Regeling vervallen per 01-01-2019

Regeling voor indeling van ambtenaren in dienst van de gemeente Marum in het rangenstelsel

Geldend van 19-05-2017 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Regeling voor indeling van ambtenaren in dienst van de gemeente Marum in het rangenstelsel

Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum;

gelet op artikel 125, lid 2 van de Ambtenarenwet;

gelet op hoofdstuk 3 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten/

Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO) 2016;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    functierang: de volgens het gemeentelijke functiewaarderingssysteem voor de functie bepaalde rang;

  • b.

    aanlooprang: een rang beneden de functierang;

  • c.

    uitlooprang: een rang boven de functierang;

  • d.

    beoordeling: de beoordeling van een ambtenaar betreft de wijze waarop deze zijn functie gedurende het beoordelingstijdvak heeft uitgeoefend, zulks tegen de achtergrond van aan de functievervuller redelijkerwijs te stellen eisen, één en ander zoals nader omschreven in de “Regeling systematische personeelsbeoordeling gemeente Marum”.

Hoofdstuk 2 Indeling

Artikel 2

Voor de ambtenaar ten aanzien van wie het gemeentelijke functiewaarderingssysteem wordt toegepast,

is indeling mogelijk in een aanlooprang, een functierang of een uitlooprang.

Hoofdstuk 3 Rangen

Artikel 3

  • 1.

    Salariëring in de aanlooprang vindt plaats wanneer:

    • a.

      de ambtenaar niet elders een soortgelijke functie heeft vervuld;

    • b.

      de ambtenaar een voor hem/haar nieuwe functie binnen de organisatie aanvaardt;

    • c.

      de ambtenaar bij aanstelling (nog) niet over voldoende ervaring en opleiding beschikt;

    • d.

      de ambtenaar zich in een leer- en oriënteringsperiode bevindt (zgn. proefperiode);

    • e.

      het functioneren door middel van een beoordeling wordt aangemerkt als onvoldoende.

  • 2.

    De indeling in de aanlooprang duurt een jaar. Als blijkt dat de functie na een jaar nog niet op voldoende wijze wordt vervuld, kan deze periode in het algemeen met maximaal een jaar worden verlengd. In uitzonderingsgevallen kan de periode van een jaar neerwaarts worden bijgesteld.

Artikel 4

  • 1.

    Salariëring in de functierang vindt plaats wanneer:

    • a.

      de ambtenaar beschikt over voldoende opleiding en ervaring;

    • b.

      de ambtenaar de functie volledig vervult;

    • c.

      de ambtenaar de taakvervulling uitoefent geheel in overeenstemming met de eisen die de functie stelt;

    • d.

      het functioneren door middel van een beoordeling minimaal wordt aangemerkt als voldoende.

  • 2.

    De periodieke verhogingen in de functierang worden elk jaar toegekend, tenzij de wijze van functioneren niet (meer) voldoet aan de kwalificatie “voldoende”.

Artikel 5

  • 1.

    Salariëring in de uitlooprang vindt plaats wanneer:

    • a.

      de ambtenaar vier jaar het maximumsalaris van de voor zijn/haar functie geldende functierang heeft genoten;

    • b.

      het functioneren door middel van een beoordeling minimaal wordt aangemerkt als goed.

  • 2.

    Van de termijn genoemd in het eerste lid kan op basis van het functioneren van de medewerker, in voorkomende gevallen, positief worden afgeweken.

  • 3.

    De periodieke verhogingen in de uitlooprang worden elk jaar toegekend, tenzij de wijze van functioneren niet (meer) voldoet aan de kwalificatie “goed”.

Artikel 6

  • 1.

    De periodieke verhogingen worden per 1 januari van elk jaar toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt

  • 2.

    Een verhindering wegens ziekte zal niet van invloed zijn op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.

Hoofdstuk 4 Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 7

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan, op grond van functioneren, een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris worden toegekend.

  • 2.

    Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 6 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Hoofdstuk 5 Geen periodieke verhoging

Artikel 8

  • 1.

    Indien aan een ambtenaar op grond van artikel 4, lid 2 of artikel 5, lid 3 geen periodieke verhoging wordt toegekend als bedoeld in artikel 6, lid 1, kan nadien worden bepaald dat de salarisverhoging, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog wordt toegekend.

  • 2.

    Van een beslissing tot toepassing van artikel 4, lid 2 of artikel 5, lid 3 wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor 1 december, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen die tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 9

Bij bevordering naar de functionele schaal of de uitloopschaal wordt een salaris toegekend dat ten minste hoger ligt dan het salaris dat de ambtenaar zou hebben genoten, indien hij niet was bevorderd. Vanwege de bevordering wordt daaraan één extra regel in de nieuwe schaal toegekend.

Artikel 10

Indeling in het rangenstelsel, anders dan het verstrekken van normale periodieke verhogingen, vindt plaats op basis van een besluit van de gemeentesecretaris hiertoe gemandateerd door het college van burgemeester en wethouders. Op een dergelijk besluit is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 11

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen in gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid of billijkheid voorziet.

  • 2.

    Deze regeling die kan worden aangehaald als “Regeling voor indeling van ambtenaren, in dienst van de gemeente Marum, in het rangenstelsel” treedt onder gelijktijdige intrekking van de gelijknamige regeling van 1 december 2015 in werking op de dag na bekendmaking ervan en werkt terug tot 1 januari 2016.

Ondertekening

Marum, 2 mei 2017

Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum,

de secretaris, de burgemeester,

(J.A. Jellema) (H. Kosmeijer)