Beleidsnota snippergroen Gemeente Lansingerland 2013

Geldend van 18-02-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-12-2013

Intitulé

Beleidsnota snippergroen Gemeente Lansingerland 2013

Beleidsnota snippergroen Gemeente Lansingerland 2013

Inhoudsopgave

1.

Inleiding

2.

Wettelijk kader

3.

Uitgangspunten verkoop snippergroen

3.1

Actieve verkoop

3.2

Bezwaarlijke omstandigheden

3.3

Verhuur

4

Voorwaarden voor de uitgifte van snippergroen

4.1

Procedurele voorwaarden

4.2

Groen- en stedenbouwkundige structuur

4.3

Verkeerskundige bezwaren

4.4

Ligging en omvang

4.5

Ongewenste bouwwerken

4.6

Strategische belangen

4.7

Kabels, leidingen en overige nutsvoorzieningen

4.8

Gemeentelijk (riool)afvoerstelsel

4.9

Openbare verlichting

4.10

Water

4.11

Bodemonderzoek

4.12

Bestemming

5.

Prijzen en bijkomende kosten

5.1

Verkoopprijs

5.2

Bouwmogelijkheden

5.3

Huurprijs

5.4

Incidentele verkopen

6.

Bijzondere gevallen

6.1

Afwijken beleidsregels

6.2

Adoptiegroen

7.

Slotbepalingen

7.1

Overgangsregeling

7.2

Eerdere besluitvorming

7.3

Beleidsnota

1. Inleiding

Verschillende inwoners van de gemeente Lansingerland doen een verzoek aan het college van burgemeester en wethouders tot het mogen kopen van een groenstrook grenzend aan hun woning, zogenaamd ‘snippergroen’. Lang niet in alle gevallen worden deze verzoeken ingewilligd. De gemeente Lansingerland heeft speciaal voor de behandeling en beoordeling van dit soort verzoeken deze beleidsnota opgesteld waarin aandacht wordt geschonken aan de procedure die wordt gevolgd alvorens een beslissing tot verkoop te nemen, welke belangen er worden afgewogen, welke randvoorwaarden er kunnen gelden en hoe de prijsvorming tot stand komt.

2. Wettelijk kader

Verkoop van snippergroen moet worden aangemerkt als een privaatrechtelijke handeling waartoe het college van burgemeester en wethouders bevoegd is op grond van artikel 160 lid 1 onder e Gemeentewet. De gemeente handelt als rechtspersoon in de zin van artikel 2:1 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De beslissingen over het toe- of afwijzen van een verzoek tot verkoop van snippergroen zijn om deze reden niet vatbaar voor bezwaar en beroep in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht. U kunt de situatie vergelijken met het kopen van grond van uw buurman. Uw buurman is vrij om een perceelsgedeelte wel of niet te verkopen aan een derde, daartegen kunt u geen bezwaar maken. Uiteraard bent u in alle gevallen vrij om uw wensen te uiten. De gemeente zal hier bij het besluit tot verkoop van de grond zoveel mogelijk rekening mee houden.

De bevoegdheid tot het beoordelen van een verzoek tot verkoop van snippergroen is door het college gemandateerd aan het hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling. Het afdelingshoofd is tevens door de burgemeester gevolmachtigd om koopovereenkomsten te tekenen en tot ondertekening van de notariële akte van levering van percelen.

3. Uitgangspunten verkoop en verhuur snippergroen

In de Toekomstvisie “Lansingerland op weg naar heeft de gemeente de ambitie genoemd een parkstad te willen worden. Daarnaast beoogt de woonvisie ‘samen bouwen aan een groen en duurzaam Lansingerland’ ook een ruime mate van openbaar groen. Afstoten van openbaar groen lijkt hiermee tegenstrijdig te zijn. Desondanks is het college van burgemeester en wethouders bereid om snippergroen aan particulieren te verkopen, mits dat mogelijk en wenselijk is. De mogelijkheid om gemeentegrond te verkopen, heeft betrekking op onder meer de eigendomssituatie en de aanwezigheid van bijvoorbeeld nutsvoorzieningen in het perceel. De wenselijkheid om gemeentegrond te verkopen, heeft te maken met de zorg die de gemeente heeft voor de inrichting van de openbare ruimte, de belangen van derden en mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Bij de beoordeling van een verzoek tot gronduitgifte maakt de gemeente een afweging tussen het individuele belang van de verzoeker en het algemene belang waarbij de ambities van de gemeente Lansingerland in acht worden genomen. Het belangrijkste uitgangspunt is dat er door de verkoop van snippergroen een situatie ontstaat waarin alle betrokkenen redelijkerwijs tevreden kunnen zijn: de nieuwe eigenaar heeft een grotere tuin, voor de omwonenden zijn er – naar het oordeel van de gemeente - geen ruimtelijke belemmeringen, en de gemeente hoeft zich niet meer te bekommeren om het onderhoud van de groenstrook. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de kostenbesparing op het onderhoud marginaal is.

3.1 Actieve verkoop

Over het algemeen zal de gemeente niet actief snippergroen aanbieden. Dit kost namelijk veel tijd waar een relatief lage opbrengst en kostenbesparing tegenover staat. In bijzondere gevallen, zoals herstructurering van het openbaar groen in een wijk of het tegengaan van illegaal grondgebruik binnen de gemeente, kan er we l actief groen worden aangeboden.

3.2 Bezwaarlijke omstandigheden

In bepaalde gevallen kan de gemeente bezwaarlijke omstandigheden wegnemen door het stellen van een aantal nadere voorwaardenaan de verkoop voor zover mogelijk binnen de wettelijke grenzen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het vestigen van een recht van overpad op het perceel ten behoeve van uw buren, om te voorkomen dat uw buren hun perceel niet meer kunnen ontsluiten. Deze voorwaarden worden vastgelegd in de overeenkomst en vervolgens door de notaris overgenomen in de koopakte die wordt ingeschreven in de openbare registers.

3.3 Verhuur

Het uitgangspunt van deze beleidsnota is verkoop van snippergroen. In bepaalde gevallen is het echter ook mogelijk om grond te huren van de gemeente, bijvoorbeeld wanneer verkoop van grond niet wenselijk is. Dit is het geval wanneer de gemeente bepaalde voorwaarden wenst op te leggen die niet in de koopovereenkomst kunnen worden opgenomen, maar wel in een huurovereenkomst. Bijvoorbeeld het verbod op het plaatsen van (vergunningsvrije) bouwwerken. De gemeente zal per aanvraag beoordelen of verhuur van snippergroen in een specifiek geval wenselijk is. De prijs voor de verhuur van snippergroen wordt bepaald in paragraaf 5.

4. Voorwaarden voor de uitgifte van snippergroen

Om de afhandeling van aanvragen te bespoedigen, vraagt de gemeente van de indieners van een verzoek enig 'voorbereidend werk'. Aan de hand van de beleidsregels van de gemeente kan de eigenaar zelf al voor een groot deel nagaan of hij voldoet aan de voorwaarden, en daarmee dus of een verzoek tot aankoop van grond kans van slagen heeft.

Binnen de gemeente hebben we het uitgangspunt dat er sprake is van snippergroen wanneer een groenstrook van de gemeente tot een grootte van geen openbare functie (meer) heeft en geen meerwaarde meer levert aan de woon- en leefomgeving. Snippergroen was oorspronkelijk vaak bedoeld als openbaar groen, maar maakt als zodanig geen deel (meer) uit van de hoofd- en wijkgroenstructuur. Er is sprake van incidentele verkoop bij percelen grond groter dan 100 vierkante meter.

4.1 Procedurele voorwaarden

  • a. Een verzoek tot het mogen kopen van snippergroen gebeurt per brief of per mail (info@lansingerland.nl), gericht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland, t.a.v. het afdelingshoofd Ruimtelijke Ontwikkeling en bevat verder:

    • -

      naam en adresgegevens van de indiener van het verzoek;

    • -

      datum van het verzoek;

    • -

      een korte omschrijving van de plannen die de verzoeker met het beoogde stukje grond heeft;

    • -

      een duidelijke (kadastrale) tekening waarop staat aangegeven op welk stukje snippergroen het verzoek betrekking heeft;

    • -

      zonodig een getekende 'verklaring van geen bezwaar' van de buren, met name in het geval dat de strook snippergroen grenst aan meerdere eigendommen (zie 4.4);

  • b. Onvolledige aanvragen worden niet in behandeling genomen. De verzoeker krijgt uiteraard de gelegenheid om een onvolledig verzoek tot aankoop van snippergroen aan te vullen;

  • c. Reeds afgewezen verzoeken worden alleen opnieuw in behandeling genomen als zich een aantoonbare wijziging van feiten en omstandigheden heeft voorgedaan.

4.2 Groen- en stedenbouwkundige structuur

Een groenstrook kan worden verkocht als deze haar functie en meerwaarde aan de woon- en leefomgeving heeft verloren en geen onderdeel uitmaakt van de wijkgroenstructuur. Wanneer er bezwaren zijn tegen de verkoop van een groenstrook omdat de groenstrook is aan te merken als structureel, functioneel of ecologisch groen, zal niet tot verkoop van de groen-strook worden overgegaan. Hieronder wordt een uitleg van deze begrippen gegeven.

Structureel groen

Verschillende groenstroken in de gemeente geven een duidelijke structuur aan de woon- en leefomgeving. Deze groenstroken zijn beeldbepalend en geven iedere woonwijk een eigen karakter. De impact voor de directe woonomgeving, de samenhang in het straatbeeld, mogelijke bouwwerken, woonkwaliteit in de algemene zin en duurzaamheid in de leefomgeving zijn belangrijke aspecten van de stedenbouwkundige structuur van een wijk. Groenstroken die onderdeel uitmaken van de groenstructuur in de woonwijk mogen niet worden verkocht.

Functioneel groen

Veel groenstroken hebben een bepaalde functie. Zo kan een groenstrook een afschermende functie hebben voor bijvoorbeeld parkeerplaatsen, een trafohuisje of een speelplaats. Een juiste inrichting van een groenstrook kan in bepaalde gevallen geluidshinder voorkomen. Ook kan een groenstrook noodzakelijk zijn om onderhoud te plegen aan aangrenzend groen of een aangrenzende sloot. Groen met een duidelijke functie kan niet worden verkocht.

Ecologisch groen

Verkoop van een groenstrook mag niet ten koste gaan van openbaar groen met een ecologische waarde. De groenstrook mag geen onderdeel uitmaken van een wijkpark of een plantsoen met ecologische waarde. De groenstrook zal niet worden verkocht als er waardevolle bomen of beplanting aanwezig zijn.

4.3 Verkeerskundige bezwaren

Een groenstrook zal niet worden verkocht als deze verkoop leidt tot verkeersonveiligheid of onoverzichtelijkheid. Hier kan bijvoorbeeld sprake van zijn wanneer een groenstrook grenst aan een kruispunt. Ook kunnen nadere eisen gesteld worden aan het gebruik van de groenstrook. Hierbij kan gedacht worden aan beperkingen in hoogte van een groene haag. Tevens kunnen er andere verkeerskundige bezwaren ten grondslag liggen aan de beslissing om de groenstrook niet te verkopen. Bijvoorbeeld wanneer sprake is van een te hoge parkeerdruk in de wijk en de groenstrook mogelijk kan worden ingericht als openbare parkeerplaats. Tenslotte zal een perceel grond niet worden verkocht wanneer verkoop van de grond kan leiden tot hinder in het onderhoud van wegen en paden. In beginsel zal geen grond verkocht worden wanneer dit perceel direct grenst aan openbare parkeerplaatsen, tenzij eventuele bezwaren hiervoor door middel van bijvoorbeeld extra voorwaarden bij de koop kunnen worden weggenomen. Soms wordt groen aangekocht met als doel het realiseren van een parkeerplaats op eigen terrein. Dit wordt niet beoordeeld bij het onderzoek naar de mogelijkheid van verkoop van het perceel. Hiervoor dient een aparte aanvraag voor een uitrit bij de gemeente te worden ingediend waaraan kosten zijn verbonden.

4.4 Ligging en omvang

  • a. Snippergroen wordt uitsluitend verkocht aan de eigenaren van het aangrenzende perceel waarbij het uitgangspunt is dat er sprake moet zijn van een logische indeling waarbij de nieuw te vormen kadastrale grenzen aansluiten op de reeds bestaande kadastrale grenzen. Wanneer er meerdere percelen grenzen aan de groenstrook, dan kan de gemeente de eigenaar verzoeken om een ‘verklaring van geen bezwaar’ te overleggen van alle buren die voor koop van de groenstrook in aanmerking komen. In beginsel wordt er geen grond verkocht wat recht voor of achter andermans perceel ligt, tenzij reeds bestaande verkaveling en kadastrale grenzen hiervoor geen belemmering vormen, buren een alternatieve verdeling van grond gezamenlijk overeenkomen of verkoop van de grond op initiatief van de gemeente wordt uitgegeven waarbij alle betrokken bewoners in de gelegenheid zijn gesteld om hun wens tot koop van de grond te uiten.

  • b. Verkoop van de groenstrook mag in geen geval leiden tot ingesloten eigendommen.

  • c. Verkoop van het perceel mag niet leiden tot een onlogische indeling van particuliere grond of verspringing in kadastrale grenzen (kanteelvorming). Om dit te voorkomen kan de gemeente de voorwaarde stellen dat een perceel grond alleen wordt verkocht als tevens alle buren een soortgelijk perceel aankopen. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn bij een rij woningen waarvan het gedeelte voor of achter de woning voor verkoop in aanmerking komt.

  • d. Groenstroken grenzend aan grotere openbare ruimtes waar meerdere rijen woningen op uitkijken zullen in beginsel niet worden verkocht. Delen van parken of speelvelden worden derhalve niet verkocht.

  • e. Groenstroken worden in beginsel in zijn geheel verkocht. Alleen als de verkoop tevens in het belang van de gemeente is, kan er een gedeelte van een groenstrook worden verkocht. Een eventuele herinrichting van de openbare ruimte die na verkoop overblijft, zoals het aanhelen van het trottoir, graafwerkzaamheden enzovoort, worden door of in opdracht van de gemeente uitgevoerd, op kosten van de verzoeker.

4.5 Ongewenste bouwwerken

Verkoop van de groenstrook mag niet leiden tot ongewenste situaties. Wanneer het noodzakelijk en mogelijk is, kunnen bij de verkoop nadere voorwaarden gesteld worden omtrent het gebruik van grond en bouwwerken. Wanneer verkoop kan leiden tot het plaatsen van ongewenste bouwwerken (al dan niet vergunningsvrij), zal niet tot verkoop van het perceel worden overgegaan aangezien verbodsbepalingen ten aanzien van het plaatsen van bouwwerken in een koopovereenkomst als nietig kunnen worden aangemerkt.

Artikel 4.6 Strategische belangen

Een perceel snippergroen kan niet worden verkocht als deze voor de gemeente van strategisch belang is of zal worden voor eventuele toekomstige ontwikkelingen op het perceel of in de nabije omgeving daarvan.

4.7 Kabels, leidingen en overige nutsvoorzieningen

  • a. Voor iedere verkoop wordt door de gemeente een oriëntatiemelding gedaan voor de aanwezigheid van kabels, leidingen of andere (nuts)voorzieningen. Het uitgangspunt is dat er bij aanwezigheid hiervan niet wordt overgegaan tot verkoop of verhuur van de grond. Dit vanwege de gevaren die leidingen met zich mee kunnen brengen, maar ook vanwege de bezwaren van de eigenaren van de kabels, leidingen of andere (nuts)voorzieningen tegen de verkoop van het perceel vanwege hun eigendommen hierin. Denk bij gevaren aan de aanwezigheid van een hoge drukgasleiding die mogelijk beschadigd zou kunnen worden. Dit maakt dat zowel verhuur als verkoop van het perceel niet wenselijk is.

  • b. Wanneer de potentiële koper of huurder overeenstemming bereikt met de kabels- en leidingeigenaren over huur van het perceel, het verleggen van kabels en leidingen met leidingeigenaren, huur of het vestigen van een zakelijk recht ten behoeve van de leiding en deze overeenstemming schriftelijk aan de gemeente kan overleggen, kan eventueel wel tot verkoop of verhuur van de grond worden overgegaan.

4.8 Gemeentelijk (riool)afvoerstelsel

  • a. Onder het gemeentelijk (riool)afvoerstelsel (hierna: afvoerstelsel) worden voorzieningen volstaan zoals riool(pers)leidingen, gemalen, schakelkasten, randvoorzieningen of een combinatie van voorzieningen voor de inzameling, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater. In het kader van deze beleidsnota vallen ook de voorzieningen van afvoer- en /of toevoerleidingen (bijvoorbeeld duikers en spoelleidingen) voor de waterhuishouding van het oppervlaktewater.

  • b. Alle hierbij behorende onderdelen moeten voor de gemeente toegankelijk zijn in geval van storingen of voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Het omleggen van het afvoerstelsel is niet wenselijk vanwege het effect op het afvoerstelsel en de vele aanpassingen die dit met zich mee brengt. Om de toegankelijkheid te kunnen waarborgen worden percelen waarin zich onderdelen bevinden van het afvoerstelsel niet uitgegeven, tenzij sprake is van een huisaansluiting.

  • c. Het hart van een buisleiding behorende tot het afvoerstelsel behoort bovendien minimaal één tot drie meter uit de erfgrens te liggen. De minimale afstand tot de erfgrens is afhankelijk van de diepteligging, de functie en de bereikbaar van het afvoerstelsel. Een perceel dat binnen deze afstand ligt zal derhalve niet worden uitgegeven.

  • d. Om op particuliere percelen de afvoer van afvalwater, hemelwater of grondwater op het afvoer-stelsel mogelijk te maken zijn één of meerdere huisaansluiting aanwezig. Bij aanwezigheid van huisaansluitingen kan besloten worden het perceel wel uit te geven. De eigendomsverhouding van de aanwezige huisaansluiting zal verplaatsen naar de nieuwe perceelsgrens.

4.9 Openbare verlichting

De openbare verlichting bestaat uit bovengrondse (lichtmasten en schakelkasten) en ondergrondse infrastructuur (de voedingskabels). De bovengrondse infrastructuur is in het algemeen eigendom van de gemeente, terwijl de voedingskabels eigendom zijn van nutsbedrijven. Net als bij het afvoerstelsel moeten ook deze onderdelen toegankelijk zijn voor de gemeente in geval van storingen of voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Om dit te kunnen waarborgen worden percelen waarin zich onderdelen van het openbare verlichtingsnet bevinden niet uitgegeven, tenzij de aanvrager kan aantonen dat hij met de eigenaar van de infrastructuur overeenstemming heeft verkregen over het verleggen van de kabels, het vestigen van een recht van opstal of het verplaatsen van de lichtmasten en/of schakelkasten in de betreffende locatie. Kosten voor het verplaatsen komen voor rekening van de aanvrager. Wanneer verplaatsing van de lantaarnpaal voor de gemeente niet wenselijk is, zal niet tot verkoop van de grond worden overgegaan.

4.10 Water

De toegankelijkheid van oevers ten behoeve van het onderhoud van water moet gewaarborgd blijven. Bij uitgifte van percelen langs water kan een ontvangstplicht van maaisel en bagger gelden. In dat geval zal dit notarieel worden vastgelegd.

4.11 Bodemonderzoek

In veel gevallen zijn er geen of weinig gegevens over de bodemkwaliteit. De verzoeker wordt daarom op het belang van een verkennend bodemonderzoek gewezen, maar is dit voor de verkoop niet verplicht uit te voeren. Indien de verzoeker een verkennend bodemonderzoek laat uitvoeren, dient dit voor eigen rekening plaats te vinden. De gemeente verstrekt uitsluitend gegevens over de bodemkwaliteit voor zover deze bekend zijn. De verzoeker wordt er op gewezen dat hij de grond met alle lusten en lasten koopt.

4.12 Bestemming

Na uitgifte van snippergroen, zal dit groen bij het woonperceel getrokken worden. Dit heeft tot gevolg dat het perceel groter wordt. Het woonperceel zal veelal de bestemming ‘Tuin’, of ‘Wonen’ hebben. Het snippergroen heeft in de meeste gevallen de bestemming ‘Groen’. Door uitgifte van het snippergroen kan er sprake zijn van een situatie die in strijd is met het bestemmingsplan. Dit betekent dat in principe niet gebouwd mag worden. Het kan zijn dat aanvragen voor een omgevingsvergunning voor bouwwerken op basis van de huidige bestemming worden afgewezen. Bij de eerst volgende actualisatie van het bestemmingsplan in de betreffende wijk is de gemeente voornemens de uitgegeven stroken snippergroen als tuin te bestemmen.

5. Prijzen en bijkomende kosten

5.1 Verkoopprijs

Bij de totstandkoming van de prijs voor snippergroen is de waardevermeerdering van het gehele perceel (inclusief het bebouwde gedeelte dat reeds bij de koper in eigendom is) als uitgangspunt genomen. Vanwege hoge administratieve kosten bij de verkoop van snippergroen en de relatief lage opbrengsten, komen alle bijkomende kosten, zoals de notaris- en kadasterkosten, de overdrachtsbelasting en de eventuele kosten van werkzaamheden in of aan de grond of het omleggen van kabels en/of leidingen, voor rekening van de koper. De verkoopprijzen voor snippergroen worden per 1 december 2013 als volgt vastgesteld:

Achter/zijtuin

Voortuin

Tuingrond:

€ 160,- k.k

€ 85,- k.k

Tuingrond t.b.v. bedrijfswoningen:

€ 70,- k.k

€ 35,- k.k

Water:

€ 30,- k.k

€ 30,- k.k

Als voortuin wordt aangemerkt het perceel dat ligt vóór de voorgevelrooilijn van een woning. Wanneer de voorgevelrooilijn niet is gedefinieerd in het geldende bestemmingsplan, de beheersverordening of de gemeentelijke bouwverordening, zal deze bepaald worden aan de hand van de geldende verkeersopvatting.

De prijzen worden jaarlijks geïndexeerd met de prijsconsumentenindex voor gezinnen en huishoudens (CPI) met dien verstande dat de prijs niet zal worden verlaagd. Aanpassingen aan de v erkoopprijs , zullen i n het beleidsstuk ‘Kaderbrie f grondprijzen’ worden vastgelegd. .

5.2 Bouwmogelijkheden

Wanneer verkoop van snippergroen leidt tot extra bouwmogelijkheden, zal de snippergroenprijs worden verhoogd tot € 250,- k.k. per m². Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen achter-, zij- of voortuin. Er is sprake van extra bouwmogelijkheden wanneer door aankoop van het perceel sprake is van een vergroting van de maximale grondoppervlakte van de gebouwen en overkappingen die mogelijk zijn volgens het vigerende bestemmingsplan.

5.3 Huurprijs

De huurprijs is afhankelijk van de hierboven genoemde prijzen en bedraagt 5% hiervan per vierkante meter per jaar. De prijzen worden ieder jaar geïndexeerd met de prijsconsumenten-index voor gezinnen (CPI), met dien verstande dat de huurprijs niet zal worden verlaagd.

5.4 Incidentele verkopen

Verzoeken met betrekking tot koop van percelen grond groter dan (incidentele verkopen) worden op dezelfde wijze behandeld als verzoeken tot aankoop van snippergroen. De verkoopprijs voor percelen groter dan zal echter worden vastgesteld aan de hand van een taxatie van het perceel door een onafhankelijke taxateur. Het uitgangspunt van de taxatie is de waardevermeerdering van het aangrenzende perceel van de koper en de bestemming tuin. De gemeente bepaalt de uiteindelijke verkoopprijs en over de prijs valt niet te onderhandelen. De kosten van de taxatie worden aan de koper doorberekend, net als de overdrachtskosten (k.k.).

6. Bijzondere gevallen

6.1 Afwijken beleidsregels

In bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders gemotiveerd afwijken van het algemene beleid. Verkoop tegen marktconforme waarde blijft echter altijd het uitgangspunt. Tevens kan van het beleid worden afgeweken als hetinitiatief voor de verkoop van de gemeente uitgaat.

6.2 Adoptiegroen

Op initiatief van een groep bewoners kan ervoor worden gekozen om in te stemmen met zogenaamd adoptiegroen. Onder nader te bepalen voorwaarden kan dan worden ingestemd om een perceel in gebruik te geven aan een groep bewoners ten behoeve van een openbare voorziening. Dat kan voor een speelterrein zijn, een moestuin of openbaar groen. Het uitgangspunt is in ieder geval dat adoptiegroen niet bestemd is voor tuin of voor individueel gebruik. Daarnaast moet het bijdragen aan een verbetering van de openbare inrichting en daarmee aan de leefbaarheid van de woonwijk, moet er voldoende draagvlak binnen de woonwijk worden verkregen en moet het gebruik van de percelen leiden tot een zogenaamde sociale cohesie. Een verzoek tot adoptiegroen kan niet worden gedaan in individuele gevallen, in die gevallen is sprake van huur van snippergroen en is een vergoeding verschuldigd volgens dit beleid.

7. Slotbepalingen

7.1 Overgangsregeling

Deze beleidsnotitie treedt in werking op 1 december 2013. Voor verzoeken ingediend voor die datum, waarbij de notariële grondoverdracht nog niet heeft plaatsgevonden, zullen de nieuwe koopprijzen gelden, tenzij de koopprijzen uit de ‘Beleidsnota snippergroen Gemeente Lansingerland leidt tot een hogere koopsom. Wanneer notarieel transport reeds heeft plaatsgevonden, heeft de koper geen recht op verrekening van de verkoopprijs.

7.2 Eerdere besluitvorming

Verkopen van naburige percelen in het verleden zijn geen garantie voor de verkoop van aangrenzende percelen. Wanneer de percelen volgens dit beleid niet voor verkoop in aanmerking komen, zullen deze dan ook niet worden uitgegeven.

7.3 Beleidsnota

Deze beleidsnota kan worden aangehaald als ‘Beleidsnota snippergroen Gemeente Lansingerland .

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lansingerland in zijn openbare vergadering
van 28 november 2013,
de plaatsvervangend griffier, de voorzitter,
drs. Marijke Walhout Ewald van Vliet