijgen moeten de komende jaren nog veel gegevens worden opgezocht en aangepast.
Om de verschillende bestanden actueel te houden worden revisiegegevens snel na binnenkomst verwerkt en worden tijdens het werk ontdekte incorrecte gegevens snel aangepast.
De benodigde werkzaamheden worden grotendeels in eigen beheer uitgevoerd. Voor specifieke werkzaamheden en ondersteuning bij grootschalige aanpassingen wordt soms een extern bedrijf ingehuurd.
O2) Berekeningen
Om inzicht te krijgen in het theoretisch functioneren van de riolering worden berekeningen uitgevoerd. Dit zijn meestal kleine berekeningen bij een beperkte aanpassing aan het rioolstelsel, maar soms ook berekeningen van het gehele rioolstelsel om periodiek te toetsen hoe het stelsel hydraulisch en milieutechnisch functioneert (in een BRP). Voor de voormalige gemeente Oudekerk wordt deze planperiode een nieuw BRP opgesteld.
Basisrioleringsplan en het Besluit lozingen Buiten inrichtingen Het basisrioleringsplan bevat het overzicht van lozingswerken (inclusief tekeningen) zoals bedoeld in het Besluit lozingen Buiten inrichtingen van maart 2011. Bij het opstellen van het BRP betrekken we de waterbeheerder en zuiveringsbeheerder. In het Bestuursakkoord Waterketen van juli 2007 is afgesproken dat gemeente en waterbeheerders de afvalwaterketen (riolering en zuivering) beheren als ware het één systeem en als ware zij één verantwoordelijke partij. Dat houdt in dat de lay-out van het stelsel dat is afgesproken in het basisrioleringsplan alleen wordt gewijzigd als de waterbeheerder het er mee eens is en vice versa. Met dit GRP verankeren we deze gedragsregel. |
Het BRP heeft een extra functie: het toont de overstorten in het rioolstelsel. Voor het hoogheemraadschap en Rijkswaterstaat is het belangrijk om altijd een goed en volledig overzicht te hebben van de overstorten. Zij gebruiken deze informatie bijvoorbeeld om het onderhoud aan watergangen op te zetten en om bij calamiteiten in te schatten waar het water naartoe stroomt. Door in dit GRP te benoemen waar het overzicht van overstorten kan worden gevonden, wordt aan de verplichtingen uit de Waterwet en het Besluit lozingen buiten inrichtingen voldaan. Elke wijzigingen t.o.v. de lijst overstorten die in de BRP’n staat zal spoedig worden doorgegeven aan de hoogheemraadschappen en Rijkswaterstaat.
Vanwege het niet-actuele BRP Ouderkerk en soms niet volledige lijsten met overstorten in de huidige BRP’n, is in Bijlage 9 van dit GRP nog wel een overzicht van de overstorten gegeven.
De huidige BRP’n zijn:
- ·
vBRP Bergambacht 2012-2016 (d.d. 12 juni 2012)
- ·
Herberekening riolering Nederlek (d.d. 18 oktober 2010)
- ·
Basisrioleringsplan Schoonhoven (d.d. 7 juni 2011)
- ·
vBRP Vlist (d.d. 21 maart 2012)
O3) Rioolvreemd water
Om inzicht te krijgen in de omvang en oorzaken van het probleem wordt onderzoek gedaan naar rioolvreemd water. Het hoogheemraadschap geeft aan dat zij veel rioolvreemd water ontvangen op de AWZI’s, waardoor zij extra kosten hebben voor het zuiveren van water. Het vermoeden bestaat dat dit komt door lekke riolen. Om inzicht te krijgen in de locaties waar rioolvreemd water vandaan komt wordt onderzoek gedaan.
O4) Gemeentelijk rioleringsplan (GRP)
De planperiode van dit GRP loopt af na 2021. Ook wanneer met ingang van de nieuwe omgevingsvergunning de verplichting voor een GRP vervalt wordt er van uitgegaan dat er toch een planvorm wordt opgesteld om goede invulling van de zorgplichten te kunnen waarborgen. In 2021 zal daarom een nieuw GRP worden opgesteld, zodat vanaf 2022 een nieuwe planperiode kan ingaan.
O5) Onderzoek grondwater
Grondwater speelt een belangrijke rol binnen de gemeente Krimpenerwaard. Door het verbeteren van het meetnetwerk moet meer inzicht worden gekregen in de actuele grondwaterstanden en fluctuaties in standen over een langere periode. Ook moet onderzoek naar een betere omgang met grondwater leiden tot het verminderen van de huidige grondwaterproblemen.
Oprichten en verbeteren grondwatermeetnet
De huidige meetnetwerken geven op een grove schaal een beeld van de grondwaterstanden binnen de gemeente. Door op meer locaties te gaan meten wordt duidelijker waar risico’s op grondwateroverlast bestaan en wat de oorzaak is. Hierbij is goede monitoring en analyse van de meetgegevens belangrijk. Soms leidt een constant hoge grondwaterstand tot problemen, soms is het juist een fluctuatie in de grondwaterstand die overlast geeft. Om de correctheid van meetgegevens in te kunnen schatten en een goede analyse te kunnen maken van de gemeten standen is ervaring en specialistische kennis nodig. Er is dus een uitbreiding van het aantal grondwaterpeilbuizen nodig en één medewerker moet ervaring en specialistische kennis opdoen voor de monitoring en analyse van de meetgegevens.
Onderzoek en onderhoud grondwatermeetnet
Vaak bestaan er meerdere mogelijkheden om grondwaterproblemen aan te pakken. Wat de beste mogelijkheid is hangt af van het specifieke probleem en de locatie waar het probleem zich voordoet. Door onderzoek naar de effectiviteit van verschillende mogelijkheden kunnen betere beslissingen worden genomen.
Ook moet het grondwatermeetnet worden onderhouden. Dit betekent dat periodiek iemand langs moet gaan om te kijken of de peilbuis nog goed staat en dat defecte onderdelen moeten worden vervangen.
O6) Opstellen beheerplannen
Om de komende jaren gestructureerd het onderhoud en vervanging te kunnen uitvoeren worden beheerplannen opgesteld voor vrijvervalriolering, gemalen, drukriolering en oppervlaktewater. In de beheerplannen wordt onder andere de frequentie van onderhoud, vorm van onderhoud (reactief of proactief) en manier van onderhoud (te volgen checklist) vastgesteld.
O7) Meten en monitoren riooloverstorten en oppervlaktewater
De interactie tussen riolering en oppervlaktewater speelt een grote rol in de waterketen binnen de gemeente Krimpenerwaard. Om meer inzicht te krijgen in het functioneren van de riolering is een meetprogramma opgezet. Door het bemeten van overstorten wordt duidelijk wanneer het riool vol staat en het geeft informatie over de invloed van het rioolstelsel op het oppervlaktewater.
O8) Onderzoek functioneren bergbezinkbassins
De laatste jaren is veel geïnvesteerd in het aanleggen van bergbezinkbassins. Met meetapparatuur wordt bijgehouden hoe vaak deze worden gebruikt. Het lijkt erop dat sommige bergbezinkbassins bijna nooit vullen (in Haastrecht, Stolwijk, Ouderkerk en Schoonhoven), terwijl andere juist regelmatig worden gebruikt. Dit onderzoek moet verklaren waarom sommige bergbezinkbassins weinig worden gebruikt. Als de oorzaak ligt in de opbouw van het rioolstelsel wordt meteen onderzocht welke aanpassing nodig is om het bergbezinkbassin beter te laten functioneren.
O9) Inmeten BOB’s alle kernen
Om een beeld te krijgen van de zetting worden de B.O.B.’s (Binnen Onderkant Buis) van de riolen in alle kernen ingemeten. Door deze meting te vergelijken met de laatste meting, ontstaat een beeld van de zetting in afgelopen jaren. Ook kan worden gekeken of de riolen nog onder het juiste afschot liggen.
O10) Opstellen incidentenplan
In 2019 wordt een incidentenplan opgesteld. Hierin wordt beschreven hoe er wordt gehandeld bij incidenten die verband houden met riolering en gemeentelijk water.
O11) Onderzoek levensduur voedingskabels
In 2018 wordt onderzoek gedaan naar de levensduur van voedingskabels van drukriolering. Hiermee moet inzichtelijk worden waar de voedingskabels van slechte kwaliteit zijn, wat de beste herstelmethode is en in welke periode de herstelmaatregelen plaatsvinden.
O12) Optimalisatie Afvalwaterketen Studies (OAS) en vervolg
Vanuit de samenwerking binnen de afvalwaterketen is het initiatief ontstaan om het functioneren van de rioolstelsels en AWZI’s nader te onderzoeken. In een OAS (Optimalisatie Afvalwaterketen Studie) wordt gekeken hoe de verschillende onderdelen op elkaar zijn aangesloten, wat er kan worden verbeterd en waar rekening mee moet worden gehouden voor de toekomst. Deze uitkomsten kunnen als basis dienen voor een afvalwaterakkoord. Vanwege het grote aantal AWZI’s waar onze riolering op afwatert hebben we de werkzaamheden verspreid over een periode van 8 jaar, zodat we jaarlijks één OAS kunnen uitvoeren.
Samenvatting
In onderstaande tabel zijn alle onderzoeken samengevat.
Tabel 5-1 Overzicht onderzoeken
Kosten |
jaar |
|
O1) Gegevensbeheer |
Exploitatie |
jaarlijks |
O2) Berekeningen |
Exploitatie |
jaarlijks |
O3) Rioolvreemd water |
€ 15.000,- (in exploitatie) |
2017 |
O4) GRP |
€ 20.000,- (in exploitatie) |
2020 |
O5) Onderzoek grondwater |
€ 40.000,- (in exploitatie) |
jaarlijks |
O6) Opstellen beheerplannen |
€ 10.000,- (in exploitatie) |
2017 |
O7) Meten en monitoren |
€ 20.000,- (in exploitatie) |
jaarlijks |
O8) Functioneren bbb's |
€ 25.000,- (in exploitatie) |
2018 |
O9) Inmeten BOB's alle kernen |
€ 30.000,- (in exploitatie) |
jaarlijks |
O10) Opstellen incidentenplan |
€ 15.000,- (in exploitatie) |
2019 |
O11) Onderzoek levensduur voedingskabels |
€ 15.000,- (in exploitatie) |
2018 |
O12) Optimalisatie Afvalwaterketen Studies |
€ 20.000,- |
2017-2024 |
5.4 Maatregelen
M1) Onderhoud vrijvervalriolen
Om de vrijvervalriolen goed te laten functioneren is onderhoud nodig. Dit begint met reiniging en inspectie van de riolen, waarna wordt beoordeeld wat de toestand is en welk soort ingrijpen nodig is. Als ingrijpen nodig is wordt een maatregelenpakket opgesteld, hierin staat welke riolen in een jaar worden gerepareerd, gerenoveerd of vervangen.
Reiniging en inspectie
Alle riolen worden gereinigd voordat ze worden geïnspecteerd. Inspectie gebeurt door middel van een videocamera die door de buis rijdt. De beelden worden volgens de NEN-normen bekeken en beoordeeld.
Op basis van een risico-inschatting is de frequentie bepaald waarmee reinigingen en inspectie plaatsvindt:
- ·
Riolen onder asfalt: 1x per 10 jaar reinigen en inspecteren.
- ·
Overige riolen: 1x per 20 jaar reinigen en inspecteren.
- ·
Locaties waar regelmatig meldingen over binnenkomen of waar werkzaamheden staan gepland: extra reiniging en inspectie indien nodig.
Er wordt gewerkt aan een uitgebreidere risicobeoordeling. De komende jaren wordt op basis van ervaringen en kennis bepaald welke riolen vaker of minder vaak worden gereinigd en geïnspecteerd.
Reparatie, renovatie, relinen of vervangen
Op basis van de beoordeling van de inspectiebeelden wordt een maatregelenpakket opgesteld. Hiervoor wordt gekeken naar de ernst van de gebreken en de mogelijkheid om werkzaamheden te combineren met al geplande aanpassingen aan de bovengrond.
Bij het plannen van de werkzaamheden wordt onderscheid gemaakt in reparatie en renovatie en relinen en vervangen. Reparatie en renovatie zijn maatregelen die ervoor zorgen dat het riool zijn verwachte levensduur behaalt. Relinen en vervangen zijn maatregelen die het riool vernieuwen en dus een nieuwe levensduur geven. Deze laatste categorie maatregelen wordt apart besproken bij M7) Relinen en vervangen vrijvervalriolen.
Jaarlijks is in de exploitatie een budget beschikbaar voor reparatie en renovatie van vrijvervalriolen.
M2) Onderhoud drainage
Om overtollig grondwater af te voeren wordt drainage gebruikt. Om verstopping te voorkomen moeten de drainagebuizen worden doorgespoeld. Dit gebeurt gebiedsgewijs eens in de 10 jaar. Jaarlijks is in de exploitatie een budget beschikbaar voor het uitbesteden van deze werkzaamheden.
M3) Onderhoud gemalen en persleidingen
De gemalen worden twee keer per jaar gereinigd en geïnspecteerd. De inspectie verloopt volgens de hiervoor geldende richtlijn. De uitkomst van de inspectie wordt gebruikt om te bepalen of reparatie, renovatie of vervanging van (onderdelen van) het gemaal nodig is.
Storingen van de gemalen worden bijgehouden met het telemetriesysteem. Elke melding wordt automatisch doorgestuurd naar de eigen onderhoudsmedewerker. Afhankelijk van de ernst van de melding gaan ze zo snel als nodig naar het gemaal om de storing te verhelpen.
Als er aanleiding voor is worden persleidingen gereinigd. Dit kan bijvoorbeeld zijn als een gemaal minder water verpompt en er geen mankement lijkt te zijn aan het gemaal. Ervaring van de afgelopen jaren leert dat dit gemiddeld enkele keren per jaar voorkomt.
Al deze werkzaamheden worden uitbesteed en jaarlijks is hiervoor in de exploitatie een budget beschikbaar.
M4) Onderhoud minigemalen en drukleidingen
De minigemalen worden niet structureel gereinigd en geïnspecteerd. Bijna alle minigemalen zijn aangesloten op telemetrie en bij elke storingsmelding wordt meteen het gehele minigemaal gereinigd en geïnspecteerd. Het streven is om de laatste 260 minigemalen de komende planperiode nog aan te sluiten op telemetrie. Tot die tijd wordt gebruik gemaakt van een storingsnummer dat bewoners kunnen bellen als ze de rode lamp op de kast zien branden.
Als er aanleiding voor is worden drukleidingen gereinigd. Dit kan bijvoorbeeld zijn als een gemaal minder water verpompt en er geen mankement lijkt te zijn aan het mingemaal. Ervaring van de afgelopen jaren leert dat dit gemiddeld enkele keren per jaar voorkomt in de gemeente.
Al deze werkzaamheden worden in eigen beheer uitgevoerd.
In het kader van het veilig werken aan rioolgemalen en drukrioleringssystemen zijn we wettelijk verplicht om organisatorische maatregelen te treffen. In de organisatie dient een Installatieverantwoordelijke en een werkverantwoordelijke te worden aangesteld. De installatieverantwoordelijke is eindverantwoordelijk voor de elektrische installatie en de elektrische arbeidsmiddelen die worden gebruikt. Dit gaat zowel over de veiligheid maar ook over de bedrijfszekerheid van elektrische installaties. De werkverantwoordelijke daarentegen is verantwoordelijk voor de uitgevoerde werkzaamheden. Hij zorgt in overleg met de installatieverantwoordelijke onder andere voor veiligheidsprocedures die voor de werkzaamheden benodigd zijn. Hoewel in de kadernota 2017 middelen zijn opgenomen om deze verantwoordelijkheden te borgen en te implementeren is het IV-schap en WV-schap nog niet belegd. In de komende planperiode zal dit worden uitgewerkt en bezien in relatie tot de overige gemeentelijke taakvelden, zoals het beheer van de openbare verlichting en openbare gebouwen.
M5) Onderhoud oppervlaktewateren
De oppervlaktewateren moeten voldoende capaciteit hebben om hemelwater te bergen en af te voeren. Baggervorming, onder andere door afstervende waterplanten, vermindert de capaciteit. Maar ook door overstortingen uit het rioolstelsel, gevallen bladeren en het meespoelen van zand raken oppervlaktewateren verstopt. Alle oppervlaktewateren worden daarom regelmatig gebaggerd.
Deze werkzaamheden worden uitbesteed en vanuit de rioolheffing wordt jaarlijks bijna € 60.000,- beschikbaar gesteld voor uitvoering van de werkzaamheden. Dit is een deel van het totale budget dat is geraamd voor het onderhoud aan oppervlaktewateren.
M6) Kolken en straten reinigen
Om te voorkomen dat straatvuil in kolken en het riool terechtkomt is het belangrijk om de straat regelmatig te reinigen. Verstopte kolken en riolen leiden tot wateroverlast en extra overstortingen, dat wordt met het reinigen van de straten voor een deel tegengegaan. Het reinigen van de straten gebeurd ook om een aangename leefomgeving te creëren voor de inwoners. Er zijn dus twee redenen om de straten te reinigen, daarom wordt de helft van de kosten gedragen vanuit de rioleringsbegroting.
Ook de kolken worden gereinigd, om ervoor te zorgen dat het water onbelemmerd het riool in kan stromen. De kosten van het kolkenreinigen worden volledig betaald vanuit de rioleringsbegroting.
M7) Relinen en vervangen vrijvervalriolen
Voor het relinen en vervangen van vrijvervalriolen is uitgegaan van een vast aantal kilometer per jaar. Hiermee wordt een stabiel investeringspatroon gecreëerd, zodat de benodigde personele capaciteit gelijk kan blijven.
Periode 2017-2018 – integrale projecten
Voor de eerstkomende jaren is bekend welke rioleringsprojecten worden opgepakt. Door planningen van riolering, wegen, groen en ruimtelijke ordening naast elkaar te leggen, is bepaald waar de komende jaren werkzaamheden plaatsvinden.
In Bijlage 4 staat aangegeven welke eenheidsprijzen we hanteren voor de kostenberekening van deze werkzaamheden.
Periode 2019-2076 - vrijvervalriolen
De bodemdaling is sterk bepalend voor de technische levensduur van de vrijvervalriolen en voor de mogelijkheid om het vrijvervalriool te relinen. Hoe sterker de bodemdaling, hoe eerder een riool moet worden vervangen en hoe kleiner de mogelijkheid om het riool te relinen. De vervangingsplanning is daarom grotendeels gebaseerd op de bodemdaling. Met behulp van de gebiedskennis van de gemeente is bepaald hoeveel riolen er in gebieden liggen met bodemdaling, hoeveel procent van die riolen kan worden gerelined en na hoeveel jaar ze moeten worden gerelined of vervangen.
Tabel 5-2 Onderbouwing vervangingsplanning vrijvervalriolering
t.o.v. geheel |
hiervan vervangen |
hiervan relinen |
technische levensduur |
|
Niet-zettingsgevoelig |
||||
Bodemdaling < 0,5 cm/jaar |
10% |
50% |
50% |
60 |
Zettinggevoelig |
||||
Bodemdaling +/- 3 cm/jaar |
9,0% |
100% |
0% |
20 |
Bodemdaling +/- 2 cm/jaar |
13,5% |
100% |
0% |
30 |
Bodemdaling +/- 1 cm/jaar |
67,5% |
85% |
15% |
45 |
Gemiddeld wordt elk riool na 42 jaar vervangen, volgt uit Tabel 5-2. Dit komt neer op 6,7 kilometer te vervangen vrijvervalriool per jaar, waarvan 5,7 kilometer moet worden vervangen en 1 kilometer worden relined. Uit berekeningen van de gemeente blijkt dat het vervangen van één meter vrijvervalriool gemiddeld € 615,- kost, het relinen van één meter vrijvervalriool kost gemiddeld de helft. Er is bij het vervangen van vrijvervalriolen rekening gehouden met het vervangen van het wegdek dat moet worden verwijderd om een sleuf te graven.
Voor het vervangen en relinen van de 6,7 kilometer vrijvervalriool is een budget geraamd van jaarlijks € 3.796.000,-. Afhankelijk van de projecten wordt dit bedrag gebruikt voor het relinen of vervangen van vrijvervalriolen.
Periode 2019-2076 – afkoppelen
Uit het beleid volgt het voornemen om, voor zover doelmatig, op lange termijn bij alle gemengde riolen het hemelwater af te koppelen. Om kosten te besparen gebeurt dit gelijktijdig met het vervangen van de gemengde riolen, de meerkosten voor het afkoppelen doormiddel van de aanleg van een apart hemelwaterriool bedragen dan naar schatting € 300,- per meter te vervangen vrijvervalriool. Er is 172 kilometer gemengd vrijvervalriool, wat betekent dat gemiddeld jaarlijks 4,1 kilometer gemengd vrijvervalriool wordt vervangen waarbij hemelwaterriolering wordt aangelegd. Voor de aanleg van hemelwaterriolering is een jaarlijks budget van € 1.210.000,- beschikbaar gedurende 42 jaar (daarna moet volgens de vervangingsplanning elk gemengd riool één keer zijn vervangen, waarmee al het hemelwater is afgekoppeld).
Financieel is uitgegaan van het afkoppelen van hemelwater van alle gemengde riolen. Echter, het blijft mogelijk dat een locatie technisch ongeschikt is voor het afkoppelen van hemelwater. Ook kan de geplande maatregel niet goed passen bij het afkoppelen van hemelwater, bijvoorbeeld als het riool wordt relined. Per project wordt de afweging gemaakt om wel of niet af te koppelen.
Periode 2019-2076 – huisaansluitleidingen
Uit het beleid volgt dat gelijktijdig met het vervangen van een vrijvervalriool ook de huisaansluitleidingen op particulier terrein worden vervangen. Er is een maximum gesteld van 7 meter te vervangen huisaansluitleiding en gemiddeld zal naar schatting 5 meter huisaansluitleiding per perceel moeten worden vervangen. Dit kost naar schatting 40 euro per meter, dus in totaal 200 per perceel. Geschat wordt dat er gemiddeld één perceelaansluiting is per 10 meter vrijvervalriool. Het vervangen van alle huisaansluitleidingen bij rioolvervangingsprojecten kost hiermee € 6.803.000,-, gemiddeld per jaar is dit € 113.000,-.
Periode 2019-2076 – totaal vrijvervalriolen
Er wordt jaarlijks ongeveer 5,2 miljoen euro uitgegeven aan het vernieuwen van vrijvervalriolen. In Figuur 5-1 is te zien hoe dit verdeeld is over de verschillende posten.
Figuur 5-1 Budget vrijvervalriolen
Aandachtspunten: waarmaken van strategie, niet-/beperkt onderheide woningen en grondwater
Een eerste aandachtspunt is het waarmaken van de strategie voor het relinen en vervangen van vrijvervalriolen. Volgens de vervangingsplanning moet jaarlijks 5,7 kilometer vrijvervalriool worden vervangen en 1 kilometer worden relined, maar de ervaring van de afgelopen jaren leert dat de gemeente nog nooit zoveel kilometer riool in één jaar heeft aangepakt. Toch zullen de komende jaren meer riolen worden aangepakt dan tot nu toe gebeurde. Dit geeft voor de komende jaren drie mogelijkheden om de gekozen strategie waar te maken:
- 1.
Er worden meer integrale projecten opgestart, waardoor op meer locaties riolen worden vervangen. Er is overleg nodig met de vakgebieden wegen, groen en RO om de gebieden te bepalen.
- 2.
Vanuit het vakgebied riolering worden eigen projecten opgestart. Andere vakgebieden hebben de mogelijkheid om hierbij aan te haken, maar de plannen en planning van riolering zijn leidend.
- 3.
Vanuit het vakgebied riolering wordt geprobeerd om de riolering met reparaties en noodmaatregelen functionerend te houden (met bijbehorende nadelige gevolgen), tot het moment dat het gebied wel integraal wordt opgepakt.
Een tweede aandachtspunt is de complexe problematiek rondom niet-onderheide of beperkt onderheide woningen. Deze woningen zakken weg richting oppervlaktewaterpeil en zijn daardoor erg kwetsbaar bij hevige neerslag: water stroomt naar het laagste punt (de woningen) en ondertussen stijgt het oppervlaktewaterpeil waardoor water niet goed kan worden afgevoerd. Om te zorgen voor wegen waar geen water op blijft staan, moet de gemeente periodiek de weg ophogen. Dit vergroot het hoogteverschil tussen de weg en de niet-onderheide woningen, wat de kans op overlast vergroot voor de lagergelegen woningen. Ook komt de huisaansluitleiding soms lager te liggen dan het gemeentelijk riool, waardoor een pomp nodig is om het afvalwater af te voeren. Zowel gemeente, woningeigenaar als hoogheemraadschap hebben een rol in het zoeken naar een oplossing voor dit probleem. Perceeleigenaren moeten zelf zorgen dat hun gebouw voldoet aan de eisen uit het bouwbesluit, de gemeente moet een goede rioleringszorg uitvoeren en het hoogheemraadschap moet het oppervlaktewater op een correct peil houden. Alle betrokkenen moet vroegtijdig worden betrokken bij de aanpassingen, zodat rekening kan worden gehouden met alle belangen.
Een laatste aandachtspunt is de verandering van grondwaterstanden bij rioolvervanging. Lekke riolen hebben een drainerende werking en zorgen daarmee voor lagere grondwaterstanden. Een nieuw riool is niet lek en daarom zal bij vervanging de grondwaterstand stijgen. De gemeente legt drainage mee als het vermoeden bestaat dat het oude riool lek was, maar deze drainage is niet altijd voldoende om grondwateroverlast te voorkomen. Voorafgaand aan de rioolvervanging zal de gemeente daarom actief contact opnemen met omwonenden, zodat zij de mogelijkheid hebben om aanvullende maatregelen te nemen.
M8) Vervangen gemalen en persleidingen
Het vervangen van gemalen gebeurt op basis van inspectiegegevens. Uit de inspectie blijkt de toestand van de onderdelen, waarna wordt besloten of ze worden gerenoveerd of vervangen. Jaarlijks wordt bepaald welke gemalen worden aangepakt.
Om een beeld te krijgen van de uitgaven over een lange periode is een vervangingsplanning gemaakt. Hiervoor is uitgegaan van technische levensduren van 15 jaar voor alle mechanische en elektrische onderdelen en 45 jaar voor de bouwkundige delen. De uitgaven aan mechanische en elektrische delen zijn voor de eerste 15 jaar gemiddeld, zodat er altijd een bedrag beschikbaar is voor vervanging.
Figuur 5-2 Vervangingsplanning gemalen
De persleidingen worden vervangen als ze de verwachte technische levensduur hebben bereikt, werkzaamheden in de omgeving worden uitgevoerd of de technische staat van de leiding onvoldoende is. Om een beeld te krijgen van de uitgaven over een lange periode is een vervangingsplanning gemaakt. Hiervoor is uitgegaan van een technische levensduur van 60 jaar. De uitgaven in de eerste 30 jaar zijn gemiddeld, zodat er altijd een bedrag beschikbaar is voor vervangingen.
De laatste tijd ervaart de gemeente een toenemend aantal breuken in persleidingen en voedingskabels door zetting. Gebroken persleidingen en voedingskabels moeten worden gerepareerd. Indien het aantal breuken toeneemt, kan bij een volgende vervangingsplanning de technische levensduur worden verlaagd.
Figuur 5-3 Vervangingsplanning pers- en drukleidingen
M9) Vervangen minigemalen
Het vervangen van minigemalen gebeurt op basis van inspectiegegevens. Uit de inspectie blijkt de toestand van de onderdelen, waarna wordt besloten of ze worden gerenoveerd of vervangen. Jaarlijks wordt bepaald welke gemalen worden aangepakt.
Om een beeld te krijgen van het vervangen op lange termijn is een lange termijn vervangingsplanning gemaakt. Op basis van de gerealiseerde vervangingen in de afgelopen jaren blijkt dat er sprake is van verschillende levensduren van de drukriolering. Voor naar schatting 50% van de minigemalen is daarom uitgegaan van een technische levensduur van 15 jaar voor alle mechanische en elektrische onderdelen en 45 jaar voor de bouwkundige delen. Voor de overige 50% van de minigemalen is uitgegaan van een technische levensduur van 20 jaar voor alle mechanische en elektrische onderdelen en 60 jaar voor de bouwkundige delen.
Figuur 5-4 Vervangingsplanning drukriolering
M10) Verbetermaatregelen
Lamellenfilters verwijderen
Om de kwaliteit van het te lozen hemelwater te verbeteren zijn in de periode tussen 1995 en 2010 lamellenfilters geplaatst achter een aantal regenwateruitlaten. Het idee was dat de lamellen een deel van de vervuiling uit het water zouden filteren voordat het zou overstorten. Na onderzoek bleek echter dat ze nauwelijks vervuiling verwijderen. Dichtslibbing van de filters kan bovendien leiden tot verstopping in het rioolstelsel. Er is daarom besloten de lamellenfilters te verwijderen. Er is een budget van € 30.000,- geraamd om in 2017 de benodigde werkzaamheden uit te voeren.
Ombouwen vaste lijnen naar GPRS en harmoniseren dataproviders
Voor het verkrijgen van actuele gegevens over gemalen en drukrioolunits zijn dataverbindingen nodig. Hiermee worden storingsmeldingen en andere relevante informatie verzonden naar een centrale computer. Een deel van de gemalen en drukrioolunits is verbonden met vaste lijnen. Dit is een kostbaar en kwetsbaar systeem. De gemeente stapt daarom over op GPRS, dat draadloos is. Er is een bedrag geraamd van € 150.000,- om in 2017 de aanpassingen uit te voeren. Gelijktijdig met het ombouwen van de vaste lijnen wordt de harmonisatie van de dataproviders opgepakt.
vGS ombouwen naar gescheiden rioolstelsels
Verbeterd gescheiden rioolstelsels (vGS) leiden het eerste deel van het water dat bij een regenbui afstroomt naar de AWZI, alle neerslag die daarna valt wordt via het HWA-riool afgevoerd naar een oppervlaktewater. De gedachte hierachter is dat met de eerste regen veel vuil van de straat afspoelt, waardoor het eerste regenwater relatief verontreinigd is en naar de AWZI moet worden afgevoerd. Het water dat daarna afstroomt is schoner en kan naar het oppervlaktewater.
Uit onderzoeken blijkt dat in verbeterd gescheiden stelsels ongeveer 70% van het hemelwater afstroomt naar de AWZI. Ook blijkt dat dit hemelwater vaak weinig is vervuild. Door het hele land is men daarom begonnen aan het ombouwen van verbeterd gescheiden rioolstelsels naar gescheiden rioolstelsels. Ook in de gemeente Krimpenerwaard wordt dit met verschillende stelsels gedaan. We doen dit op een zorgvuldige manier, waarvoor we samenwerken met het hoogheemraadschap en vooraf goed beoordelen welke effecten de verandering kunnen hebben. Er is voor 2018 een budget van € 150.000,- geraamd om vGS-stelsels om te bouwen naar gescheiden rioolstelsels.
Aansluiten niet-gerioleerde percelen
Een aantal percelen is niet aangesloten op riolering. Om de waterkwaliteit rondom deze locaties te verbeteren, wordt de komende jaren geprobeerd om deze toch aan te sluiten. Tussen 2018 en 2020 is een bedrag van € 275.000,- geraamd om 11 percelen aan te sluiten. Uit onderzoek moet blijken welke percelen het meest doelmatig zijn om in deze periode aan te sluiten.
Ophogen overstorten
Uit metingen is gebleken dat een groot aantal overstorten zijn verzakt. Dit heeft een ongewenst effect op het functioneren van de riolering: het kan leiden tot instromend oppervlaktewater. De komende jaren worden de overstorten daarom weer op de juiste hoogte gebracht.
Er is voor 2020 een budget van € 30.000,- geraamd om de benodigde werkzaamheden uit te voeren. Hiernaast is er een jaarlijks budget van € 15.000,- voor het ophogen van dekplaten.
5.5 Vergunningverlening en handhaving
De verordeningen van de gemeente zijn actueel of worden binnen korte tijd geactualiseerd. Door de fusie moesten nieuwe verordeningen worden opgesteld die voor de gehele gemeente gelden, nadat dit is uitgevoerd zijn voorlopig geen wijzigingen te verwachten.
De handhaving van indirecte lozingen (lozingen vanuit bedrijven via de riolering) vallen onder het Wm/Wabo-bevoegd gezag. Dit is door de gemeente weggezet bij de Omgevingsdienst Midden-Holland. Over de handhaving van lozingen is nauw contact met de hoogheemraadschappen, die tot 2010 bevoegd gezag voor deze lozingen waren.
5.6 Samenwerking in de afvalwaterketen
In het Afvalwaterakkoord Zuiveringskring Groot-Ammers kern Schoonhoven (2016) en de Overeenkomst tot zuivering van grensoverschrijdend afvalwater zijn afspraken vastgelegd over de samenwerking tussen de gemeente Krimpenerwaard, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het waterschap Rivierenland. Verder zijn er afvalwaterakkoorden tussen HHSK en de voormalige gemeente Nederlek die van kracht zijn.
Ten aanzien van de samenwerking in de afvalwaterketen zijn afspraken vastgelegd in het "afspraken kader samenwerking afvalwaterketen Krimpenerwaard", d.d. 8 april 2013.
Op 11 november 2013 is middels een brief en bijgevoegd rapport "samenwerking afvalwaterketen Krimpenerwaard" aan de visitatiecommissie samenwerking waterketen kenbaar gemaakt welke onderwerpen binnen de samenwerking worden opgepakt om invulling te geven aan het bestuursakkoord water. Dit betreft de volgende onderwerpen:
- ·
Regelmatig overleg met hoogheemraadschappen, gemeente Krimpen aan den IJssel en OASEN.
- ·
Een gezamenlijke Optimalisatie Afvalwater Studie: opzetten en uitvoeren.
- ·
Meten & monitoren: wat moet worden gemeten en hoe kan dit het beste worden gedaan?
- ·
Het opstellen van een gezamenlijk baggerprogramma.
- ·
Het vergroten en beter benutten van de waterberging.
Binnen het samenwerkingsverband wordt besloten op welke manier deze onderwerpen worden opgepakt.
6 Personeel en financiën
6.1 Personele capaciteit
Om het geplande werk uit te voeren is voldoende gekwalificeerd personeel nodig. Met behulp van de Leidraad Riolering module D2000 is een globale inschatting gemaakt van de benodigde personele capaciteit voor de komende jaren. Op basis van landelijke kengetallen is berekend hoeveel medewerkers nodig zijn. Elke organisatie is anders, daarom zijn afwijkingen ten opzichte van de landelijke kengetallen mogelijk.
6.1.1 Benodigd aantal fte
Voor elke gemeentelijke taak bestaat de mogelijkheid om het zelf te doen, het uit te besteden of een deel van de taak zelf te doen en een deel uit te besteden. Hoe meer werk zelf wordt gedaan, hoe meer fte in de eigen organisatie nodig is. Bij het volledig uitbesteden van een taak is nog altijd een gemeentelijke inspanning nodig voor het organiseren, plannen en afstemmen van alle werkzaamheden.
Het benodigd aantal fte is bepaald voor minimaal en maximaal uitbesteden van werkzaamheden. Bij maximaal uitbesteden van werkzaamheden is ervan uitgegaan van 80% van de benodigde tijd kan worden uitbesteed. Bij minimaal uitbesteden is ervan uitgegaan dat alle werkzaamheden zelf worden uitgevoerd, behalve de uitvoering van investeringswerken.
Om alle geplande werkzaamheden uit te kunnen voeren is tussen de 5,9 en 19,7 fte nodig.
6.1.2 Huidig aantal fte
In de binnendienst is ongeveer 3,4 fte direct betrokken bij de rioleringszorg. Hiernaast zijn er medewerkers die een deel van de tijd actief zijn voor de rioleringszorg, zoals de databeheerders, de afdeling financiën en het klantcontactcentrum. In de buitendienst is ongeveer 8,9 fte betrokken bij de rioleringszorg. In totaal is er dus 12,3 fte beschikbaar voor het vakgebied riolering.
6.1.3 Conclusie personele capaciteit
Er lijkt voldoende personeel beschikbaar te zijn om een groot deel van de benodigde werkzaamheden in eigen beheer uit te voeren. Enige mate van uitbesteding zal nodig zijn, omdat er niet voldoende personele capaciteit is om alle werkzaamheden zelf te doen.
6.2 Financiën
Op korte termijn (de planperiode 2017 t/m 2021) enerzijds en op de lange termijn (beschouwde periode van 60 jaar) anderzijds worden activiteiten uitgevoerd in het kader van aanleg en beheer van riolering. In deze paragraaf worden de benodigde financiële middelen samengevat en wordt aangegeven hoe in de dekking van de kosten kan worden voorzien (rioolheffing).
Alle bedragen zijn gecorrigeerd tot prijspeil 2016 en moeten dan ook voor de toekomst met de optredende inflatie worden geïndexeerd. De uitgaven zijn exclusief BTW. In de rioolheffingberekening is de compensabele BTW-component wel betrokken.
6.2.1 Vervangingswaarde
De totale vervangingswaarde van de huidige riolering bedraagt € 197.847.000,-. De vervangingskosten zijn berekend met behulp van eenheidprijzen (op basis van de Leidraad Riolering) en ramingen die binnen de gemeente worden gehanteerd. De vervangingswaarde van de te onderscheiden onderdelen van de riolering is als volgt:
- ·
Vrijvervalriolering (volgens vervangingsplanning) € 159.450.000,-
- ·
Gemalen € 8.534.000,-
- ·
Drukriolering € 14.995.000,-
- ·
Pers- en drukleidingen € 14.868.000,-
De gemiddelde vervangingswaarde (het kapitaal dat in de grond ligt) van de vrijvervalriolen, bedraagt per strekkende meter riool circa € 564,- (dit is exclusief bijkomende kosten voor afkoppelen en aanleg van drainage, en is het gemiddelde voor het geheel aan vervangen en relinen).
6.2.2 Totale uitgaven
In Tabel 6-1 zijn alle uitgaven voor de totale beschouwde periode opgenomen. Het totaal van de uitgaven dat met het beheer van de riolering over de totale levenscyclus van tachtig jaar gemoeid is, is samengevat weergegeven in Figuur 6-1 en Figuur 6-2 (exclusief BTW). (De investeringen kunnen worden gezien als directe uitgaven, maar ook als startpunt van de kapitaallasten. Om de verschillen weer te geven zijn er twee grafieken.) Hoe de uitgaven zijn verdeeld over verschillende onderwerpen is weergegeven in Figuur 6-3.
Tabel 6-1 Totaaloverzicht uitgaven (bedragen x1.000)
Figuur 6-1 Verdeling uitgaven over de tijd (met de jaarlijkse investeringen)
Figuur 6-2 Verdeling uitgaven over de tijd (met de kapitaallasten i.p.v. de investeringen)
Figuur 6-3 Opsplitsing uitgaven over onderwerpen
6.2.3 Btw-toerekening
In dit GRP is rekening gehouden met een toerekening van de volledige compensabele btw-component aan de rioolheffing. De btw wordt verrekend in het jaar van de uitgave.
6.2.4 Kostendekkend tarief
Deze paragraaf geeft de kostendekking op de lange(re) termijn. Er wordt uitgegaan van alle kosten voor de periode 2016-2075 voor het beheer van de riolering. Voor dekking van kosten van aanleg en beheer van riolering en grondwatervoorzieningen komen over het algemeen verschillende bronnen in aanmerking. Aanleg van riolering voor nieuwe bestemmingsplannen wordt bekostigd uit de exploitatieopzet van die plannen en zijn verdisconteerd in de grondverkoopprijs. De kosten van beheer van riolering worden gedekt uit de rioolheffing.
De lange termijn rioolheffingsberekening is uitgevoerd met behulp van de contante-waarde-methode. Deze methode is vooral geschikt om de effecten op langere termijn zichtbaar te maken. De aldus berekende rioolheffing geeft de trend op langere termijn aan. Bij de berekeningen is een rentevoet van 2,81% en een inflatie van 1,5% gehanteerd. Er is geen rente toegerekend aan tegoeden in de rioleringsvoorziening.
6.2.5 Heffingsgrondslag en –maatstaf
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van die kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
- ·
de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en
- ·
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
Vanwege de fusie moest een nieuwe heffingsmaatstaf worden vastgesteld. Door de gemeenteraad is de volgende heffingsmaatstaf voorgesteld:
- ·
een tarief voor de gebruikers van woningen, gebaseerd op het aantal inwoners. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens;
- ·
een tarief voor eigenaren van niet-woningen, gebaseerd op de WOZ-waarde van het perceel.
6.2.6 Heffingseenheden
Voor deze berekening zijn we uitgegaan van 6.172 eenpersoonshuishoudens, 15.641 meerpersoonshuishoudens en gemiddeld 3.102 niet-woningen.
6.2.7 Inkomsten anders dan rioolheffing
De stand van de tariefegalisatievoorziening per 1 januari 2016 is € 8.109.734,-.
6.3 Kostendekking
Om alle in dit GRP genoemde uitgaven te dekken is directe invoering van een langjarig kostendekkend tarief van € 488,- nodig (tarief meerpersoonshuishouden). Periodiek zal het tarief dan nog iets stijgen of dalen, vanwege de verplichting om altijd een positieve rioleringsvoorziening te hebben.
Over 2016 betaalde een meerpersoonshuishouden € 256,56, dit betekent dat een stijging nodig is. Er zijn twee opties uitgewerkt om naar het langjarig kostendekkend tarief toe te stijgen:
- ·
een minimale stijging met € 20,- per jaar (langjarig kostendekkend tarief bereikt in 2029);
- ·
een voorgestelde stijging met € 25,- per jaar (langjarig kostendekkend tarief bereikt in 2026).
Een snellere stijging naar het langjarig kostendekkend leidt ertoe dat het uiteindelijke langjarige tarief minder hoog uitvalt.
Figuur 6-4 Kostendekkend tarief rioolheffing 2016-2030
Om kostendekkend te blijven moeten de tarieven jaarlijks worden geïndexeerd met de dan optredende inflatie.
6.4 Verschillen t.o.v. eerdere GRP’n
Dit is het eerste GRP Krimpenerwaard. De gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist hadden hiervoor hun eigen GRP en eigen kostendekkingberekening. Voor alle inwoners verandert de manier waarop de gemeente met riolering omgaat en het bedrag dat zij moeten betalen voor de rioleringszorg. Elke gemeente had een andere ontwikkeling van de rioolheffing voorzien. Dit wordt veroorzaakt door verschillen in de berekeningswijze, maar ook door keuzes in de snelheid waarmee het tarief mocht stijgen. In Bijlage 6 staat een overzicht van de verschillende uitgangspunten die er werden gehanteerd. Figuur 6-5 laat zien hoe de rioolheffing zich volgens de GRP’n zou ontwikkelen.
Figuur 6-5 Verwachte ontwikkeling rioolheffing fusiegemeente
Ondertekening
Bijlage 1 Woordenlijst
De woorden en verklaringen in deze lijst zijn (voor een groot deel) afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en de publicatie “Ontwatering in stedelijk gebied”.
AFKORTINGEN
AMvB Algemene Maatregel van Bestuur
BBB bergbezinkbassin
BBL bergbezinkleiding
BRP basisrioleringsplan
GRP gemeentelijk rioleringsplan
bob binnenonderkant buis
DWA droogweerafvoer
HWA hemelwaterafvoer
IBA installatie voor individuele behandeling van afvalwater
NEN Nederlandse norm
NPR Nederlandse praktijkrichtlijn
RWA regenweerafvoer
AWZI rioolwaterzuiveringinrichting
Wm Wet milieubeheer
TERMEN EN DEFINITIES stedelijk afvalwater en hemelwater
aangroei |
verzameling van organismen die zich op de buiswand hebben vastgehecht of in slierten aan de buiswand hangen |
aansluitvergunning |
vergunning op grond van de aansluitverordening en de Wvo die wordt afgegeven door het zuiveringsschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (AWZI) |
aantasting |
een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen |
afkoppelen |
het niet meer inzamelen en naar de AWZI transporteren van hemelwater |
afvalwater |
alle water waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt dus ook afvloeiend regenwater begrepen) |
afvoerend oppervlak |
het naar de riolering afwaterende oppervlak |
afzetting |
aankoeking van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur |
basisinspanning |
Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren |
basisrioleringsplan |
document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen |
beheer |
zie rioleringsbeheer |
bemalingsgebied |
een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd |
beoordelen |
het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing |
bergbezinkkelder |
reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden |
berging |
de inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm/ha |
bergingsverlies |
de vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen |
beslisboom aan- en afkoppelen verhard oppervlak |
hulpmiddel voor gemeenten en particulieren om verantwoorde beslissingen te nemen bij het aan- en afkoppelen van verhard oppervlak in West-Nederland op wijk- en straatniveau |
classificatie |
de indeling van toestandsaspecten in klassen |
controleren |
controle, toezicht houden op (bijvoorbeeld op de naleving van voorschriften, op het beheer van een zaak, op de werking van een machine |
droogweerafvoer (dwa) |
de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd |
drukriolering |
riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen |
dwa-rioolstelsel |
zie vuilwaterrioolstelsel |
emissiespoor |
onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit |
externe overstort |
rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater |
gemengd rioolstelsel |
rioolstelsel, waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd |
gescheiden rioolstelsel |
rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd |
hydraulisch |
waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt |
hydraulische berekening |
het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel |
ingrijpmaatstaf |
grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld |
inhangend voegmateriaal |
voegmateriaal (kit, bitumineuze profielstrip) dat uit de voeg in het doorstroomprofiel is gezakt of gedrukt |
inhangende rubberring |
een niet gescheurde rubberring die zichtbaar is of een gescheurde rubberring waarvan een gedeelte in het doorstroomprofiel hangt |
inspectie |
het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand |
lekkage |
het intreden of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de buiswand |
maatstaf |
grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan |
obstakels |
voorwerpen in het riool die geen functie in rioleringstechnische zin hebben en geen deel uitmaken van een normale afvalwaterstroom |
onderhoud |
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt |
onderzoek |
het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering |
overstorting |
de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater |
overstortput |
rioolput voorzien van een overstortdrempel |
perceel |
stuk grond al dan niet met de bebouwing, dat bij het kadaster is geregistreerd |
pompovercapaciteit |
(poc) het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer |
randvoorziening |
vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen |
regenwaterriool |
riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag |
regenwaterrioolstelsel |
rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag |
relinen |
het repareren of vervangen van een vrijvervalriool door het inbrengen van een flexibele buis in de huidige buis, waarna de flexibele buis door middel van een warmtebron wordt verhard en zo een nieuwe buis ontstaat |
renovatie |
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd; evenaren technische staat van nieuwaanleg |
reparatie |
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd |
riolering |
het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater |
rioleringsbeheer |
zorg voor het functioneren van de buitenriolering |
riool |
samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater |
rioolput |
constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg) |
afvalwaterzuiveringsinrichting |
het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (AWZI) |
rwariool |
zie regenwaterriool |
rwarioolstelsel |
zie regenwaterrioolstelsel |
scheuren |
het geheel van scheuren, barsten en breuken |
verbeterd gescheiden rioolstelsel |
gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd. |
verbeteren |
het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren |
vervangen |
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst |
visuele inspectie |
het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand |
vrijvervalriool |
riool waardoor afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd |
vuilemissie |
zie vuiluitworp |
vuiluitworp |
het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten . Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen |
vuilwaterriool |
riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag |
vuilwaterrioolstelsel |
rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag |
Waarschuwingsmaatstaf |
grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is |
wadi |
systeem voor hemelwater afvoer door drainage en infiltratie |
waterkwaliteitsdoelstelling |
doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen |
water op straat |
het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau |
wateroverlast |
het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden |
wortelingroei |
de wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid |
zandinloop |
het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren |
zand en vuilophoping |
opgehoopt materiaal met een losse structuur |
TERMEN EN DEFINITIES grondwater
Afsluitende laag: |
Laag in de bodem die zo wordt genoemd vanwege zijn eigenschap dat hij grondwater slecht doorlaat. |
DINO |
Digitale Informatie Nederlandse Ondergrond, een direct benaderbare databank voor grondwatergegevens in beheer bij TNO Grondwater en Geo-Energie in Delft |
Doorlatendheid |
Het vermogen van de grond om water en/of lucht door te laten |
Drainage |
De afvoer van water over en door de grond en door het waterlopenstelsel |
Drooglegging |
De afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld
|
Freatisch grondwater |
Het grondwater in de bovenste bodemlaag, dat (indirect) in contact staat met de atmosfeer. De freatische grondwaterstand is een andere term voor grondwaterspiegel |
Geohydrologie |
De leer van de grondwaterstroming en de -dynamiek in samenhang met de structuur en de opbouw van de ondergrond. |
GHG |
Gemiddeld hoogste grondwaterstand. Dit is het gemiddelde van de drie hoogste grondwaterstanden van de afgelopen 8 jaren, gebaseerd op maandelijkse metingen. |
Grondwater |
Water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot het water beneden de Grondwaterspiegel |
Grondwaterisohypse |
Hoogtelijn voor de grondwaterstand of voor de stijghoogte van het grondwater. Een grondwaterisohypsenkaart geeft met lijnen (isohypsen) punten aan met gelijke stijghoogte. De kaart geeft onder andere informatie over de stromingsrichting van het grondwater |
Grondwateronderlast |
Problemen die zich voordoen als gevolg van lage grondwaterstanden. Bijvoorbeeld aantasting van houten funderingen als gevolg van droogstand |
Grondwateroverlast |
Wateroverlast door hoge grondwaterstanden. Bijvoorbeeld plasvorming op binnenterreinen of vocht in kruipruimten |
Infiltratie |
Intreding van water in de bodem |
Kruipruimte |
Ruimte onder de beganegrondvloer in gebruik voor het bereiken van leidingen voor inspectie, onderhoud of reparatie, en voor ventilatie van de vloer en eventuele houten constructiedelen onder de woning |
Kwel |
Het uittreden van grondwater |
Ontwatering |
De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen, met als functie afwatering |
Ontwateringsdiepte |
De afstand tussen de hoogste grondwaterstand tussen twee ontwateringsmiddelen (sloot, drain) en het maaiveld.
|
Onverzadigde zone |
Deel van de grond boven de grondwaterspiegel, waarin de bodemporiën zowel water als lucht bevatten. De verzadigde zone is het deel waar de poriën geheel gevuld zijn met water. |
Opbolling |
Het maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en de waterstand in de drainagebuizen en/of watergangen |
Peilbuis |
Algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter waarin een grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten |
REGIS |
Regionaal Geohydrologisch Informatiesysteem, een interactief informatiesysteem dat beschikt over voor het waterbeheer relevante en actuele gegevens. REGIS wordt beheerd door TNO. |
Stijghoogte |
Hoogte boven een referentievlak tot waar het water in een peilbuis stijgt. Deze stijghoogte is afhankelijk van de druk van het grondwater ter plaatse van de opening onder in de peilbuis |
Wadi |
Voorziening voor de opvang, berging en afvoer van neerslag. In een komvormige greppel kan het regenwater infiltreren. Vervolgens kan infiltratie naar het grondwater plaatsvinden of afvoer via een drain. |
Zetting |
Bodemdaling als gevolg van inklinking, van krimp, door de bouw van kunstwerken, het ophogen van de grond of het aanbrengen van andere materialen |
Bijlage 2 Uitgangspunten kostendekkingberekening
In deze bijlage zijn de uitgangspunten voor de kostendekkingsberekening weergegeven.
- 1.
Berekeningsmethode
Voor toekomstige investeringen wordt in de contante-waardebenadering geen specifieke wijze van afschrijving of financiering verondersteld. De diverse afschrijvingsmethoden (lineair, afschrijving op annuïteitsbasis) verschillen onderling wel door een andere (boekhoudkundige) verdeling van lasten in de tijd, maar de contante waarde van de jaarlijkse lasten is in deze methoden steeds gelijk aan de contante waarde van de investeringen.
Het inflatie- en rentepercentage worden gebruikt voor het contant maken van de toekomstige uitgaven en inkomsten. Dit gebeurt op de volgende wijze:
waarbij:
x = startjaar berekening
U j = uitgave in jaar (j) op prijspeil startjaar
i = inflatie (in decimalen, bijvoorbeeld 0,02)
r = rente (in decimalen, bijvoorbeeld 0,04)
cwf = contante-waardefactor { = (1+i) / (1+r) }
CW x(U j) = contante waarde in jaar x van investering U in het jaar j
- 2.
Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
Bij het opstellen van het kostendekkingsplan wordt rekening gehouden met de richtlijnen uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De notitie riolering waarmee in dit GRP rekening is gehouden, dateert van november 2014.
In de notitie riolering (november 2014) van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is een aantal richtlijnen geformuleerd op het terrein van de gemeentelijke rioleringstaak. Samengevat zijn de richtlijnen als volgt beschreven in de notitie:
Basisregels:
- .
Investeringen in het riool moeten worden geactiveerd, het gaat om investeringen met economisch nut (artikel 59 BBV);
- .
De investeringen in het riool worden opgenomen onder de investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven (artikel 35, 1b BBV).
- .
Ter bestrijding van de kosten van de watertaken kan de gemeente een rioolheffing in rekening brengen (228a Gemeentewet). Wat wel en wat niet onder de kosten valt is primair een fiscaal vraagstuk. De handreiking kostentoerekening leges en tarieven (te vinden op www.rijksoverheid.nl) geeft hiervoor handvatten;
- .
In het tarief kan een egalisatiebedrag meegenomen worden voor toekomstig groot onderhoud. Egaliseren is mogelijk op grond van 44,lid 1c BBV.
Specifieke regels:
- .
Investeringen in riolering in uitbreidingsgebieden kunnen ten laste van de grondexploitatie worden gebracht. De bijdragen die de gemeente via de grondprijs ontvangt zijn te beschouwen als bijdragen van derden, die de gemeente op grond van artikel 62, lid 2 BBV op de waardering van de investering in mindering brengt.
- .
In het tarief mogen spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen worden meegenomen. Deze worden als last in de exploitatie toegevoegd aan een voorziening ex. artikel 44, lid 1d BBV;
- .
Bij realisatie van de vervangingsinvestering wordt deze voor het volle bedrag geactiveerd. Het bedrag voor toekomstige vervangingsinvesteringen in de rioolvoorziening wordt op het te activeren bedrag in mindering gebracht (afboeking in de balanssfeer: artikel 62, lid 4 BBV).
- .
Ook wanneer “idealiter” de jaarlijkse spaarbedragen precies gelijk zijn aan de jaarlijkse vervangingsinvesteringen moeten de “spaarbedragen” als last worden geboekt en wordt vervolgens de daarmee gevormde voorziening afgeboekt op de geactiveerde vervangingsinvesteringen.
- .
Wanneer van een vervangingsinvestering een boekwaarde resteert, hoeft hierop niet te worden afgeschreven maar kunnen bedragen voor vervanging die in latere begrotingsjaren worden ontvangen, op de boekwaarde worden afgeboekt. De gemeente kan er echter ook voor kiezen om de kapitaallasten van de resterende boekwaarde in het tarief op te nemen.
- .
Indien de onderhoudsvoorziening riolering onvoldoende is onderbouwd in het GRP, komen deze gelden niet in een reserve maar in de voorziening riolering ex. artikel 44, lid 2 BBV. Dit geldt ook voor opgehaalde gelden die per balansdatum nog niet zijn besteed door later investeren en of uitvoeren dan voorzien.
Overige:
- .
de geraamde BTW mag worden meegenomen in de berekening van de tarieven.
- .
- 3.
Planningshorizon
Bij de berekening van het rioolrecht is uitgegaan van een planningshorizon van 60 jaar: 2016 t/m 2075. Deze termijn is gekoppeld aan de technische levensduur van de rioleringsobjecten in Krimpenerwaard. Binnen een periode van 60 jaar zijn alle objecten minimaal één maal vervangen.
- 4.
Inflatie
Deze prijsindex is gebaseerd op de prijsontwikkeling van de lonen, materiaal en materieel die nodig zijn voor het aanleggen van een riolering binnen de bebouwde kom. Voor het kostendekkingsplan wordt uitgegaan van een inflatie van 1,5%.
- 5.
Rentevoet
Er is een rentevoet van 2,81% gehanteerd. Dit betreft zowel de rente voor kapitaalleningen als de rente over een positief saldo in de voorziening.
- 6.
Prijspeil
Alle in het GRP genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2016, inclusief van toepassing zijnde bijkomende kosten uitvoering, winst en risico, voorbereiding, honorarium en toezicht en exclusief BTW.
- 7.
Eenheidsprijzen
Voor de berekening van de investeringskosten van de rioleringsobjecten is gebruik gemaakt van de module ‘Kostenkengetallen rioleringszorg’ van de Leidraad Riolering (D1100; 2014) en ramingen van de gemeente. De eenheidsprijzen voor de vrijvervalriolen zijn bepaald op basis van een bewerking van een eerdere vervangingsplanning.
- 8.
Staartkosten
Voor de staartkosten zijn de volgende waarden gehanteerd (conform Leidraad Riolering module D1100): uitvoeringskosten 10% (inrichting werkterrein, uitzetwerkzaamheden), algemene kosten, winst en risico 12%, voorbereiding, honorarium en toezicht 15%.
- 9.
Kostendekkendheid
Het berekende rioolrecht mag 100% kostendekkend zijn.
Volgens artikel 228a van de Gemeentewet kan de gemeente kiezen voor één heffing voor de totale kosten van de zorgplichten of twee aparte heffingen: één voor de kosten van de afvalwaterzorgplicht en één heffing voor de zorgplichten voor hemel- en grondwater. In het GRP wordt één tarief berekend voor de totale kosten voor de rioleringszorg.
- 10.
Indexering rioolrecht
Het in het GRP berekende tarief moet jaarlijks met de optredende inflatie worden geïndexeerd. Dit wordt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting afgehandeld.
- 11.
Afschrijvingsmethode
Voor afschrijving wordt de lineaire methode toegepast.
- 12.
Afschrijvingstermijnen
Onderscheid wordt gemaakt in de technische levensduur en de economische afschrijvingstermijn. De technische levensduur heeft grote invloed op de hoogte van de rioolheffing. De economische afschrijvingstermijn is van invloed op het verloop van de lasten in de tijd, maar niet op de hoogte van het kostendekkend tarief.
De technische levensduur en economische afschrijvingstermijnen mogen afwijken. Volgens de richtlijnen uit de BBV, moeten de afschrijving en de afschrijvingstermijn zo goed mogelijk aansluiten op de feitelijke waardedaling van de vrijvervalriolering. Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat, indien de economische levensduur korter is dan de technische levensduur, afgeschreven moet worden op basis van de economische levensduur.
De in de berekening gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn weergegeven in onderstaande tabel B1. De hierin vermelde technische levensduur is de gemiddelde levensduur van de rioleringsobjecten in Krimpenerwaard.
Tabel B1 Overzicht gehanteerde afschrijvingstermijnen (jaar)
Object |
levensduur/afschrijvingstermijn |
|
technisch |
economisch |
|
vrijvervalriolen |
42 |
40 |
gemalen – bouwkundig |
45 |
40 |
gemalen – mechanisch / elektrisch |
15 |
15 |
Persleidingen |
60 |
40 |
drukriolering – bouwkundig |
45/60 |
40 |
drukriolering – mechanisch / elektrisch |
15/20 |
15 |
Milieumaatregelen |
60 |
40 |
Grondwatermaatregelen |
60 |
40 |
- 13.
Tariefegalisatievoorziening
In overeenstemming met de BBV wordt gebruik gemaakt van een tariefsegalisatievoorziening, om ongewenste schommelingen in het rioolrecht te voorkomen (art. 43, lid 1b). De voorziening wordt gevormd voor kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt. Dit leidt tot een gelijkmatige verdeling van de lasten voor de burger, over een aantal begrotingsjaren.
Artikel 45 van het BBV (toelichting) bepaalt dat rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn toegestaan, mits deze zijn gewaardeerd tegen contante waarde. In Krimpenerwaard rekenen we geen rente toe aan de tariefsegalisatievoorziening.
- 14.
Doorlopende kapitaallasten ná 2075
In de berekening van de rioolheffing is geen rekening gehouden met het doorlopen van de kapitaallasten ná 2075.
- 15.
Rioolheffing en BTW
De geraamde BTW op zowel goederen als diensten en investeringen mogen in het riooltarief worden meegenomen. Het product riolering is BTW-compensabel, BTW kan volledig worden gecompenseerd. In dit GRP zijn alle bedragen exclusief BTW weergegeven. Het uiteindelijke tarief is inclusief alle compensabele BTW. De BTW is volledig meegenomen in het jaar van investering.
- 16.
Toerekening overige kosten
De kosten van straatvegen worden in de gemeente Krimpenerwaard voor 50% toegerekend aan de rioolheffing. De kosten voor onderhoud van oppervlaktewateren zijn ook voor 50% toegerekend aan de rioolheffing.
Bijlage 3 Tabellen kostendekkingberekening
Bijlage 4 Onderbouwing eenheidsprijs vervanging vrijvervalriolen
Bijlage 5 Niet op riolering aangesloten percelen
Kern |
Straat |
Huisnr. |
Bergambacht |
Kadijk |
8 |
Bergambacht |
Opweg |
5 |
Bergambacht |
Opweg |
7 |
Bergambacht |
West Vlisterdijk |
64a |
Bergambacht |
Provincialeweg |
2 |
Bergambacht |
Provincialeweg |
11 |
Berkenwoude |
Achterbroek |
55 |
Berkenwoude |
Achterbroek |
55a |
Berkenwoude |
Westeinde |
1a |
Berkenwoude |
Westeinde |
29a |
Berkenwoude |
Kerkweg |
85 |
Berkenwoude |
Kerkweg |
106 |
Berkenwoude |
Wellepoort |
2 |
Berkenwoude |
Wellepoort |
3 |
Berkenwoude |
Graafkade |
1 |
Gouderak |
Gouderakse Tiendweg |
2 |
Gouderak |
Gouderakse Tiendweg |
3 |
Gouderak |
Dorpstraat |
31 |
Haastrecht |
Steinsedijk |
1 |
Haastrecht |
Goudseweg |
122 |
Haastrecht |
Goudseweg |
120 |
Krimpen aan de Lek |
Noord |
51 |
Krimpen aan de Lek |
Noord |
53 |
Krimpen aan de Lek |
Breekade |
26 |
Krimpen aan de Lek |
Breekade |
28 |
Krimpen aan de Lek |
Breekade |
43a |
Krimpen aan de Lek |
Molendijk |
13 |
Krimpen aan de Lek |
Oosterlekdijk |
30c |
Krimpen aan de Lek |
Schuwacht |
7 |
Krimpen aan de Lek |
Onder de Waal |
26 |
Krimpen aan de Lek |
Onder de Waal |
26a |
Krimpen aan de Lek |
Onder de Waal |
6 |
Krimpen aan de Lek |
Noord |
25 |
Krimpen aan de Lek |
Zaag |
37 |
Krimpen aan de Lek |
Molendijk |
11a |
Krimpen aan de Lek |
Molendijk |
11f |
Krimpen aan de Lek |
Molendijk |
17 |
Krimpen aan de Lek |
Westzoom |
9a |
Krimpen aan de Lek |
Molendijk |
11 |
Krimpen aan de Lek |
Molendijk |
21 |
Krimpen aan de Lek |
Noord |
47 |
Krimpen aan de Lek |
Zaag |
39 |
Krimpen aan de Lek |
Zaag |
40 |
Lekkerkerk |
Schuwacht |
1 |
Lekkerkerk |
Schuwacht |
218 |
Lekkerkerk |
Opperduit |
67 |
Lekkerkerk |
Opperduit |
1a |
Lekkerkerk |
Loet |
2-4 |
Lekkerkerk |
Tiendweg-West |
2c |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Tiendweg Oost |
8a |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Tiendweg Oost |
10 |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Tiendweg Oost |
10a |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Tiendweg Oost |
12 |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Tiendweg Oost |
14 |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Tiendweg Oost |
16 |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Tiendweg Oost |
1 |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Schaapjeszijde |
3 |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Schaapjeszijde |
4 |
Schoonhoven |
Lopikerweg |
52 |
Stolwijk |
Goudseweg |
94 |
Stolwijk |
Goudseweg |
99 |
Stolwijk |
Bilwijkerweg |
119 |
Stolwijk |
Bilwijkerweg |
121 |
Stolwijk |
Bosweg |
13 |
Stolwijk |
Bosweg |
15 |
Stolwijk |
Bosweg |
17 |
Vlist |
Oost-Vlisterdijk |
1a |
Vlist |
Oost-Vlisterdijk |
1b |
Vlist |
Oost-Vlisterdijk |
1c |
Vlist |
Oost-Vlisterdijk |
2 |
Vlist |
Oost-Vlisterdijk |
3 |
Vlist |
Oost-Vlisterdijk |
4 |
Vlist |
Oost-Vlisterdijk Kampeerclub |
|
Bijlage 6 Financiële uitgangspunten fusiegemeenten
Technische levensduren
De technische levensduren bepalen het moment dat een rioleringsonderdeel volgens de planning weer wordt vervangen. Het is een inschatting van het moment waarop het rioleringsonderdeel ongeveer zal moeten vervangen, waarbij enige spreiding van eerder en later te vervangen onderdelen mogelijk is. Voor de gemeente Krimpenerwaard is ervoor gekozen om de technische levensduren zoveel mogelijk op ervaring te baseren.
Tabel 6‑2 Technische levensduren
|
Bergambacht |
Nederlek |
Ouderkerk |
Schoonhoven |
Vlist |
vrijvervalriolen |
40 jaar |
40 jaar |
30 jaar |
inspectie |
40-60 jaar |
gemalen – electromechanische deel |
15 jaar |
15 jaar |
30 jaar |
15 jaar |
20 jaar |
gemalen – bouwkundige deel |
40 jaar |
40 jaar |
30 jaar |
60 jaar |
40 jaar |
persleiding |
|
40 jaar |
30 jaar |
60 jaar |
60 jaar |
drukriolering – electromechanische deel |
|
15 jaar |
15 jaar |
20 jaar |
15 jaar |
drukriolering – bouwkundige deel |
|
40 jaar |
15 jaar |
60 jaar |
40 jaar |
Tabel 6‑3 Technische levensduren gemeente Krimpenerwaard
|
Krimpenerwaard |
vrijvervalriolen |
20-60 jaar* |
gemalen – electromechanische deel |
15 jaar |
gemalen – bouwkundige deel |
45 jaar |
persleiding |
60 jaar |
drukriolering – electromechanische deel |
15-20 jaar* |
drukriolering – bouwkundige deel |
45-60 jaar* |
* Afhankelijk van zettingsgevoeligheid van gebied.
Afschrijven
De afschrijvingsmethode heeft invloed op de verdeling van de uitgaven. Ten eerste komt dit voort uit de afschrijvingsmethode: dit kan lineair (elk jaar een gelijk bedrag aflossen), annuïtair (elk jaar een gelijk bedrag aan aflossing en rente) of direct (de uitgave wordt direct betaald). Bij annuïtaire afschrijving wordt de meeste rente betaald, bij direct afschrijven wordt geen rente betaald. Voor de gemeente Krimpenerwaard is gekozen voor lineaire afschrijving, omdat dit de meest voorkomende afschrijvingsmethode is bij de voormalige gemeenten.
Tabel 6‑4 Afschrijvingsmethode
|
Bergambacht |
Nederlek |
Ouderkerk |
Schoonhoven |
Vlist |
methode |
annuïtair |
lineair |
lineair |
annuïtair |
lineair |
Ten tweede is de afschrijvingstermijn belangrijk als er lineair of annuïtair wordt afgeschreven. De afschrijvingstermijn geeft aan over welke periode de terugbetaling plaatsvindt. Het is toegestaan om tot de technische afschrijvingstermijn af te schrijven. Voor de gemeente Krimpenerwaard is gekozen voor afschrijvingstermijnen die dichtbij de technische levensduur liggen, maar net iets korter worden afgeschreven om zeker te zijn dat vervanging niet plaatsvindt voordat er volledig is afgeschreven.
Tabel 6‑5 Afschrijvingstermijnen
|
Bergambacht |
Nederlek |
Ouderkerk |
Schoonhoven |
Vlist |
vrijvervalriolen |
40 jaar |
40 jaar |
30 jaar |
40-70 jaar |
40 jaar |
gemalen – electromechanische deel |
15 jaar |
15 jaar |
30 jaar |
15 jaar |
20 jaar |
gemalen – bouwkundige deel |
40 jaar |
40 jaar |
30 jaar |
60 jaar |
40 jaar |
persleiding |
- |
40 jaar |
30 jaar |
60 jaar |
60 jaar |
drukriolering – electromechanische deel |
- |
15 jaar |
15 jaar |
20 jaar |
15 jaar |
drukriolering – bouwkundige deel |
- |
40 jaar |
15 jaar |
60 jaar |
40 jaar |
Tabel 6‑6 Afschrijvingstermijnen gemeente Krimpenerwaard
|
Krimpenerwaard |
vrijvervalriolen |
40 jaar |
gemalen – electromechanische deel |
15 jaar |
gemalen – bouwkundige deel |
40 jaar |
persleiding |
40 jaar |
drukriolering – electromechanische deel |
15 jaar |
drukriolering – bouwkundige deel |
40 jaar |
Beschouwde termijn
De beschouwde termijn geeft aan over welke periode de kosten worden meegenomen in de berekening. Door de lange levensduur van riolen kunnen de kosten op lange termijn goed worden geraamd. Als de beschouwde termijn gelijk is aan de hoogste technische levensduur (60 jaar voor vrijvervalriolering), dan worden alle kosten minimaal één keer in de berekening meegenomen. Als een kortere periode wordt beschouwd, dan wordt een deel van de verwachte kosten niet meegenomen in de berekening. Voor de gemeente Krimpenerwaard is ervoor gekozen om een periode van 60 jaar te beschouwen, zodat alle kosten minimaal één keer terugkomen binnen de berekening.
Tabel 6‑7 Beschouwde termijn
|
Bergambacht |
Nederlek |
Ouderkerk |
Schoonhoven |
Vlist |
beschouwde termijn |
5 jaar |
40 jaar |
30 jaar |
60 jaar |
60 jaar |
Toerekening btw
Sommige gemeenten betaalden de btw volledig uit de rioolheffing, terwijl anderen dit deels deden. Door de btw uit de algemene middelen te betalen in plaats vanuit de rioolheffing, wordt de rioolheffing lager. Voor de gemeente Krimpenerwaard is ervoor gekozen om de btw over de exploitatie en over de investeringen toe te rekenen.
Tabel 6‑8 Toerekening btw
|
Bergambacht |
Nederlek |
Ouderkerk |
Schoonhoven |
Vlist |
btw over exploitatie |
wel in rioolheffing |
wel in rioolheffing |
wel in rioolheffing |
wel in rioolheffing |
wel in rioolheffing |
btw over investeringen |
wel in rioolheffing |
wel in rioolheffing |
niet in rioolheffing |
niet in rioolheffing |
wel in rioolheffing |
Bijlage 7 Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden
Nieuwe Doelen, Functionele eisen, Maatstaven en Meetmethoden
In de DoFeMaMe (Doelen, Functionele eisen, Maatstaven en Meetmethoden) wordt het beleid van de gemeente Krimpenerwaard geconcretiseerd naar praktijkgerichte criteria. Het geeft hiermee handvatten om in de praktijk aan de slag te gaan en geeft de mogelijkheid om periodiek te controleren of praktijk en beleid overeenkomen.
De hier opgenomen DoFeMaMe is een ‘nieuwe stijl’ DoFeMaMe. Er wordt door gemeenten in het hele land geprobeerd om meer aandacht te geven aan de resultaten en minder nadruk te leggen op het middel. Om een voorbeeld hiervan te geven: de functionele eis dat water ongehinderd in kolken kan stromen wordt nu bepaald naar het aantal kolken waar klachten over binnenkomen, terwijl voorheen werd gekeken naar het minimaal 2 keer per jaar reinigen van de kolken. Het gaat nu dus om het resultaat (minder klachten betekent dat het water ongehinderd kan instromen) in plaats van het middel (het aantal keren dat de kolk wordt gereinigd).
Deze nieuwe stijl DoFeMaMe is nog een voorlopige versie, het is nog in ontwikkeling. Vooral bij de groen gekleurde vakken bestaat onzekerheid of dit de juiste formulering is. Om hierachter te komen moet ervaring worden opgedaan (is het een correcte omschrijving) en moeten andere gegevens worden verzameld (zoals het aantal kolken waar een klacht over binnenkomt). Bij het volgende GRP kan een volledige versie van de DoFeMaMe worden opgesteld.
Bijlage 8 Reacties
Reactie Rijkswaterstaat
Reactie provincie Zuid-Holland
Vervolg op reacties hoogheemraadschappen
Naar aanleiding van de brieven van de waterschappen is het GRP aangepast. Zo is er budget opgenomen voor het uitvoeren van OAS’en, is de mogelijkheid tot het opstellen van afvalwaterakkoorden benoemt, is het onderhoudsvoorstel voor de oppervlaktewateren aangepast en is er een overzicht van de overstorten opgenomen in het GRP.
We hebben onze contactpersonen bij de hoogheemraadschappen een reactie gestuurd op hun brief. In deze reactie is uitleg gegeven over de totstandkoming van het GRP, interne keuzes die er zijn gemaakt en afwegingen die zijn gemaakt bij het opstellen van het GRP.
Bijlage 9 Overstorten
Gemeente Krimpenerwaard - Overstorten gemengd rioolstelsel |
||||||||
Overstort |
Kern |
Type stelsel |
Locatie |
Drempellengte [m] |
Drempelpeil [mNAP] |
Opmerking |
x-coordinaat |
y-coordinaat |
10568 |
Ammerstol |
Gemengd |
Den Hoeff |
1,52 |
-1,56 |
|
115387.11 |
438004.82 |
10606 |
Ammerstol |
Gemengd |
Capellelaan |
1,54 |
-1,76 |
|
115181.26 |
438355.23 |
11012 |
Ammerstol |
Gemengd |
Broeklaantje |
1,17 |
-1,42 |
|
115562.50 |
438345.56 |
10608U |
Ammerstol |
Gemengd |
Capellelaan |
1,54 |
-1,76 |
|
115192.58 |
438361.27 |
10739U |
Ammerstol |
Gemengd |
Aan de Dwarssloot |
3,30 |
-1,44 |
|
115300.17 |
438025.67 |
10806U |
Ammerstol |
Gemengd |
Snackerstraat |
1,21 |
-1,43 |
|
115156.41 |
437937.23 |
10815U |
Ammerstol |
Gemengd |
Europalaan |
1,31 |
-1,45 |
|
115050.53 |
437795.93 |
10831U |
Ammerstol |
Gemengd |
Europalaan |
0,90 |
-1,43 |
|
115175.29 |
437777.41 |
10876U |
Ammerstol |
Gemengd |
Den Hoeff |
2,02 |
-1,54 |
|
115404.84 |
437786.41 |
9525U |
Ammerstol |
Gemengd |
Achterweg |
1,17 |
-1,49 |
|
114994.06 |
437689.60 |
9515U |
Ammerstol |
Gemengd |
Lekdijk |
1,17 |
-1,51 |
|
114851.18 |
437588.11 |
10925U |
Ammerstol |
Gemengd |
Lekdijk |
0,90 |
1,14 |
|
115108.24 |
437502.91 |
76184 |
Bergambacht |
Gemengd |
Houtstraat |
4,00 |
-1,63 |
BBB Extern |
113918.30 |
438902.50 |
65006U |
Bergambacht |
Gemengd |
Pleinstraat |
6,60 |
-1,56 |
|
113498.32 |
438720.97 |
76080U |
Bergambacht |
Gemengd |
Houtstraat |
3,96 |
-1,36 |
|
113747.24 |
438922.94 |
77134U |
Bergambacht |
Gemengd |
Schweitzerstraat 15 |
2,09 |
-1,36 |
|
113917.52 |
438713.31 |
77278U |
Bergambacht |
Gemengd |
Meidoornstraat |
5,00 |
-1,61 |
BBL Extern |
113991.40 |
438505.20 |
77278U1 |
Bergambacht |
Gemengd |
Meidoornstraat |
5,00 |
-1,61 |
BBL Extern |
113994.40 |
438505.30 |
78010U |
Bergambacht |
Gemengd |
Badhuisstraat |
2,05 |
-1,51 |
|
113531.15 |
438442.05 |
78034U |
Bergambacht |
Gemengd |
Voorstraat 21 |
4,40 |
-1,46 |
|
113543.52 |
438282.47 |
88010U |
Bergambacht |
Gemengd |
Weegbree |
1,38 |
-1,41 |
|
114136.55 |
439073.67 |
89150 |
Bergambacht |
Gemengd |
Westerhoef |
3,00 |
-1,58 |
|
114215.73 |
438761.22 |
7018U |
Bergambacht |
Gemengd |
't Hoogezand |
4,60 |
-1,51 |
|
113409.99 |
437478.96 |
8104U |
Bergambacht |
Gemengd |
Dijklaan |
1,88 |
-1,58 |
|
113606.32 |
437695.46 |
78100U |
Bergambacht |
Gemengd |
Ambachtstraat |
2,79 |
-1,45 |
|
113786.60 |
438265.91 |
78100U |
Bergambacht |
Gemengd |
Ambachtstraat |
1,39 |
-1,55 |
Verlaagd deel van overstort 78100U |
113786.60 |
438265.91 |
8044U |
Bergambacht |
Gemengd |
Transpoortstraat |
3,52 |
-1,58 |
|
113921.15 |
437897.94 |
8318U |
Bergambacht |
Gemengd |
Lekdijk Oost |
0,25 |
1,50 |
|
113787.30 |
437172.49 |
62008U |
Bergambacht |
Gemengd |
Kadijkselaan |
1,02 |
-1,61 |
|
113469.97 |
439414.03 |
62016U |
Bergambacht |
Gemengd |
Kadijkselaan |
1,02 |
-1,66 |
|
113494.70 |
439387.46 |
63028U |
Bergambacht |
Gemengd |
Kadijkselaan |
1,02 |
-1,51 |
|
113447.78 |
438998.69 |
67004U |
Bergambacht |
Gemengd |
Parallelweg |
0,90 |
-1,37 |
|
113442.38 |
438229.01 |
78085_F |
Bergambacht |
Gemengd |
Parallelweg |
1,00 |
-1,30 |
Overstortleiding in pompput |
113638.90 |
438285.60 |
34006U |
Berkenwoude |
Gemengd |
Weidebloemstraat |
1,02 |
-2,02 |
|
109066.33 |
439946.97 |
24082U |
Berkenwoude |
Gemengd |
Dreef |
1,87 |
-1,99 |
|
108277.45 |
440191.52 |
24008U |
Berkenwoude |
Gemengd |
Pr. Claustraat |
0,99 |
-2,06 |
|
108122.60 |
440017.09 |
25036U |
Berkenwoude |
Gemengd |
Pr. Bernhardstraat |
1,54 |
-1,90 |
|
108160.92 |
439854.51 |
105062 |
Haastrecht |
Gemengd |
Hofkamp |
2,95 |
-1,60 |
|
113388.99 |
445429.87 |
106001 |
Haastrecht |
Gemengd |
Stein |
1,15 |
-0,82 |
|
112403.12 |
446101.19 |
106015 |
Haastrecht |
Gemengd |
Stein |
1,15 |
-0,60 |
|
112394.95 |
446234.00 |
106043 |
Haastrecht |
Gemengd |
Stein |
1,15 |
-0,50 |
|
112607.08 |
446217.44 |
106100 |
Haastrecht |
Gemengd |
Stein |
4,00 |
-0,40 |
|
112838.02 |
446319.64 |
108007 |
Haastrecht |
Gemengd |
Galgoord |
2,00 |
-0,78 |
|
113210.37 |
446051.22 |
104107 |
Haastrecht |
Gemengd |
Nachtegaalstraat |
10,50 |
-1,80 |
BBB Extern |
113058.18 |
445653.49 |
107051 |
Haastrecht |
Gemengd |
Beemdgras |
3,50 |
-1,70 |
BBB Extern |
113208.45 |
445311.87 |
58022U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Koorenbloemstraat |
1,76 |
-1,84 |
|
102400.42 |
434602.29 |
62098U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Barkstraat |
2,00 |
-1,86 |
|
102850.09 |
434543.10 |
64092U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Hoofdstraat |
2,25 |
-1,89 |
|
102739.80 |
434061.20 |
66022U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Hoofdstraat |
1,76 |
-1,88 |
|
103077.60 |
434641.45 |
67162U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Neptunushof |
0,98 |
-1,89 |
|
103324.29 |
434418.69 |
59058U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Pinksterbloemstraat |
1,76 |
-1,84 |
|
102333.31 |
434433.41 |
59080U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Tuinstraat |
5,00 |
-1,90 |
|
102287.57 |
434309.44 |
63092U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Paulus Potterstraat |
4,30 |
-1,84 |
|
102832.54 |
434416.11 |
630167 |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Jan Steenstraat |
1,88 |
-1,93 |
|
102807.32 |
434318.41 |
64134U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Touwslagerstraat |
2,00 |
-1,83 |
|
102736.23 |
434100.31 |
66064U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Neptunushof |
2,09 |
-1,84 |
|
103257.63 |
434544.89 |
45D08U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Molendijk 86 |
1,20 |
-1,78 |
|
101479.23 |
434491.77 |
60108U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Middelland 22A |
0,90 |
-1,03 |
|
102176.62 |
434252.14 |
44D21U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Molendijk 84 |
1,20 |
-1,88 |
|
101596.21 |
434525.64 |
45D25U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Molendijk 6 |
1,20 |
-1,90 |
|
101897.22 |
434365.98 |
45D35U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Middelland 61a |
1,20 |
-1,78 |
|
101973.12 |
434228.55 |
60112U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Middelland 41 |
0,90 |
-1,03 |
|
102054.63 |
434160.62 |
61004U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Dorpsstraat 65a |
0,90 |
1,45 |
|
102280.70 |
433923.40 |
65016U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Dorpsstraat 7 |
0,90 |
1,45 |
|
102642.33 |
433873.29 |
65028U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Rijsdijk 12 |
0,90 |
1,45 |
|
102807.00 |
433891.06 |
67198U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Breekade 3 |
0,98 |
-1,82 |
|
103414.28 |
434467.28 |
70040U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Schuwacht 350 |
1,20 |
-1,79 |
|
103671.31 |
434414.46 |
10510U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Tiendweg-West 38 |
0,98 |
-1,96 |
|
103770.79 |
434937.00 |
10526U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Tiendweg-West 40 |
0,98 |
-1,86 |
|
103688.94 |
434909.36 |
69012U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Breekade 33 |
0,98 |
-1,82 |
|
103591.25 |
434534.40 |
70070U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Schuwacht 322 |
1,20 |
-1,78 |
|
103872.83 |
434288.07 |
11314U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Schuwacht 286 |
1,20 |
-1,78 |
|
104124.13 |
434081.48 |
68020U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Westzoom 9 |
1,21 |
3,37 |
|
103435.13 |
434235.92 |
98106U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Poolcirkel |
1,28 |
-1,87 |
|
102725.76 |
435007.30 |
97D02U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Spitsbergen |
2,64 |
-1,92 |
|
102914.79 |
435048.73 |
98B15U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Kompas |
1,00 |
-1,85 |
|
102773.58 |
434826.69 |
98B58U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Groenland |
1,00 |
-1,87 |
|
102966.74 |
434775.95 |
43C07U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Noord 95 |
1,20 |
-1,78 |
|
100335.16 |
435430.87 |
44C26U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Molendijk 180 |
1,20 |
-1,78 |
|
100905.16 |
434806.33 |
44D05U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Molendijk 152 |
1,20 |
-1,78 |
|
101125.69 |
434699.05 |
43C23U |
Krimpen aan de Lek |
Gemengd |
Noord 60 |
1,20 |
-1,97 |
|
100572.04 |
435203.01 |
74018U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Lorentzweg |
1,15 |
-1,81 |
|
106414.64 |
434581.14 |
75114U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Voorstraat |
1,27 |
-1,82 |
|
106129.47 |
434290.91 |
79210U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Koninginneweg |
5,00 |
-1,83 |
|
106702.90 |
434523.03 |
72034U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
De Elzen |
2,20 |
-1,81 |
|
106262.77 |
435093.68 |
73128U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Da Costastraat |
2,42 |
-1,81 |
|
106182.80 |
434811.38 |
73170U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Berlagestraat |
2,75 |
-1,86 |
|
106400.05 |
434858.22 |
74080U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Potgieterstraat |
2,64 |
-1,83 |
|
106364.31 |
434623.34 |
74192U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Talmastraat |
4,40 |
-1,82 |
|
105990.15 |
434558.19 |
75066U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Poolmanweg |
9,25 |
-1,86 |
|
106371.93 |
434450.06 |
75176U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Nicolaas Beetsstraat |
2,75 |
-1,84 |
|
106139.30 |
434313.59 |
77104U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Kerkweg |
1,00 |
-1,85 |
|
106611.45 |
435123.11 |
78211 |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Touwbaan |
2,50 |
-1,80 |
|
106717.70 |
434749.76 |
77034U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Margrietstraat |
0,99 |
-1,81 |
|
106852.81 |
435003.81 |
77056F |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Irenestraat |
0,99 |
-1,80 |
|
106859.90 |
435102.34 |
790327 |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Koninginneweg |
2,26 |
-1,76 |
|
106848.83 |
434868.50 |
81050U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Randweg |
1,62 |
-1,75 |
|
107160.63 |
435117.09 |
82106U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Luytenstraat |
2,50 |
-1,74 |
|
107026.82 |
434845.70 |
77012U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Wilhelminastraat |
2,82 |
-1,85 |
|
106946.02 |
435171.23 |
77080U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Prinsesseweg |
3,00 |
-1,83 |
|
106775.11 |
435149.39 |
77128U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Prinsenhof |
1,27 |
-1,84 |
|
106712.66 |
435088.04 |
830106U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Opperduit |
1,40 |
-1,86 |
|
107295.53 |
434633.31 |
83030U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Jan Tomstraat |
2,50 |
-1,80 |
|
107188.89 |
434624.98 |
12204U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Schuwacht 200 |
1,20 |
-1,76 |
|
105080.28 |
434031.03 |
12307U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Schuwacht 156A |
1,20 |
-1,76 |
|
105303.61 |
433995.03 |
12334U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Schuwacht 72 |
1,20 |
-1,76 |
|
105738.49 |
433961.88 |
12222U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Schuwacht 46 |
1,20 |
-1,76 |
|
105871.78 |
434059.45 |
12317U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Schuwacht 140 |
1,20 |
-1,79 |
|
105483.79 |
433979.42 |
12806U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Kerkweg |
1,15 |
-1,80 |
|
106631.71 |
435543.82 |
12802U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Kerkweg |
1,15 |
-1,80 |
|
106656.21 |
435861.09 |
12910U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Scholeksterstraat |
1,00 |
-1,80 |
|
106657.59 |
435318.38 |
12960U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Slobeendstraat |
2,47 |
-1,79 |
|
106674.61 |
435516.99 |
77026U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Fazantstraat |
2,82 |
-1,87 |
|
106877.68 |
435194.06 |
44J06U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Opperduit 386 |
0,60 |
-1,78 |
|
107903.78 |
434821.12 |
44J27U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Opperduit 426 |
0,60 |
-1,78 |
|
107672.23 |
434805.06 |
44L18U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Opperduit 256 |
0,60 |
-1,78 |
|
109110.67 |
434780.78 |
44K06U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
De Werf 7 |
0,60 |
3,45 |
|
108677.23 |
434624.81 |
44K78U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
De Werf 17 |
0,60 |
3,45 |
|
108508.84 |
434613.06 |
43M01U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Opperduit |
0,60 |
-1,78 |
|
110335.92 |
435518.71 |
44K23U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Opperduit 306 |
0,60 |
-1,76 |
|
108655.07 |
434753.53 |
44K48U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Opperduit 352 |
0,60 |
-1,83 |
|
108237.79 |
434808.63 |
43L26U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Opperduit |
0,60 |
-1,83 |
|
109578.79 |
435097.41 |
43L08U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Opperduit |
0,60 |
-1,85 |
|
109854.83 |
435383.63 |
44K12U |
Lekkerkerk |
Gemengd |
Scheepsmakersstr 29 |
0,60 |
-1,82 |
|
108963.37 |
434869.72 |
71C |
Schoonhoven |
Gemengd |
Albert Schweitzerlaan |
6,00 |
-1,45 |
BBB Extern |
117159.45 |
440028.44 |
42B |
Schoonhoven |
Gemengd |
Leeghwaterstraat |
6,00 |
-1,45 |
BBB Extern |
117159.83 |
440646.21 |
1106 |
Schoonhoven |
Gemengd |
De Montignylaan |
2,80 |
-1,18 |
|
118782.81 |
439753.17 |
350 |
Schoonhoven |
Gemengd |
Beneluxlaan |
3,60 |
-1,40 |
BBL Extern |
117589.40 |
441013.74 |
540D |
Schoonhoven |
Gemengd |
Pleinweg |
16,00 |
-1,40 |
BBB Extern |
117988.58 |
440341.28 |
819 |
Schoonhoven |
Gemengd |
Spoorsingel |
1,60 |
-1,18 |
|
117821.72 |
439977.22 |
871 |
Schoonhoven |
Gemengd |
Oude Haven |
1,00 |
0,23 |
|
118180.59 |
439971.79 |
1236 |
Schoonhoven |
Gemengd |
Esdoornstraat |
2,80 |
-1,20 |
|
119168.07 |
439930.70 |
1310 |
Schoonhoven |
Gemengd |
Broeikweg |
2,80 |
-1,24 |
|
118943.84 |
440145.23 |
2002 |
Schoonhoven |
Gemengd |
Nieuwe Singel |
1,00 |
-0,90 |
|
118432.18 |
440179.20 |
897 |
Schoonhoven |
gemengd |
Havenstraatse Wal |
1,20 |
0,27 |
|
118006.60 |
439790.51 |
1157 |
Schoonhoven |
gemengd |
Havenstraatse Wal |
1,00 |
0,50 |
|
118010.63 |
440019.57 |
202004 |
Stolwijk |
Gemengd |
Rietgors/Overwetering |
2,50 |
-1,70 |
|
112295.47 |
443456.19 |
203065 |
Stolwijk |
Gemengd |
Kunstschilderswijk |
1,10 |
-1,97 |
|
112398.52 |
443166.14 |
203066 |
Stolwijk |
Gemengd |
Kunstschilderswijk |
1,00 |
-1,68 |
|
112323.37 |
443213.66 |
203181 |
Stolwijk |
Gemengd |
Kunstschilderswijk |
2,00 |
-1,97 |
|
112537.67 |
443192.45 |
205007 |
Stolwijk |
Gemengd |
Snippersdreef |
1,10 |
-1,90 |
|
112887.02 |
443237.13 |
205019 |
Stolwijk |
Gemengd |
Snippersdreef |
1,10 |
-1,90 |
|
113084.78 |
443008.78 |
205109 |
Stolwijk |
Gemengd |
Dorp |
1,00 |
-1,70 |
|
113067.22 |
443007.53 |
205119 |
Stolwijk |
Gemengd |
Dorp |
3,00 |
-1,90 |
|
112755.45 |
443250.35 |
207013 |
Stolwijk |
Gemengd |
Populierenlaan/Kerkewijk |
1,00 |
-1,80 |
|
112611.23 |
442708.03 |
209019 |
Stolwijk |
Gemengd |
Industrieterrein |
4,00 |
-1,90 |
|
112802.86 |
442227.53 |
209101 |
Stolwijk |
Gemengd |
Tentweg |
1,10 |
-1,93 |
|
113138.59 |
441714.22 |
202107 |
Stolwijk |
Gemengd |
Irisstraat |
5,00 |
-1,95 |
BBB Extern |
112545.62 |
443230.00 |
204133 |
Stolwijk |
Gemengd |
Sportlaan |
2,25 |
-2,00 |
BBB Extern |
112839.49 |
442793.63 |
302037 |
Vlist |
Gemengd |
Dorp-Vlist |
1,00 |
-1,83 |
|
116089.04 |
442990.84 |
40132 |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Gemengd |
Bakwetering 1 BBV |
4,00 |
-1.97 |
BBB Extern |
103075.66 |
438705.7 |
40151 |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Gemengd |
Dekkerstraat 16a BBV |
3,14 |
-2.17 |
BBB Extern |
103655.99 |
438460.83 |
40182 |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Gemengd |
Reigerlaan 2 BBV |
3,00 |
-1.96 |
BBB Extern |
103298.16 |
438300.64 |
15016U |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Gemengd |
Kerkweg 2 |
2,00 |
-2,09 |
|
103260.05 |
438757.25 |
38052U |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Gemengd |
Kerkweg 131 |
2,00 |
-2,09 |
|
103752.88 |
438170.05 |
15025u |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Gemengd |
Burgemeester van waningstr 1 |
2,40 |
-1.97 |
|
103475.93 |
438854.98 |
36016u |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Gemengd |
Burgemeester van waningstr 45 |
2,39 |
-1.90 |
|
103582.66 |
438718.75 |
06005U |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Gemengd |
Albrecht van Naaldwijklaan |
1,25 |
-1.83 |
|
102929.89 |
438724.80 |
3834U |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Gemengd |
Ganzenhof 7 |
2,20 |
-1.96 |
|
103691.67 |
438072.73 |
37039U |
Ouderkerk aan den Ijssel |
Gemengd |
Burgemeester de Zeeuwlaan 2 |
1,17 |
-1.95 |
|
104054.30 |
438252.48 |
5216 |
Gouderak |
Gemengd |
Beemd 11 BBV |
3,50 |
-2.10 |
BBB Extern |
106256.73 |
444163.97 |
2030U |
Gouderak |
Gemengd |
Smitsstraat 15 |
1,40 |
-2.10 |
|
105971.37 |
444196.06 |
5140 |
Gouderak |
Gemengd |
Boezemsingel 1 |
1,50 |
-2.02 |
|
106287.60 |
444054.08 |
3080U |
Gouderak |
Gemengd |
Kievit 9 |
1,50 |
-2.02 |
|
106332.80 |
444129.06 |
1082U |
Gouderak |
Gemengd |
Beukendaal 24 |
1,60 |
-2.14 |
|
106467.70 |
444092.32 |
1034U |
Gouderak |
Gemengd |
Populierenhof 11 |
1,50 |
-2,33 |
|
106284.90 |
444333.50 |
OV04 |
Lage weg |
Gemengd |
Nieuwlandsekade 57 |
nnb |
-2.34 |
Noodoverlaat DWA-stelsel |
103465.98 |
442232.54 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl