Regeling vervallen per 01-01-2019

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN SCHEEPVAARTRECHTEN MIDDELBURG 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN SCHEEPVAARTRECHTEN MIDDELBURG 2018

De raad van de gemeente Middelburg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders volgnummer 17-227;

gelet op de artikel 229 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN SCHEEPVAARTRECHTEN 2018

____________________________________________________________________

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam scheepvaartrechten worden rechten geheven van:

a) het gebruik van openbaar vaarwater als bedoeld in artikel 1 sub a tot en met h van de Havenverordening Middelburg voor zover niet verhuurd aan de watersportvereniging "Arne", voor het afmeren van vaartuigen;

b) het gebruik van het gemeentelijk overslagterrein gelegen aan de Siloweg aan het Kanaal door Walcheren en de Arnesteinkade aan de Uijterschootweg voor het overladen van goederen.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a) vaartuig: alle vaartuigen daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, alsmede woonschepen, glijboten, pontons en duwbakken;

b) binnenvaartschip: een vaartuig - niet zijnde een recreatievaartuig - dat uitsluitend wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;

c) vrachtschip: een binnenvaartschip dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het vervoer van goederen;

d) passagiersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

e) sleepboot: een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;

f) vissersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk gebruikt wordt en bestemd is voor het vangen van vis en andere levende wezens;

g) recreatievaartuig: een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt en bestemd is voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;

h) zeeschip: een vaartuig - niet zijnde een sleepboot of vissersschip - dat in hoofdzaak wordt gebruikt voor de vaart op zee;

i) meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel, juncto het besluit van 24 oktober 1983, Staatsblad 548 (Besluit binnenschependocumenten);

j) laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

k) een ton: een massa van 1.000 kg.;

l) schipper: degene, die op het vaartuig het gezag uitoefent of degene die hem vervangt, dan wel als zodanig optreedt; voor het geval noch de schipper noch diens plaatsvervanger aanwezig is, wordt de eigenaar of gebruiker van het vaartuig aangemerkt als schipper.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten genoemd in artikel 1 sub a en c worden geheven van de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van een van dezen optreedt; het in artikel 1 sub b genoemde recht wordt geheven van degene voor wiens rekening de overslag geschiedt.

Artikel 4 Heffingsgrondslagen

1. Grondslagen voor de berekening van het recht genoemd in artikel 1 sub a zijn:

a. het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;

b. de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters;

c. de bruto inhoud van het zeeschip, uitgedrukt in kubieke meters.

In de tarieventabel, welke bij deze verordening behoort, is per soort vaartuig aangegeven welke maatstaf van heffing van toepassing is.

2. Grondslag voor de berekening van het recht genoemd in artikel 1 sub b, is het aantal m³ of 1.000 kg overgeladen goederen. De maatstaf van m³ of kg geldt al naar gelang hetgeen voor goederen gebruikelijk is.

Artikel 5 Tarieven

De scheepvaartrechten worden geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in art. 6.

Artikel 6 Tarieftoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

a) geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

b) geldt in afwijking van het bepaalde in onderdeel a als laadvermogen in tonnen van een zeeschip het aantal bruto registertonnen, waarbij een bruto registerton gelijk is aan 2.83 m³ zoals dat blijkt uit de bij het zeeschip behorende meetbrief;

c) wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, mits deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

d) wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

e) wordt, in afwijking van het in de onderdelen a, b, c en d bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de grootste breedte en/of de lengte over alles ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdelen a, b, c en d bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeld;

f) wordt voor een gedeelte van een eenheid van inhoud, van massa, van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 7 Vrijstellingen

De in artikel 1, onder a genoemde rechten worden niet geheven van:

a) schepen van het Koninklijk Huis of buitenlandse staatshoofden toebehorend;

b) hospitaalschepen, toebehorende aan een der staten genoemd in de wet van 30 december 1905, Stbl. nr. 383;

c) de bij enig vaartuig behorende roeiboten;

d) binnenvaartschepen, uitsluitend dienende tot het vervoer van goederen, welke zonder te laden of te lossen minder dan 24 uren achtereenvolgend aan de Loskade en aan de Arnekade aanleggen;

e) vaartuigen, waarmee van het gemeentelijk vaarwater gebruik wordt gemaakt ten behoeve van werkzaamheden aan de gemeentelijke havens, havenwerken, kaden en bruggen;

f) rijksvaartuigen, zijnde marine-, politie-, douane-, betonningsvaartuigen e.d.;

g) monumentale passagiersschepen.

h) vaartuigen die gebruikt maken van een kade en waarvoor ten behoeve van het gebruik van die kade een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen.

Artikel 8 Wijze van heffing

De scheepvaartrechten worden geheven door middel van met datum en doorlopend volgnummer voorziene nota's.

Artikel 9 Tijdstip van betaling c.q. tijdstip waarop de invordering een aanvang kan nemen

1. De rechten worden verschuldigd op het tijdstip, waarop gebruik aanvangt.

2. De rechten worden contant betaald dan wel binnen een maand na dagtekening van de in artikel 7 genoemde nota.

Artikel 10 Restitutie en overschrijving

1. Van de scheepvaartrechten die worden betaald voor een jaar wordt, indien het gebruik van het openbaar vaarwater of het gemeentelijk overslagterrein is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel twaalfden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik nog volle maanden overblijven.

2. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, worden de voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde scheepvaartrechten op aanvraag van de belastingplichtige verrekend met de verschuldigde scheepvaartrechten over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde bedrag aan scheepvaartrechten lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil plaats vindt.

3. Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van scheepvaartrechten ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend als bedoeld.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de Scheepvaartrechten.

Artikel 12 Kwijtschelding

Het bepaalde in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 inzake de verlening van kwijtschelding vindt geen toepassing op de invordering van de binnenhavengelden.

Artikel 13 Overgangsbepaling

De "Verordening Scheepvaartrechten Middelburg 2017", vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, lid twee genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2018.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ’Verordening scheepvaartrechten Middelburg 2018’.

Tarieventabel behorende bij de Verordening scheepvaartrechten 2018

Tarieven per reis met een maximum van 7 dagen (x vaartuigbedrag)

Factor voor bepaling jaarabonne-mentsprijs

soort vaartuig

heffingsgrondslag

excl. BTW in

het recht genoemd in artikel 1 sub a bedraagt voor:

a. binnenvaart- en vissersschepen - die lading innemen en/of lossen:

- vaartuigen die dienstbaar zijn:

per ton laadvermogen:

per ton laadvermogen:

0,15

0,15

35

35

b. binnenvaart-, vissers- en overige vaartuigen: - die geen lading innemen en/of lossen:

per ton laadvermogen:

0,12

c. zeeschepen:

m³ bruto inhoud:

0,15

d. sleepboten:

per m² oppervlakte:

0,18

e. recreatievaartuigen

per m1 lengte per dag:

1,11

f. vaartuigen die worden opgelegd, of tijdelijk (dat is meer dan 14 dagen achtereenvolgens) niet overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt volgens bovengenoemde heffings-grondslag:

a t/m d van deze tabel:

0,32

g. passagiersschepen:

per m² oppervlakte:

0,32

h. ingeval van gebruik van ligplaatsen of kades die niet in beheer zijn bij de gemeente Middelburg, wordt een reductie verleend van 50% op de tarieven

het recht genoemd in artikel 1 sub b (gebruik gemeentelijk overslagterrein):

per m³ of 1000 kg overgeladen goederen:

0,20

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Middelburg van 18 december 2017.

de griffier, de voorzitter,

Drs. M. Wisse-Roelse mr. H.M. Bergmann

Behoort bij raadsbesluit van 18 december 2017.

De raadsgriffier van Middelburg,