Sociaal Statuut

Geldend van 01-12-2007 t/m heden

Intitulé

Sociaal Statuut

Sociaal Statuut

Sociaal Statuut

Inhoudsopgave

Inleiding Werkgelegenheid Doel Inhoud Begripsbepalingen Hoofdstuk 1 Doelstelling Hoofdstuk 2 Geldigheidsduur en werkingssfeer Hoofdstuk 3 Rechtspositioneel kader

3.2 Inspanningsverplichtingen 3.3 Passende functie 3.4 Reorganisatieontslag 3.5 Behoud financiële aanspraken

3.5.1 Salarisgarantie 3.5.2 Functiegebonden toelagen 3.5.3 Persoonsgebonden toelagen

Hoofdstuk 4 Reorganisatie, formatieplan en plaatsingsplan

4.1 Inleiding 4.2 Plan van aanpak 4.3 Inrichting formatieplan 4.4 Opstellen plaatsingsplan 4.5 Uitgangspunten bij plaatsing wegens organisatieverandering 4.6 Boventalligheid

Hoofdstuk 5 Het Herplaatsingkader

5.1 De cluster Personeel & Organisatie (P&O) 5.2 Aanmeldingsprocedure 5.3 Herplaatsingsprocedure

Hoofdstuk 6 Flankerend beleid

6.1 Studiefaciliteiten 6.2 Faciliteiten ten behoeve van sollicitaties 6.3 Begeleiding herplaatste ambtenaar en vervallen functie 6.4 Aanwijzen als herplaatsingskandidaat bij onbekwaamheid in nieuwe functie 6.5 Aanvulling op salaris bij aanvaarding functie elders door herplaatsingskandidaat 6.6 Kwijtschelding 6.7 Hypotheekregeling Gemeente Moerdijk 6.8 Vertrekpremie 6.9 Remplaçantenregeling 6.10 Outplacement 6.11 Loopbaanonderzoek 6.12 Onderzoek mogelijkheden plaatsing bij andere organisatie

Hoofdstuk 7 Plaatsing Advies Commissie (PAC)

7.1 Samenvatting 7.2 Taken van de PAC

Hoofdstuk 8 Bezwaar en beroep

8.1 Gemeentesecretaris beslist 8.2 Beslisprocedure 8.3 Hoorcommissie 8.4 Taken van Hoorcommissie 8.5 Bezwaar en Beroep

Hoofdstuk 9 Hardheidsclausule

Inleiding

Het sociaal beleid bij organisatieverandering dient te worden verankerd in een sociaal statuut. Een sociaal statuut is een reglement dat de “spelregels” bevat, waar de werkgever en de ambtenaren (en hun vertegenwoordigers) zich aan moeten houden wanneer zich een organisatiewijziging voordoet. Het sociaal statuut wordt vastgesteld door het college van B&W, nadat overeenstemming is bereikt in de commissie voor georganiseerd overleg. De commissie voor Georganiseerd Overleg (het GO) is een commissie die is samengesteld uit een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en een vertegenwoordiging van de werknemersorganisaties, waarvan ook ambtenaren van de gemeente Moerdijk onderdeel uitmaken. De commissie heeft als taak overleg te voeren over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtspositie van de ambtenaren. Mede om deze taak goed te kunnen uitvoeren, is het van belang dat het GO op de hoogte is van ontwikkelingen met personele gevolgen die zich binnen de gemeente Moerdijk afspelen. Vandaar dat er een verplichting is om voorgenomen organisatieveranderingen aan het GO te melden. De commissie voert overleg over de personele gevolgen van elke verandering in de inrichting van de organisatie, wijziging in de personeelsformatie daaronder begrepen.

Werkgelegenheid

Gedurende de looptijd van dit Sociaal Statuut zullen geen gedwongen ontslagen vallen, met uitzondering van de situaties zoals genoemd in paragraaf 3.4.

Doel

Het doel van het Sociaal Statuut Moerdijk 2007 (hierna SSM 2007) is het organiseren van het op sociaal verantwoorde wijze begeleiden van organisatieveranderingen binnen de Gemeente Moerdijk. Het SSM 2007 beoogt het bevorderen van eenduidigheid en zorgvuldigheid. Het streven is erop gericht de belangen van de ambtenaren zoveel als mogelijk te waarborgen.

Het SSM 2007 bevat afspraken die bindend zijn voor de Gemeente Moerdijk. Bij verzelfstandiging van bedrijfsonderdelen of privatiseringen zullen aanvullende afspraken gemaakt worden. Het SSM 2007 is hier echter altijd de basis voor.

Inhoud

Het SSM 2007 geeft in algemene zin voorschriften voor het rechtspositionele kader bij organisatieveranderingen (paragraaf 3), de voorgeschreven procedures bij organisatieveranderingen (paragraaf 4), de procedures rondom herplaatsingen (paragraaf 5) en het flankerend sociaal beleid (paragraaf 6). Hierbij geldt de CAR/UWO als onderliggende basis. Om een zorgvuldige uitvoering van het SSM 2007 te waarborgen, worden een Plaatsing Advies Commissie (hierna PAC) en een Hoorcommissie ingesteld. Daarbij houdt de PAC toezicht op het uitvoeren van het Sociaal Statuut (paragraaf 7) en de Hoorcommissie hoort individuele ambtenaren die bedenkingen hebben over een voorgenomen besluit (paragraaf 8).

Begripsbepalingen

In dit sociaal statuut wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de CAR, alsmede de ambtenaar met wie de werkgever een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft afgesloten;

  • b

    werkgever: de gemeente Moerdijk;

  • c

    organisatiewijziging: een belangrijke inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een belangrijke wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt;

  • d

    privatisering: organisatiewijziging die het gevolg is van de verzelfstandiging van een deel van de organisatie tot een nieuwe (privaatrechtelijke) rechtspersoon of de overdracht van een deel van de organisatie aan een derde (privaatrechtelijke) partij;

  • e

    publiekrechtelijketaakoverheveling: organisatiewijziging die het gevolg is van de overheveling van een deel van de organisatie naar een ander publiekrechtelijk orgaan;

  • f

    personelegevolgen: gevolgen voor de functie of de rechtspositie van de betrokken ambtenaren;

  • g

    salaris: het voor de ambtenaar geldende bedrag van de aan de ambtenaar toegekende schaal als bedoeld in artikel 3:1 van de CAR;

  • h

    salarisperspectief: de opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de functieschaal van de ambtenaar en eventueel schriftelijk vastgelegde extra individuele salarisafspraken;

  • i

    bezoldiging: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen, niet zijnde onkostenvergoedingen;

  • j

    toelage: de toelage waarmee het salaris wordt vermeerderd ingevolge de Bezoldigingsverordening van de gemeente Moerdijk;

  • k

    functie: het geheel van werkzaamheden dat de ambtenaar volgens zijn functiebeschrijving verricht;

  • l

    ongewijzigdefunctie: een functie die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de functie die de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde;

  • m

    passendefunctie: een functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau, die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger niveau of maximaal één niveau lager zijn dan de oude functie;

  • n

    geschiktefunctie: een functie die niet valt onder het begrip passende functie, maar die de ambtenaar bereid is te aanvaarden;

  • o

    CAR: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;

  • p

    georganiseerdoverleg: de commissie voor georganiseerd overleg zoals bedoeld in artikel 12:1 van de CAR;

  • q

    ondernemingsraad: de ondernemingsraad zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden;

Hoofdstuk 1  Doelstelling

Het SSM 2007 heeft als doel:

  • -

    Het komen tot zorgvuldige besluitvorming over de uitvoering van organisatieveranderingen binnen de Gemeente Moerdijk.

  • -

    Het bieden van regels om te komen tot oplossingen ten aanzien van de gevolgen van de organisatieverandering;

  • -

    Het scheppen van een kader waarbinnen herplaatsing van ambtenaren na organisatieverandering in een passende functie wordt bewerkstelligd.

Hoofdstuk 2  Geldigheidsduur en werkingssfeer

Lid 1

De geldigheidsduur van het SSM 2007 loopt van 1 december 2007 tot 1 december 2013. Indien alle partijen die dit Statuut overeenkomen dit wenselijk achten, zal de looptijd worden verlengd.

Lid 2

Het SSM 2007 is van toepassing op alle organisatiewijzigingen in de gemeentelijke organisatie, niet zijnde een organisatiewijziging als gevolg van een gemeentelijke herindeling.

Lid 3

Tussentijds overleg zal plaatsvinden als een van de partijen het wenselijk acht. Tussentijdse bijstellingen van het SSM 2007 vinden alleen in overeenstemming tussen partijen plaats.

Lid 4

Individuele rechten die een ambtenaar ontleent aan dit statuut blijven ook na verstrijken van dit statuut gehandhaafd.

Lid 5

Het SSM 2007 is van toepassing op alle ambtenaren met een arbeidsovereenkomst met de Gemeente Moerdijk.  

Hoofdstuk 3  Rechtspositioneel kader

Lid 1

Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd tot het nemen van besluiten over de wijziging van de ambtelijke organisatie.

Lid 2

De gemeentesecretaris is gemandateerd tot het nemen van besluiten over wijziging van de aanstelling, overplaatsing en ontslag van ambtenaren.

Lid 3

De (deel)organisatiestructuur en het daarbij behorende formatieplaatsenplan en stappenplan worden conform de WOR voor advies voorgelegd aan de OR.

Lid 4

De gemeentesecretaris is bevoegd anderen aan te wijzen die in zijn naam en onder zijn verantwoordelijkheid de in dit SSM 2007 aan hem opgedragen taken en bevoegdheden uitoefenen.

3.2  Inspanningsverplichtingen

Van zowel de werkgever als de ambtenaar  wordt de bereidheid gevraagd om zich te richten op het oplossen van problemen. De Gemeente Moerdijk spant zich in om ambtenaren die als gevolg van een organisatieverandering hun functie verliezen, een andere passende functie aan te bieden, met inachtneming van dit Sociaal Statuut.

Door het opzetten van een open en transparante vacaturemarkt gecoördineerd door P&O, de schriftelijk vastgelegde belangstellingsregistratie, een nadere uitwerking van de positie van herplaatsingkandidaten door middel van regels voor statustoekenning, nadere omschrijving van de rechten en plichten van zowel de ambtenaar als de werkgever plus het introduceren van het claimrecht wordt gewaarborgd dat vacatures met voorrang ingevuld worden door herplaatsingkandidaten, reintegratiekandidaten daaronder begrepen. Afdelingsmanagers zijn verplicht om vacatures te vervullen met herplaatsingkandidaten, ook van buiten de afdeling, die geschikt (zijnde voldoen aan de functie-eisen) voor de vacante functie of die weliswaar nog niet geschikt zijn, maar wel binnen drie tot zes maanden geschikt zijn te maken. Deze termijn staat los van een eventueel te volgen functiegebonden opleidingstraject.

De herplaatsingkandidaat is in ieder geval verplicht:

  • -

    Mee te werken aan het vinden van een passende functie zowel binnen als buiten de eigen afdeling, dan wel aan het realiseren van alternatieve oplossingen en daarbij een actieve en positieve opstelling te tonen;

  • -

    Mee te werken aan een belangstellingsregistratie en eventueel een beroepskeuzetest, met als doel het verkrijgen van een beter inzicht in de wensen en mogelijkheden van de herplaatsingkandidaat, zodat het herplaatsingproces succesvol afgerond kan worden;

  • -

    Mee te werken aan om- her- en bijscholing.

De herplaatsingkandidaat heeft de volgende rechten:

  • -

    Heeft voorrang bij het vervullen van vacatures binnen de organisatie, mits (indien noodzakelijk) binnen een redelijke termijn aan de gestelde functie-eisen kan worden voldaan;

  • -

    Heeft het recht zich bij te laten staat door een raadsman of raadsvrouw.

Hij werkt volledig mee aan herplaatsing volgens de regels van dit Sociaal Statuut. Stagetrajecten en detacheringen (met instemming door de ambtenaar) kunnen nodig zijn om de benodigde ervaring op te doen. De herplaatsingkandidaat verstrekt, desgevraagd en indien daarvoor aanleiding bestaat, ook uit eigen beweging, alle informatie waarvan hij redelijkerwijs kan begrijpen dat deze in het kader van het herplaatsingtraject van belang is. Daartoe behoort in elk geval de informatie over de inspanningen die de herplaatsingkandidaat in het kader van zijn in dit Sociaal Statuut bedoelde verplichtingen, heeft verricht.

In afwachting van een definitieve herplaatsing dienen tijdelijke, redelijkerwijs op te dragen werkzaamheden aanvaard te worden, zolang een structurele passende functie niet beschikbaar is, ten hoogste voor een periode van 1 jaar of in overleg voor een nader af te spreken langere periode.

3.3  Passende functie

Lid 1

De te herplaatsen ambtenaar is verplicht een passende functie te accepteren en zijn volledige medewerking te verlenen aan alle activiteiten, die voor deze plaatsing nodig worden geacht.

Lid 2

Indien herplaatsing in een functie van gelijk niveau aantoonbaar niet mogelijk is, is herplaatsing in een passende functie van een niveau lager mogelijk.

Lid 3

Indien herplaatsing in een passende functie van een niveau lager aantoonbaar niet mogelijk is, is in overleg, herplaatsing in een geschikte functie van twee niveaus lager mogelijk.

Lid 4

Bij herplaatsing in een functie van een lager niveau dienen de leidinggevende en de ambtenaar ernaar te streven om de ambtenaar weer terug te brengen naar een functie op het niveau van zijn oude functie.

Lid 5

Een herplaatsingaanbod in een passende functie wordt in de vorm van een voorgenomen besluit geformuleerd.

Lid 6

De ambtenaar die van mening is, dat het in het vorige lid bedoelde aanbod niet passend is in de zin van het SSM 2007, kan schriftelijk en met redenen omkleed heroverweging vragen aan de Hoorcommissie. Deze kan om tot een gefundeerd oordeel te komen, advies vragen van derden/deskundigen. De Hoorcommissie brengt advies uit aan de secretaris, die een besluit neemt, waarop bezwaar bij Burgemeester & Wethouders mogelijk is. De beslisprocedure is weergegeven in artikel 8.2.

Lid 7

Bij organisatieveranderingen wordt ten behoeve van het in het vorige lid genoemde een Hoorcommissie ingesteld.

3.4  Reorganisatieontslag

Lid 1

Aan de herplaatsingkandidaat wordt gedurende de looptijd van het SSM 2007 geen ontslag verleend op grond van artikel 8:4 CAR/UWO (het zogenaamde reorganisatieontslag).

Lid 2

Het bepaalde in het eerste lid geldt niet, indien:

  • a

    een ambtenaar heeft geweigerd een passende functie te aanvaarden;

  • b

    een ambtenaar aantoonbaar onvoldoende eigen inspanningen heeft getoond bij het zoeken naar een passende functie;

  • c

    een ambtenaar aantoonbaar onvoldoende medewerking heeft verleend aan ondersteunende activiteiten voor herplaatsing;

  • d

    het ontslag noodzakelijk is voor het aanvaarden van een andere (passende) functie;

  • e

    een ambtenaar zelf om ontslag verzoekt of anderszins met het ontslag instemt.

Lid 3

De afdelingsmanager belast met personeelsbeleid stelt vast of er sprake is van omstandigheden zoals bedoeld in het vorige lid, onderdelen a tot en met c en legt de voordracht voor ontslag, met redenen omkleed, ter advisering voor aan de hoorcommissie. Het besluit wordt genomen door de gemeentesecretaris.

3.5  Behoud financiële aanspraken

3.5.1  Salarisgarantie

De ambtenaar die niet in een betrekking van gelijk functioneel niveau kan worden herplaatst en die in een functie wordt geplaatst van een lager salarisniveau, behoudt het salaris en het salarisperspectief zoals die voor hem golden in de oude functie, inclusief uitloopschaal.

3.5.2  Functiegebonden toelagen

Lid 1

Voor de ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie vervallen de functiegebonden toelagen met inachtneming van artikel 3.5.2.2.

Lid 2

Aan de ambtenaar, wiens bezoldiging als gevolg van het vervallen van de functiegebonden toelagen een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende compensatie toegekend indien:

  • a

    de blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de bezoldiging;

  • b

    de ambtenaar deze toelagen gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking, zijnde 3 aaneengesloten maanden, heeft genoten.

Lid 3

Deze compensatie kent het volgende verloop:

  • 1

    het eerste jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 100% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

  • 2

    het tweede jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 75% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

  • 3

    het derde jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 50% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

  • 4

    het vierde jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 25% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen.

Lid 4

De functiegebonden toelage wordt niet afgebouwd indien:

  • a

    de ambtenaar bezoldigd wordt volgens functieschaal 6 en/of lager;

  • b

    de ambtenaar deze toelage ten minste 10 aaneengesloten jaren heeft genoten.

3.5.3  Persoonsgebonden toelagen

De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op zijn persoonsgebonden toelagen.

Hoofdstuk 4  Reorganisatieplan, formatieplan en plaatsingsplan

4.1  Inleiding

Elke organisatieverandering die personele consequenties heeft wordt schriftelijk gemeld aan het Georganiseerd Overleg.

4.2  Plan van aanpak

Bij de voorbereiding van een organisatieverandering dient een plan van aanpak opgesteld te worden, dat mede in de besluitvorming moet worden betrokken. In dit plan van aanpak wordt tenminste vermeld:

  • a

    De reden van de organisatieverandering;

  • b

    Het bereik van de organisatieverandering;

  • c

    De huidige organisatie met een overzicht van de functies, met de bijbehorende formatie;

  • d

    De nieuwe organisatie met een overzicht van de functies, met de bijbehorende formatie;

  • e

    Een vergelijking tussen de oude en de nieuwe organisatie;

  • f

    De wijze waarop met eventuele niet functievolgers en/of herplaatsingkandidaten wordt omgegaan

  • g

    De plaatsingprocedure voor de betrokken ambtenaren in de nieuwe organisatie;

  • h

    Een planning van de informatie- en overleg momenten met de OR, respectievelijk het GO, en de ambtenaren.

Een plan van aanpak wordt niet eerder vastgesteld dan nadat de OR in de gelegenheid is gesteld daar advies over uit te brengen.

4.3  Inrichting formatieplan

Het formatieplan geeft minimaal inzicht in:

  • 1

    Missie van de organisatieverandering waaronder doelstelling, kerntaken en positionering van de afdeling.

  • 2

    De onderdelen van de organisatie die bij de organisatieverandering zijn betrokken.

  • 3

    Nieuwe organisatie- en functiestructuur in de gewenste situatie, inclusief formatieoverzicht.

  • 4

    Een overzicht van functies waarvan de kerntaken gelijk of nagenoeg gelijk zijn aan de oude functies. Dit zijn functies die voor ten minste 65% ongewijzigd terug komen in de nieuwe organisatie.

  • 5

    Een overzicht van de zogenaamde verdwijnende functies als gevolg van structuur- of formatiewijzigingen.

  • 6

    Een overzicht van nieuwe functies met functieprofielen.

Een formatieplan wordt niet eerder vastgesteld dan nadat de OR in de gelegenheid is gesteld daar advies over uit te brengen.

4.4  Opstellen plaatsingsplan

Lid 1

Nadat het formatieplan is vastgesteld door de directie, inventariseert de verantwoordelijk leidinggevende de situatie van de betrokken ambtenaren per functiegroep. Hij organiseert een belangstellingsregistratie. Mede op grond hiervan stelt hij een plaatsingsplan op.

Lid 2

Het plaatsingsplan wordt ter advisering aan de PAC voorgelegd. Het plaatsingsplan wordt vastgesteld door de gemeentesecretaris.

Lid 3

Op grond van het plaatsingsplan worden de voorgenomen besluiten tot plaatsing schriftelijk aan de betrokkenen meegedeeld door de verantwoordelijke leidinggevende. Een plaatsingsaanbod is geen besluit, dus tegen een plaatsingsaanbod staat geen bezwaar open. Wel kan bij een aanbod, als zijnde een voorgenomen besluit, om heroverweging worden gevraagd bij de Hoorcommissie. Deze hoort de ambtenaar en brengt advies uit aan de gemeentesecretaris, dat een besluit neemt. Op dit besluit is wel bezwaar mogelijk bij Burgemeester & Wethouders. De beslisprocedure (zie artikel 8.2) geeft de procedure bij een plaatsingsaanbod weer.

Lid 4

Het plaatsingsbesluit wordt schriftelijk aan de ambtenaren verstrekt.

Lid 5

Wanneer de ambtenaar niet is geplaatst, krijgt hij een besluit waarin is opgenomen dat hij vanaf de in het besluit genoemde datum herplaatsingkandidaat is. Tevens wordt betrokkene op de hoogte gesteld van zijn rechten en plichten.

Een plaatsingsplan wordt niet eerder vastgesteld dan nadat de OR in de gelegenheid is gesteld er advies over uit te brengen.

4.5  Uitgangspunten bij plaatsing wegens organisatieverandering

Lid 1

De werkgever hanteert, bij het nemen van besluiten ten aanzien van de ambtenaren die betrokken zijn bij de organisatiewijziging, de volgende voorkeursvolgorde bij herplaatsing:

  • a

    de ambtenaar blijft zijn eigen, ongewijzigde functie vervullen;

  • b

    als de kerntaken van de nieuwe functie gelijk dan wel nagenoeg gelijk zijn aan die van de oude functie, geldt het principe 'mens volgt functie'. Dit gaat op indien de nieuwe functie voor circa 65% of meer gelijk is aan de oude. Pas als het “mens volgt functie” principe niet speelt, volgt herplaatsing in een andere functie.

  • c

    de ambtenaar wordt overgeplaatst naar een passende functie binnen de gemeentelijke organisatie;

  • d

    de ambtenaar wordt overgeplaatst naar een geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie.

Lid 2

Herplaatsingsbesluiten als bedoeld in het eerste lid onder c en d worden genomen met inachtneming van de herplaatsingsprocedure, zoals bedoeld in dit sociaal statuut.

4.6  Boventalligheid

Lid 1

Indien er sprake is van boventalligheid in een functie wordt de volgende volgorde gehanteerd voor het verlenen van de status van herplaatsingkandidaat:

  • a

    Ambtenaren met een zogenaamde krimpfunctie die op eigen verzoek in aanmerking willen komen voor de status van herplaatsingkandidaat;

  • b

    Ambtenaren met een krimpfunctie die niet voor plaatsing in aanmerking komen. Hierbij wordt het anciënniteitbeginsel gebruikt, waarbij ambtenaren met meer dienstjaren, bij de gemeente Moerdijk of diens rechtsvoorgangers, voorgaan op ambtenaren met minder dienstjaren.

Lid 2

Van de in het eerste lid bepaalde volgorde kan worden afgeweken indien dat naar het oordeel van partijen dit noodzakelijk is en met instemming van de in het GO vertegenwoordigde werknemersorganisaties.

Hoofdstuk 5  Het Herplaatsingkader

5.1  De cluster Personeel & Organisatie (P&O)

De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor de begeleiding van herplaatsingkandidaten en de uitvoering van het zogenaamde claimrecht. In de praktijk wordt deze begeleiding uitgevoerd door de cluster Personeel & Organisatie. Deze begeleiding richt zich op de voorbereiding van herplaatsbare ambtenaren op een nieuwe functie.

5.2  Aanmeldingsprocedure

Nadat het plaatsingsbesluit is genomen, wordt de niet geplaatste ambtenaar als herplaatsingkandidaat aangemeld bij de cluster Personeel & Organisatie. Hierover wordt de ambtenaar schriftelijk ingelicht. De ambtenaar ontvangt een kopie van de aanmelding.

5.3  Herplaatsingprocedure

Lid 1

ledere vacature wordt door de leidinggevenden aangemeld bij de cluster Personeel & Organisatie.

Lid 2

De gemeentelijke wervingsprocedure krijg hierdoor drie fasen:

  • 1

    vacature is beschikbaar voor reïntegratie- en herplaatsingkandidaten.

  • 2

    vacature is beschikbaar voor alle ambtenaren uit de gemeente Moerdijk in vaste of tijdelijke dienst;

  • 3

    vacature is beschikbaar voor externe medewerkers.

Lid 3

In de 1e fase kunnen vacatures geclaimd worden voor en door ambtenaren met de status van herplaatsingkandidaat.

Lid 4

Herplaatsingkandidaten genieten voorrang boven andere kandidaten bij de selectie voor het vervullen van vacatures op grond van de wervingsprocedure.

Lid 5

Herplaatsingkandidaten die binnen een termijn van zes tot twaalf maanden (afweging is een redelijke termijn gezien de te vervullen functie) geschikt te maken zijn (i.c. kunnen voldoen aan de functie-eisen), worden ook meegenomen worden in de voordracht.

Lid 6

Bij een afwijzing dient de leidinggevende schriftelijk gemotiveerd aan te geven waarom hij de kandidaat niet geschikt acht en waarom de kandidaat ook niet binnen zes tot twaalf maanden geschikt te maken is voor de vacante functie. Deze afwijzing wordt zowel naar de kandidaat, als naar de cluster Personeel & Organisatie gezonden.

Lid 7

Indien in fase 1 de cluster Personeel & Organisatie niet in kan stemmen met de motivering en ook na overleg geen overeenstemming bereikt met de vacaturehouder, wordt het verschil van mening ter advisering voorgelegd aan de PAC. De gemeentesecretaris beslist vervolgens op de voordracht.

Hoofdstuk 6  Flankerend beleid

6.1  Studiefaciliteiten

Lid 1

Indien het voor het verwerven van een nieuwe functie noodzakelijk is studiefaciliteiten te verstrekken dan zullen deze volledig worden vergoed.

Lid 2

Aan de ambtenaar die is verplicht om scholing te volgen, wordt scholingsverlof met behoud van bezoldiging verleend.

Lid 3

De ambtenaar die is verplicht om scholing te volgen, kan worden verplicht tot terugbetaling van de aan hem toegekende vergoeding van de scholingskosten:

  • a

    bij onvoldoende resultaat in de scholing en bij tussentijds afbreken van de scholing, indien dit aan eigen schuld of toedoen van de ambtenaar is te wijten;

  • b

    bij ontslag tijdens het volgen van de scholing en in bijzondere gevallen bij ontslag binnen een termijn van maximaal drie jaren na het met voldoende resultaat afronden van de scholing, tenzij de ambtenaar binnen een maand na zijn ontslag elders in dienst treedt binnen de gemeente Moerdijk of aansluitend aan zijn ontslag recht heeft op een uitkering op grond van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of ouderdomspensioen.

Lid 4

De ambtenaar die studiefaciliteiten heeft genoten in het kader van een persoonlijk ontwikkelingsplan, dan wel in het kader van outplacementactiviteiten en aan wie op grond van artikel 3.4 lid 2 onder d en e van het SSM 2007 ontslag wordt verleend, is niet verplicht tot terugbetaling van de aan hem verleende tegemoetkoming.

6.2  Faciliteiten ten behoeve van sollicitaties

Lid 1

De gemeente Moerdijk verleent, voor zover redelijk, medewerking indien een herplaatsingkandidaat een verzoek indient voor verlof met behoud van bezoldiging ten behoeve van sollicitatiegesprekken of het verkennen van een functie buiten de dienst. De verantwoordelijk leidinggevende van de herplaatsingkandidaat beslist over de omvang van het verlof.

Lid 2

De gemeente Moerdijk vergoedt de (in principe) binnen Nederland gemaakte sollicitatiekosten volledig indien en voor zover de werkgever bij wie de ambtenaar heeft gesolliciteerd deze kosten niet vergoedt. Deze volledige vergoeding geldt alleen voor de in redelijkheid gemaakte voor de sollicitatie noodzakelijke kosten. Indien het om reiskosten gaat, wordt de vergoeding vastgesteld aan de hand van de tarieven van het openbaar vervoer, tweede klasse.

6.3  Begeleiding herplaatste ambtenaar en vervallen functie

Lid 1

Bij herplaatsing van een ambtenaar in een andere functie zal de leidinggevende van de ambtenaar een werkplan opstellen voor diens begeleiding.

Lid 2

Mocht binnen een periode van twaalf maanden na herplaatsing blijken dat de functie van betrokkene buiten zijn schuld of toedoen komt te vervallen, dan valt betrokkene terug op zijn oude rechten van herplaatsingkandidaat en wordt hij aangemeld bij de cluster Personeel & Organisatie.

6.4  Aanwijzen als herplaatsingkandidaat bij onbekwaamheid in nieuwe functie

generated_6.4Wordt een ambtenaar in een andere functie overgeplaatst en blijkt binnen een periode van zes maanden dat de betrokkene buiten zijn schuld of toedoen niet geschikt is voor de functie, dan valt hij terug op zijn rechtspositie van vóór de overplaatsing, wordt hij aangewezen als herplaatsingkandidaat en wordt hij aangemeld bij de cluster Personeel & Organisatie. Verlenging van de termijn van zes maanden geschiedt uitsluitend op basis van toestemming door de gemeentesecretaris.

6.5  Aanvulling op salaris bij aanvaarding functie elders door herplaatsingkandidaat

Lid 1

Door de gemeentesecretaris kan aan de herplaatsingkandidaat die op eigen verzoek wordt ontslagen wegens het aanvaarden van een betrekking buiten de organisatie van de gemeente Moerdijk, indien aan de nieuwe betrekking een lager salarisniveau is verbonden, gedurende maximaal vijf jaar een aanvulling op het salaris worden verleend tot maximaal 100% van het oude salarisniveau.

Lid 2

De in het eerste lid genoemde aanvulling vindt plaats op het in de nieuwe betrekking geldende bruto maandsalaris van de herplaatsingkandidaat, tot 100% van zijn laatst geldende bruto maandsalaris in zijn oude betrekking.

Lid 3

Indien aan de nieuwe betrekking een lagere arbeidsduur is verbonden, vindt de aanvulling naar rato plaats.

Lid 4

De aanvulling vindt plaats voor de voor de herplaatsingkandidaat geldende aanvullingsperiode, welke wordt bepaald door de som van leeftijd en diensttijd per datum van beëindiging van de aanstelling bij de oude dienst, afgerond in hele jaren.

Lid 5

De in het vorige lid genoemde aanvullingsperiode wordt als volgt bepaald:

Som leeftijd en diensttijd

Aanvulling in maanden

t/m 29

12

30 t/m 39

18

40 t/m 49

24

50 t/m 54

36

55 t/m 59

48

60 en hoger

60

Lid 6

Op het moment dat de voormalige herplaatsingkandidaat gebruik maakt van een regeling voor vervroegde uittreding of pensioen, komt de aanvulling te vervallen.

6.6  Kwijtschelding

Aan de herplaatsingkandidaat die een passende functie aanvaardt buiten de gemeente Moerdijk wordt bij ontslag ontheffing verleend voor eventuele terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit de studiefaciliteitenregeling, de verhuiskostenregeling en de regeling betaald ouderschapsverlof.

6.7  Hypotheekregeling Gemeente Moerdijk

Aan de herplaatsingkandidaat die een passende functie aanvaardt buiten de gemeente Moerdijk wordt bij ontslag ontheffing verleend van eventuele verplichting tot het binnen 2 jaar oversluiten van zijn hypotheekregeling. De hypotheekregeling blijft onverminderd van kracht tot de laatste termijn is afgelost. Aanvullingen op de bestaande hypotheek en eventuele mogelijkheid om de rente te laten aanpassen met inachtneming van de boeterente worden niet meer toegestaan.

6.8  Vertrekpremie

Lid 1

De ambtenaar die voldoet aan alle volgende voorwaarden, krijgt een vertrekpremie mee die wordt bepaald volgens de bepalingen in het tweede, dan wel derde lid.

  • a

    de ambtenaar is herplaatsingkandidaat geworden op grond van het feit dat hij na een organisatieverandering geen plaatsingsaanbod heeft gekregen.

  • b

    hij aanvaardt een dienstbetrekking buiten de organisatie van de gemeente Moerdijk of vestigt zich als zelfstandig ondernemer.

  • c

    hij vertrekt na het moment dat drie maanden verstreken zijn gerekend vanaf de datum dat hij herplaatsingkandidaat is geworden maar voor het moment dat twaalf maanden zijn verstreken, gerekend vanaf die datum.

Lid 2

Voor de betrokkene die vertrekt in de periode vanaf drie tot en met zes maanden, gerekend vanaf de datum dat hij herplaatsingskandidaat is geworden wordt de vertrekpremie als volgt berekend: B x T, waarbij B staat voor de bruto bezoldiging per maand van de herplaatsingskandidaat en T voor de ononderbroken diensttijd, gerekend in jaren, in een ambtelijke aanstelling bij de gemeente Moerdijk (en indien van toepassing diens rechtsvoorgangers voortkomende uit de herindeling) in vaste dienst (met of zonder proeftijd) als bedoeld in hoofdstuk 2 van de CAR/UWO. Voor T geld dat de dienstjaren vanaf het 40e levensjaar met de factor 1,5 worden vermenigvuldigd en de dienstjaren vanaf het 50e levensjaar met de factor 2.

Lid 3

Voor de betrokkene die vertrekt na het moment dat zes maanden zijn verstreken, gerekend vanaf de datum dat hij herplaatsingskandidaat is geworden, bedraagt de vertrekpremie de helft van het volgens het tweede lid berekende bedrag.

6.9  Remplaçantenregeling

Lid 1

Een ambtenaar kan zich aanmelden als remplaçant indien hij aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • a

    als gevolg van een organisatieverandering is er sprake van boventalligheid;

  • b

    de ambtenaar geeft aan zijn dienstverband te willen beëindigen;

  • c

    de ambtenaar maakt door zijn vertrek zijn functie vrij voor herplaatsing van een ambtenaar die als herplaatsingkandidaat is aangewezen;

  • d

    er wordt daadwerkelijk een herplaatsingkandidaat op de vrijkomende functie geplaatst.

Lid 2

De remplaçant kan gebruik maken van het flankerend beleid zoals dat in de artikelen 6.5, 6.7 dan wel 6.8 is opgenomen.

Deze regeling wordt toegepast bij organisatieveranderingen en heeft slechts betrekking op ambtenaren van de organisatie tot het moment dat er nadere afspraken gemaakt worden over een toepassing van een remplaçantenregeling geldend voor de gehele gemeente Moerdijk.

N.B. Artikel 6.5, 6.8 en 6.9 worden toegepast als er geen reële mogelijkheid is om het probleem van boventalligheid op een redelijke termijn op te lossen, dan wel als er aantoonbaar geen reeel perspectief is voor de betreffende individuele ambtenaar op herplaatsing binnen de Gemeente Moerdijk. De gemeentesecretaris is beslissingsbevoegd en laat zich adviseren door respectievelijk de OR dan wel in individuele gevallen door de hoorcommissie.    

6.10  Outplacement

Ter begeleiding van het zoeken naar een andere functie buiten de gemeentelijke organisatie, kan gebruik gemaakt worden van een daarvoor ingesteld intern of extern bureau.

6.11  Loopbaanonderzoek

In het kader van loopbaanonderzoek kan gebruik gemaakt worden van assessment (psychologische testen, beroepskeuzetesten en dergelijke).

6.12  Onderzoek mogelijkheden plaatsing bij andere organisatie

Om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten kan gebruik worden gemaakt van:

  • -

    detachering (met instemming van de ambtenaar) buiten de gemeente, in beginsel voor maximaal zes maanden; wanneer er gegronde redenen zijn kan dit in individuele gevallen uitgebreid worden tot maximaal twaalf maanden. Wanneer de arbeidsmarktperspectieven van de te herplaatsen ambtenaar onvoldoende uitzicht bieden op een functie buiten de gemeentelijke organisatie, kan de detacheringperiode in overleg met de ambtenaar langer zijn dan twaalf maanden. Voorwaarde hierbij is dat er bij aanvang van de detachering een reëel uitzicht moet zijn op definitieve plaatsing bij de inlenende organisatie.

  • -

    kijkstages buiten de gemeente voor een korte periode van maximaal acht weken. In een dergelijke periode kan de ambtenaar kennis maken met een ander soort functie.

  • -

    verlof zonder behoud van bezoldiging voor een periode van maximaal zes maanden en voor een bepaald doel. In deze periode neemt de Gemeente Moerdijk het werknemersdeel van de pensioenpremie en de ziektenkostenpremie voor haar rekening.

De gemeentesecretaris is beslissingsbevoegd.

Hoofdstuk 7  Plaatsing Advies Commissie (PAC)

7.1  Samenstelling

De PAC houdt toezicht op het uitvoeren van de herplaatsingactiviteiten en de toepassing van het SSM 2007. Deze commissie bestaat uit de volgende leden:

  • 1

    een voorzitter aangewezen door de werkgever; een vertegenwoordiger van of namens het Georganiseerd Overleg of van de Ondernemingsraad;

  • 2

    een vertegenwoordiger van de werkgever;

Aan de PAC is een ambtelijk secretaris/notulist toegevoegd.

7.2  Taken van de PAC

  • 1

    Bewaakt een consistente toepassing van het SSM 2007.

  • 2

    Toetst de voordracht van de leidinggevende om een ambtenaar aan te merken als herplaatsingkandidaat op basis van organisatieverandering.

  • 3

    Toetst het plaatsingsplan en de herplaatsingaanpak bij organisatieveranderingen.

  • 4

    Houdt toezicht op een adequaat verloop van het (her)plaatsingsproces.

  • 5

    Toetst de omstandigheden als bedoeld in artikel 3.4.

  • 6

    Toetst de voordracht voor reorganisatieontslag en brengt daarover advies uit aan de secretaris.

  • 7

    Toetst de argumenten van de leidinggevende en Personeel & Organisatie bij een verschil van mening over de geschiktheid van een herplaatsingkandidaat voor een passende functie.

  • 8

    Neemt initiatieven met betrekking tot bijstellingen in het plaatsingsproces en vacature meldingen.

Hoofdstuk 8  Bezwaar en beroep

8.1  Gemeentesecretaris beslist.

Het nemen van besluiten met rechtspositionele gevolgen in het kader van dit Sociaal Statuut is voorbehouden aan de gemeentesecretaris. Op al deze besluiten is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.

Toelichting: Tegen deze besluiten kan dan ook, schriftelijk en met redenen omkleed, een bezwaarschrift worden ingediend bij Burgemeester en Wethouders. De termijn hiervoor bedraagt zes weken vanaf de dag na die waarop het besluit van de gemeentesecretaris bekend gemaakt is. Het bezwaar schorst niet de werking van het besluit op. Het besluit is met redenen omkleed en gaat waar dat van toepassing is, gepaard met het advies van de Hoorcommissie. De gemeentesecretaris motiveert schriftelijk een eventuele afwijking van dat advies. Een voorgenomen besluit in het kader van dit Sociaal Statuut, is een besluit dat de gemeentesecretaris van plan is te nemen nadat hij de betreffende ambtenaar op wie het te nemen besluit van toepassing is, de mogelijkheid heeft geboden zijn bedenkingen daartegen via de Hoorcommissie aan de gemeentesecretaris kenbaar te maken, opdat deze de naar voren gebrachte bedenkingen van de betrokken ambtenaar en het advies van de Hoorcommissie in zijn overwegingen bij het komen tot een definitief besluit kan meenemen. Het gaat in dit plan om te nemen individuele besluiten in het kader van de toepassing van dit plan. Op een voorgenomen besluit is geen bezwaar of beroep mogelijk.

8.2  Beslisprocedure

Lid 1

Zodra het voorgenomen besluit, dat aan een herplaatsingbesluit vooraf gaat, schriftelijk en gemotiveerd aan de te herplaatsen ambtenaar wordt meegedeeld door de bevoegd leidinggevende (conform de mandateringsstructuur) dient de ambtenaar binnen twee weken schriftelijk kenbaar te maken aan de gemeentesecretaris of hij gehoord wenst te worden.

Lid 2

Indien de ambtenaar kenbaar heeft gemaakt gehoord te willen worden, bevestigt de Hoorcommissie de ontvangst van het verzoek en hoort de ambtenaar binnen vier weken na ontvangst van diens verzoek.

Lid 3

Van de hoorzitting wordt een verslag opgemaakt.

Lid 4

De Hoorcommissie brengt binnen twee weken na de hoorzitting schriftelijk en gemotiveerd advies uit aan de gemeentesecretaris. De betrokkene ontvangt hiervan een afschrift. Dit advies heeft een zwaarwegend karakter.

Lid 5

De gemeentesecretaris neemt binnen twee weken nadat hem advies is uitgebracht door de Hoorcommissie een beslissing met betrekking tot het voorgenomen besluit, dat aan de ambtenaar is kenbaar gemaakt.

Lid 6

Indien de ambtenaar niet gehoord wenst te worden, zal de gemeentesecretaris het voorgenomen besluit binnen een week omzetten in een definitief besluit.

Lid 7

Als de gemeentesecretaris afwijkt van het advies van de Hoorcommissie dan dient dit schriftelijk met redenen te worden omkleed.

8.3  Hoorcommissie

Om een juiste toepassing van het sociaal statuut, de CAR/UWO en de Awb (Algemene wet bestuursrecht) te bevorderen, fungeert een Hoorcommissie die ambtenaren desgewenst namens de gemeentesecretaris hoort aangaande hun bedenkingen over het besluit dat genomen moet worden. De Hoorcommissie brengt ter zake een zwaarwegend advies uit aan de gemeentesecretaris. De Hoorcommissie bestaat uit de volgende leden:

  • 1

    een vertegenwoordiger op voordracht van de werknemersorganisaties;

  • 2

    een vertegenwoordiger van de werkgever.

  • 3

    zij benoemen samen een onafhankelijk voorzitter.

Aan de Hoorcommissie is een notulist toegevoegd en een personeelsadviseur van de cluster Personeel & Organisatie als secretaris / adviseur.

8.4  Taken van Hoorcommissie

  • 1

    Horen:

    • a

      horen van de ambtenaar met bedenkingen,

    • b

      verslaglegging van het horen,

    • c

      schriftelijk en gemotiveerd advies uitbrengen aan de gemeentesecretaris.

  • 2

    Adviseren van de gemeentesecretaris over maatregelen op individueel niveau.

  • 3

    De Hoorcommissie stelt een reglement van werkwijze op.

8.5  Bezwaar en Beroep

1. Bezwaar Op het finale besluit van de gemeentesecretaris is binnen zes weken vanaf de dag na verzending schriftelijk en gemotiveerd bezwaar mogelijk bij:

het College van Burgemeester en Wethouders per adres Algemene Bezwaarschriftencommissie Postbus 4 4760 AA Zevenbergen.

2. Beroep Beroep is binnen zes weken, na beslissing op bezwaar, schriftelijk en gemotiveerd mogelijk op een besluit van Burgemeester en Wethouders vanaf de dag na verzending bij: de Rechtbank Breda Postbus 90110 4800 RA BREDA

generated_9Hoofdstuk 9  HardheidsclausuleIn die gevallen waarin het Sociaal Statuut Moerdijk 2007 niet voorziet of niet in redelijkheid voorziet kan de gemeentesecretaris na advies van de hoorcommissie ingewonnen te hebben in positieve zin voor de ambtenaar afwijken.

Akkoord met de inhoud van het Sociaal Statuut Moerdijk 2007

Dhr. X. van der Scheur, AbvaKabo FNV

Dhr. B. van Oers, CNV Publieke Zaak

Mw. W.J.M. Vissers Portefeuillehouder Personeelszaken gemeente Moerdijk

Zevenbergen, d.d. 18 december 2007