Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2019

De raad van de gemeente Lochem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30-10-2018

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;

overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2019

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

De gemeente verleent geen kwijtschelding voor;

  • a.

    leges;

  • b.

    parkeerbelastingen;

  • c.

    precariobelasting;

  • d.

    lijkbezorgingsrechten;

  • e.

    forensenbelasting;

  • f.

    toeristenbelasting;

  • g.

    onroerende-zaakbelastingen;

  • h.

    marktgelden;

  • i.

    haven- en kadegelden;

  • j.

    Reclamebelasting.

Artikel 2 Beperkte kwijtschelding

Indien de duur van de belastingplicht niet gelijk is aan het belastingjaar, dan bestaat er aanspraak op kwijtschelding voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar geldende kwijtschelding als er in dat jaar maanden zijn waarin de belastingplicht geldt. Voor de berekening van de kwijtschelding wordt een gedeelte van een kalendermaand aangemerkt als een volle maand en wordt het aantal aanbiedingen waarvoor de kwijtschelding geldt, gesteld op een geheel aantal afgerond naar boven.

Artikel 3 Kosten van bestaan

  • 1.

    Bij de kwijtschelding afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 procent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.

Artikel 4 Netto kosten kinderopvang

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.

Artikel 5 Kwijtschelding aan ondernemers

Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 6 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

  • 1.

    De ‘Verordening kwijtschelding 2018’, vastgesteld op 20 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende feiten voor zover terzake daarvan het verzoek om kwijtschelding in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de Verordening kwijtschelding 2019 is 1 januari 2019.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Verordening kwijtschelding 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lochem op 3 december 2018

Griffier,

M. Veenbergen

De voorzitter,

S.W. van ‘t Erve