Regeling vervallen per 01-01-2020

Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019

Geldend van 01-07-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019

Inleiding

Subsidie is een bijdrage van de gemeente aan een organisatie of instelling voor het organiseren van activiteiten die ervoor zorgen dat een bepaald maatschappelijk effect wordt bereikt in de samenleving. De gemeente ondersteunt via het verlenen van subsidies organisaties en instellingen zodat zij met elkaar zorgen voor een gevarieerd aanbod van activiteiten voor (de inwoners van) de Krimpenerwaard en die een bijdrage leveren aan de gemeentelijke doelen.

De gemeente Krimpenerwaard verleent jaarlijks subsidie voor activiteiten aan organisaties en instellingen in de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders besluit ieder jaar welke instellingen subsidie ontvangen.

Nieuw instrumentarium

Vanaf 2019 heeft de gemeente Krimpenerwaard een nieuw subsidie instrumentarium. De voorwaarden voor het aanvragen voor een subsidie zijn vastgelegd in de nieuwe Algemene Subsidieverordening gemeente Krimpenerwaard 2019 (ASV 2019). In deze verordening beschrijft de gemeente de procedure voor het verlenen en vaststellen van subsidies. De ASV is in te zien op www.overheid.nl

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 20 maart 2018 in aanvulling op de ASV gemeente Krimpenerwaard 2019 de subsidieregeling gemeente Krimpenerwaard 2019 vastgesteld.

De subsidieregeling geeft inhoudelijke invulling aan het beleid waar de gemeente voor staat en is een nadere regeling zoals bedoeld in artikel 3 van de ASV Krimpenerwaard 2019. Ook de subsidieregeling is in te zien op www.overheid.nl.

Specifieke regeling voor voorschoolse voorzieningen

Deze subsidieregeling is opgesteld voor kinderopvang opvangorganisaties die naast reguliere peuteropvang ook voorschoolse educatie aanbieden. Met de wet Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk heeft ook een transitie plaats gevonden in de financieringsstructuur. Tweeverdieners kunnen per 1 januari 2018, ongeacht of ze gebruikmaken van kinderdagopvang, gastouderopvang of de peuterspeelzaal, kinderopvangtoeslag aanvragen. Ouders betalen een ouderbijdrage waarvan de hoogte afhangt van hun vastgestelde inkomen. De gemeente Krimpenerwaard stelt op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief de subsidiebedragen vast per kind. Dit maakt deze subsidieregeling tot een uitzondering met betrekking tot de andere subsidieregelingen van de gemeente Krimpenerwaard.

Jaarlijkse en eenmalige subsidies

De gemeente Krimpenerwaard kent met ingang van 2019 twee type subsidies te weten de jaarlijkse subsidies (voorheen structurele subsidies) en de eenmalige subsidies (voorheen incidentele subsidies). Eenmalige subsidies kennen een andere aanvraagprocedure dan jaarlijkse subsidies. Dit staat beschreven in de ASV Krimpenerwaard 2019. Deze subsidieregeling is niet van toepassing op eenmalige subsidieaanvragen.

Subsidieplafond

Deze subsidieregeling kent een eigen subsidieplafond. Dit plafond, welke is vastgesteld door de gemeenteraad geeft aan hoeveel financiële middelen beschikbaar zijn binnen deze regeling. Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt het totaalbedrag evenredig over de voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen verdeeld. Dat betekent dat de individuele voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen elk met een gelijk percentage worden gekort.

1. Begripsbepalingen

  • a.

    Doelgroeppeuter: een peuter met een indicatiestelling voor voorschoolse educatie (VE) van Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hollands Midden;

  • b.

    Inkomensverklaring: een officiële verklaring van de Belastingdienst met daarin inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar.

  • c.

    Kinderopvang: de opvang van kinderen in de zin van de Wet kinderopvang;

  • d.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderh, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang;

  • e.

    Landelijk Register Kinderopvang (LRK): register waarin alle kindercentra, gastouderbureaus en voorzieningen voor gastouderopvang zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

  • f.

    Maximumuurtarief: de maximale uurprijs voor dagopvang in een kindercentrum zoals vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag;

  • g.

    Opvangvoorziening: voorziening waar (VE) peuteropvang aangeboden wordt niet zijnde gastouderopvang of buitenschoolse opvang;

  • h.

    Ouder: ouder in de zin van de Wet kinderopvang;

  • i.

    Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang. De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst;

  • j.

    Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag: een document waarop de ouder verklaart geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk. Als bewijsstuk moet hierbij een Inkomensverklaring gevoegd worden. Zie punt 7.5.

  • k.

    Peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

  • l.

    Peuteropvang: de opvang van peuters voor minimaal zes uur per week verdeeld over twee dagdelen waarbij een gestructureerd programma van voorschoolse educatie, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool wordt aangeboden;

  • m.

    VE peuteropvang: de opvang van peuters voor minimaal tien uur per week verdeeld over minimaal drie dagdelen waarbij aan doelgroeppeuters een gestructureerd programma van voorschoolse educatie, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool conform het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie wordt aangeboden;

  • n.

    Voorschoolse educatie (VE): educatie voor doelgroeppeuters zoals bedoeld in de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie;

  • o.

    Voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderen van nul tot vier jaar aangaande opvang en educatie;

  • p.

    WKO: Wet kinderopvang;

  • q.

    Subsidie (VE) peuteropvang: subsidie waarbij de deelnemende peuter eenheid is van subsidie;

  • r.

    Subsidieregeling: een nadere regeling zoals bedoeld in artikel 2 van de ASV.

2. Maatschappelijk effect

Het sociaal emotionele, -culturele en cognitieve vermogen van peuters is vergroot. Door preventie en vroegsignalering gaan minder kinderen met een ontwikkelingsachterstand naar de basisschool.

3. Gemeentelijke doelen voor het verstrekken van subsidie op voorschoolse voorzieningen

De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan een of meerdere van onderstaande doelen:

  • Peuters nemen deel aan een voorschoolse voorziening die voldoet aan de kwaliteitscriteria van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang.

  • Peuters met een VVE indicatie volgen een VVE programma dat voldoet aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • Het voorkomen, vroegtijdig opsporen en aanpakken van taal- en onderwijsachterstanden bij peuters.

  • De ontwikkeling van (doelgroep)peuters wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hierdoor wordt de kans vergroot op een start in het onderwijs zonder een achterstand.

  • Het behouden van voorschoolse voorzieningen in de kernen.

4. Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het aanbieden van peuteropvang aan peuters van ouders aantoonbaar zonder recht op kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    Het aanbieden van VE peuteropvang aan doelgroeppeuters van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag.

  • 3.

    Een opvangvoorziening kan subsidie aanvragen voor het verschil tussen CAO Welzijn en CAO Kinderopvang per betreffend personeelslid. Deze frictiekosten worden maximaal tot en met subsidiejaar 2019 verleend.

5. Toetsingscriteria aanvrager

Een opvangvoorziening komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking wanneer:

  • a.

    de opvangvoorziening opvang verzorgt aan (doelgroep)peuters gevestigd in de gemeente Krimpenerwaard;

  • b.

    de opvangvoorziening op 1 januari 2019 voor het subsidiejaar 2019 ingeschreven staat als kinderdagverblijf in het LRK;

  • c.

    zowel peuteropvang als VE peuteropvang aangeboden wordt en;

  • d.

    voor doelgroeppeuters de aantekening voorschoolse educatie ‘ja’ aanwezig is bij de opvangvoorziening in het LRK.

6. Subsidiebedragen (VE) peuteropvang

  • 1.

    De subsidiebedragen ten behoeve van de (doelgroep)peuters van de volgende groepen ouders luiden als volgt:

    • a.

      Voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag en een peuter geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste zes uur per week. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert in dit geval het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over zes uur per week.

    • b.

      Voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag en een doelgroeppeuter geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste zes uur per week. De gemeente subsidieert in dit geval het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over zes uur per week. Vier uur aanvullend per week (in totaal tien uur) is voor deze ouders gratis. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert de aanvullende vier uur per week voor € 9,25 per uur.

    • c.

      Voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en een peuter geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste zes uur per week. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief en het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over zes uur per week.

    • d.

      Voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en een doelgroeppeuter geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste zes uur per week. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief en het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over zes uur per week. Vier uur aanvullend per week (in totaal tien uur) is voor deze groep gratis. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert de aanvullende vier uur per week met € 9,25 per uur.

  • 2.

    De subsidiebedragen worden verleend voor maximaal veertig weken per kalenderjaar.

  • 3.

    Het Rijk heeft in het regeerakkoord opgenomen dat het aanbod voor peuters met een risico op een onderwijsachterstand uitgebreid moet worden naar 16 uur per week. Dit gaat in per 2020. In 2019 worden er al middelen beschikbaar gesteld voor het voorbereiden van en het toewerken naar deze uitbreiding. In 2019 komt er een nieuwe gewichtenregeling, het is nog onduidelijk welke middelen de gemeente Krimpenerwaard ontvangt. Onder voorbehoud van de hoogte van de te ontvangen middelen, zal er verdere subsidiebeleid ontwikkeld worden ten aanzien van de uitbreiding naar 16 uur.

7. Verplichtingen

  • 1.

    De opvangvoorziening bepaalt in hoeverre ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag in aanmerking komen voor subsidie en gebruikt daarvoor een Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    De opvangvoorziening rapporteert per kwartaal cumulatief per geplaatste peuter de volgende gegevens:

    • a.

      startdatum

    • b.

      einddatum, indien relevant.

    • c.

      LRK nummer en adres

    • d.

      naam locatie opvangvoorziening

    • e.

      naam organisatie opvangvoorziening

    • f.

      geïndiceerd of niet-geïndiceerd voor VE

    • g.

      WKO/niet-WKO

    • h.

      Ouderbijdrage

  • 3.

    De gemeente kan steekproefsgewijs opvangvoorzieningen verzoeken aanvullende gegevens aan te leveren via beveiligde e-mail, bijvoorbeeld Cryptshare. De gegevens die de gemeente kan opvragen in aanvulling op artikel 7.3 zijn:

    • a.

      BSN peuter

    • b.

      Naam peuter

    • c.

      Adres peuter

    • d.

      Geboortedatum peuter

    • e.

      BSN ouder(s)

    • f.

      Naam ouder(s)

    • g.

      Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag

    • h.

      Inkomensverklaring, zie punt 7.5 voor een toelichting.

  • 4.

    Op basis van de gegevens genoemd in artikel 7.2 en 7.3 toetst de gemeente de rechtmatigheid van de subsidieverlening. Na de rechtmatigheidstoets worden de persoonsgegevens genoemd in artikel 7.3 vernietigd.

  • 5.

    De opvangvoorziening toets aan de hand van de Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag, in combinatie met een inkomensverklaring van de ouder(s), of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde plek. Als dit om aantoonbare reden niet mogelijk is, kan er ander bewijs van inkomen worden opgevraagd. Dit kan zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc.

    De opvangvoorziening houdt een administratie bij van de documenten aan de hand waarvan de toetsing recht op een gesubsidieerde plek is gedaan en van bevindingen van deze toetsing. De opvangvoorziening bewaart deze gegevens nog 3 jaar (na afloop van het subsidiejaar) en stelt deze gegevens beschikbaar aan de gemeente als de gemeente hierop een controle wil uitvoeren

    De opvangvoorziening is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de door ouders geleverde gegevens.

8. Resultaten – Wat moet de subsidie opleveren?

De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan een of meerdere van onderstaande resultaten:

  • Voldoende aanbod voor peuters, regulier en VVE (aanbod)

  • Zoveel mogelijk peuters bereiken en toeleiden naar een voorschoolse voorziening (bereik)

  • Professionele begeleiders (taalniveau 3F- hiervoor zijn aparte middelen ontvangen van het Rijk).

  • Goede aansluiting op de basisschool, peuters maken een goede start binnen het basisonderwijs (doorgaande lijn)

  • Goede kwaliteit van voorschoolse voorzieningen (kwaliteitszorg) waarbij het gebruikte VVE programma kinderen op vier ontwikkelingsgebieden (taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotioneel) stimuleert.

  • Kinderopvanginstellingen voldoen aan de basisvoorwaarden zoals aangegeven in het Besluit Basisvoorwaarden Kwaliteit Voorschoolse Educatie. De GGD beoordeelt op basis hiervan de voorschoolse voorzieningen.

Indicatoren – Hoe meten we wat er bereikt is?

De volgende indicatoren (niet zijnde uitputtend) geven een indicatie of en in welke mate resultaten gerealiseerd zijn:

  • Het bereik (aantal peuters met en zonder VVE indicatie, aantal ouders met kinderopvangtoeslag)

  • Uitvoering van het VVE programma (interne kwaliteitszorg)

  • Resultaten van het VVE programma

  • Ouderbetrokkenheid

  • Doorgaande leerlijn

In de accountgesprekken met de kinderopvanginstellingen worden deze indicatoren in kaart gebracht en in een monitor verwerkt. Kinderopvanginstellingen leveren bij de subsidieverantwoording een jaarverslag aan waarin de VVE activiteiten en resultaten worden opgenomen.

Zoals in punt 7.2 van deze subsidieregeling opgenomen, rapporteert de kinderopvanginstelling per kwartaal de benoemde gegevens ten behoeve van het bereik en de financiële resultaten.

9. Type subsidie

Deze regeling is niet van toepassing op eenmalige subsidieaanvragen.

10. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de voorschoolse voorzieningen bedraagt € 729.466,-. En is gebaseerd op art 4:51 lid 2 van de AWB, de wet O.K.E en de wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.. Dit bedrag is onder voorbehoud dat de specifieke uitkering van het Rijk, verstrekt door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, aan de gemeente Krimpenerwaard toegekend wordt.

In dit subsidieplafond zit zowel de reguliere peuteropvang als de voorschoolse educatie voor doelgroepkinderen.

Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt het totaalbedrag evenredig over de voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen verdeeld. Dat betekent dat de individuele voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen elk met een gelijk percentage worden gekort.

11. Aanvraagtermijn subsidie

Conform artikel 7, derde lid van de Algemene Subsidie Verordening Krimpenerwaard 2019 wordt er voor de voorschoolse voorzieningen een afwijkende aanvraagtermijn aangehouden. Een aanvraag om een jaarlijkse subsidie, wordt ingediend vanaf 1 juli en kan tot uiterlijk 1 september voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft worden ingediend.

12. Bevoorschotting en betaling

  • a.

    Per kwartaal wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van een vierde deel van de verleende subsidie.

  • b.

    De subsidie wordt betaald aan het geregistreerde kindercentrum waarvan de kindplaats waarvoor subsidie wordt aangevraagd deel uitmaakt.

13. Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • a.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 juli 2018.

  • b.

    De subsidieregeling is voor het eerst van toepassing op subsidieaanvragen voor activiteiten die in het jaar 2019 worden uitgevoerd.

  • c.

    De subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen zoals bekend gemaakt op 4 september 2017 wordt ingetrokken met dien verstande dat deze van toepassing blijft voor activiteiten die op basis van deze regelingen zijn uitgevoerd.

Ondertekening

Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 20 maart 2018

de secretaris,

mw. mr. M. Plantinga

de burgemeester,

mr. R.S. Cazemier