Regeling vervallen per 01-05-2019

Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Moerdijk

Geldend van 07-03-2013 t/m 30-04-2019

Intitulé

Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Moerdijk

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Moerdijk, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.,

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht,

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING ADVIESCOMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN GEMEENTE MOERDIJK

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften van de gemeente Moerdijk;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    het maken van bezwaar: het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.

Hoofdstuk 2 Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is tevens bevoegd klachten te behandelen zoals bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht in de volgende gevallen:

    • -

      In het geval een klacht is ingediend èn voordat behandeling van deze klacht heeft plaatsgevonden in de klachtencommissie een bezwaarschrift is ingediend.

    • -

      In het geval een bezwaarschrift is ingediend èn voordat behandeling van dit bezwaarschrift heeft plaatsgevonden in de commissie een klacht wordt ingediend.

      Het in dit lid gestelde vindt slechts plaats indien klacht en bezwaar betrekking hebben op hetzelfde onderwerp.

  • 3.

    De commissie is niet bevoegd te adviseren ten aanzien van:

    • a.

      belastingzaken;

    • b.

      zaken, waarbij het bestuursorgaan heeft ingestemd met een verzoek tot rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter.

  • 4.

    De commissie bestaat uit twee kamers. Een kamer ten aanzien van ambtenarenzaken en een kamer ten aanzien van algemene zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de kamer algemene zaken

  • 1. De kamer bestaat uit drie leden, die worden benoemd, geschorst en ontheven van hun functie door het college.

  • 2. Het college benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3. Er is sprake van een roulerend voorzitterschap per kwartaal.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter c.q. de plaatsvervangend voorzitter.

  • 5. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de gemeente Moerdijk.

Artikel 4 Samenstelling van de kamer ambtenarenzaken

  • 1. De kamer bestaat uit drie leden, die worden benoemd, geschorst en ontheven van hun functie door het college.

  • 2. Het college benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3. De voorzitter wordt aangewezen door het college.

  • 4. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de gemeente Moerdijk.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen twee maal worden herbenoemd.

  • 2. De leden van de commissie kunnen op ieder moment hun functie neerleggen.

  • 3. De aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7 Financiële tegemoetkoming

1.De financiële tegemoetkoming van de voorzitter en de leden van de bezwaarschriftencommissie wordt vastgesteld door het college.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift en eventueel de klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift en eventueel de klacht met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 9 Uitoefening bevoegdheden

  • 1. De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

    • c.

      artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      artikel 7:4, tweede lid;

    • e.

      artikel 7:6, vierde lid.

  • 2. De voorzitter van de commissie kan zijn bevoegdheden mandateren aan de secretaris.

Artikel 10 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie en de secretaris zijn in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift en eventueel de klacht bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

    Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien vermeldt hij dit gemotiveerd in het advies.

Artikel 12 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste 14 dagen voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval uiterlijk een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbende en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als bedoeld in het eerste, tweede lid en derde lid.

Artikel 13 Quorum

  • 1. De commissie adviseert met drie leden conform artikel 7:13 van de wet.

  • 2. Voor het houden van een zitting is vereist, dat een minimaal aantal van 2 commissieleden aanwezig is, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger.

  • 3. Met uitzondering van de kamer ambtenarenzaken rouleert het voorzitterschap onder de leden. Ieder lid is gedurende één kwartaal per jaar voorzitter.

Artikel 14 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift en eventueel een klacht, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De zitting kan met gesloten deuren plaatsvinden, indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet, indien de commissie gewichtige redenen daartoe aanwezig acht.

  • 3. De zitting vindt altijd achter gesloten deuren plaats bij de behandeling van bezwaarschriften en/of klachten in het kader van sociale wetgeving en van (de kamer) ambtenarenzaken.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7, 7:21 en eventueel 9:10 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en van al hetgeen voor het overige ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden. Partijen kunnen binnen een door de commissie te bepalen termijn schriftelijk reageren.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 2. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift en eventueel de klacht.

  • 3. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies

Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift en eventuele klacht dient te beslissen.

Artikel 20 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks voor 1 april aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande jaar.

Slotbepalingen

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking ervan.

  • 2. De verordening wordt met inachtneming van de bepalingen in de Gemeentewet bekendgemaakt in huis aan huis blad de Moerdijkse Bode.

  • 3. De Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Moerdijk 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 22 Overgangsbepaling

Aanhangig gemaakte klachten en bezwaarschriften die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening en nog niet zijn afgehandeld, zullen worden behandeld conform de bepalingen zoals opgenomen in deze verordening.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Moerdijk.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 7 februari 2013.
De griffier, De voorzitter,
H.D. Tiekstra J.P.M. Klijs