Regeling vervallen per 21-05-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent het sociaal domein Algemene subsidieverordening sociaal domein gemeente Neder-Betuwe 2016

Geldend van 27-02-2018 t/m 20-05-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Algemene subsidieverordening sociaal domein gemeente Neder-Betuwe 2016

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T:

de navolgende Algemene subsidieverordening sociaal domein gemeente Neder-Betuwe 2016 vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de gemeenteraad van Neder-Betuwe;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe;

  • c.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • e.

    subsidiejaar: kalenderjaar, tenzij het college anders bepaalt.

  • f.

    aanvrager: een rechtspersoon zoals beschreven in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In bijzondere gevallen kan ook een (groep van) natuurlijke personen subsidie aanvragen.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op de door de gemeente verstrekte subsidies ten aanzien van de volgende beleidsterreinen:

    • a.

      Sport;

    • b.

      Kunst en cultuur;

    • c.

      Recreatie en toerisme;

    • d.

      Maatschappelijke dienstverlening;

    • e.

      Ouderenwerk;

    • f.

      Vrijwilligerswerk;

    • g.

      Sociaal cultureel werk;

    • h.

      Jeugd- en jongerenwerk;

    • i.

      peuteropvang;

    • j.

      Volksgezondheid;

    • k.

      Beroepskrachten;

    • l.

      Projectsubsidies;

  • 2. Voor een (deel van een) beleidsterrein kunnen afzonderlijke subsidieverordeningen of beleidsregels worden vastgesteld.

Artikel 3. Bevoegdheid college

  • 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verlenen, intrekken, wijzigen en vaststellen van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen.

  • 2. Het college is bevoegd om voorschriften aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1. Het college kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidieplafond(s) voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft.

  • 2. Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen over de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4. Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging van het subsidieplafond en de gevolgen daarvan voor al ingediende aanvragen.

Hoofdstuk 2 De subsidieverlening

Artikel 5 Aanvragen jaarlijkse subsidies

  • 1. De aanvraag voor een jaarlijkse subsidie dient te worden ingediend vóór 1 juli van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Het college kan een afwijkende termijn vaststellen of ontheffing verlenen van de verplichting om een aanvraag voor de in lid 1 bedoelde termijn in te dienen.

  • 3. Bij een aanvraag om subsidie dient gebruik te worden gemaakt van de daarvoor bestemde aanvraagformulieren en overige door het college te bepalen bescheiden.

  • 4. De subsidieontvanger is verplicht om adreswijzigingen en bestuurswisselingen zo snel mogelijk door te geven aan het college.

  • 5. Een aanvraag tot het verlenen of vaststelling van subsidie geschiedt schriftelijk. Het college kan echter een andere manier van indiening van een subsidieaanvraag openstellen.

Artikel 6 Aanvragen incidentele subsidies en nagekomen activiteiten subsidies

  • 1. Onder een incidentele subsidie wordt verstaan een subsidie voor een niet structurele of niet regelmatig terugkerende activiteit.

  • 2. Een aanvraag voor een incidentele subsidie of nagekomen activiteitensubsidie dient voor het tijdstip waarop een aanvang wordt gemaakt met de uitvoering van de voorgenomen activiteit, bij het college te worden ingediend.

Artikel 7 Hersteltermijn, te late ingediende aanvraag en korting

  • 1. Het college geeft de aanvrager van een aanvraag die niet voldoet aan de gestelde eisen een termijn waarbinnen men het verzuim kan herstellen.

  • 2. Indien de aanvraag te laat is ingediend of binnen de gestelde termijn het verzuim niet is hersteld, kan het college besluiten het verzoek niet in behandeling te nemen of besluiten om een korting op de subsidie toe te passen. De hoogte van de korting wordt door het college bepaald.

Artikel 8 Weigeringsgronden

De subsidie kan - naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de in de wet genoemde gevallen - worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

  • a.

    de subsidie niet voor minimaal de helft wordt besteed aan activiteiten die een relatie hebben met het SEGV-beleid, de Participatiewet, de Jeugdwet, de AWBZ en de WMO;

  • b.

    de aanvrager zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • c.

    de subsidieverstrekking niet past binnen of in strijd is met het beleid van de gemeente;

  • d.

    de subsidie wordt verstrekt voor de bekostiging van activiteiten die niet direct van belang zijn voor de gemeente Neder-Betuwe en/of haar inwoners;

  • e.

    de subsidie wordt gebruikt voor activiteiten die partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming beogen;

  • f.

    de subsidie wordt verstrekt voor activiteiten, die niet open staan voor alle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar ras, inkomen, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

  • g.

    de subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen met een winstoogmerk. In bijzondere gevallen kan het college subsidie verlenen aan aanvragers zonder volledige rechtspersoonlijkheid, natuurlijke personen of commerciële partijen;

  • h.

    de doelstelling en werkwijze van de subsidieontvanger strijdig zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • i.

    in het door aanvrager beoogde doel reeds in voldoende mate wordt voorzien in (een kern van) de gemeente Neder-Betuwe.

Artikel 9. Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur

Het college kan de gevraagde subsidie weigeren of de verleende subsidie intrekken in het geval en onder de voorschriften, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 10 Intrekking en wijziging

  • 1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het college de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen met in achtneming van het bepaalde in afdeling 4.2.6 van de wet.

  • 2. Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het college de subsidieverlening ook intrekken indien de subsidieontvanger handelt in strijd met wettelijke verplichtingen of deze niet naleeft.

Artikel 11 De beslistermijn

  • 1. De beslissing op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt genomen voor 1 januari van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft;

  • 2. De beslissing op een subsidie aanvraag als bedoeld in artikel 6 wordt genomen met in achtneming van de paragrafen 4.1.3.1 en 4.1.3.2 van de wet.

Artikel 12 Minimum subsidiebedrag

Het college kan een minimum subsidiebedrag bepalen.

Artikel 13 Verstrekken van voorschotten

Vooruitlopend op de vaststelling van de subsidie kan het college een voorschot uitbetalen. Dit voorschot bedraagt maximaal 100% van het verleende bedrag.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel 14 Toepasselijkheid afdeling 4.2.8 van de wet

Voor zover bij de subsidieverlening niet anders is bepaald, is afdeling 4.2.8 van de wet van toepassing op het aanvragen en verstrekken van subsidies.

Artikel 15 Handelingen waarvoor de subsidieontvanger toestemming nodig heeft

  • 1. De subsidieontvanger behoeft toestemming van het college voor de in artikel 4:71 lid 1 onder a tot en met j van de wet genoemde handelingen.

  • 2. Bij de subsidieverlening kan vrijstelling van het in lid 1 vermelde toestemmingsvereiste voor één of meer van de genoemde handelingen worden verleend.

  • 3. Bij de subsidieverlening kan tevens worden bepaald dat ook voor andere dan de in lid 1bedoelde handelingen toestemming van het college nodig is.

Artikel 16 Vermogensvorming

  • 1. Het college kan aan het vormen van reserves voorschriften verbinden.

  • 2. Bij beëindiging van de subsidierelatie als bedoeld in artikel 4:41 lid 2, sub c, de en e van de wet is de subsidieontvanger verplicht om het met subsidie opgebouwde vermogen en/of reserves onmiddellijk aan de gemeente terug te betalen.

Artikel 17 Financieel verslag, balans en exploitatierekening

  • 1. Voor de ontvanger van subsidies van meer dan € 5.000 gelden de verplichtingen zoals genoemd in artikel 4:76 van de wet. Een uitzondering daarop is de in lid 2 sub b van dat artikel genoemde verplichting.

  • 2. Het college kan de verplichting als bedoeld in het vorige lid op de subsidieverlening van incidentele subsidies van toepassing verklaren.

Artikel 18 Accountantsverklaring

  • 1. Voor subsidies van € 50.000 per boekjaar of hoger geldt de verplichting tot het afgeven van een accountants-controleverklaring, zoals bedoeld in artikel 4:78 van de wet. Het college kan van het bepaalde in de eerste volzinvan dit lid afwijken.

  • 2. Artikel 4:79 van de wet is van toepassing indien dat bij de subsidieverlening is bepaald.

  • 3. Indien geen accountantsverklaring wordt verlangd, kunnen door het college bij de subsidieverlening andere voorschriften worden gesteld met betrekking tot het onderzoek van de inhoudelijke en financiële verslaglegging.

Hoofdstuk 4 De subsidievaststelling

Artikel 19 Indienen aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1. De subsidieontvanger dient voor 1 juli na afloop van het subsidiejaar een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2. Het college kan bepalen dat aanvragen tot subsidievaststelling achterwege kunnen blijven of op een ander tijdstip kan worden ingediend.

  • 3. De aanvragen voor subsidieverlening, waarvoor geen aanvraag tot subsidievaststelling behoeft te worden ingediend, worden aangemerkt als een ingediende aanvraag tot vaststelling van zulk een subsidie.

  • 4. Het bepaalde in artikel 7 lid 1 van deze verordening is van toepassing op de indiening van een aanvraag tot subsidievaststelling.

Hoofdstuk 5 Intrekking, wijziging, opschorting en terugvordering van subsidies

Artikel 19a Intrekking, wijziging, opschorting en terugvordering

Op deze verordening zijn tevens van toepassing de artikelen 4:48, 4:49, 4:56 en 4:57 van de wet waarin onder meer is vastgelegd dat de subsidie in de aldaar omschreven gevallen (zoals het niet plaatsvinden van de gesubsidieerde activiteiten; het niet nakomen van verplichtingen; het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige gegevens; etc) kan worden ingetrokken, gewijzigd, opgeschort en/of teruggevorderd.

Hoofdstuk 6 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze verordening of de deelverordeningen afwijken, indien toepassing van de betreffende verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 21 Vijfjaarlijks Verslag

Artikel 4:24 van de wet is niet van toepassing.

Artikel 22 Overgangsbepalingen

  • 1. De bepalingen van deze verordening ten aanzien van de vaststelling van subsidies zijn niet van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of voorlopig zijn toegekend.

  • 2. Subsidieverzoeken, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet zijn afgehandeld, worden afgewikkeld op grond van de voorheen geldende verordening.

Artikel 23 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2. De Algemene subsidieverordening Welzijn Gemeente Neder-Betuwe 2008 wordt op 1 januari 2016 ingetrokken.

  • 3. De Beleidsregels gebaseerd op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Welzijn gemeente Neder-Betuwe 2008 blijven van kracht zolang er geen nieuwe beleidsregels zijn vastgesteld.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de gemeenteraad op 10 december 2015.
de griffier, de voorzitter,
drs. E. van der Neut ir. C.W. Veerhoek

Artikelsgewijze toelichting bij de Algemene subsidieverordening gemeente Neder-Betuwe 2016

HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel bevat een aantal begripsbepalingen. Organisaties die een beroep doen op gemeentelijke subsidie dienen verder de verantwoording van een boekjaar gelijk te stellen met een kalenderjaar.

Alleen rechtspersonen kunnen subsidie aanvragen. Het moet echter mogelijk zijn dat in bijzondere gevallen ook natuurlijke personen subsidie kunnen aanvragen. Denk bij voorbeeld aan burgerinitiatieven.

 

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

De reikwijdte is gelijk aan de reikwijdte van de Algemene subsidieverordening welzijn gemeente Neder-Betuwe 2008.

In lid 2 is geregeld dat voor (delen van) afzonderlijke beleidsterreinen bijzondere verordeningen gemaakt kunnen worden en dat er beleidsregels worden vastgesteld. Een voorbeeld hiervan is de subsidieverordening Basisbibliotheek.

 

Artikel 3 Bevoegdheid college

In dit artikel zijn de bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders opgenomen. Dit is gedaan om daar duidelijkheid over te geven. Het college besluit over subsidies met in achtneming van de kaderstelling in de verordening door de raad.

 

Artikel 4 Subsidieplafond

Dit artikel geeft de juridische basis voor het instellen van een subsidieplafond en de verdeling daarvan. Door het hanteren van een subsidieplafond en het begrotingsvoorbehoud kunnen ongewenste overschrijdingen van het beschikbare budget worden voorkomen.

 

HOOFDSTUK II De subsidieverlening

 

Artikel 5 Aanvragen jaarlijkse subsidies

In dit artikel is bepaald dat aanvragen voor subsidies vóór 1 juli van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd ingediend moeten worden. Dit houdt verband met de voorbereiding van de gemeentebegroting.

Om toch enige flexibiliteit in te bouwen heeft het college de bevoegdheid om af te wijken van de uiterste inleverdatum van 1 juli.

Voor het aanvragen van subsidies zijn speciale formulieren beschikbaar.

De formulieren voor het aanvragen van een activiteitensubsidie dienen naar het juiste adres te worden gestuurd. Daarom is de subsidieontvanger verplicht om adreswijzigingen en/of bestuurswisselingen zo snel mogelijk door te geven.

Lid 5 van dit artikel is opgenomen om het mogelijk te maken dat ook andere manieren van aanvragen dan de schriftelijke mogelijk kunnen worden gemaakt. Een voorbeeld hiervan is de elektronische aanvraag.

 

Artikel 6 Aanvragen incidentele subsidies en nagekomen activiteitensubsidies

Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat aanvragen om subsidie worden ingediend wanneer al met de activiteiten is gestart. De gemeente wil namelijk vooraf invloed hebben op de subsidiabele activiteiten.

 

Artikel 7 Hersteltermijn, te late ingediende aanvraag en korting

Het college dient de aanvrager de gelegenheid te bieden om binnen een te stellen (redelijke) termijn de aanvraag aan te vullen.

De termijnen, waarbinnen volgens de verordening op een aanvraag dient te worden beslist, worden opgeschort met ingang van de dag waarop het college de aanvrager heeft verzocht de aanvraag aan te vullen tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

In lid 2 is geregeld dat wanneer men na deze hersteltermijn nog niet heeft voldaan aan de gestelde eisen, het college kan besluiten tot weigering. Dit kan tot gevolg hebben dat wanneer geen aanvraag is ingediend, ook niet binnen de hersteltermijn, het recht op subsidie voor dat jaar komt te vervallen. Ook heeft het college de bevoegdheid om een korting op de subsidie toe te passen. Dit laatste dient expliciet in de verordening te worden opgenomen om het college deze bevoegdheid te geven.

 

Artikel 8 Weigeringsgronden

In de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht worden enkele algemene gronden genoemd voor het weigeren van een subsidie (art. 4:25 en 4:35). Deze gronden hoeven daarom niet in de verordening opgenomen te worden. Artikel 8 bevat daarom een aantal aanvullende algemene weigeringsgronden.

 

Artikel 9. Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur

Dit artikel is opgenomen om het college de bevoegdheid te geven om subsidies niet te verlenen of in te trekken ingevallen van (vermoedelijke) relaties tussen de aanvrager en criminele handelingen. Er is een Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Dit bureau kan om advies gevraagd worden wanneer er een vermoeden bestaat dat er sprake is van een verband tussen de aanvrager en criminaliteit.

 

Artikel 10 Intrekking en wijziging

Een maatregel of een sanctie wordt toegepast als er al een subsidierelatie bestaat via subsidieverlening of vaststelling, deze grijpen achteraf in, in de subsidierelatie.

 

Artikel 11 De beslistermijn

In dit artikel is de termijn opgenomen waarbinnen het college een besluit op een subsidieaanvraag dient te nemen. Het gaat om de algemene procedure zoals die in de Algemene Wet Bestuursrecht is vastgelegd.

 

Artikel 12 Minimum subsidiebedrag

Om veel administratieve handelingen te voorkomen is het college de bevoegdheid gegeven om een minimum subsidiebedrag te bepalen. Dat minimumbedrag kan verschillen per beleidsterrein.

 

Artikel 13 Verstrekken van voorschotten

Op grond van dit artikel kan het college voorschotten verstrekken.

In de beschikking tot subsidieverlening wordt aangegeven op welke wijze de voorschotten zullen worden uitbetaald.

 

HOOFDSTUK III Verplichtingen van de subsidieontvanger

 

Artikel 14 Toepasselijkheid afdeling 4.2.8 van de wet

De subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht bevat in afdeling 4.2.8 een standaardregeling voor per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen.

In dit artikel wordt deze afdeling van toepassing verklaard op het aanvragen en verstrekken van (nagekomen) activiteitensubsidies. Bij de subsidieverlening kan bepaald worden dat één of meer bepalingen van afdeling 4.2.8 niet van toepassing zijn.

 

Artikel 15 Handelingen waarvoor de subsidieontvanger toestemming nodig heeft

In artikel 4:71 lid 1 onder a tot en met j van de Algemene wet bestuursrecht is een aantal handelingen opgesomd waarvoor de subsidieontvanger toestemming van het college nodig heeft; althans indien dat bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald. Om die reden is het in deze verordening opgenomen.

Bij de subsidieverlening kan desgewenst vrijstelling van een aantal toestemmingsvereisten worden verleend, maar indien daar niets over wordt bepaald is het artikel in zijn geheel van toepassing.

 

Artikel 16 Vermogensvorming

In artikel 4:72 van de Algemene Wet Bestuursrecht zijn enkele bepalingen opgenomen over de vorming van een egalisatiereserve. Ook deze bepalingen zijn alleen van toepassing indien dat bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald.

 

Artikel 17 Financieel verslag, balans en exploitatierekening

Subsidieontvangers die in aanmerking komen voor een subsidie van minder dan € 5.000 per jaar hoeven niet te voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 4:75 (financieel verslag en activiteitenverslag).

Artikel 18 Accountantsverklaring

Volgens artikel 4:78 van de Algemene wet bestuursrecht dient de subsidieontvanger een accountantscontroleverklaring te laten opstellen en deze over te leggen bij het verzoek tot subsidievaststelling. Het opstellen van een accountantsverklaring kost geld. Het zou daarom te ver gaan om steeds een dergelijke verklaring te verlangen.

Lid 1 van dit artikel geeft aan dat voor subsidies van minder dan € 50.000,-- per boekjaar geen accountantscontroleverklaring nodig is. Het kan echter zijn dat ook bij een lager subsidiebedrag toch behoefte is aan een accountantsverklaring, bijvoorbeeld bij een nieuwe subsidie, wanneer er sprake is van personeelskosten of wanneer er enige twijfel bestaat over de financiële gang van zaken bij de subsidieontvanger. In dat geval kan altijd in de subsidievoorwaarden om een accountantsverklaring worden gevraagd.

Indien een accountantsverklaring een te zwaar middel is, maar toch enige verantwoording gewenst is over de betrouwbaarheid van het financiële verslag, kunnen volgens lid 3 ook zo nodig andere voorschriften worden gesteld.

Verder dienen verenigingen volgens artikel 2:48 van het Burgerlijk Wetboek een kascommissie in te stellen als er geen accountantsverklaring is. In dat geval kan dus bijvoorbeeld om het verslag van de kascommissie worden gevraagd. In andere gevallen kan zo nodig inzage in de financiële administratie verlangd worden.

Artikel 4:79 van de Algemene wet bestuursrecht geeft nog de mogelijkheid om niet alleen een accountantsverklaring te verlangen, maar om de accountant ook te vragen een onderzoek in te stellen naar de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Dit verhoogt natuurlijk wel de kosten van de accountantsverklaring. Deze verplichting zal daarom niet zonder reden worden opgelegd.

Er kan daarom ook moeilijk een algemene bepaling daarover in de verordening worden opgenomen. Lid 2 geeft aan dat deze verplichting alleen geldt wanneer dit bij de subsidieverlening is bepaald.

 

HOOFDSTUK IV De subsidievaststelling

 

Artikel 19 Indienen aanvraag tot subsidievaststelling

Deze bepaling regelt dat de subsidieontvanger van een bedrag van € 50.000,-- of meer, voor 1 juli 2015 een aanvraag tot subsidievaststelling in moet dienen.

Het college kan overigens bij de subsidiebeschikking van minder dan € 50.000,-- eveneens bepalen dat een aanvraag tot subsidievaststelling dient te worden ingediend.

Eveneens kan het college een andere termijn stellen waarbinnen een aanvraag tot subsidievaststelling dient te worden ingediend.

In lid 3 wordt bepaald dat in bepaalde gevallen de subsidieaanvraag eveneens als aanvraag tot subsidievaststelling wordt beschouwd.

 

Hoofdstuk V Intrekking, wijziging, opschorting en terugvordering van subsidies

 

Artikel 19a Intrekking, wijziging, opschorting en terugvordering

In deze bepaling wordt gerefereerd aan de bevoegdheden van het college op grond van de artikelen 4: 48, 4:49, 4:56 en 4:57 van de Algemene Wet Bestuursrecht. In die bepalingen is onder meer vastgelegd dat de subsidie kan worden ingetrokken, gewijzigd, opgeschort en/of teruggevorderd als bv. de gesubsidieerde activiteiten niet worden uitgevoerd; als verplichtingen niet worden nagekomen; als onjuiste en/of onvolledige gegevens worden verstrekt; etc.

 

HOOFDSTUK VI Slot- en overgangsbepalingen

 

Artikel 20 Hardheidsclausule

Uiteraard dient het bestuursorgaan zoveel mogelijk te handelen in overeenstemming met de geldende – door hemzelf opgestelde – regels, die niet voor niets worden betiteld als algemeen verbindende voorschriften.

Het kan echter voorkomen, dat het onverkort hanteren van deze regels zo onbillijk uitpakt, dat het afwijken van de regels geboden is.

 

Artikel 21 Vijfjaarlijks verslag

Artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht eist dat tenminste eenmaal in de vijf jaren een verslag worden gepubliceerd over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk. Bij wettelijk voorschrift kan daarvan worden afgeweken.

Het subsidiebeleid op de diverse beleidsterreinen zal in deze gemeente regelmatig worden geëvalueerd.

Een verslag zoals bedoeld in artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht heeft dan ook weinig toegevoegde waarde. Daarom is opgenomen om van dat artikel van de Algemene Wet Bestuursrecht af te wijken.

 

Artikel 22 Overgangsbepalingen

In dit artikel is vastgelegd dat de bepalingen van deze verordening niet gelden voor subsidies die verleend zijn voor het in werking treden van deze verordening niet. Dit geldt ook voor subsidies die nog niet afgehandeld zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening.

 

Artikel 23 Inwerkingtreding

De Algemene Subsidieverordening Welzijn Gemeente Neder-Betuwe 2008 wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van de nieuwe verordening. Voor nog niet afgehandelde aanvragen of verleningen van voor de vaststelling van de nieuwe verordening blijft de oude verordening van kracht.

Zo lang er nog geen nieuwe beleidsregels zijn vastgesteld blijven de huidige beleidsregels gelden. Deze verordening geeft daarvoor de juridische basis.