Reglement naamgeving en nummering

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. Burgemeester en wethouders: Het college van burgemeester en wethouders van Meppel

b. Rechthebbende: Ieder, die krachtens eigendom of beperkt zakelijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak, dat hij/zij naar burgerlijk recht bevoegd is met betrekking tot die zaak te handelen als in de verordening is voorgeschreven, zomede de beheerder.

c. Belanghebbende: Degene wiens/wier belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

d. Commissie: Commissie naamgeving

e. Verordening: Verordening naamgeving en nummering

f. Reglement: Reglement naamgeving en nummering

g. Naamdrager: Bord waarop een toegekende naam is aangebracht, bijvoorbeeld een straatnaambord.

h. Nummerdrager: Bord waarop een toegekend nummer is aangebracht, bijvoorbeeld een huisnummerbord.

i. Ligplaats: Een deel van het openbaar water dat door burgemeester en wethouders is bestemd of aangewezen voor het permanent afmeren van een woonschip of een woonark

j. Standplaats: Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn, die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van de gemeente kunnen worden aangesloten.

k. NEN: Nederlands Normalisatie-instituut

l. Circulaire: Bekendmaking van besluiten van burgemeester en wethouders betreffende naamgeving en nummering

Artikel 2 Woonplaats, stadsdeel, wijk en buurt

1. Aan het gehele gemeentelijke grondgebied is de (woonplaats)naam “Meppel” toegekend.

2. De woonplaats Meppel is verdeeld in wijken en buurten, waaraan nummers kunnen worden

toegekend, eventueel aangevuld met letters of namen.

3. De verdeling van stadsdelen in wijken en buurten vindt plaats op basis van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek voorgestelde werkwijze.

Artikel 3 Algemene richtlijnen voor vaststelling van namen

1. Nieuwe namen kunnen worden ontleend aan:

-algemeen bekende en vertrouwde, concrete zaken uit de natuur en het leven;

-overgeleverde historische veldnamen;

-plaatselijk gebonden persoonlijkheden, langer dan 10 jaar overleden;

-plaatselijke gebeurtenissen, langer dan 10 jaar geleden plaatsgevonden.

2. In de volgende gevallen kan worden afgeweken van de voorwaarden voor het vernoemen van personen, als bedoeld in het voorgaande lid:

-leden van het Koninklijk Huis kunnen bij leven vernoemd worden;

-bestuurders van Meppel kunnen direct na overlijden vernoemd worden;

-plaatselijk gebonden persoonlijkheden die nog geen 10 jaar zijn overleden kunnen vernoemd

worden als zij voor Meppel een buitengewone maatschappelijke, culturele of sociale betekenis

hadden;

-personen die meer dan 10 jaar zijn overleden maar niet plaatselijk gebonden, kunnen vernoemd worden als zij internationaal, nationaal of regionaal van buitengewone maatschappelijke, culturele

of sociale betekenis waren.

-te vernoemen persoonlijkheden dienen van onbesproken gedrag te zijn.

3. Bij gelijknamigheid in naamgeving met elders voorkomende namen wordt gekozen voor plaatselijk gangbare en elders niet of weinig gebruikelijke achtervoegsels.

4. Voor een goede vindbaarheid en ter vermijding van verwarring wordt gekozen voor:

-namen, die geen klankovereenkomst, gelijkluidendheid of verwantschap van begrip opleveren;

-gemakkelijk en ongedwongen uit te spreken namen;

-namen die bij voorkeur niet meer dan 24 posities tellen;

-het vermijden van moeilijk uitspreekbare buitenlandse namen;

-het vermijden van afkortingen in de naam;

-terughoudendheid met voornamen, voorletters en titels bij personen en waar nodig hoogstens

vermelding van waardigheden of ambten;

-een schrijfwijze, waarvan de eerste letter van de naam met een hoofdletter begint.

Artikel 4 Specifieke richtlijnen voor vaststelling van straatnamen

1. Bij de totstandkoming van een nieuwe wijk adviseert de commissie burgemeester en wethouders in een vroeg stadium over één of meerdere thema’s.

2. Na de vaststelling van het/de thema(’s) door burgemeester en wethouders stelt de commissie een groslijst op, waaruit gekozen kan worden bij de toedeling van straatnamen.

3. Zodra de stratenloop in (een deel van) de wijk / buurt vaststaat, bereidt de commissie een collegebesluit voor tot straatnaamgeving. Bij het advies aan burgemeester en wethouders wordt geput uit de in lid 2 genoemde lijst.

4. Bij het toekennen van straatnamen wordt een systematiek gehanteerd, waarbij de straten themagewijs en zoveel mogelijk alfabetisch worden gerangschikt.

5. Als een groslijst is uitgeput wordt deze aangevuld met namen die aansluiten bij het thema dat voor de betreffende wijk / buurt is gekozen.

6. Bij vernoeming van personen wordt een verklarende tekst vastgesteld. In andere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afzonderlijk hiertoe besluiten. Verklarende teksten worden beperkt tot 60 karakters.

Artikel 5 Richtlijnen voor wijzigen van straatnamen (vernaming)

1. Bestaande straatnamen worden in de volgende gevallen gewijzigd:

-als door wettelijk geregelde grenswijziging, grenscorrectie of gemeentelijke herindeling sprake is

van twee straten met dezelfde of gelijkluidende naam, en dit leidt tot hetzelfde adres; in welk geval

de “toegevoegde”straat vernaamd wordt;

-als door spellingsherziening aanpassing van de schrijfwijze wettelijk verplicht wordt gesteld.

2. Bestaande straatnamen kunnen in de volgende gevallen worden gewijzigd:

-als de loop van een straat door infrastructurele wijzigingen, stadsvernieuwing en dergelijke zodanig wijzigt dat de vindbaarheid van (een deel van) de (toekomstige) adressen in het geding is;

-als blijkt dat een straatnaam of de schrijfwijze ervan foutief is vastgesteld;

-als burgemeester en wethouders hier uitdrukkelijk en onder opgave van objectief waardeerbare

redenen om verzoeken.

3. Bij een vernaming worden de volgende zorgvuldigheidsnormen in acht genomen:

-er wordt eerst een voornemen tot vernaming kenbaar gemaakt aan de belanghebbende(n);

-er wordt een minimale overgangstermijn van 6 maanden gehanteerd, tenzij met alle belanghebbende(n) een kortere overgangsperiode wordt overeengekomen;

-de vernaming waarborgt op dat moment – en in de toekomst - een optimale vindbaarheid.

4. Binnen één jaar na de ingangsdatum van een vernaming moet de drager met de oude naam verwijderd worden. Tot die tijd mag de drager met de oude naam aanwezig blijven, mits die oude naam door middel van een kruis als vervallen is aangeduid.

Artikel 6 Openbaarmaking en bekendmaking van namen

1. Nadat burgemeester en wethouders een naam hebben vastgesteld wordt deze openbaar en bekend gemaakt middels plaatselijke publicatie.

2. Openbaar- en bekendmaking als bedoeld in het eerste lid is niet toegestaan voordat belang-hebbende(n) eerst middels een schrijven over het voornemen of het besluit tot naamgeving moet(en) worden geïnformeerd.

3. Naast de wijze van bekenmaking als bedoeld in het eerste lid geschiedt de bekendmaking van een besluit middels een circulaire tevens aan:

-de opdrachtgever (bij nieuwbouw)

-de rechthebbende en/of belanghebbende (bij bestaande bouw)

-interne afnemers

-nutsbedrijven

-andere externe afnemers

-hulpdiensten

Artikel 7 Toekenning en bekendmaking van nummers

1. Door of vanwege burgemeester en wethouders worden nummers toegekend, gewijzigd of ingetrokken.

2. Een nummer bestaat uit één of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter.

3. Besluiten tot toekenning, wijziging of intrekking van nummers worden voorbereid door de daartoe aangewezen ambtenaar van Publiekszaken.

4. Het toekennen van nummers geschiedt na:

-het verstrekken van bouwvergunningen

-realisatie van nieuwbouwprojecten

-realisatie van projecten tussen bestaande objecten

-verbouwingen van objecten

-splitsing / samenvoeging

-verzoek burger(s) / derde(n)

-eigen waarneming

5. Openbaar- en bekendmaking van nummers geschiedt middels plaatselijke publicatie.

6. Naast de wijze van bekendmaking als bedoeld in het vijfde lid geschiedt de bekendmaking van een besluit middels een circulaire tevens aan:

-de opdrachtgever (bij nieuwbouw)

-de rechthebbende en/of belanghebbende (bij bestaande bouw)

-aangewezen interne afnemers

-nutsbedrijven

-aangewezen externe afnemers

-hulpdiensten

Artikel 8 Ingangsdatum van toegekende nummers

1. Een toegekend nummer gaat in:

-ten minste zes weken na bekendmaking aan de opdrachtgever dan wel rechthebbende

-ten minste zes maanden na de datum van bekendmaking als door de toekenning van het nieuwe nummer bestaande objecten in dezelfde openbare ruimte vernummerd moeten worden.

2. Een toegekend nummer kan op een eerder tijdstip ingaan dan bedoeld in het eerste lid indien:

-de betrokken rechthebbende schriftelijk heeft verklaart daartegen geen bezwaar te hebben;

-in uitzonderingsgevallen, waarbij nummering binnen de gestelde termijn moet plaatsvinden.

Artikel 9 Registratie van nummers

1. De toegekende nummers dienen te worden geregistreerd in de gemeentelijke adressendatabase, welke gekoppeld is met de diverse systemen binnen de gemeentelijke organisatie.

2. De registratie geschiedt:

-administratief door opname in de stratenlijst / -tabel dan wel in de namenlijst van overige objecten met een unieke code en een lijst met actieve / actuele huisnummers.

-geometrisch door afmeting, vorm en ligging van het benoemde en / of genummerde object vast te leggen in het geometrisch basisbestand, waarin tevens de Grootschalige Basiskaart Nederland

(GBKN) en de kadastrale kaart van Meppel zijn opgenomen.

Artikel 10 Wat wordt genummerd

1. Elk afzonderlijk gebouw, hetwelk wordt bewoond of geheel of gedeeltelijk voor bewoning is bestemd en/of ingericht, met uitzondering van recreatiewoningen, die gelegen zijn op een officieel voor recreatie aangewezen terrein;

2. De geheel voor bewoning ingerichte wooneenheid in een gebouw, tenzij daarvoor een exploitatievergunning van burgemeester en wethouders vereist is en deze niet is afgegeven.

3. Elke ligplaats waar met vergunning bewoning plaats vindt op een woonschip.

4. Elke standplaats waar met vergunning bewoning plaatsvindt in een woonwagen.

5. Elk ander object waarvan door of vanwege burgemeester en wethouders is vastgesteld dat het gezien ligging en aard voor nummering in aanmerking komt.

Artikel 11 Wat wordt niet genummerd

1. Er worden geen nummers toegekend aan:

-kamers die volgens de eisen van het Centraal Bureau voor de Statistiek niet als wooneenheid beschouwd kunnen worden;

-ligplaatsen waar zonder vergunning een woonschip is gelegen;

-standplaatsen waar zonder vergunning een woonwagen is geplaatst.

Artikel 12 Algemene richtlijnen voor de wijze van nummeren

Het nummeren geschiedt als volgt:

1. De nummers worden straatsgewijze bepaald in oplopende reeksen van even en oneven getallen.

2. De even nummers worden aan de rechterzijde en de oneven nummers aan de linkerzijde van de straat aangebracht. Dit geldt eveneens voor het geval dat de straat slechts aan één zijde wordt bebouwd, en voor gebouwen, die niet direct aan een straat zijn gelegen.

3. De rechter- en / of linkerzijde van de straat worden bepaald met inachtneming van de looprichting van de straat, bezien vanuit de binnenstad, of indien niet mogelijk, bezien vanuit een centrum van een wijk / buurt of bezien vanuit een hoofdverkeersweg.

4. In doodlopende straten wordt van het begin van de straat af, ongeacht de looprichting, rechts even en links oneven genummerd.

5. Wanneer een straat begint of eindigt met, dan wel onderbroken wordt door een plein, dat dezelfde naam draagt als die straat, moet worden doorgenummerd alsof het plein een onderdeel van die straat is.

6. Ter bepaling van de nummering aan afzonderlijke pleinen wordt de richting daarvan vastgesteld als de loop van de wijzers van de klok en wordt doorlopend genummerd.

7. Een gebouw, welke gelegen is aan twee straten, wordt genummerd aan die straat, waaraan het begin van het toegangspad is gelegen en via de kortste weg naar de toegangsdeur loopt.

8. Gebouwen met toegangen aan verschillende wegen moeten worden genummerd aan de weg of straat, waar vandaan de kortste begaanbare route naar de (hoofd)toegang(en) is gelegen.

9. Voor ruimten tussen gebouwen, die in de toekomst mogelijk bebouwd worden, moet het maximaal te verwachten aantal (huis)nummers worden gereserveerd.

Artikel 13 Nummeren van meergezinsgebouwen (met meerdere bouwlagen)

1. Als er in een gebouw meerdere woningen per verdieping aanwezig zijn met één gezamenlijk trappenhuis - de zogenoemde portiekwoningen - geschiedt de nummering verticaal. Daarbij wordt eerst de linkerzijde van het portiek van beneden naar boven genummerd en vervolgens de rechterzijde van beneden naar boven.

2. Als er in een gebouw meerdere woningen per verdieping aanwezig zijn en de toegangen tot die woningen gelegen zijn aan galerijen – de zogenoemde galerijflats - geschiedt de nummering horizontaal (van links naar rechts) per galerij. Daarbij wordt eerst de laagst gelegen galerij genummerd.

3. Als er op de begane grond van een gebouw als bedoeld in het tweede lid, andere objecten zijn gelegen die genummerd worden, is het van belang waar de toegang tot de galerijflat is gelegen ten opzichte van de toegang van die andere objecten. Ligt de toegang van dat object vóór de toegang tot de galerijflat dan wordt eerst dat object genummerd en vervolgens de woningen van de er achter liggende galerijflat. Ligt de toegang van dat object ná de toegang tot de galerijflat dan worden eerst de woningen van de galerijflat genummerd en vervolgens het er achter gelegen object.

Artikel 14 Nummeren van een bedrijfsverzamelgebouw

1. Bedrijven in een bedrijfsverzamelgebouw worden genummerd aan de straat, waaraan de toegangsdeuren van deze bedrijven rechtstreeks uitgang hebben op de openbare weg. Is er één gemeenschappelijke ingang, dan krijgt het gebouw als geheel één nummer.

2. Bij meerdere verdiepingen wordt aan elke verdieping een nummer toegekend.

3. Als er meerdere units op één verdieping aanwezig zijn worden daaraan geen afzonderlijke nummers toegekend. De eigenaar / beheerder van het bedrijfsverzamelgebouw dient in die gevallen zelf voor een interne aanduiding zorg te dragen.

Artikel 15 Richtlijnen voor wijzigen van nummers (vernummering)

1. Bestaande nummers worden gewijzigd als door wettelijk geregelde grenswijziging, grenscorrectie of gemeentelijke herindeling sprake is van één of meer identieke adressen; in welk geval nummer(s) van de “toegevoegde” straat gewijzigd wordt / worden;

2. Bestaande nummers kunnen in de volgende gevallen worden gewijzigd:

-als nieuwe nummers niet op een juiste en logische wijze kunnen worden toegekend;

-als de vindbaarheid van één of meer (toekomstige) objecten hierdoor (beter) gewaarborgd wordt;

-als burgemeester en wethouders menen dat dit om andere redenen noodzakelijk is.

3. Bij een vernummering wordt eerst een voornemen daartoe kenbaar gemaakt aan de belanghebbende(n). Er wordt een minimale overgangstermijn van 6 maanden (voor bedrijven één jaar) in acht gehouden, tenzij met alle belanghebbenden een kortere termijn wordt overeengekomen.

4. Bij vernummering wordt – voor zover mogelijk – rekening gehouden met het aantal te vernummeren objecten in relatie tot het aantal nieuw te nummeren objecten.

5. Tijdens de overgangstermijn worden zonodig nummerverwijsborden aangebracht als blijkt dat tot het moment van het van kracht worden van de vernummering de vindbaarheid niet gewaarborgd is.

6. Binnen één jaar na de ingangsdatum van een vernummering moet de drager met het oude nummer verwijderd worden. Tot die tijd mag de drager met het oude nummer – naast het nieuwe nummer - op het object aanwezig blijven, mits dat oude nummer door middel van een kruis als vervallen is aangeduid.

Artikel 16 Algemene eisen naamdragers

1. Naamdragers moeten voldoen aan de daarvoor vastgestelde NEN-norm voor wat betreft de functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, de uitvoering, de constructie, de kleursoorten en de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen.

2. Naamdragers worden door of namens de daartoe aangewezen ambtenaar aangebracht.

Artikel 17 Specifieke eisen straatnaamborden

1. Straatnaamborden worden uitgevoerd in blauw en voorzien van witte letters, lettertekens en cijfers. De straatnaam wordt in een wit kader geplaatst.

2. Oude straatnaamborden worden gebruikt totdat ze aan vervanging toe zijn. Bij vervanging wordt voor het nieuwe bord de uitvoering gebruikt als bedoeld in het eerste lid.

3. De plaatsing van straatnaamborden moet voldoen aan de daarvoor vastgestelde NEN-normen.

4. Straatnaamborden aan belangrijke verkeerswegen en op belangrijke kruisingen en splitsingen mogen - in afwijking van de in het derde lid genoemde NEN-norm - worden geplaatst in de berm op een hoogte van ongeveer 1 meter boven het maaiveld.

5. Straatnaamborden worden in elk geval aangebracht:

-bij elke aanrijrichting op een kruispunt;

-bij overgaan van de één in de andere straat, die in elkaars verlengde liggen;

-bij splitsing van straten en wegen.

Artikel 18 Borden met toevoegingen

1. Naamverwijsborden en borden met een wijk- of buurtnummer of de wijk- of buurtnaam mogen - naast de in artikel 17, derde lid voorgeschreven wijze – eventueel ook geïntegreerd in of onder een naamdrager worden aangebracht.

2. Borden met een wijk- of buurtnummer of de wijk- of buurtnaam worden in zwart op wit uitgevoerd.

3. Borden als bedoeld in de voorgaande leden, behoeven niet te voldoen aan de voorwaarden als gesteld in artikel 17.

Artikel 19 Straatnaamborden met verklarende tekst

1. Indien door burgemeester en wethouders een verklarende tekst of aanduiding is vastgesteld bij een straatnaam wordt die geïntegreerd in of los onder het betreffende straatnaambord aangebracht.

2. Verklarende teksten of aanduidingen worden in beginsel - in afwijking van artikel 17 - alleen aangebracht op borden aan het begin en eind van een straat.

Artikel 20 Algemene eisen nummerdragers

1. Nummerdragers moeten voldoen aan de daarvoor vastgestelde NEN-norm voor wat betreft de functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, vormgeving en materiaal.

2. Nummerdragers dienen door of namens de rechthebbende te worden aangebracht.

3. De plaatsing van nummerdragers moet voldoen aan de daarvoor vastgestelde NEN-norm.

4. Als niet kan worden voldaan aan het gestelde in het eerste lid, hebben de nummerdragers in elk geval een zodanige mate van leesbaarheid, dat de drager tenminste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met het eerste lid.

Artikel 21 Specifieke eisen nummerdragers

1. Nummerdragers worden uitgevoerd in wit met zwarte cijfers, letters, toevoegingen of aanduidingen.

2. Andere nummerdragers dan die bedoeld in het voorgaande lid, worden alleen gedoogd als ze in elk geval voldoen aan de voorwaarden gesteld in het eerste lid of derde lid van artikel 20 en/of als naast die nummerdrager de oorspronkelijk –door de gemeente voorgeschreven – nummerdrager gehandhaafd blijft.

3. Als de oorspronkelijke - door de gemeente voorgeschreven nummerdrager - niet (goed) zichtbaar is vanaf de openbare weg is het gebruik van een tweede nummerdrager - in de vorm van een bermpaal waarop het nummer is aangebracht - toegestaan.

4. Nummerverwijsborden mogen - naast de in artikel 20 voorgeschreven wijze - eventueel ook geïntegreerd in of los onder een naamdrager worden aangebracht.

Artikel 22 Slotbepalingen

1. In alle gevallen van toekenning van namen en nummers, waarin dit reglement niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.2. Bij dit reglement is onder bijlage A een overzicht opgenomen van te hanteren NEN-normen, zoals bedoeld in de artikelen 16, 17 en 20.3. Bij dit reglement is onder bijlage B een overzicht opgenomen van te hanteren definities van tot bewoning bestemde gebouwen.

Artikel 23 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als: “Reglement naamgeving en nummering”.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 17 maart 2005